Historisch Archief 1877-1940
M*. 2107
Zaterdag 10 November
A°1917
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSQM
Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regd ]
OPEN BRIEF
AAN PRESIDENT WILSON
Van den
Open brief van den Heer Van
Aalst aan President W i l s o n
in het Engelsch, Fransen,
Duitsch en Hollandsen, zijn de
Duitsche exemplaren geheel uitverkocht.
Prijs per brief 10 cent, bij 100 exem
plaren ? 7.50.
Tevens verschenen de vier brieven
tesamen als brochure, prijs der brochure
40 cent, bij 100 exemplaren f 30.?.
Zendt dezen brief aan Uwe relatiën
im den vreemde.
De Uitgevers:
Van Holkema & Warendorf, Amst.
INHOUD: Bladz. 1: Het Kleine
Vlammetje, door v. H. Toenemende Woning
nood, door M. P. de Clercq. Aan de
Inzenders op de Levensmiddelenprijs
vraag. 2: Het Verloren-Overwinnende
Duitschland, teekening van Jordaan.
Het Vluchtelingenkamp te Nunspeet, door
Is. Santcroos. Beschouwingen,door F. v.
Eeden. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff. 3: Spreekzaal: De Algemeene
Staatspartij, door P. H. Burgers.
Feuilleton: Een Paradoxaal Mensch,
door Dostojewsky. 5: Voor Vrouwen,
door Elis. M. Rogge. Uit de Natuur,
door Jac. P. Thijsse. 7: De Zaak
Begeer voor de Amsterdamsche Recht
bank, teekeningen van Martin
Monnickendam, met tekst van Hijman Croiset.
Het Stadsschoen,door A. W. Weismann.
9: Tentoonstellingen, door Plasschaert.
Boekbesprekingen, door ds. K. Vos en
Herman Middendorp. Muziek in de
Hoofdstad, door mr. H. M. van
Leeuwen. Zomeravond (vers) van W.
Haanstra. De mooie Spreker, tee
kening van George van Raemsdonck.
Dramatische Kroniek, door Top Naeff.
10: Uit het Kladschrift van Jantje.
Op den Economischen Uitkijk, door jhr.
mr. H. Smissaert. Het Proces over
het conversierecht der 4JpCt. obligatiën
de Schelde, door J. D. Santilhano.
De Carbid Lamp, door Melis Stoke, met
teekeningen van Is. van Mens. 12:
Een Vleugje Haagsche Wind: De Plaats,
door Ari. Leekenspiegel. 13: Zorgen
in het Gezin Treub?Posthuma, teeke
ning van Joh. Braakensiek. De Zeven
Hoofd vreugden, teekening van . A. de
Haas. Schaakrubriek, red. dr. A. G.
Olland. Damrubiek, red. K. C. de Jonge.
Bijvoegsel: De nieuwe Rijkskanselier
en het Parlement, teekening van Joh.
Braakensiek.
HET KLEINE VLAMMETJE
Wanneer de Duitsche heerbenderi
Petrograd zullen binnenstappen, zooals zij
het Brussel, Belgrado", Warschau en
Boekarest gedaan hebben...
Wanneer zij met dreunenden tred het
eeuwige Rome genaderd zijn...
Wanneer de anarchie van het Russi
sche Rijk hun machteloos de handen in
het Oosten geheel zal vrijlaten...
En wanneer het Italiaansche riet door
'den noordelijken stormwind zal zijn ge
bogen en gebroken...
Wanneer Hindenburg's legerscharen
met al hun geweld kunnen worden
samengeworpen op het benarde weste
lijke front...
En wanneer de geallieerde troepen
machten dezen druk, die nog nergens
voor is blijven staan, ten slotte evenmin
weerstand bieden kunnen...
Wanneer het veldgrauwe
Nibelungenvolk zijn kampvuren zal doen branden
langs de boorden van de Oostzee en
van de Golf van Biskaye, van de
Middellandsche Zee en van die van het
Noorden...
Wanneer in aller heeren landen hun
keizerlijke bevelhebbers zich doen hul
digen, en hun schildwachten op post
-staan, evenals eens Caesar's cohorten,
en Spanje's hoplieden, en Napoleon's
grenadieren hebben gedaan...
Dan zal er zoolang ook een veldgrauwe
wade worden gelegd over de vrijheid
van Europa en de vrijheid der volkeren.
Dan zullen de natiën worden samenge
voegd als ingedeelde gewesten, en op
genomen worden in n vreemde groot
heid. Wij allen zullen op tafel staan
onder n Duitsche saus, evenals Europa
reeds eenmaal met andere
wereldbeheerscherssausen geserveerd geworden is.
De latere geschiedboeken zullen
eenen overheerschingstijd te meer ver
melden, dien wij tien, of, laat ons niet
karig zijn, vijfentwintig jaren geven.
Is het overdreven zorg, die ons zoo
in deze dagen bekruipt? De hemel
geve het.
Wie zal het zeggen!
De mogelijkheid van dit beeld heeft
ons immer voor oogen gestaan.
Wordt het nu niet denkbaarder dan ooit?
Het wordt nu denkbaander dan ooit,
dat er ondanks alle theorie ea ondanks
allen moed, machten kunnen groeien,
tegen wier geestkracht en geweld niets
bestand is.
Voor een tijd!
Want evenals als wij demogelijkheid
onderstellen van eene heerschappij over
de geheele linie, even onmogelijk
achten wij 't, dat zulke machten op hun
voetstuk kunnen blijven.
Daarvoor is nu weer het geloof aan
de oude krachten van Europa en aan de
nationale verschillen, het geloof ookaan
de vergankelijkheid van het overmatige,
te groot.
Nog weten de Duitschers waarschijnlijk
zelve niet, waarheen hen de wereldhistorie
stuwt. Dwaas is hij, die altijd om nauw
keurig uitgesproken oorlogsdoeleinden"
vraagt. Oorlogsdoeleinden worden niet
vooraf bedacht en vastgesteld. Zij vallen
in den schoot. Daar zijn zij des te ge
vaarlijker om.
En zoo drijft op het oogenblik het
Duitsch-Oostenrijksche oorlogsdoel weer
leelijk naar de macht over het grootste
deel van Europa.
Allerlei afdoende berichten, welke ons
op het oogenblik omtrent den voedings
toestand daar te lande bereiken, zijn
gruwelijk. Er wordt geweldig te kort
geleden.
Doch wat maakt het? Dit volk ver
keert nu eenmaal in den trance-toestand
van de militaire macht en de blokkade
kan niet te niet doen, wat het
weergalooze succes der wapenen en de taaie
nationale eerzucht behalen.
# *
*
Wanneer dit alles eens voor een tijd
werkelijkheid moest worden, en wij
weten nu langzamerhand wel dat de
werkelijkheid nog altijd veel verbazender
kan zijn dan de stoutste berekeningen,
dat slaat vroeger of later ook het uur
voor ons.
Het lust ons niet, deze gedachten nader
onder woorden te brengen. Wien spelen
ze dezer dagen niet door het hoofd?
Dan kan de tijd komen, die voor Ne
derland ook al niet geheel een onbekende
tijd is, waarin 't vreemde troef wordt en de
meeste ruggen voor het? onvermijdelijke
buigen. Waarin de menschen zich even
genoegelijk schikken in dependentie, als zij
't nu doen in mobilisatie of distributie.
En waarin maar weinigen de taak voort
zetten om het kleine vlammetje te on
derhouden, dat eenmaal hier zoo goed
als elders, de eentonige wade weer in
lichte laai verteren zal.
Van Nederland kan men zeggen, dat
het zooveel onafhankelijkheidszin heeft,
dat het daardoor alleen zich te gemak
kelijker tot afhankelijkheid laat vervoeren.
Het let te veel op zijn belang, om zijn
belang zoo goed mogelijk te behartigen.
Hiervoor is altijd een zekere mate van
idealisme óók noodig.
De phase, waarin wij verkeeren, is er
integendeel een van bijzonder materiecle
zakelijkheid. Daarom zijn wij juist ook zoo
zeer bezig, aan deze materieele zakelijk
heid gebonden te worden.
Door middel van de economische voor
ziening van levensbehoeften, wordt meer
en meer met ons gespeeld, als door de
katten met de muis.
Telkens sterker en sterker gaan wij
ons vastleggen, door de contracten naar
links en de contracten naar rechts.
Naar rechts vooral. Het kolencontract
blijft een eindelooze bron leveren voor
moeilijkheden en bezwaren, om ons
steeds dribbelender aan het touwtje
te houden. Voor ijzer- en
staalleveringen worden exorbitante eischen van
crediet gesteld. Onzen scheepsbouw en
onzen rederijen durft men reeds eischen
voorhouden, die, werden ze ingewilligd, na
den vrede onze vaart en onze havens
meer in dienst der oostelijke buren dan
van ons zelve stellen zouden. Met sommige
binnenlands geproduceerde levensmidde
len, als de boter, zijn wij royaler tegen
over den vreemde, dan tegenover ons zelf.
Ons volk wordt gestijfd in een geest
van stoffelijke eischen. ja, het is alsof
het door die stoffelijke eischen geheel
wordt beheerscht. En vol zorg knikt men
elkander toe bij de vraag, wat dit volk
zou doen, wanneer eenmaal de nood
der tijden in die stoffelijke eischen nog
meer hapering bracht. Of wanneer de
regeering eens duidelijker naar de
buitelandsche kanten 't standpunt innam:
liever onafhankelijk in gebrek en zorg,
dan met wat mondjesmaat meer, door u
geringeloord".
Dat ons volk evengoed bereid kan
zijn, te dulden en te ontberen, wan
neer het maar eenmaal begrijptdat'slands
belang dit aangewezen maakt, wordt
amper bevroed. Voora' van hoogerhand
is het idealisme en de moed voor het
heden, reeds lang op.
Zóó sterk spreekt de stoffelijke geest,
dat wanneer een man als Colijn, in de
Stemmen des tijds" in een overigens
uitnemend artikel te rade gaat, wat wij
kunnen doen om onze positie hoog te
houden tegenover de mogendheid, die
op den meest idealistischen grondslag
den oorlog is ingegaan, tegenover Ame
rika, zijne oplossing deze is: dat wij
kunnen dreigen, anders ook Belgiëgeen
eten te verschaffen.
Handels- en voedingskwestie's wik
kelen ons gaandeweg geheel in.
Zoo wordt geleidelijk het straatje
geplaveid, dat ons naar omlaag voert.
Wie weet, des te gemakkelijker waar
heen, als zich de gebeurlijkheden moch
ten voordoen zooals wij in den aanvang
onder de oogen zagen!
Het is alles behalve een vroolijke tijd.
Maar toch een tijd om den draad vast
omklemd te houden.
De lichtzijde is, dat ondanks alles het
kleine vlammetje toch steeds branden
blijft.
v. H.
tllllKIllllllllIIIMIUllllllllllMllilllMlIliltlllllllllllHIIIIIIIIIII
TOENEMENDE WONINGNOOD
door M. P. DE CLERCQ
Woning- Coöperator
De duizende in-huur-wonenden kunnen
het toenemen van den woningnood niet meer
als een feit ontkennen, hoe gaarne de meesten
hunner dit ook willen teneinde minder afhan
kelijk te wezen van hunne verhuurders.
Huurbordjes ziet men haast niet meer en
het aanbod van premiebetaling voor het
verschaffen van geschikte woningen, kan
men bijna iederen dag in annonces lezen.
Eveneens gelegenheid tot huurovername,
doch met verplichten aankoop van meubelen,
iets waarvan vroeger nooit sprake was.
Integendeel, de uittredende huurder deed
erg veel moeite tot het overdoen van gor
dijnen, kleeden, enz. aan den nieuwen huurder
en meestal moest die vertrekkende met een
erg klein sommetje tevreden zijn. Hoe dit
thans met verplichte overname worden zal,
laat zich gemakkelijk begrijpen.
De wettelijk opgerichte liuurcommissiën
voorzien slechts t< n de$le in de bescherming
van in-huur-wonenden Ten eerste is hare
macht beperkt tot vastgestelde maxima en
ten tweede heeft die commissie geen macht
huur-opzegging tegen te gaan. Dit is dan
ook werkelijk onmogelijk, want werd den
nu reeds zoo aan handen en voeten gebonden
eigenaren van goedkoope woningen, boven
dien nog huur-opzegging verboden, dan
(volgens het dikwijls gehoorde gezegde van
mijne schoolgaande vriendjes) konden zij
zich verduveld wel laten kisten!
Bovendien is mijn vermoeden niet onge
grond, dat bij helaas nog steeds te verwachten
toenemenden woningnood, de bedoeling der
huurcommhsiewet slechts weinig tot haar
recht zal komen. De huurders zelf zullen
meer en meer tot ontduiking gaan mede
werken uit vrees voor opzegging. En zoodra
zoowel verhuurders als huurders roet in
het eten gaan gooien, zullen de
huurcommissiün hun werk aan den kapstok gaan
hangen, want waarom zullen zij zich druk
maken met tegengaan van ontduikingen als
zelfs de lijdende partij er noodgedwongen
geen bezwaar in ziet?
Op deze gronden acht ik het voor alle
in-huur-wonenden van zeer groot belang
thans eens den weg te leeren kennen waar
langs in deze materie beterschap is te
brengen.
Want het geuite beweren: alles slaat
aldoor op, dus laat voor mijn part de huur
ook maar opslaan", dient een verstandig
menseh toch onverstandig te noemen. Al
geraakt men meer en meer in de misère,
de moed moet er toch inbiijven om flink
te trachten er zooveel mogelijk uit te komen.
Al is natuurlijk de toenemende woning
nood niet te beletten, zoo kan ieder huurder
voor zichze'.f nog wel zorgen er na een
gegeven tijdstip niet verder de dupe van te
worden. De hoop op vrede blijft gelukkig
bestaan, doch het uitzicht daarop ligt nog
geheel in het duister. Opslag van huur kan
echter een huurder in eigen handen krijgen,
door de strijdige belangen van verhuurder
en huurder te vereenigen.
De eenige manier daartoe, het wonen in
een eigen huis, staat echter slechts binnen
het bpreik van enkelen. Ten minste door
persoonlijken aankoop, zij het ook met ne
men van hypotheek, want dan moet men
minstens '/, der koopsom uit eigen midde
len kunnen fourneeren.
Er bestaat evenwel nog een andere wijze
ter bereiking van evengemeld doel, dat
wonder boven wonder aan tal van
in-huurwonenden zelfs nog niet eens bij name be
kend is.
Inderdaad: wonder boven wonder, omdat
het reeds sedert meer dan dertig jaren hier
te Haarlem burgerrecht verkreeg en nu oor
zaak is van absolute vrijwaring van
honderde gezinnen tegen huur-opslag en op
zegging.
Dit is coöperatief-wonen. Waarom dit
groote sociale en economische belang in
hoofdzaak ter toepassing en de Spaarnestad
beperkt bleef, is bepaald een wonder te
noemen. Het nut en voordeel daarvan is
volstrekt nooit onder stoelen of banken ge
schoven en toch is het coöperatief-wonen
elders uiterst zeldzaam nagevolgd en dan
nog niet eens steeds in de zuivere lijn.
Gedane zaken nemen evenwel geen keer
en het heeft geen nut, moeite te wijden aan
opsporen der oorzaken dezer onbegrijpe
lijkheid. Vrij wat beter en doelmatiger is
het er op te wijzen, dat thans
in-huur-wpnenden nog wel degelijk de mogelijkheid
openstaat tot het oprichten van coöperatieve
woon-vereenigingen.
Echter niet meer op dezelfde wijze als
hier een 1500 tal perceelen zijn verrezen.
-Uit geschiedde steeds door nieuwbouw en
duuite, ja zelf gebrek van enkele bouwma
terialen, heeft nieuwbouw van woonhuizen
momenteel vrijwel stop gezet. Jammer ge
noeg, want het laten bouwen van panden
naar eigene keuze, heeft zeer groote aan
trekkelijkheid.
De oprichting eener dusdanige vereeniging
kan echter ook zeer goed geschieden door
aankoop van daartoe geschikte hulzen. Het
rijdstip daarvoor mag zelfs nu gunstig ge
noemd worden, aangezien en in de nieuws
bladen buitengewoon veel huizen zoowel
publiek als uitde hand te koop geboden worden.
Iedereen kan begrijpen hoe deze oprich
ting niet van zulk een leien dak je gaat, als
b.v. die eener coöp. verbruiksvereeniging,
enz. Het betreft hier eene langdurige samen
werking van zeer groot belang en dat de
behoorlijke opzet vooral met groote zorg en
voorzichtigheid moet plaats vinden, behoeft
zeker geen betoog.
Zoolang er nog huizen te koop zijn, kan
een in-huur-wonende daarvan profiteeren.
Wacht echter niet te lartg, het vet kan wel
eens heel spoedig uit den ketel zijn!
Wetende hoe aangeboren benauwd wij
Nederlanders zijn, om ons aan koud water
te branden, beperk ik mijne raadgeving tot
het doen van grondig onderzoek. Dit kan
toch nooit iemand schaden. Ter juiste be
oordeeling in hoeverre er in de plaats zijner
inwoning uitzicht zal bestaan ter oprichting
eener coöperatieve woonvereeniging, is het
ongetwijfeld het doelmatigst met die op
richting zoodra mogelijk te begint en.
In hoofdzaak wordt daartoe vereischt het
nuttig besteden van een klein deel des
vrijen tijds. Voorts een geringe contributie
(hier 10 cent per week voor de kleinste
woningen en/1.?a ?2.50 per maand voor
grooteren) geheel onder eigen beheer blij
vende voor kleine onkosten van vergaderen,
porti, enz. Bijgevolg het beginnen behoeft
niemand af te schrikken an die de nood
zakelijkheid daartoe nog niet wil zien in
den toenemenden woningnood rondom zich,
heeft de gevolgen dezer hardnekkigheid
later aan zichzelf fe wijten! Het is
moeielijker dan het schijnt, uit zulk een veelom
vattend onderwerp eenige bizonderheden
naar voren te brengen, waardoor de lezer
er zich ten minste eenig idee van kan vormen,
zonder noch te veel plaatsruimte te vorderen,
noch op eens aan de aandacht te groote
eischen te stellen. Toch wil ik zulks gaarne
trachten, hoewel ik verplicht ben de duide
lijkheid niet aan de beknoptheid op te offeren.
De bedoeling van coöperatief-wonen is
door goed geordende samenwerking goed
gehuisvest te zijn en geleidelijk eigenaar
te worden van het zelf bewoonde huis,
zonder bezit van kapitaal of geld enzonder
meer te betalen dan in gelijksoortige
huurhuizen.
Dit is de bedoeling hier sedert ruim 30
jaren voor oogen gehouden en reeds ten
deele bereikt. Zonder daaraan destijds ge
dacht te hebben, is er thans door de oorlogs
toestanden aan toe te voegen:
en door het brengen van verhuurders,
zegge de vereeniging in dezelfde handen
als de huurders, zegge de leden, absolute
vrijwaring te verschaffen tegen huur-opslag
en opzegging.
De hoofdzaak, geleidelijke eigendom, kon
wel coöperatief verkregen worden, maar niet
individueel. Dit is zeer eenvoudig een ge
volg van een geldleening onder hypothecair
verband, tot de volle waarde der onroerende
goederen, die niet aan particulieren,
eigenbouwers of gewone bouwvereenigingen ver
schaft wordt, doch wel aan coöperatieve
bouw- of woonvereenigingen.
Hierop kon niet genoeg de aandacht der
in-huur-wonenden gevestigd worden, aan
gezien dit inderdaad de spil is waar alles
om draait. Als men maar eenmaal de toe
zegging, zwart op wit, in handen heeft tot
het verschaffen van het geheele, kapitaal,
naar mate het benoodigd zal zijn, onder
hypothecair verband ad 100 procent, komt
al het andere best in orde. Al lijkt het ook
eerst wel wat ingewikkeld, dat hindert niet.
De meeste zaken schijnen immers veel
moeielijker dan zij inderdaad zijn, wat ieder
een in den regel erkent, naarmate men er
zich meer en meer ingewerkt heeft. De
opzet, goede behandeling, accurateuitvoering
enz., uit alles komt gaandeweg best in orde
indien er slechts zekerheid bestaat behoorlijk
op tijd met de noodige dubbeltjes voor den
dag te kunnen komen.
Geheel buiten eigen toedoen, staan
deinhuur-wonenden er nu goed voor, ter ver
krijging van de toezegging tot volle hypot
heek, indien zij coöp. woonvereenigingen
oprichten, geheel naar het Haarlemsche
voorbeeld. En zulks omdat er op bizonder
gunstige resultaten in financieel opzicht
gewezen mag worden. Die antecedenten
met ettelijke tonnen gouds, gedurende het
eerbiedwaardige tijdvak van meer dan dertig
jaren, maken werkelijk alle andere aanbe
veling onnoodig.
Op zulke goede gronden zal het den te
verwachten oprichters van coöp. woonver.
elders waarlijk niet moeilijk vallen van geld
gevers de benoodigde toezegging op des
betreffende serieuse plannen te erlangen.
In theorie is het duidelijk aan te toonen
hoe die hooge hyphotheek wel co
peratiefdoch niet individueel te erlangen is. Gelukkig
ontslaan de absoluut gunstige resultaten mij
van de moeite dezer uiteenzetting op schrift,
aangezien de practische ervaring boven de
theorie gaat.
Ook al tengevolge der coöperatie, kan
ieder zich eiken werkdag kosteloos dezer
gunstige gevolgen overtuigen. De Nederl.
wet op de coöp. vereenlgingen vordert jaar
lijks inlevering der rekening en verant
woording (balans) van elke dusdanige ver
eeniging ter griffie van het betrekkelijke
AAN DE INZENDERS DER
ANTWOORDEN OP DE PRIJSVRAAG
NAAR DE VOORZIENING IN
HET GEBREK
AAN VOEDINGSMIDDELEN
De jury acht het noodig een .opmerking
te maken aangaande den vorm der ingezon
den antwoorden. Slechts bij uitzondering
is een eenigszins uitgewerkt plan ingediend.
Sommige inzenders hebben zich eenvoudig
bepaald tot het aangeven van een denkbeeld»
zonder meer.
Met zulke onvolledige antwoorden kan de
commissie niets beginnen. Men kan niet van
haar vergen, dat zij van elk voorstel of plan
de uitvoerbaarheid gaat onderzoeken. Daar
toe zou reeds de tijd ontbreken, en deze
dringt, zooals men weet.
Daarom ziet de jury zich genoopt te ver
klaren dat men niet volstaan kan met het
opperen van een denkbeeld, maar dat ook
gelet moet worden op de uitvoerbaarheid
en de inzenders ook hebben aan te geven
de hoeveelheden der grondstoffen, hun her
komst en dergelijke onmisbare gegevens
voor de beoordeeling van de waarde van het
antwoord.
Indien het eenigen inzenders aan de
midmiddelen ontbreekt, om hun plannen naar
behooren uit te werken, dan zit er niet
anders op, dan dat zij de jury machtigen
deze openbaar te maken, met of zonder den
naam van den inzender. Op die wijze zouden
anderen, die beter in de gelegenheid zijn
om de noodige proeven te doen of een on
derzoek naar de grondstoffen in te stellen,
met de uitvinding kennis kunnen maken,
en, natuurlijk met toestemming van den
inzender, de zaak ter hand kunnen nemen
De jury acht het in het belang der goede
zaak wenschelijk, dat de inzenders spoedig
hun verlangen kenbaar maken.
Voor het geval, dat er nog personen moch
ten zijn, die een of ander middel aan de
hand wenschen te doen, zij er aan herinnerd,
dat de prijsvraag levensmiddelen geldt en
niet genotmiddelen. De tijden zijn er niet
naar, dat men zich het hoofd breke over
surrogaten van genotmiddelen. De Regeering,
van wier medewerking de uitvoering der
plannen afhangt, zal voer de bereiding van
zulke minderwaardige zaken haar hulp we
niet willen verleenen.
Ten slotte nog dit: mocht iemand aan
het uitwerken van een plan bezig zijn en
geen kans zien daarmede binnen den ge
stelden termijn gereed te komen, dan is de
jury natuurlijk bereid, aan de prijsvraag
commissie voor te stellen, verlenging van
termijn toe te staan.
IIIIMMMIIMIIMIMII
kantongerecht. Vandaar dat te Haarlem ter
genoemde griffie in de Janstraat ook die
documenten der coöp. bouwvereenigingen
aanwezig zijn. Genoemde wet schrijft voorts
bostelooze inzage voor.
Gemakkelijker, eenvoudiger en onpartij
diger kunnen geen informatiën verschaft
worden. Want men kan daardoor nog verder
gaan tot het onderzoek in hoeverre er coöpe
ratief volstrekt geen gevaar verbonden is
aan het toestaan van zulke abnormaal hooge
hypotheken. Ik stel het mij gaarne tot taak
in dit hoogst belangrijk deel van coöpera
tief wonen wat dieper in te gaan, omdat
navolgers van het Haarlemsche voorbeeld
al heel spoedig zullen beme.ken, hoezeer
dit van uiterst gewicht tot slagen met hunne
plannen is. Bij geldgevers op hypotheek zit
het principe van hoogstens 75 procent der
taxatie er zoo vast in, dat zij somtijds al
huiverig zijn boven 60 procent te gaan. De
overtuiging ingang te doen vinden, hoe
100 procent aan coöp. woonvereenigingen
een primo geldbelegging is, mag vooral niet
verwacht worden zonder daartoe tevens de
meest koninklijke weg aan te geven tot
eigen onderzoek.
Gaarne wijs ik er daarom op, hoe die
balansen van griffie ook gelegenheid bieden
de namen te noteeren der verschillende geld
gevers, met hunne bedragen, enz.
Desgewenscnt, kan daardoor bij die geldgevers
zelf naar de juistheid van mijn beweren
geïnformeerd worden, hoe door het ver
schaffen van 100 procent hypotheek aan
coöp. bouwvereenigingen alhier, nog nooit
schade door geldgevers werd geleden.
Als aanbeveling voor iedereen dezer geld
belegging kan nog dienen, dat er het grootste
sociale belang de woningverbetering" door
wordt bevorderd.
Voor heden wil ik besluiten met aan te
toonen, hoe coöperatief het geleidelijk bezit
van het zelf bewoonde huis te bereiken is.
De winst aan het bedrijf van huizen ver
huren verbonden, komt der bedoelde ver
eeniging ten goede. Die winst wordt echter
niet telken jare aan de leden uitgekeerd,
zooals dit met de meeste andere coöp.
vereenigingen het geval is, doch dient steeds
ter aflossing van hypotheek, na het eerste
jaar verhoogd met de bespaarde rente der
j vorige schulddelgingen. Zoodoende kunnen
' die huizen ten slotte vrij op naam
overgej schreven worden.