Historisch Archief 1877-1940
23 Juni '17. No. 2087
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
E.Y.D HEIDE
'8-Ctrarel.weg. Tel. 1160
ARTISTIEKE
MEUBILEERIHe
SPECIALE ONTWEEPEN
DE AMSTERDAMMER,
Weekblad voor Nederland
kost slechts ?1.90 per kwartaal.
H. G. THIEME,
OUD-CHRISTIAN SCIENTIST,
Haag - Denneweg 25a,
geneest zieke personen,
die andere Scientists onbe
kwaam bleken te genezen
en speciaal
.Blind-,
Doofstomen Idiootgeboren
personen, die van af/1500,
betalen.
Zonder Genezing - Geld Terug!
Voorde Vacantie!
THE OXFORD CHAIR"
HEERLIJK LUIE STOEL
van af f 15.-.
GEBRS.F.&LDERIDOER
Amstel b/h Muntplein
HET ADRES
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR, Utrecht
TAMINIAÜ'S
- JAM ?
75 Cts. 45 Cts.
Deze TANDPASTA is wel de
duurste, doch de meest
kiemdoodende, verfrisschende en
rein igende.die gemaakt wordt.
Ook zij die staal gebruiken of
rooken roemen haar om strijd.
L POOL & ZONEN, Amsterdam.
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
tal. Venu, STUK & Co.
Chemische Fabriek ,,'s-Hage"
's-GRAVENHAOE.
J.S. MEUWSEN
Hi&ererancier
Hoeden in
UodfHigaiptn.1
AMSTERDAM.
Leidschestraat 4,
B.pa»sage h.D.rak,
Damstraat h. Nes, |
Doelenstr. h Ach
terburgwal.
ROTTERDAM.
Moueltrap 3,
BoymanMtraat 8.
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering: van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Laiige Haven 3 Tel. «3 Schiedam
Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapitaal.
LIBCRTY
JAPON VAN VASCHBACe
VITTE VOILE MÉT veet
KL6URJC SMOCIWÊRK
n.
39r
AMSTCRDAM
week door de geallieerden genomen, toonen
dat. deze verzet verwachten. Voorlooplg
schijnt het daartoe nog niet te zijn gekomen.
Het grootste deel van het Grieksche leger
is in drt jaar, krachtens den eisch der
Entente, overgebracht naar den Peloponnesus;
in het leger en bij de reservisten-bonden
telde koning Konstantijn zijn meeste aan
hangers ; de bezetting van de landengte van
Corinthe door de geallieerden heeft natuur
lijk ten doel gehad, de troepen in den
Peloponnesus te beletten, op te rukken naar
Athene. Een Reuter-telegram van heden
avond vermeldt maar als een bericht,
dat nog bevestiging vereischt dat een
aantal hoofdofficieren overleg plegen met
de voorzitters van de reservistenbonden over
de instelling van een plaatselijke regeering
op den Peloponnesus. Dit ontbreekt er nog
maar aan, dat Griekenland, in plaats van In
tweeën, in drieën wordt gescheurd: de
Peloponnesus trouw gebleven aan koning
Koostantijn, de rest van het oude Grieken
land den nieuwen koning Alexander huldi
gend en te Saloniki een afzonderlijk bestuur
van Venizelisten!
Te Salonil-i heeft men n.l. aanstoot ge
nomen aan een proclamatie, waarin Koning
Alexander betuigt, dat hij de heilige zending,
die zijn vader hem heeft toevertrouwd, zal
vervullen door getrouw te blijven aan de
beginselen, waardoor diens regeering zich
op zulk een schitterende wijze heeft geken
merkt." In de kringen der Wenizelisten te
Saloniki schijnt men deze woorden te be
schouwen als een bewijs, dat Zalmls die
de proclamatie mede heeft onderteekend
den jongen Koning in de voetsporen van
zijn vader wil laten treden. Dit kunnen zij
Inderdaad beteekenen; maar zij kunnen ook
niets beteekenen. De laatste veronderstelling
schijnt de minst gewaagde. Want van de
Entente is het niet aan te nemen, dat,zij
een kat in den zak heeft gekocht; en van
den jongen Koning Alexander niet, dat hij
reeds nu de regeering moede is.
20 Juni 1917 G. W. KERNKAMP
HiMHtiiMMiMimiiMiiiiimiiiimiiiiiitiiimiiiiimiuiimiiiimiiiiiimiiiii
Staatszorg voor het Neder
landsche Bosch!
Een dringende grief
Terwijl de pu
blieke opinie rijp
isvooringrijpende
Staatsbemoeiing
op het gebied van
den boschbouw
hier te lande, ter
wijl de wensch
van het volk ie
dezer zake bekend
is en in de Ka
mer uitgesproken
werd, terwijl de
^ ,.. , pers eendrachtig
De schaver v«?dit ,rt,kel. ^ enthouisiast
gevraagd heeft om Staatsleiding ter
beifiiiiliiHiiiimiiliiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiiiiiiMiiH
DE VERDEDIGING
VOOR NEDERLANDSCH-INDI
III
De oorspronkelijke militie-voorstellen
Zooals in het vorige artikel werd aangetoond
heeft het Ind. leger zich, noodgedrongen,
zeer in zijn taak moeten beperken. In stede
van Java te kunnen verdedigen zal het zich
in hoofdzaak moeten bepalen tot eene ver
dediging van West-Java. En zelfs de vol
voering van die beperkte taak lijkt een vrij
hopelooze onderneming. Immers er is gebrek
aan menschen, gebrek aan artillerie, gebrek
aan munitie! Wie aan dien treurigen
toesta'nd de schuld heeft ? Dat valt al heel
moeilijk te zeggen. Heeft het gelegen aan
de elkaar opvolgende leger-commandanten
doordat deze verzuimden de noodige
voorstellen tot verbetering in te dienen?
Of heeft het gelegen aan de opvolgende
gouverneurs-generaal, die voorstellen, welke
hen wellicht bereikt hebben, niet hebben
overgenomen en doorgezonden. Of wel
moeten we de schuld zoeken bij de minis
ters van koloniën die misschien de kracht
misten om de benoodigde gelden van de
volksvertegenwoordiging te erlangen ? Maar
het kon ook zijn dat we de hand in eigen
boezem moeten steken en erkennen dat de
schuld ligt bij het Nederlandsche volk dat
.het steeds de ministers zoo uiterst moeilijk
heeft gemaakt, gelden voor militaire doel
einden aan te vragen. Deze laatste veronder
stelling is niet de minst waarschijnlijke.
Maar dan treft toch de bewindslieden den
blaam zich aan die onverantwoordelijke
zucht van ons volk te hebben onderworpen.
Men oordeelè: In 1902 was 32 pCt. voor
luiiiinumiiumiiiiunuiimmiiiinmtitiiiiiitittiiinniiiimnitniiiiiitiiiiiiiiiHiiiHiH
schermlng en uitbreiding van onze bosschen,
terwijl reeds jaten een Staatsdienst voor
deze zaken is ingesteld gebeurd er op
dit gebied niets. Ja toch, laat ik even
memoreeren wat de regeering i. c. het
Staatsboschbeheer de laatste paar jaar gedaan heeft!
Ziet hier de daden":
1. Voor de ambtenaren, houtvesters en
boschwachters, is naar Pruisisch model een
uniform uitgedacht en is het dragen van dit
uniform verplichtend gesteld! Stel U voor
menschen met H. B. S. en Hoogeschool op
leiding te bevelen in uniform te loopen!
zouden de ingenieurs van den Waterstaat
een dergelijk bevel apprecieeren! En wat
een zorg en meeite om zoo'n uniform te
bedenken en vast te stellen!
2. Men verbood de ambtenaren advies uit
te brengen aan particulieren! Men is n.l.
bang voor concurrente tegen de invloedrijke
particuliere vereeniging die voor dit doel
werkt. Juist deze ambtenaren konden vél
nuttige adviezen geven en daardoor het
Bosch in Nederland werkelijk bevoordeelen.
Verder verbood men hen te jagen in de door
hen beheerde bosschen! Een verbod waar
mee ik het absoluut niet eens ben. Juist de
jacht prikkelt de beheerder tot veel waar
neming, liefde voor zijn bosschen en zorg.
Men kan echter over deze kwestie van ge
voelen verschillen.
3. Men deelde mede dat er een ontwerp
Boschwet gereed ligt. Dit ontwerp bevat
eenige voorschriften ter voorkoming van
insectenschade en brand. Het bevat niets
dat werkelijk het Nederlandsche Bosch ten
goede kan komen. Het ontwerp ligt trouwens
al jaren gereed".
4. Men kocht het Ugehelsche Bosch. Een
verblijdend teeken, zeer zeker maar een
druppel in de emmer', een daadje waar
slechts st. bureaucratius mede tevreden kan
zijn. De publieke opinie vroeg meer en zal
bezwaarlijk te sussen zijn met zulk klein"
gedoe.
5. Men bleef doorgaan met het gewone
werk op kleine schaal ontginnen en beheeren.
Van de Staatsmijnen werden ten slotte wat
dennenboschjes aangekocht en in Utrecht
werd een aardig museum ingericht!
Met uitzondering van de
hoogstbelangrijke" uniformkwestie kunnnn al deze daden
niet veel werk gegeven hebben!
En wat liet men na? Wat verzuimde men?
In het kort dus enkele nalatigheden aan
gegeven!
1. Men liet nog steeds na deskundigen bij
elkaar te roepen tot onmiddellijke voorbe
reiding van eea Boschwet in den geest van
de elders overal bestaande wetten (Frankrijk
sinds Lodewijk XIV, Duitschland sinds pl.m.
1800 enz., enz.) Een boschwet die het
mogelijk maakt de uitwassen van de parti
culiere spekulatie- en winzucht te breidelen
en die uitbreiding van het Staatsbosch
mogelijk maakt.
2. Men verzuimde de schandelijke zwendel
en woekerhandel in werk- en brandhout te
keeren, ofschoon men met de Distributiewet
de macht daartoe had.
de Ind. begrooting bestemd voor
legeruitgaven, in 1917 slechts 16.5 pCt. Dat is
toch zeker geen teeken van militaristisch
opdrijven der uitgaven! Integendeel is het
een onweerlegbaar symptoon van de schan
delijke verwaarloozing der Indische
weermiddelen.
.Een oude familie-kwaal van ons volk!
Het is slechts aan weinigen genoegzaam
bekend, dat het Ind. leger, hetwelk zoo on
geveer 30.000 man telde lang niet in zijn
geheel beschikbaar was voor de verdediging
voor West-Java. Daar moesten bezettings
troepen op de buiten-bezittingen blijven,
al was het dan maar om de Europeanen te
beschermen. Het vlootsteunpunt Soerabaja
meest een bezetting hebben en verschillende
belangrijke punten aan de kust mochten
niet zonder bewaking gelaten worden. Na
aftrek van al die noodzakelijke detacheerin
gen bleef er slechts een 10 a 12000 man
over voor de hoofdtaak. En met dat handjevol
menschen onvoldoende voorzien van artil
lerie en technische hulpmiddelen moest een
landstreek verdedigd worden die half zoo
groot is als Nederland.
Versterking in alle opzichten was dus
een eisch! /
Doch inplaats van versterking onderging
het leger een gestadige verzwakking. Wat
was het geval. De werving voor het onmis
bare Europeesche element gaf voortdurend
minder resultaten. De verbeterde economische
toestanden, de hoogere loonen en andere
omstandigheden hebb,en er toe bijgedragen
dat het soldaat-zijn als beroep" heeft af
gedaan. Het gebrek aan Europeesche mili
tairen in het Ind. leger werd nijpend.
Nu was het legerbestuur al sinds jaren
zoekende naar een middel om de verouderde
3. Men verzuimde regelingen te treffen
om door deskundigen vellingen zonder
schade voor het bosch of het natuurschoon,
brandhout disponibel te krijgen en dat tegen
maximumprijzen naar billijkheid te
distribueeren. Nu het veel te laat is komt het
krantenbericht, dat de regeering over
weegt enz."
4. Men verzuimde gebruik te maken van
de welwillende houding van het publiek en
de volksvertegenwoordiging om deze tak van
Staatszorg belangrijk uit te breiden.
Een volgende generatie heeft het recht ons
geslacht te verwijten dat het uit zucht naar
wat oorlogsgoud er niet tegen op zag het
Nederlandsche natuurschoon te vernielen!
Het noodeloos vellen van boomen doet
ons aan als iets barbaarsch, hier in Neder
land is het erger. Hier ruilen wij met goud
en zien schijnheilig en zelfvoldaan de geld
buidel dikker worden,
In de noodtoestand van heden is het noodig
dat er meer hout als brandhout beschikbaar
komt maar het is een schandaal dat de Staat
toelaat dat voor die eerste levensbehoefte
het twlntigvoud van normale prijzen ge
maakt wordt en zoodoende een premie
gegeven wordt aan hen die nu boomen
slachten!
Deskundige leiding en krachtige Staats
zorg had dit kwaad kunnen voorkomen!
St. Bureaucratiers was te druk met een
uniform!
Oosterbeek P. H. BURGERS
Een Leerlingregeling
Door de Nederlandsche Vereeniging van
Werkgevers in de Metaalindustrie is dezer
dagen een leerlingreglement vastgesteld, die
mij van genoegzaam belang voorkomt om
daarop de algemeene aandacht te vestigen.
Zij brengt het bestaande strijdpunt omtrent
vakopleiding in ambachtsscholen of in werk
plaatsen in een nieuwe fase.
Hoeveel goede dingen de jeugdige werk
lieden op ambachtsscholen ook kunnen leeren,
welke treffende proefstukken zoowel in tee
kenen als bewerking van materialen de leer
lingen ook mogen vertoonen, van de zijde
van vele fabrikanten wordt tegen die op
leiding toch immer als bezwaar gevoeld dat
men er wel veel kunstigs leert doch niet
dat wat noodig is, opdat de leerling bij zijn
latere intrede in het bedrijf spoedig een
flink, bekwaam, gewoon werkman kan wor
den. Dat kan men eigenlijk maar alleen
leeren, zoo meent men, door opleiding in
de werkplaatsen van het eigen bedrijf.
Kan men leeren ; ja als men er maar leeren
kon ! Welke fabrikant maakt van zijn werk
plaats een leerschool ? Hij vraagt goede,
bekwame werklieden en flinke jongens, die
aanpakken kunnen en hem voor zijn bedrijf
tot voordeel zijn. Onder de hand door moeten
deze laatste dan maar zien wat van het vak
te leeren; maar zonder werk te verknoeien,
zonder iemand anders tot last te zijn. Gaat
dat niet, dan blijven ze maar ongeschoold
iiniiiinmiiiiiiiiiniiHtiMiiiii
iimiimiiiMiiiiniinjiiimHiuMiiiiiiiiiMiiiiiiHimiiiiiiMMiiiii
iiimiiiiiiiimiiimHin
instelling der schutterijen te vervangen door
een beteren vorm van weerplicht. De .
G. van Heutz stelde voor een Europeesche
militie in te stellen. De minister Fock stemde
hiermede in en ten slotte werden in 1910
voorstellen dienaangaande ingediend door
Generaal Van Daalen. In dien tijd was het
reeds vermelde gebrek aan Europeesche
soldaten nijpend geworden. Die
militievoorstellen voorzagen dus tevens in dat
euvel. De oorspronkelijke opzet echter is
niet geweest een legerversterking te krijgen.
Toen echter legeruitbreiding meer en meer
noodig bleek gaf de regeering in 1914 aan
het legerbestuur den opdracht te zoeken
naar middelen om het leger te versterken
zonder echter tot verhooging der uitgaven te
komen. Het eenige middel dat voldoende
uitzicht bood, was de instellingeener militie,
nu echter niet alleen voor de Europeanen
doch tevens voor de lnlanders>
De uitgewerkte voorstellen behelsden:
algemeene dienstplicht voor de Europeanen;
voor de Menadoneezen gedeeltelijke dienst
plicht en de bepaling dat de landweer alleen
gebruikt zou worden om den geboortegrond
te verdedigen; voor de Javanen en
Madoeneezen slechts dienstplicht voor degenen,
die voldeden aan zekere, nauwkeurig om
schreven, eischen van ontwikkeling. De
gedeeltelijke compensatie voor de
Minahassers vloeide voort uit de omstandigheid
dat deze zelf om weerbaarheid gevraagd
hadden. Dat de regeering de dienstplicht
alleen op de intellectueele Javanen wilde
leggen vond zijn grond in de redeneering
dat deze lieden het beste de noodzakelijk
heid van de maatregel konden inzien.
Wat was intusschen het resultaat van deze
voorstellen? Dat na 12 (zegge: twaalf) jaar
of krukken, half bekwaam. Ook de ouders
vragen dikwijls niet: waar leert mijn jongen,
maar waar verdient hij reeds 't meest! Een
toestand, die nog vrij algemeen de regel is,
tot schade zoowel voor de werklieden als
voor de werkgevers.
Voor den individueelen werkgever kan
daar echter moeilijk wat aan worden gedaan.
Enkelen probeerden het wel en namen wezen
lijke leerlingen aan, wien ze onderricht deden
geven; maar zij moesten zich dan toch door
allerlei kunstmatige en onvoldoende be
palingen tegen verliezen, waarvan hun
concurrenten de voordeden zouden plukken,
trachten te wapenen: Hetzij door de leer
lingen te dwingen na afloop van hun
leertijd nog in hun dienst te blijven, terwijl
dezen elders meer konden verdienen, hetzij
door de leerlingen tijderis hun opleiding
weinig of geen loon uit te betalen, waardoor
zij er na zekeren tijd een goedkoopen werk
kracht voor hun zaak aan hadden.
Dit alles kan slechts behoorlijk ondervangen
worden door collectief, gelijksoortig han
delen van alltt werkgevers in het bedrijf,
m. a. w. door een vaste leerlingri^e///;^. Dat
heeft de bovengenoemde Vereeniging be
grepen en getracht door het voor al haar
leden bindende reglement te verwezenlijken.
Karakteristiek in dat reglement is de ver
plichting van eiken fabrikant om voortdurend
een voor diverse categoriën verschillend
bepaald minimum-aantal leerlingen in zijn
werkplaats te hebben, als l leerling op elke
3 volslagen bankwerkers, l op elke vier vol
slagen vuurwerkers, l op elke 5 volslagen
ketelmakers, enz. De leerlingen krijgen een
vasten leermeester toegewezen, die daarvoor
van de fabriek een toelage krijgt en die de
leerlingen aanvankelijk uitsluitend slechts
werk om te leeren mag opdragen, ook al
zou dit schade voor de fabriek opleveren.
Geen boodschappen doen! De leertijd duurt
4 jaar. In dien tijd ontvangen de leerlingen
bij alle fabrieken een gelijk loon, halfjaarlijks
oploopende van 5 cent in het eerste tot
20 cent in het achtste half jaar. Voor klachten
omtrent de toepassing van het reglement
in de diverse fabrieken is steeds het Bestuur
der Vereeniging ontvankelijk. Na volbrachten
leertijd is de leerling volkomen vrij, te zien
waar hij zijn opgedane kennis het best pro
ductief z'al kunnen maken.
Opmerkelijk is ook hier weer, hoe de
werkgevers zichzelf een veel strengere, tot
in onderdeden gedefinieerde regeling hebben
opgelegd dan zij zich waarschijnlijk ooit
goedschiks door de wet zouden hebben laten
welgevallen. Trouwens, zou zulk een ge
detailleerde regeling wel door den gewonen
wetgever tot stand kunnen worden gebracht?
Toch ware wettelijke sanctie aan deze rege
ling zeer zeker gewenscht; tenminste, wat
hier in hoofdzaak wel het geval zal zijn,
als zij ook van de zijde der
werkliedenorganisaties wordt gewenscht. Immers, dan
zou zij ook voor de ongeorganiseerde werk
gevers bindend zijn en het gevaar zijn be
zworen dat deze laatsten haar door deloyale
concurrentie onhoudbaar maken.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiuiiiiritiiiiiiiiit
het leger met nog geen 8000 miliciens zou
zijn versterkt. Dat daarentegen eenige der
bestaande veldbataljons zouden zijn opge
heven en de gevechtswaarde er niet op
vooruit zou zijn gegaan. Maar het zou mets
kosten. Neen er was zelfs nog een klein
vpordeelig saldo.' En dat heette dan leger
uitbreiding. Was het wonder dat van alle
zijden een verontwaardigde kritiek losbarste.
De Indische Krijgskundige Vereeniging
schreef een vergadering uit, waarop ook
de Ind. pers en belangstellende Inlanders
genoodigd werden, om de voorstellen te
bespreken. Deze vergadering van 6 Maart
1916 was zeer belangrijk. Niet alleen wer
den hier de stemmen vernomen van be
voegde personen uit het leger, maar ook
enkele Javanen gaven op zeer vrijmoedige
wijze kennis van hunne meening ter zake.
Unaniem waren de eerstgenoemden van
oordeel dat de regeeringsplannen veel te
beperkt waren. Algemeen vroeg men om
een werkelijke krachtige versterking van
het leger. Verschillende sprekers kwamen
met andere, ruimere, voorstellen. Zoo de
majoor Holle die bepleitte een het staande
leger aanvullende, militie te trekken uit
5 K.M. breede strooken langs de spoorbanen.
Als compensatie voor hun dienstplicht zouden
de miliciens dan meer onderwijs ontvangen
en faciliteiten genieten voor den landbouw.
Ook wenschte hij militieplicht op de
buitenbezittingen ten einde deze beter verdedig
baar te maken. Hij meende dat een
legersterkte van 100,000 man In Ie linie en nog
eens zooveel, voor reservetroepen noodig
waren om de verdediging van Indiëte verze
keren. De dienstplicht alleen op de
intellectueelen te laten drukken achtte hij onbillijk en
ook in het belang van het volk ongewenscht.
Hier is dus weer eens een treffend voor
beeld dat de noodzaak bewijst van de
spoedige instelling van arbeldsorganen, in
hoofdzaak uit werkgevers- en arbeiders
vertegenwoordigers samengesteld, wier rege
lingen wettelijk gezag erlangen. Een nood
zaak, waarop ik al herhaaldelijk de aandacht
heb gevestigd en die nu ook onlangs op
voortreffelijke wijze is betoogd in
praeadviezen voor de op 30 Juni a.s. te houden
vergadering der Ned. Juristenvereeniging
door Mrs. E. Fokker en H. Frijda.
Men vergelijke-nu eens de bovenbesproken
leerlingregeling met die, vervat in het wets
ontwerp van 21 Mei 1915 (Gedr. St. 1914/15,
No. 366, Titel II) tot regeling van het vak
onderwijs. De eerste houdt in 15 korte, op
bedrijfspractijk berustende artikelen een een
voudig maar hoogst doeltreffend stelsel in,
dat onmiddellijk in vrij grooten omvang resul
taten afwerpen zal. De tweede bevat in 18
veelal langademige artikelen (die n.b. nog
2 algemeene maatregelen van bestuur en 4
algemeene ministerieele regelingen ter uil
voering vereischen en 5 maal den Minister
betrekken in goedkeuring, ontheffing enz.
van door particulieren getroffen regelingen)
niet anders dan een omslachtige bureau
cratische regeling voor subsidie bij het
eventueel afsluiten van leerlingovereenkom
sten volgens het zoogen. Drentsche stelsel
onder dermate bezwarende voorwaarden,
dat een eenlgszins beteekenende bevordering
van dat stelsel er moeielijk van kan worden
verwacht. Dr. J. v. HETTINOA TROMP
Voor Moed, Beleid en Trouw
Onder hartelijke dankbetuigingen aan de weldadiger)'
die een Iv.irt toonden te lietAien voor een braaf oud
militair, die zijn leven eens veil had voor anderen en
vuor zijn land, en op den ouden dag, ondanks
zijnweldiend ridderkruis, armoede lijdt, vermellen wij de na
volgende giften
Ingekomen bij 11. '/.. '/.egers de lieijl te Hees tot op
L2'.ïMei: van A. M, T. te Assen - cheques ad ?25 ~/50,
\V. F. H. te Hilversum ? -JU.?, J. H. C. S. te Laren
A 5.?, H. K. B. te Alkmaar f ld.-, W. E. B. Jr. te Am
sterdam f H.~, N. N. te Rotterdam f ->'i.?. T. M. L. te
Srheveningen ? 10.-, mr. \V. H, te Den Haag ? 2.."»,
l;. <;. te Kindlioven f 10.?, A. B. v. l', te Nijmegen
/' ?>.-, A. ter H. te Schiedam t 25 , Me.j' M. J. d. H.
te Middelburg f 1.?, een lid van O. V. te Haarlem
f'25.?, 11. v. G. te Amsterdam f 1.?, T. van A. te
Dom burg /' :i.?, A. J. W. te Rotterdam ? l . (..L. V.
te Utrecht /l.?, G. K. te Doorn f'W.?, F. H. R. te
Amsterdam f :, , mr. J. K. v. r. te Kotterdam /' \.?.
mr. K. J. K. A. te Amsterdam / 5.?, A. A. KI. te Arn
hem ? 20.?. dr. B. de la K. te Leeuwarden / 10.?, F.
F. P. te Dordreclit /' 2.5U, van een wed. van een ririder
-V. W. C), en haar zo m B. M. W. u. te Hilversum f'10. ,
IS. B. te Den Haag / 1.?, II. L. S. te Amsterdam f W.-.
D. v. L te \Vormerveer /' .?.
Bij A. van Hoxtel Prins Hendrikkazerne te Nijmegen:
Van de Afd. . Madjoe" te Groningen / 14.45. Welke
afdeeling volgt dit prachtig voorbeeld .' dr, M. te Apel
doorn f 'A.?, K. v. C. te Haarlem /' l".?, Flodur te
Hilversum ,,voor eene week" /' 3.?, U. A. te Tw.ello
/ :>.?, (i. .1. K. te Assen /' ,\?, A. de K. te Bnssum
/' ;->.?, .1. K. te Den Haag / a.5U. De K. te Arnhem
/":).?. Da. N". Militi Antonio Xobili ? 2 5u.
H. /,. y.KUEHS DK BEUL
Het Feuilleton staat op pag. 12
Enkele Javaansche sprekers legden er den
nadruk op dat h. i. tegenover dienstplicht
moest staan de toekenning van politieke
rechten. Ook vroegen allen om meer onder
wijs. Zij vreesden dat dienstplicht alleen
voor de intellectueelen in geval van oorlog
hun volk in een slag zou berooven van die
nog zoo schaarsche krachten, die: de op
voeders van hun landslieden moesten worden.
De meesten vroegen om een grooter
legersterkte dan de voorgestelde. Een enkele
Jav. spreker meende een eenigszins dreigen
den toon te moeten aanslaan bij de formu
leering zijner eischen; hij zette uiteen, dat
de Javanen heel goed begrepen dat de
overheerschers uit zwakte de hulp inriepen der
overheerschten en noemde dit een gevaarlijk
spel.
Nog andere sprekers voerden het woord
en brachten nieuwe gezichtspunten naar
veren. Voor werkelijk belangstellenden is
de lezing van No. 52 van het Orgaan der
Ind. K. V. zeer aan te bevelen.
De gehouden vergadering toonde duidelijk
aan dat de regeeringsvoorstellen door allen
voor geheel onvoldoende werden gehouden.
De groote fout lag in de
regeeringsopdracht besloten, n.l. dat de reorganisatie
geen geld mocht kosten. KR.
H. BERSSENBRUGGE,
POBTRETFOTOQRAAF
ZEESTBAAT 65, naast PaBOffl
DEN HAAG. - Tel. 1688.