Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Nov. '17. - No. 2106
J. A. HOETING
HOF JUWELIER
KONINGSPLEIN 11-13
DIAMANT - PAARLEN
P AARLENCOLLIERS
Illllllllllllllllllllllllltllllllllllll
iiiiiiimiiiiriuimiii
HET SCHIETGAT
Coup de Théatre"
Als een donderslag bij helderen hemel,
zoo onverwacht, heeft de stem geklonken
eener nieuwe en krachtige partij.
De Neutrale Party" slingert haar eigen
geboortebericht der verbaasde wereld in 't
aangezicht.
Naar Russisch voorbeeld, heeft zich een
Voorloopig Comité" gevormd, met het doel:
Het daarheen te leiden, dat bij de a.s.
verkiezingen voor de Tweede Kamer, (Even
redige vertegenwoordiging) in dat lichaam
mede-zitting gallen nemen, persenen die met
terzijdestelling van politieke beginselen, met
het algemeen Staatsbelang, zullen behartigen
de belangen der daartoe eveneens behoorende
Kunst" en het Amusementsbedryf..."
Onder (h an vaan zullen zich kunnen
scharen allen die direct of indirect belang
hebbtn bij de inderdaad belangrijke mede
factoren van het Algemeen Staatsbelang:
De Kunst" en Het Amusementsbedrijf".
De lijst van hen, die in het .Voorloopig
Comité" zitting namen, wordt geopend door
Atbert Bol, humorist, Rotterdam, waarop
onmiddellijk volgt Louis Bouwmeester Sr.,
acteur, Amsterdam. Dan groepeeren zich,
tot een bont geheel, Theater-directeuren,
bestuursleden van artiesten-vereenigingen,
machinefabrikanten, stal-garage- en Bierhuis
houders, Café-Chantant en bioscope exploi
tanten, een luitenant ter zee Ille klasse, een
gemeenteraadslid-tevens-revue- koning, de
vertegenwoordiger eener bellingerente natie
en kunstenaren-vriend, een bestuurslid eener
carnaval-bal-vereeniging, en een notaris die
gemeenlijk deze bals bezoekt... kortom een
aantal der meest actieve, en meer passieve
goden in den hemel des vermaaks.
Nauwelijks had dit Voorloopig Comitéde
geboortcv der partij geconstateerd, of een
gansche stoet van adhaesie-betuigers, ge
opend door Willem Royaards, Amsterdam,
en besloten door C. Scheepsbouwer,
Autoen Stalhouder, Rijswijk, meldde zich aan.
Ook in deze groep is het de rose slinger
der vreugde, die, in luchtigen strik, de
weinig homogene elementen tesamen houdt;
uit koffiehuizen, concertzalen, dokterswonin
gen, vleeschhouwerijen, hotels,
HarddraverijClubs, muziekinstrumenten-fabrieken en cir
cussen klinkt een machtig koor, ter onder
steuning der geboortekreten.
Men kan gerust aannemen, dat zij allen,
die in ons vaderland streven tot bevrediging
der zintuigen: smaak, gezicht, gehoor en
gevoel, schouder aan schouder staan; onte
genzeggelijk had men bezwaarlijk een gun
stiger moment dan het huidige kunnen uit
kiezen om de verbinding der begrippen
Kunst" en Amusement", te manifesteeren.
Het doet denken aan den Russischen raad
van admiraals en matrozen. En de mees
terlijke beperking, die de partij zich in haar
streven oplegt, kan tot voorbeeld strekken
aan de vele anderen, wier nuanceering bij
wijlen nauw bespeurbaar is.
Van alle zijden zal men gaan inzien, dat,
met terzijdestelling van politieke beginselen,
machtige klassenbelangen gediend zullen
worden, en, dat volksvertegenwoordigers
feitelijk geen anderen plicht hebben dan,
ieder voor hunne belangrijke mede-factor
van het Algemeen Staatsbelang", elkander
de grootste economische voordeelen te be
twisten.
De debatten zullen daardoor een verras
send persoonlijk-karakter dragen, en de strijd
op het groote slagveld der beginselen zal
verkeeren in een guerlllaoorlog, waarin
onderwijs, vermaak en geneeskunde elkander
met alle gepaste middelen zullen bevechten.
Alsdan zal blijken, welke klassen het
Nederlandsche volk den meesten economische
voordeelen waardig zal achten.
Onze buitenlandsche politiek zal zich
daarnaar richten. De doorvoer van zand en
grint zal wellicht toegestaan worden, ter
bevordering van den bouw van
betonbioscope paleizen in België; de uitvoer van
aardappelen en vet getolereerd om Duitsche
humoristen te bewaren in hun oorspronkelijke
lichaamsom vang, en Zeppelins worden niet
beschoten, zoo blijken mocht, dat zich daarin
gemobiliseerde koffiehuishouders of caf
chantant-sterren bevinden.
* * *
Door een merkwaardigtoeval heeft schrij ver
dezes inzage gekregen van een deel der, in
de eerste vergadering van het Vootloopig
Comité", te boek gestelde notulen.
Het schijnt, dat het openingswoord ge
voerd werd door den humorist Louis Contran.
Zij luidde:
>Mijne heeren (gelach}. Het is mij een groote eer, u
allen welkom te mugen heaten (luid en unbedaarlijl<
gelach).
? Er valt hier niets te lachen ! (het g d<tch verdubbelt).
Het is ernst! Er moet nu maar eens een eind komen
aan ?> druk, waaronder wij, humoristen leven. Wij
hebben geen vroolijk oogenblik meer (geroe,)> van alle
zijden: < en de caféhouders, de stalhouders, de strijkjes
ONAFHANKELIJKHEID DOOR
ONTBERING
Het was koud van ochtend, erg koud;
ik weet niet of het in Amsterdam ook zoo
was. Maar hier was het erg koud. Thuis
had ik gerild, op kantoor rilde ik nog harder.
Zet u het raam eens open, mijnheer,"
zeide de typiste, die den post mee open
maakte, ik had het buiten lang zoo koud
niet als hier; misschien helpt het."
Het raam eing open en de thermometer
daalde van 14°op 13°, toen op 12
Juffrouw, doet u het raam maar weer
dicht, als u nog een uur wacht, en de
thermometer blijft met deze snelheid zakken,
bent u zoo verkleumd dat u het raam niet
meer dicht kunt krijgen, en zegt u dat
Jansen eens hier komt.
TJZT IHIET
IIHIIIIIIIIIIIM llllllllllllinillIIIIIIIIIIIIII1IMIIIIIIII1MIIIIII1IM||lllllllllllllllllllllllllllll||11||||nillUII!lllllllllllt|[ IHIIIIH
dan'?') Het publiek wil wel betalen, om pleizier
hebben (gesis en gefluit).
Maar ook de Staat zal betalen (bravo ijfroep}- De
Staat moet het vermaak steunen (lulde toejuichingen).
Vermaak is regeeringszaak! (gt'roep vtm: neen
minister van amusement,")
Mijne haeren, leve de Neutrale partij ! Leve het
amusementsbedrijf! (daverend applaus).
De tweede spreker, de heer Meinard
Merens, consul-generaal van Serviëen
commissaris der Maatschappij Apollo, be
tuigde zijne instemming met 't geen de
vorige spreker gezegd had. Ook hij meende,
dat het amusements-bedrijf een belangrijke
mede-factor van het Algemeen Staatsbe
lang was.
Spr. \\ees op het internationaal karakter der huidige
cabaret en caf
-chantantvoorstellingen.Gedurendesprekers' diplomatieke reizen in het buitenland was het
hem herhaaldelijk opgevallen, dat, na belangrijke poli
tieke besprekingen, een goed souper, of een vroolijke
voorstelling, mild gewerkt had op de diplomatieke ver
houding der staten onderling. Spr. verwacht dan ook
veel heil van het pogen, en stelt voor, namens het
Voorloopig Comitéder Neutrale partij, telegrammen
van hulde te zenden aan zijne persoonlijke vrienden
Michaëlis. Hindenburg, J ffre, Haig, Talaat-Pasha en
koning Nikita (bravo geroep; eenige buitenlandsche
acrobaten make,n vreugde salto-mortale's).
Vervolgens vroeg de heer M. Oostmeyer,
automobielhandel en taxiondernemin g,'s-
Gravenhage, of het mogelijk was, dat zijne
automobielen in de file, bij het uitgaan der
theaters vooraan konden staan, (gefluit en
geroep van: dat is niet aan de orde).
Spr. wordt door den voorzitter tot de
orde geroepen, evenals het bestuurslid der
carnaval-dans-vereeniging, die vraagt, ef de
Ridderzaal op het Binnenhof niet eenmaal
per jaar als feestlokaal beschikbaar gesteld
kan worden.
Eindeiqk stelt de heer Henri ter Hall, lid
van den gemeenteraad Rijswijk IZ. H.) een
motie voor, waarin de vergadering enz enz.
constateerende dat de heer Henri ter
Hall, meer bekend als Piet in verschil
lende schitterende revue's met meer
dan 200 medewerkenden, lid is van den
gemeenteraad Rijswijk, (Z. H.)
voorts constateerende, dat in de meeste
belangrijke regeeringslichamen, ge
meenteraden enz. eveneens zeer verma
kelijke en bekende grapjassen zitting
hebben.
het betreurt, dat voornoemde humo
risten zich als zoodanig schijnbaarslechts
als dillettanten doen hooren, en, onder
den mom van dillettantisme, doch in
wezen als humoristen en verkapte
couplet-artisten optreden,
reden, waarom de vergadering het
Voorloopig Comitéder Neutrale Partij"
opdraagt een lijst aan te leggen van
zoodanige kamer-gemeenteraadsleden
enz., ten einde hen uit te noodigen tot
eene beginselverklaring, waarin zij zich
psychisch verwant verklaren aan het
Amusementsbedrijf"
en over gaat tot de orde van[den dag.
De vergadering besluit daartoe met
algemeene stemmen.
Telegrammen van hulde worden verzonden
aan de heeren Duys, Kleerekoper, Duymaer
van Twist, D. P. D. Fabius, Jos Loopuit,
en voorts aan:
Michaëlis, Van Hindenburg, Talaat-Pasha,
Kerensky, Joffre, Haig en koning Nikita.
Het postkantoor zond echter de laatste
drie als onbestelbaar terug.
De Engelsche regeerirtg stelde er hare
kabels niet voor beschikbaar.
MELIS STOKE
IIIII11IIIIIIJIIM iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiii
Terwijl ik op Jansen zat te wachten, dacht
ik er over na, waarom de typiste het buiten
niet koud vond. In mijn verbeelding zag ik
hiar, flink de pas er in omdat zij te laat was,
en met een dikke jas aan, langs de straat
loopen.
Ja, dan is het niet koud. Eigenlijk was het
ook heelemaal niet koud. Het lag alleen
aan mij. Vroeger, als jongen, thuis, kwam
de thermometer 's winters nooit boven 55'
en dat is toch ook niet meer dan 13°vol
gens onze tegenwoordige Celsius-rekening.
Warm hadden wij het dan eigenlijk ook
niet, maar moeder troostte er ons mee dat,
in den tijd, toen zij jong was, de kachel
pas om twaa'f uur werd aangemaakt.
's Ochtends heb je toch veel te doen en
dan voel je de kou niet," zeide grootmoeder.
Nu, ik had ook veel te doen, want er lag
een stapel post,maar ik voelde de koude wel.
Daar klopte Jansen. (Jansen is het factotum
van het kantoor, die de huishoudelijke zaken
regelt).
Jansen, hoeveel kolea hebben we?"
Niet genoeg om vandaag de verwarming
aan te maken, mijnheer, er zal voor een
maand kolen zijn en voor twee maanden
hout. Mijnheer heeft mij ook order gegeven
om niet vóór November te stoken, dat was
NEDERLANDSCHE OPERA: De Walküre.
Men moge over Wagner's kunst denken
hoe men wil, er moge veel Qermaansche
breedsprakigheid, veel meer of minder diep
zinnige philosophische beschouwing in te
vinden zijn, niemand zal er wel ooit onder
een publiek van aandachtige belangstellenden
zijn, of hij zal toch ergens iets voor zijn
gemoed vinden, dat hem onder den mach
tigen ban brengt van het genie, dat zeer
zeker het recht had met Multatuliaansch
gebaar uit te roepen: ik wil gehoord wor
den."
Nu wij bij de beschouwing dezer kunst
door het gevaarlijke tijdperk der mode"
heen zijn en wij het klassicisme ervan door
voelen, is onze waardeering zeer zeker ob
jectiever geworden. En thans gevoelen we,
dat deze drama's onder ne bizondere
voorwaarde nog ongestoord hunne mach
tige werking kunnen uitoefenen. Die bizon
dere voorwaarde is gelegen in de onver
deelde liefde en intelligentie der vertolkers.
Zulks heeft de voorstelling der Nederl. Opera
aan 't licht gebracht. Eerlijk gezegd heeft
het eerste bedrijf ons slechts ten deele ge
boeid. Eerst de beide volgende bedrijven
brachten de voorstelling op een peil dat
waarlijk verrassend mocht heeten. Nu ver
moeden we dat de oorzaak te zoeken is in
het feit, dat van de handelende personen,
in het eerste bedrijf alleen Hunting (Coen
Muller) karakter wist uit te beelden.
Chr. de Vos gaf van Siegmund eene te
vlakke kleurlooze uitbeelding, had voor den
afgematten Walsung al te zeer heldentenor
allure», waardoor ook Helene Horneman als
Sieglinde in de scènes met den uitverkoren
tweelingbroeder blijkbaar niet tot de
noodige expansie kon komen.
mijnheer als jongen ook niet anders gewend
geweest, en dat moest in dezen winter ook,
zei mijnheer."
Jansen lachte flauwtjes. Hij dacht blijkbaar
dat de jeugd voor mij verdwenen was en
de koude mij dat dubbel zou doen gevoelen.
In zijn verbeelding zag hij al een nieuwe,
grootere, bezending hout komen, die ons
kantoor en ook zijn huisje behagelijk zou
maken.
In mijn verbeelding kwam de oude tijd
boven. Niet de tijd toen ik een jongen was,
maar de tijd die ik uit de verhalen van mijn
ouders en grootouders kende.
In dien tijd, toen in n kamer de kachel
om twaalf uur werd aangemaakt en de
temperatuur op 55°bracht, toen vader
's avonds de chambercloak en de dikke
pantoffels aantrok, niet voor het gemak, maar
tegen de koude, toen borstrokken, dikwollen
borstrokken met lange mouwen, gedragen
werden en jachtvesten, dikke wollen kousen
en geborduurde pantoffels, die behoorlijk
gevoerd waren, in dien tijd zou het
kolenrantsoen, dat ons nu zoo armzalig lijkt, niet
zoo karig geweest zijn.
, En och, is het met het eten niet hetzelfde|?
Voor mij kwam het huishouden van mijn
grootouders op, zooals ik dat uit de
beZoo klonk het lentelied en de volgende
slotscène misschien uiterlijk niet kwaad,
maar er was van eene innerlijk doorvoelde,
heftig bewogen emotie, stijgende tot eenen
alle kluisters verbrekenden sToom, niets te
bemerken.
Dank zij het belangrijk hooger niveau der
prestaties van Liesbeth Meisner en Richard
Helvoitr?Peil als Brünnhilde en Wotan, die
ook Siegliade meer wisten mee te sleepen,
kon het tweede bedrijf momenten van ont
roerende schoonheid brengen.
Genoemde solisten hebben door hunne
even intelligente als temperamentvolle
voordracht de uitvoering zoo voortreffelijk
doen slagen. Het orkest onder de beproefde
leiding van Van Raalte heeft,-behalve enkele
min gelukkige momenten der houtblazers
en een hier en daar wat ruwe toongeving
der trombones, een geacheveerd werk laten
hooren. Niet onvermeld blijve, dat de zoo
moeilijke Walküre ensembles zeer goed
gezongen zijn, en dat ook Joh. Zegers de
Beyl, wier geluid in het medium nog te
weinig aanspreekt, eene zeer bevredigende
Fricka heeft gegeven. Ook de regie bleek,
ofschoon in het decoratieve gedeelte niet
veel nieuws werd gebracht, door Henri
Engelen zorgvuldig geleid; gelukkig had
men de door het luchtruim vliegende bord
papieren Walkiiren opgeborgen.
Zoo was deze avond wederom een schit
terend pleidooi voor het goed recht van
deze kunstinstelling.
Waar we in dezen donkeren tijd op alle
gebied symptomen zien van een krachtig
stijgend nationaal bewustzijn, waar, naast
de stemmen uit de pers, ook thans meer en
meer stemmen uit het publiek opgaan, die
meerdere belangstelling gaan eischen voor
het werk en de capaciteiten onzer
landgenooten, hopen we, dat ook onze Nederland
sche Opera de vruchten zal plukken van
deze nieuwe krachtige beweging. Door hare
ernstigen, onvermoeiden arbeid heeft zij
ongetwijfeld een zedelijk recht ook haar
deel in de algemeene belangstelling te
eischen. In ruime mate is deze reeds haar
deel door de hulde en waardeering der vele
bezoekers der voorstellingen. Maar zullen
deze factoren, gesteund door de aan de
kas geofferde penningen" in staat zijn zon
der meer, de jonge onderneming levensvat
baarheid te schenken?
Wij Hollanders hebben op kunstgebied
eene al te conservatieve getronwheid aan
kunstinstellingen en voormannen op dit ge
bied, die bezig zijn hun roem te overleven
of deze dikwijls reeds overleefd hebben.
Hoe dikwijls hebben de planken" van onze
deftige Stadsschouwburg, naast het Concert
gebouw den eenigen in aanmerking komen
den kunsttempel voor den niet minder
deftigen Amsterdamschen koopman het bewijs
reeds moeten leveren van deze bewering?
schrijving van mijn moeder kende; de
boterhammen geteld, de kinderen staande
aan tafel, begeerig maar te vergeefs rond
ziende of niet een van de broertjes of zusjes
wat van het toegemeten rantsoen zou over
laten; 's middags zooveel van het eten
rondgedeeld als voldoende werd geacht,
lang niet wat de kinderen wel gewenscht
zouden hebben.
Dat was in een huishouden van welge
stelde menschen.
Men vond het voor de kinderen niet goed
dat zij veel aten; aan den hond werd ook
een afgepaste portie gegeven. Meer zou
hem bedorven hebben, maar waarschijnlijk
was de zuinigheid toch meer oorzaak dan
gevolg van het systeem. Mijn grootmoeder
kon toch bedenkelijk het hoofd schudden,
wanneer zij bij ons ook 's winters iederen
dag versch vleesch op tafel zag. In haar
tijd werd in den herfst een koe geslacht en
gezouten. Van dat gezouten vleesch werd
niet zooveel gegeten als van het versche
bij ons; het kwam veel voordeeliger uit.
Ik was van mijne overpeinzing niet warm
geworden, en de post lag nog onafgedaan.
maar ik had toch weer moed voor den
winter gekregen. Wat zij, vroeger, gekund
hadden, dat zouden wij toch ook nog wel
Van harte hopen we intusschen, dat onze
autoriteiten zoowel als onze kunstbescher
mers spoedig door daden onze bewering
zullen ontzenuwen!
v. LEEUWEN.
VRAOENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
bet motto .Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
J. te A. Op een gouden dukaat vindt men
op de ne zijde als randschrift Par. Cres.
Hol. Concordia Res, en aan de andere zijde,
in een rechthoek, Aio, Ord, Provin, Poeder,
Belg. ad, Leg. Imp. Van welke woordtnzijn
dit verkortingen en wat is hun beteekems?
Het omschrift der voorzijde luidt: Con
cordia Res Par(vae) Cres(cunt) Holl(andia),
(Door eendracht groeien kleine zaken. Hol
land), dit laatste woord ten teeken dat de
dukaat voor de provincie Holland gesla
gen is. Het inschrift op de keerzijde luidt:
Mo(neta) Ord(inum) Provinc(iarum)
Foeder(aluin) Belgii ad Leg(em) Imp(erii), of:
Munt der Vereenigde Nederlandsche Pro
vinciën (geslagen) volgens de wet van het rijk.
iiimiimii IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII i
kunnen. De rantsoenen, die wij nu kregen,
leken mij de overdaad van luilekkerland
tegenover de porties die twee geslachten
geleden als systeem aan de kinderen werden
gegeven.
Het werk begon te vlotten. Een voetenzak
van grootvader werd van thu's van den zolder
gehaald; om borstrokken weid getelephoneerd,
en na een uurtje zat ik wel uitgerust tegen
een nog aanmerkelijk grootere temperatuur
daling en met het heerlijke glo«ierlge ge
voel dat warme kleeren geven, te overleggen
dat de ontberingen, die onze grootouders
hun leven lang vrijwillig verduurd hadden,
en waarvan ons in den komenden winter
een klein proefje wacht, werkelijk niet
onverdragelijk wares,
Verwend zijn wij, vreeselijk verwend, en
met een beetje aanpassen en een vroolijk
gezicht, vindt het volgend voorjaar ons even
gezond en sterk terug als wij te voren waren.
Wat wij, die niet met de zorg voor het ver
schaffen van brand en voedsel belast zijn, te
doen hebben om den winter door te komen,
is: niet denken aan wat ons ontbreekt, maar
aan wat wij hebben; inzien, dat het veel
erger had kunnen zijn, en, met een vroolijk
gezicht, make the best of it.
NARTJE