Historisch Archief 1877-1940
7 April '17. No. 2076
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
RAPHAËL PETRUCCI f
De grootste, de nige sinoloog, in wien
de Geest van China zich voor mij belichaamd
had, Raphaël Petrucci, is gestorven
Er was nooit een sinoloog geweest vóór
hem, die ook tevens kunstenaar en wijsgeer
was, en die, niet enkel met het ontoereikende
intellect, maar ook met de intuïtie, die fijne
voelhoren van het Oosten, de meest subtiele
wijsheid en schoonheid van China heeft
aangeraakt.
Er is in mijn leven nooit zulk een wondere
vervulling geweest als het komen van dezen
zeldzamen wijze-en-dichter. Meer dan twintig
jaar studeerde ik chineesche filosofie en
chineesche kunst, en al die jaren door was
de gedachte niet van mij weg: wanneer zal
er nu eindelijk eens een sinoloog komen,
die het besef heeft, welke geweldige gees
telijke schatten de sinologische studie aan
raakt, die niet enkel de taal en den uiterlijken
schijn, maar de ware cultuur van China
heeft te doorgronden ? Het is bijna onmov.
gelijk dat die man ooit komen kon, dacht
ik er steeds bij, want zoo iemand zou niet
enkel wat in Europa heet een geleerde"
(zoo iemand als b.v. Prof. J. J. M. de Groot,
die niets van China's cultuur heeft begre
pen) maar ook een kunstenaar en een filo
soof moeten zijn.
Toen het was in 1913 en ik was pas
uit het Oosten in Europa terug kwam
mij Raphaël Petrucci's La Philosophle de
la Nature dans l'Art d Extreme Oriënt"*)
in handen. Het was een der grootste gebeur
tenissen in mijn leven. Ik ken bijna geen
grootere. Hier was de vervulling, de ver
vulling zóó volkomen en absoluut, dat mijn
stoutste droom haarnietheerlijker had kunnen
fantaseeren.
Wat geeft alle sinologische zaal- en andere
kennis, wanneer zij niet tot diep in den geest
van China doordringt en aan het Westen,
dat het zoo noodig heeft als brood en water,
de Wijsheid en Schoonheid overbrengt, die
orde en inzicht kunnen brengen, niet in de
dorre matter-of-fact" wetenschap, maar in
de intieme en werkelijke dingen van ons
leven? Welke Orlentalische Universiteits
opleiding heeft ooit ook maar de eerste be
ginselen van werkelijk leven geleerd?
Alles, wat aan onze Europeesche kunst
ontbreekt is in de oude Chineesche te vin
den, alles wat ontbreekt aan onze levens
houding kan de wijsheid der oude Chineezen
ons opnieuw leeren. Het Oosten heeft het
Westen noodig, voorzeker, wat wets-regeling,
economische wetenschap, hygiëne en al
zulke dingen aangaat, maar het Westen heeft
broodnoodig het Oosten, om zijn ethische
en aesthetische waarden. Omdat de
Westersche geleerden nooit anders het Oosten
hebben benaderd dan met hun absoluut on
toereikende intellect, maar zonder intuïtie,
zonder .spiritual insight" hebben zij nooit
anders dan wat onvruchtbare geleerdheid"
aangebracht, maar niet het Licht, dat uit het
Oosten komt. Om het Oosten te begrijpen,
om den Geest van het Oosten te doorvoelen,
moet men in de eerste plaats dichter en
wijsgeer, en pas in de tweede geleerde zijn.
Ik dacht, dat er voor China nooit zulk
een europeesche apostel zou komen, die de
schoone Wijsheid en de wijze Schoonheid
van dat wonder- groote land in dichterlijke
woorden want in droog-wetenschappelijke
vervliegen zij zou uitzeggen. Toen ik
Petrncci's werk gelezen had gelezen met
een steeds stijgende verrukking, als van een,
die zijn schoonsten droom verwezenlijkt
ziet wist ik, dat de tijden vervuld waren,
waarin aan Europa zou worden gegeven,
wat het op een keerpunt van zijn verwor
den, ten ondergang gedoemde Intellectueele
beschaving noodig had.
Het is geen toeval dat Fenollosa's boek
Epochs of Chinese and japanese Art" en
Petrucci's standaardwerk «ver de Chineesche
*) Zie mijne 2 artikelen over dit werk in
De Amsterdammer" van 8 en 15 Augustus
1915.
itiiiiiiiriniitiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiuiini
NIEUWE DUITSCHE BOEKEN
LEONHARD FRANK: Die Ursache."
Erzahlung, München, '16. Georg Muller.
Als de zoogen, psychoanalyse" n
verdienste heeft, dan is het toch deze, dat zij
de buitengewoon groote beteekenis van de
infantiele" sensaties en ervaringen voor
het bewust zij nsle ven van den volwassen
mensch heeft aangetoond. Moge zij in de
oogen van sommige zielkundigen vaak te
ver zijn gegaan, vooral wat de uitsluitend
sexueele opvattingen van deze aangaat, toch
is door haar pas gebleken welken enormen
invloed onze jeugdervaringen voor ons
later leven bezitten. Zij heeft doen beseffen
dat ons geheele bewust-zijn a.h.w. gedrenkt
is in uit het onder-bewustzijn opwellende
stroomen, die hun bronnen hebben in den
diepsten grond van onze persoonlijkheid
en die voor het grootste deel worden ge
vormd door residuen van onze
jeugdsensaties. En deze eerste ervaringen oefenen
een beslissender! invloed uit op de geheele
verdere ontwikkeling. Ja zij kunnen een, vaak
verbijsterende, suggestieve macht op ons
zieleleven blijven uitoefenen. Dit blijkt vooral
in de droomen: daarin schieten plotseling
uit de verste schuilhoeken van de psyche
de herinneringen van onze jeugd en onze
kinderjaren te voorschijn, daarin waren lang
vergeten grillige spookgestalten rond, daar
wordt de ziel overschaduwd door de ang
sten, de benauwenis, de hulpeloosheid van
het kind-zijn. Maar niet alleen in de droomen
doemen de verschrikkingen op en trillen de
angsten van onze jeugd na, ook in het wakende
leven worden wij vaak onverwachts door
bepaalde klanken, kleuren, stemmingen her
innerd aan een schijnbaar lang vergeten
verleden: in de ziel flitsen herinneringen
op, die flarden van ons vroegere
zieleleven scherp belichten; reeds lang in het
onder-bewustzijn vergleden sensaties van
den meest beschamenden n van den
meest verheven aard worden zoo plotseling
weer als essentieel onderkend. Deze onver
wachte openbaringen, deze bijna magische
aanschouwing van ons onbewuste zieleleven
doen ons beseffen dat wij ons verleden
niet kwijt raken," dat wij er aan
vastgeen Japansche kunst juist enkele jaren vóór
den wereld-oorlog uitkwamen. Zulke wer
ken verschijnen als zij noodig geworden zijn.
De tijden van den grooten-geestelijken
ommekeer van het Oosten zijn nog niet
gansch ontbloeid, wij staan pas aan het
eerste begin. Daarom is de portee van
Raphaël Petrucci's werk, al is het gewaar
deerd, toch nog niet ten volle begrepen. De
geheele beteekenis er van, in haar vollen
omvang, is namelijk niets meer of minder
dan een aanstaande ommekeer in het univer
sitaire onderwijs van Chineesche en Japan
sche studie.
Het element, dat daaraan ontbrak en
dat was het essentieele! is er door
Petrucci ingebracht, namelijk het dichterlijke
en wijsgeerige. Het zal npg wel eenlge jaren
duren eer het zoo ver is, maar toch is de
tijd nabij, dat professoren en docenten van
oriëntalistische talen en culturen geen droge,
enkel Intellectueele geleerden, maar ook
kunstenaars en filosofen moeten zijn.
.Petrucci's prachtige uitgave La
Philosophie de la Nature dans l'Art d'Extrême
Oriënt" is mijn grootste schat geworden. Ik
heb het eiken dag dicht bij mij. Geen enkel
verdriet kan de bekoring weerstaan van een
mooi stuk gele zijde" heeft eens een chineesch
dichter gezegd. Zulk een boek als van
Petrucci is een sterkte, een vaste burcht van
schoonheid in het leven. Ik weet nog, hoe
ik hem een enthoeslasten brief schreef om
hem te bedanken voor wat hij mij had ge
geven door zijn werk, en ik kreeg een
vriendelijk schrijven van hem terug, met de
blijde tijding, dat ik geen onbekende voor
hem was, want dat hij mij kende door mijn
boekje Wu Wei". De enkele goede woorden
die hij daarover schreef maakten mij rijk.
Een correspondentie volgde, en afspraken
om elkaar te ontmoeten, die telkens mis
lukten, doordat of hij of ik op reis was. Hij
woonde in Brussel, maar was dan in Venetië,
dan in Parijs, dan in Londen. Den 18en
Juli 1914 schreef hij mij nog uit Brussel:
Je repars demain pour l'Italie et j'y res
tera! encore une dizaine de jours, puis je
reviendrai et j'espère que cette fois nous
pourrous nous rencontrer. Je serai tres
heureux de faire enfin votre connaissance
personelle et de causer longuement avec
vous".
Toen brak de oorlog uit, en ik kon niet
meer naar Brussel, waaruit hij later naar
Parijs moest vertrekken, al zijn kunst
schatten achterlatende, die hij verzameld
hield in zijn huis in de Rue des
ChampsElysées.
Daarna verloor ik hem uit het oog, maar
mijn dierbaarste wensch voor na den oorlog
was: dezen grooten man de hand te mogen
drukken, en met hem spreken over wat ons
beiden het liefste was: de Chineesche kunst
en de Chineesche filosofie.
Toen las ik, vanochtend, onverwachts,
onvoorbereid, te midden van den roezemoes
van een restaurant in een artikel in de
Echo Beige", van J. H. Pels, dat Raphaël
Petrucci drie weken geleden in Parijs is
gestorven....
Ik bedoel vooral niet: dood gegaan. Er
is geen dood. Dat hebben de Chineesche
Wijzen ons wel geleerd. Hij is overgegaan
naar een ander leven. In het chineesch wordt
het zoo schoon uitgedrukt: hu is terug
gekeerd".
Ik heb hem nooit persoonlijk kunnen zien,
al was hij altijd bij mij, al vóór ik zijn
schitterende werk las, omdat hij in het
hoogste, heiligste .leefde, dat de Geest van
China bevat.
Ook had hij mij geschreven, over een
f root werk, dat ik met eenige vrienden in
uropa zou beginnen, en waarvan ik hem
ons plan stuurde, om zijn medewerking te
vragen: Le projet dont vous m' avez
entretenu dans vqtre lettre ne peut que me
séduire et je serai entièrement des vótres".
Daarom durf ik hem mijn vriend noemen
en mijn broeder.
Ik voel mij gelukkig, dat ik, in mijn vele
lezingen en cursussen in eenige steden van
Nederland, zijn werk bekend heb kunnen
maken, ook onder hen, die geen speciale
studie van China konden beginnen, en mijne
toehoorders zullen zich de liefde en bewon
dering herinneren, waarmede ik steeds
over hem sprak. Van velen kreeg ik toen
brieven vol dankbaarheid en verrukking over
het genot dat zijne werken, die zij na mijne
iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiuiiiMiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiMtimiiiiiiiiiMiii
klonken blijven, dat wij wel kunnen wanen
onbezwaard en onbelast te zijn, maar juist
deze plotselinge herleving" van ons verle
den in deze essentieele aanschouwing be
vestigen weer de historische belastheid"
en de gebondenheid van ons bestaan met
vaak schrikwekkende duidelijkheid. In het
boek, waarover ik hier wil spreken, zijn
de smartelijkheid en de tragiek van den
mensch beschreven, die aan zijn verleden
lijdt en er aan ten gronde gaat, die door
de schande en de bittere ervaringen van
zijn jeugd zich voor zijn geheele verdere
leven gebrandmerkt en voor altijd gefnuikt
waant. Het is de, op 'teerste gezicht bijna
onwaarschijnlijke, geschiedenis van een
meHsch, wiens geheele leven vergiftigd en
gebroken wordt door de pijniging en ver
nedering die hij in zijn schooltijd ondergaan
moest. Het laat de ontzettende gevolgen
zien van de kwellingen van een schooltyran
voor de gevoelige ziel van een licht kwets
baar mensch. Het beschrijft hoe deze ver
nederingen en laaghartige plagerijen nog
op veel lateren leeftijd in het droomleven
een zóó overheerschende rol kunnen spelen
dat ook het bewustzijnsleven vervuld en
bezwaard blijft met deze verschrikkingen.
De beschamende herinneringen van dezen
tijd groeien tot een manie en obsessie aan,
totdat hun ondragelijke spanning zich ein
delijk ontlaadt in een waanzinnigen moord,
in de yreeselijken wraakneming op den beul
van zijn jeugd.
Ziehier in 't kort de inhoud van het verhaal:
De dichter Anton Seiler, wiens geheele
leven tot dusverre een aaneenschakeling
van armoede, ellende en grievende teleur
stellingen was, bespeurt, zonder de oorzaak
te kennen, plotseling den drang in zich om
zijn geboorteplaats en zijn ouders op te
zoeken. In den nacht vóór de reis droomt
hij van een der vernederingen die hem zijn
vroegere onderwijzer Mager 14 jaar gele
den had aangedaan: op een schoolreisje
had hij hem buiten aan het hek van een
melkhuis laten staan, terwijl de anderen
binnen zaten en melk dronken, omdat hij te
arm was om de melk te betalen. En bij het
ontwaken beseft hij plotseling dat deze
schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis de oor
voordrachten besteld had
den, hun had gegeven.
Mijne lezingen over chi
neesche kunst erf ook mijn
werk DéGeest van China"
waren geheel van Petrucci's
, geest doortrokken.
Niet alleen zijn geschrif
ten, ook zijn gesproken
woord moet zoo trillend van
schoonheids-bewondering
zijn geweest. J. H. Pels
vertelt er van in de Echo
Beige" hoe Petrucci, toen
hij indertijd een leerstoel
aan de Vrije Universiteit te
Brussel bekleedde, zulke
heerlijke conferences gaf
in het Musée Ancien van
de Rue de la Régence.
Dan liep hij met een schare
toehoorders en toehoor
sters van schilderij tot
schilderij et c'étai,t
!merveille d'entendre eet Italieri
de race s'enthousiasmer
devant les admirables
productions de notre vieille
colle flamandse dout il
goütait tout Ie charme
receullli et la subtilepoésie".
Quoique Italien de
naissance, Petrucci tait Beige
de coeur" schrijft Pels. Ik
geloof niet dat hij Italiaan
of Belg was. Hij moet een
gereïncarneerde chineesche
kunstenaar en geleerde ge
weest zijn. Hoe jong ging
hij over, 42 jaar!
Nu is hij tot het heilige
mysterie van Tao terug
gekeerd, waar de gansche
chineeschekunst de schoone
suggestie van is
De Stem der Klokken
(Teekenlng voor de Amsterdammer" van Oeorge van Raemdonck)
HENRI BOREL
illmiliimiiliiimttiMMimiii iniMiiiiiiiitiiiiiliiMiiiiiiintiiillmitfililliiiiiiiiiiiimiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiilltiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiitliiiiiiiiiiiiiniii
iiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiliinillllllliillllliliii
DIRK SCHAPER
Ondanks al het voortreffelijke, dat een
concertseizoen ons brengt, biijft een avond,
waarop deze eminente persoonlijkheid onze
aandacht vraagt, een bizonder hoogtepunt.
De kleine zaal kan slechts eene kleine schare
herbergen en we hebben het in onze juiste
waardeering nog niet zoover gebracht, dat
op zulk een avond het uitverkocht" boven
het hokje van den bureaulist prijkt. Ik ge
loof echter niet, dat de geestelijke en in
tellectueele kwaliteit van een
Schaferpubliek" sterk beïnvloed wordt door de
afwezigheid van vele gezichten, die een rol
spelen in ons plaatselijk muziekleven. In
tegendeel is het ons of er van dezen zoo
universeel begaafden klankenimpressionist
eene bizondere wijding over zijne hoorders
uitgaat.
Over zaal en podium ligt een zeldzaam
waas van eenvoudige aandacht, getemperd
door een aangenaam, voor de oogen rustig,
halfduister, waardoor niet al te scherpziende
hoorders in den gelukkigen waan zouden
kunnen geraken, dat men op 't goede denk
beeld gekomen was, den afzichtelijker! Apollo
den nek te hebben omgedraaid! Ware dit
aldus geschied, op dezen avond was er
zooveel latente Apollinische schoonheid te
genieten, dat we het sprekend symbool
nauwelijks gemist zouden hebben.
Het werk van een kunstenaar als deze
toont reeds in zoo hooge mate een strenge
zelfcritiek te hebben doorstaan, dat het
eenige, wat men nog zou kunnen schrijven
eene diepgaande studie zou moeten zijn over
het wezen van zijne persoon, hoe hij, als
bijna geen ander, voor ieder werk in zijn
genre eene afmosfeer schept, die het werk
eerst in volle kracht kan belichten.
Merkwaardig is het zeer zeker, dat deze
steeds scheppend reproduceerende kunste
naar, dank zij de volledige vergeestelijking
zijner reproducties, in nauwe betrekking
IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllntllMIMlnlIIIIMIMIMMnlmlIIIUIIIMI
zaak is van alle ellende en ontreddering.
Hij begrijpt langzamerhand dat deze jeugd
ervaring een zóó domineerenden invloed op
zijn geheele verdere levensloop heeft gehad,
dat deze droom het zinnebeeld is geworden
van zijn jammerlijk mislukt leven. In het stadje
aangekomen, wordt hij door alles aan zijn
erbarmelijke jeugd herinnerd en hij voelt
een gloeiende haat en woede in zich op
stijgen. En aldoor beseft hij duidelijker:
de schooltyran Mager heeft mijn leven ver
giftigd, hij is de schuld van mijn ontwrichting,
hij jieeft mij door zijn laaghartige mishan
delingen voor mijn heele leven geteekend."
Hij wil den man opzoeken om rekenschap
te eischen, maar als hij vóór het huis staat
is hij opeens bang en hij voelt met ont
zetting dezelfde angst voor hem gelijk het
achtjarige kind. Es ist mir also unmöglich
sagte er sich Bring die Furcht nicht
heraus aus mir Ist das mit allem
empfangenen Leid so??darm trüge
der Mensch alle erlittenen Demütigungen
mit sich bis ins hphe Alter sein ganzes
Leben lang." En hij vlucht weg uit 't stadje
en gaat weer naar zijn woonplaats, Berlijn.
Maar de druk op zijn ziel blijft en de
obsessie groeit. Hij wordt door een
onbe?wusten drang wér naar zijn geboorteplaats
toe getrokken. Hij is te arm om nog eens de
reis te betalen en hij leent het geld van
een publieke vrouw. In den vroegen morgen
komt hij aan in 't stadje en hij gaat recht
streeks naar den onderwijzer Mager, zijn
vroegere pijniger. Hij vindt hem thuis, ter
wijl hij bezig is met de correctie van schriften
En hij herkent den dichter en met een
spottenden glimlach herinnert deze zich 't feit
dat de dichter stotterde en daarom in de
klasse vaak uitgelachen en uitgejouwd werd.
Dan komen er twee jongens binnen om
de schriften te halen en met ontzetting moet
de dichter zien hoe de ellendeling den jongen,
die zijn werk slecht had gemaakt, sart en
pijnigt. Wütend rieb der Lehrer mit dem
Siegelring an seinem Finger des Kleinen
Stirne: Was hast du ... denn da...
drinnen!" Der Dichter sass wie eine Leiche und
starrte in kaltem Entsetzen auf das rote
Malzeichen, das auf der Kinderstirne
leuchtend hervortrat. ,Das Mal, das Mal auf seiner
staat met zijne verwante zielen op ander
kunstgebied.
Ik denk aan mannen als Toorop, van
Eeden, Querido, die tot den kring zijner
intimiteit behooren.
In zijne lezenswaardige critiek schrijft
Herman Rutters (Handelsblad): Men heeft
S. gehuldigd, als een der grootsten, met
een enthousiasme, dat het succes van Vera
Shapira nog overtrof. Het was meer dan
verdiend en toch zeer opmerkelijk voor
iemand, die en land- en stadgenoot is. Moest
men zulk een landgenoot juist daarom niet
te meer op de handen dragen? Toch hooren
we hem te zelden en nooit op de plaats,
waar hij minstens elk seizoen het recht heeft,
zijne groote gaven te schenken. Of zal men
zijne grootheid nu gaan ^beseffen ? Het is
nog niet te laat."
Beter laat dan nooit" zeggen wij, maar wij
betwijfelen, of er een of meerdere stemmen
uit het publiek zullen opgaan, om opheldering
te vragen omtrent de vergaande, volledige
negatie door onze muzikale besturen van
den man, die het heeft bestaan voor uit
verkochte zalen zijne tien historische avonden
te geven, waarvan de verslagen der pers
en de publieke waardeering als boekdeelen
spreken.
Na die historische avonden is er wel
tijdelijk in ruimeren kring belangstelling
betoond. Maar wie behoedt er ons voor,
dat deze voornaamste klavierspeler in ons
vaderland, door een te sporadisch optreden
in de hoofdstad, zijn contact met het open
baar muziekleven hier ziet afnemen ?
Spoedig kan het misschien te laat zijn.
Het geval S. is een der meest wonde plekken"
in onze muzikale samenleving, uiterlijk grillig
opbouwsel van antiek-vroedschappelijke
regentenwillekeur maar inwendig uiting van
onvervalschte alleenheerschappij, waaraan
alleen nog maar de emblemen van rijks
appel" en rijksschepter" ontbreken.
VAN LEEUWEN
Nieuwe Boeken van deze week
De N. V. Boekhandel en Uitgevers Mij.
Ontwikkeling" kwam deze week met een
viertal brochures: W. H. VLIEGEN (Lid van
de Staatscommissie voor de Evenredige
vertegenwoordiging) Hoe er onder de nieuwe
grondwet gestemd wordt, populaire uiteen
zetting van het in de additioneele artikelen
neergelegde stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging, 40 pag., f 0.25.
Het Kommunistisch Manifest en de In
leidingen van MARX en ENGELS met de
voorrede van KAUTSKY, vertaald door P.
BOL, 62 pag., f 0.40.
Van het Gemeenteraadslid ED. POLAK :
De Huurcommissie Wet wat iedere
huurder weten moet 15 pag., f 0.05.
M. NIEBOER-NIJGH, Gemeentelijke
Schoolvoeding, 13 pag., f003.
Bij de N. V. Ontwikkeling" verscheen
eveneens: Ons nieuwe Kiesstelsel, populaire
uiteenzetting van het hier te lande in te
voeren stelsel van evenredige vertegen
woordiging, met de nieuwe wettelijke be
palingen in zake het kiesrecht, verkiezings
voorbeelden en een kaart, aangevende de
kieskringen, door mr. G. VAN DEN BEROH,
117 pag., f 1.
lllllllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIItllMlltMIIlMIIIIIIMtllllllHtlMIIIHIIIMItlllllllllllinilllllIIIIIIII
ONTEVREDEN ROOKER5
NEEMT DE PROEF MET:
& &SQ <$>
AMSTERDAMSCH FABRIKAAT-ZEER OUDE TABAK .
ifiiiiiMMimiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii
Stirne wird nie vergehen. Sie haben ihn
gezeichnet', sagte der Dichter tonlos und
laut. ,Und wenn es verschwindet,
a'usserlich, dann ist es ihm ins Gehirn getreten...
und der Gezeichnete tragt das Mal in der
Seele, sein Leben lang."
En als de jongens weg zijn, herinnert hij
den onderwijzer aan het voorval op het
schoolreisje ,Der Lehrer bemerkte den
Mörderblick des Dichters nicht Und als
wir zum Wirtshaus kamen ... Hessen Sie
mich nicht mit hineingehen, weil ich die
zehn Pfennige nicht hatte, um ein Glas
Milch kaufen zu können."
,Ja, zu laut und ungebardig waren Sie im
Wald.' ,lch musste vor dem Wirtshaus
stehen bleiben am Zaun.' .Richtig, noch
dazu waren Sie der einzige, der kein Geld
hatte.' ,Diese Demütigung vor allen
Schulkameraden trof mich damals ins Herz.' Der
Lehrer sah abweisend dem Dichter in die
furchtbaren Augen. ,Ich warvorherso fröhlich
gewesen... Und trage vielleicht seit dem
Mal... das Mal!!' erhob sich die Stimme
des Dichters, und langsam erhob sich auch
der Körper vom Stuhle ,das gliihende Mal
in... meiner... Seele.' Die ganze Kraft seines
Körpers ging in des Dichters würggespreizte
Hande, die dem zur Wand zur
ckweichenden Lehrer folgten... Der Adamsapfel
glitschte noch einmal unter des Dichters
Daumen weg, eine Sekunde lang lockerten
sich die Würghande... dann drückten die
Daumen den Adamsapfel tief in den Hals
hinein. Die achzenden a- und e-laute
verebbten
Dan ziet de moordenaar dat er een
bankbillet op tafel ligt en in een soort onbewuste
trancetoestand, en toch met visionaire helder
heid neemt hij het geld weg, gaat het huis
uit en loopt naar het huis van zijn ouders.
Als een beschonkene stamelend bekent hij
de onzettende daad aan zijn moeder en rent
dan de straat weer op, naar het postkantoor,
stuurt het geleende geld aan de prostituee
terug. Die Welt hatte sich ihm volkommen
verandert. Sein bisheriges Leben war
scheinbar von ihm fortgezogen. Es war ihm als
stünde er plötzlich auf der anderen Seite des
Planeten. Schwere, ganz neuartige
Gefiihlsklumpen waren in ihm entstanden, mit denen
er sich auseinanderzusetzen hatte". Dan
gaat hij, nog altijd in een soort trance
toestand, a. h. w. automatisch naar het sta
tion, dat al door de politie is afgezet en hij
laat zich gedwee, geboeid naar de gevangenis
brengen.
Nu wordt op meesterlijke wijze de terecht
zitting beschreven. Niemand van de rechters
begrijpt dat de oorzaak" van den moord
op den onderwijzer een wraakneming was
op de tallooze pijnigffigen, die de dichter
als kind had te doorstaan en die hun
onui t wisch baren stempel in zijn ziel hadden ge
brand. Niemand beseft dat de vernederingen
van een jeugd een mensch zouden kunnen
dwingen een moord te begaan. En de dichter
ziet met ontzetting en radelooze angst de
botte onverschilligheid van zijn rechters en
de gezworenen en hun gemis aan dieper
inzicht in de raadselachtige onderbewuste
oorzaken van een moord, die volgens hen
geen ander doel had dan het geld te stelen.
Men verdenkt hem van simulatie als hij de
ware oorzaken tracht te verklaren.
Het is alsof hij tegen een onwrikbaren
muur te pletter loopt. Wel doet hij nog
wanhopige pogingen zich te redden, en zijn
daad te rechtvaardigen, maar men lacht hem
uit om zijn dwaze ideeën" en abstruse
phantasieën" en (hij wordt ter dood veroor
deeld. Met een onbegrijpelijke intuïtie weet
de schrijver de vertwijfeling van den ter dood
veroordeelde op den dag vóór de onthoof
ding te schilderen.
De gruwelijke en wanhopige zielstoestan
den worden met een geniaal te noemen
indringingsvermogen uitgebeeld. De waanzin
nige doodsangst en de ontzetting zijn mis
schien zelfs door de groote Russen niet beter
beschreven. Het schitterende slot van het
boek dat opvoert naar een visioenaire hoogte
behoort tot het meest aangrijpende en- ont
roerende wat m. i. in de moderne duitsche
romankunst is geproduceerd. Zulk een strak
heid van compositie, zulk een compactheid
van dictie en soberheid van vertaaltrant doen
het grootste verwachten en met spanning
zien wij uit naar nieuw werk van Leonhard
Frank.
HERMAN WOLF