Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Aug. '17. No. 2095
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
on
A
B
IA
B
'M
A
B
M
A
8
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABMABM.ABM.ABri.ABM
B
M
A
B
M
A
B
A
are h
A. deÜtïc& 8y
M EERÊ.N-ARTI KE.LEN,
UITRUSTINGEN.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiniiitii
llllllllllllllllMltNIIIIIIHIIIIlIIlllllllllllllllllll
Tentoonstellingsnotities
(DEN HAAG, DOMBURQ)
Pulchri Studio. Om een langen
wensch mocht ik willen, om een
langdurigen wonderen wensch, dat het kunstge
nootschap Pulchri Studio nog eene keer
naar voren mocht komen, als het beste
kunstgenootschap in den Haag. Maar "er zal
daarvoor nog veel, misschien te veel, moe
ten veranderen in de gezindheden der leden.
Het zal een periode moeten zijn, waarinde
middelmatige zwijgt, waar de noodelooze
nabootsers van Jacob Maris zich op de
plaats houden, die, hun naar een juist be
grip toegekend, hun waarde uitduidt. Het
zal het guldene tijdperk zijn, waar de schil
ders van werkelijke verdienste, en met
kritisch inzicht, de leiding geven
zullen aan de onwillige kudde der betweters
en burgerlijke talentjes.
Want het is een lief verhaal, dat van de
Haagsche school, maar de lieve vertellers
daarvan vergeten, dat indertijd de Marissen,
de Mauve's, de Israëls en de Weissenbruch's
'als revolutionnairèn golden, en dat er bij
hun nakomers der lieve verhalers in questie,
niets is van de zuiverheid van den
revolutionnair, en niets van de opdrijvende kracht
van een zuivere nieuwe actie; van een in
allen gevalle stoutmoedig pogen. Zij, de
altijd lieve verhalers van dat oud en
slaperig-makend verhaal, zitten neer en dutten
zeer. Er is maar n oogenblik, dat zij uit
dat luie lange dutten der zelf genoegzaam
heid schieten, en dat is het oogenblik, waarop
zij de nieuwe naadring der nieuwe talenten
voelen. Dan keffen zij, en gaan ze te keer.
Oud- Hollanclsche
SCHILDERIJEN.
73,,Kalverstraat,
Een en ander over Heraldiek
door
C. W. H. VERSTER
I
11 n'y a peut tre pas de science en
apparence plus frivole et sur laquelle
on ait tant et si gravemtnt ccrit, que
celle du Blason."
CHEVALIER DE COURCELLES
Onder de hulpwetenschappen der geschie
denis, die dikwijls al te stiefmoederlijk
werV
Fig. l
den en worden bedeeld, behoort zeer zeker
de Heraldiek of Wapenkunde. Na een
tijd van grooten bloei, vooral gedurende de
middeleeuwen, trad, voornamelijk in en na
de Rococo-pérjode, een tijdperk van diep
verval in.
Men scheen toen niet alleen moedwillig
alle regelen met voeten te treden, maar
bovendien bleek uit de heraldische misge
boorten, dat men volkomen vergeten was,
dat er eenmaal een levende wapenkunde
had bestaan.
De verhoudingen van schild en helm, nog
wel met de onmogelijkste tirlantijnen als
dekkleeden versierd, werden geheel uit het
oog verloren, ja zelfs op den leek maak
ten die dwaze en potsierlijke uitingen een
hoogst onverkwikkelijken indruk. Van werke
lijke wapens" was bijna geen sprake meer.
En van die wetenschap was 't juist dat
Victor Hugo zou getuigen: Pour qui sait
Ie déchiffrer, Ie blason est une algèbre, Ie
blason est une langue. L'histoire entière de
Dan blijken ze een stugge reactie te zijn,
een dood-in-de-pot. Maar gelukkig krijgt
deze dood-in-de-pot zijn loon, komt hier:
boontje om zijn loontje". De tentoonstel
lingen van Pulchri Studio zijn dingen ge
worden, waar zeer weinigen meer heengaan.
Met recht. Het is van geen enkle genoeg
lijkheid een duttende compagnie te zien.
Maar om het probleem volledig zuiver
voor oogen te stellen, niet alle leden van
het genootschap sluimeren een noodelooze
slaap. Sommige zijn waaksch, en door deze
en in deze verwacht ik nieuwe frischheid.
Ik wil hier geen namen noteeren, maar de
zoekers, de beweeglijken, de overtuigden,
de eerlijken zijn mij bekend. En van deze
gaat dat tikje beterschap uit, dat mij toch
doet verwachten. Want zij hebben een over
tuiging en zijn niet alleen benauwd voor
de concurrentie". Zij zelf zijn lenig en
zuiver genoeg om anderer lenigheid en zui
verheid niet te vreezen. Zij zijn degenen,
van wie de uitnoodigingen uitgaan
aan de nieuwe schilders, die kunnen, dutf,
nieuws of een rijke zekerheid vertoonen.
Zij zijn niet eenzijdig, maar op schoone
wijze eklektisch. Maar hun werking is in
Pulchri nog sterk genoeg. Zij moeten scher
per optreden, en geen grijze haren ontzien,
alleen, omdat deze gr ij s zijn. Want
die grijsheid van haren komt van zelf, en
zonder dat hij iets presteert, zitten ze even
goed op den kop van een vijfden rangs
schilder als op eenen van een werkelijken
kunstenaar, wiens werk schoone samenvat
ting is, of weemoedige zekerheid, of stout
heid, op stand en levens-volheid.
Ik hoop dus, dat niet alleen de grijze
haren gaan tellen op Pulchri. Dan komen
wij in 't hofje en dan is alles uit; we
tellen dan de drie passeerende buurtjes per
dag, en verder niets. De voorstanders van
een levend Pulchri Studio moeten hardhandig
optreden, en geestelijk, in felle zekerheid,
de tegenstanders van het goede of van het
nieuwe, kundige, zuiver-gerichte op zij du
wen. Dan alleen is een Renaissance van het
genootschap mogelijk. Dan worden er weer,
naast koffiehuisbezoekers schilders gevon
den, en dan is een tentoonstelling weer een
graag-gezocht voorwerp van studie voor
den beoordeelaar en voor den liefhebber.
Dan is het wér een tocht, die de moeite
waard is ; dan wordt de klop van een nieuwe
kunst, de harteklop er gevoeld, en dan zien
we tusschen driehonderd nutteloosheden
driehonderd schoonheden,
hartstochtelijkheden, hemelstormerijcn en helletochten. Dan
is de schilderkunst, wat ze wezen moet,
diepe vertolking in vlagen van kleur, in
M mimi
la seconde moitiédu moyen-age est crite
dans Ie blason "
Doch niet alleen als wetenschap is de
Heraldiek onze aandacht waard. ook uit
een oogpunt van kunst verdient zij ernstige
bestudeering.
Het kan niet worden ontkend, dat in de
laatste vijftig jaar er van een herleving ook
op dit gebied kan worden gewaagd, - dat
er prachtige geïllustreerde heraldische hand
leidingen en modellen-boeken zijn verschenen,
en dat de studie van wapenkunde, zeg
lkunde, genealogie evenals die van munt- en
penningkunde aan het toenemen is.
Toch wordt er op het terrein der edele
conste van blasoene" hier te lande nog da
nig gezondigd, en het aanleggen van een
zondenregister zou, wanneer wij om ons
heen zien, een lijvig boekdeel kunnen vormen.
Het gebruik van wapens toch, in ei e
vleugen licht; in gebouwde composities of
in meesleurende ontroeringen. Nu is ze dat
niet. Zelfs op een tentoonstelling als nu ge
houden wordt, en waar de verscheidenheid
wat beweeglijkheid geeft in kleur, en waar
ge niet de eindelooze matheid vindt van
vroegeretentoonstellingen.is het nogtreffend,
hoe weinig er werkelijks overblijft, als ge
een keer of vier er geweest zijt; als rul
zand loopt het meeste, zoo niet de eerste
keer dan toch de derde keer door de vin
gers. En dat moet niet. Het kan beter. En
iedere daad, die versterking wil van het
goede en mogelijke, vindt in mij een altijd
gereeden medestander.
Domburg. E venzeer als ik de tentoonstel
ling Pulchri Studio in 't algemeen bespreek
voor ik tot de détails zal overgaan, evenzeer
moet ik dat de Domburgsche tentoonstelling
doen. En dan treft mij, als grootste fout,
dat er in de twee, er vertegenwoordigde
richtingen geen evenwicht is, en dat de
excessen er een te ruime plaats innemen.
Want het is een verwarrend iets voor de
kijkers naar de schilderkunst op Walcheren,
in Domburg te vinden, wat ze er vinden.
Ze zien er sommige der nieuweren met
talent, maar ze zien er anderen, die hen ten
eenenmalen onzeker moeten maken, daar
ze nog toch niet gewend zijn aan het
talentvol-nieuwe en naast dat talent
volnieuwe (Ie Fauconnier) als een bizarre ze
kerheid schilderijen zien verschijnen van
inderdaad zwakke geesten, die in een paar
jaar als rariteiten zullen gelden, maar niets
zullen hebben, dan evenmin als nu,
van dat, wat het kunstwerk maakt. Daar
naast hangen uitingen van schilders, die
tegenstanders van deze rariteiten moeten
z ij n. Maar deze zijn te schraal, en zijn te
schriel vertegenwoordigd, en doen, stupiede
wet van de meerderheid, zelfs en zelf als
als vreemdigheden aan. De Tentoonstelling
te Domburg is te klein om niet scherp te
moeten keuren. En dit is niet gedaan. Te
weinig is op het effect van het geheel
gerekend. Die fout wreekt zich. De tentoon
stelling is niet gaaf
Waarom niet twintig zoo goed mogelijke
werken met zekerheden, dan zooals nu,
goede en slechte, zekere, en bizarre verwar
rende opeengehoopt?
PLASSCH AERT.
MIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIUIIIItllHIIM Illlllin 111 Illllt
NIEUWE UITGAVEN
Artilleristisch Tijdschrift, onder redactie
van J. H. CARSTEKS en J H.
WESTERVEI.D, Kapiteins der artillerie.
Van Holkema en Warendorf, A'dam.
Hef is een merkwaardig teeken des tijds,
dat het mogelijk is gebleken een Nederlandsen
artilleristisch tijdschrift uit te geven. De
oorlogsomstandigheden van de laatste jaren
hebben geleid tot een ongekende belang
stelling voor onze defensie; de driejarige
mobilisatie heeft een zeer belangrijke uit
breiding veroorzaakt van het kader der
artillerie, waaronder dit tijdschrift zijn lezers
wel voornamelijk zal moeten vinden. Telde
in 1913 ons leger 000 artülerieofficieren, in
1917 is dat aantal tot boven de 1000
gestegen.
De redactie en de medewerkers van dit
tijdschrift behooreu tot de beste k;achten
van de generaties, die een 15 .i 20 jaar gele
samenleving, is uitgebreider dan men zoo op
't eerste gezicht wel zou meenen, alleen
valt het te betreuren dat zoo weinigen van
hen, die wapens voortbrengen, met de goede
regelen en vormen bekend zijn. Reeds in
1863 schreef Otto Titan von Hefner in de
voorrede van zijn Heraldisches Original
Musterbuch'1 Helaas heb ik de overtuiging
gekregen, dat juist in de praktische Heral
diek het meest wordt gebeunhaasd, want
ieder schilder, architect of beeldhouwer ge
looft zich competent wapens te vervaardigen,
en te liefhebberen in de edele Heraldika",
ofschoon de theorie hun volkomen vreemd is".
Veel te veel wordt uit het oog verloren,
dat bij de toepassing van de heraldiek in
de praktijk men vertrouwd rnoet zijn met
hare grondregelen.
Men kan een zeer goed wapenkundige"
zijnizonder van de heraldieke kunst" veel
ai te weteri; daarentegen moet een artiest,
die de heraldiek als kunst becerent, wel
degelijk hare grondbeginselen eimen.
/onder die kennis zal hij meermalen
flaters begaan, die vermoedelijk een leek
niet dadelijk zal bespeuren, maar die toch
den der zake kundige, doornen in 't oog zijn.
Zeer gewenscht is ook de bestudeering der
vormen uit de bloeiperiode, uit den tijd
toen helm en schild werkelijk nog werden
gedragen, zoowel in den strijd als bij de
steekspelen.
In de artikelen, die in dit weekblad zullen
verschijnen, wil ik trachten bij leeken wat
belangstelling voor dit vak te wekken, en
uit den rijken voorraad hier en daar een
greep doen, terwijl ik, speciaal voor dit
blad, eenige schetsjes voer rtproductie ver
vaardigde, om enkele zaken duidelijk te maken.
Onder de wapenkunstige figuren, die we!
het meest voorkomen, neemt de leeuw een
der eerste plaaisen in. In de verschillende
tijdperken werden zijn vormen telkers ge
wijzigd, en... tusschen den
oudgothischen leeuw en zijn collega uit het
Renaissance-tijcperk is dan onk een hemels
breed verschil, l.toch nebben zij dit gemeen,
dat zij beide .,<;e.stilisecra" zijn, d.*./, dat
STOCKHOLM
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
den de Militaire Akademie hebben verlaten.
Het zijn voorloopig nog de jongeren. Maar
dat is een gebrek, dat met den tijd geneest
en men kan met grond verwachten, dat deze
heeren in de volgende jaren steeds meer
op artilleristisch gebied toonaangevend zul
len worden. Er kan dus van dit tijdschrift
een krachtige invloed ten goede op onze
artillerieofficieren uitgaan. In het bijzonder
kan het van beteekenis worden voor de
verlofiofh'cieren, die in vredestijd jaarlijks
slechts voor enkele weken onder de wapenen
komen en door het lezen van dit tijdschrift
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiig, iiniiiiiitiiii
zij weinig meer gelijken op den leeuw in
zijn natuurstaat, al zijn hunne vormen op
dit dier geïnspireerd.
Er is thans niet veel kans meer, dat DE CONFERENTIE
TE STOCKHOLM zal slagen. Er zullen nu alleen de
socialisten uit de centrale en neutrale landen komen.
Misschien dat de Russen ook nog komen, maar dit
wordt nu ook twijfelachtig.
't Amerikaansche arbeidersverbond heeft besloten om
niet aan de conferentie deel te nemen, omdat deelneming
nadeelig geacht wordt voor de zaak van den bestendi
gen vrede en van de democratie. Dagbladbericht.
iiiiiiniii IIIIHIIIIIIII iiiiniiiiimiiiimiiiiimiiiimiiiiiitiiniii
gedurende hun verlóftijd hun artilleristische
kennis kunnen onderhouden.
De waarde van zulk een tijdschrift kan
men uit een eerste aflevering nog niet op
maken. Men zal om een voorloopig oordeel
uit te spreken althans den eersten jaargang,
moeten afwachten. Voorshands wil ik
alleen de redactie gelukwenschen met de
verwezenlijking van dit reeds lang gekoesterd
plan en een aansporing richten tot ieder,
dien het aangaat, om dit nuttig streven te
steunen.
F L A V i U S
lllllltllllllllllllllllnlIIIIIIHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illlllllllllllllll
het schild van den ridder, en op diens helm
(als helmteeken), maar ook op de schabrakken
der paarden, de mantels der edelvrouwen,
de vensters in de
woningen overal
werden de emble
men uithetfeudale
tijdperk aan ge
bracht.
Bovendien ver
hoogden de glans
der metalen en de
schitterende
kieuren, deze voort
brengselen van kunst. En het moet
waarlijk een schoonen aanblik geweest zijn,
zulk een ridderstoet in zonneglans te zien
voorbijtrekken. Een enkele maal krijgen wij
er heden ten dage een zwakke afschaduwing
van in openluchtspel en maskerade, al
blijkt ons ras niet stoer genoeg meer om
de oorspronkelijke harnachementen te torsen,
en al glinstert er hier en daar een monocle
of lorgnet, die den bijzienden naneef ver
raadt !
Enkele schoone voorbeelden van schilden
en helmen zijn tot ons gekomen en hebben
den tand des tijds weerstaan. Zij zijn echter
hoogst zeldzaam, zoodat meestentijds uit
de vormen op oude monumenten, grafzerken,
zegels e. d. moet worden geput.
Fig. 1. Helm en helmteeken van Edward
the Black Prince".
Fig. 2. Wapenschild van Edward the
Black Prince".
Fig. 3. HelmteekenuitdeBardini-collectie
(Florentijnsche kunst, 15e eeuw).
Fig. 4. Helm en helmteeken, (van
Arragon, 13e eeuw).
Fig. 5. Leeuw uit een glasvenster
(Elykathedraal.
Fig. 6, 7, 8 en 'J. Qothische leeuwen
(koperwerk).
Fig. 5
Er zijn onder die gestiliseerde vormen van
dieren, als leeuwen, adelaars, griffioenen,
eenhoorns etc. zeer fraaie modellen te vinden
voor ontwerpen op kunstnijverheidgebied.
Fig. r,
Zoo zijn evenzeer de heraldische lelie en
roos superbe motieven voor tapijten en ge
weven stoften, mits de bekende fraaie mo
dellen worden nagevolgd, want een sier
kunstenaar van den tegenwoordigen tijd zou
Fig. 7
niet gemakkelijk de schoone vormen kunnen
verbeteren, die ons uit een grijs verleden
zi n geworden, zoowel op monumenten als
op grafzerken, op zegels als op miniaturen.
Eertijds prijkten die figuren niet alleen op
Fig. 8
Fig. 9