Historisch Archief 1877-1940
10 Nov. '17. - No. 2.107
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HYPOTHECAIRE VORDER»
worden overgenomen en beleend door
H. VAN DAM tzi. & ZONEN
AMSTERDAM iKlovoniersburgwah 70
ROTTERDAM: Boompjes43
ARNHEM: Nieuwe Plein 6
UTRECHT: ' Wittevrouwenstraal 30
DE AMSTERDAMMER
Weekbla-d voor Nederland
kost slechts f1.9O per kwartaal
PHILIPPS Kunstspe!
Piano of
Vleugel
l
Verschaft U het pianospel als
werkelijke kunst. 1O j. garantie.
NIEUWSTE VINDINGEN
Vraagt catalogus G.
Kt F.
VAN
DEN HJUG
BREDA
MAASTRICHT
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot berordering van de vestiging: van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 3 Tel. »3 Schiedam
Verleent haar bemiddeling bfl den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapitaal.
In alka GOEDE zaak vindt U onderstaande arttkden;
SARDELLENBOTER
Vervangt boter en toespijs. Zeer «makelijk.
Hygiénisch bereid.
FIJNE NOORSCHE GEKRUIDE ANCHOVIS
f». 1.?, ff. 1.60, fl. 2.5O, fl. 3.50 enz.
Vlschoonservenfabrlek HOLLANDIA". Bergen op Zoom Tel. 278.
Hoofdvertegenwoordiging voor Nederland:
LUTOMIRSKI" Tel. 6708. Amstel 64. AMSTERDAM.
H. G. THIEME,
Bureaux: HOOGE WESTEINDE 20
geopend van 8.15 tot 6 uur
500 gulden PREMI U voor
wetenschappelijke uiteenzetting van
bevrijding van slachtoffers van ver
standelijke moordenaars
betaalt schrfjver Public letter to
C.S.' (openbare leeszaal) aan C.
Scientists.
- HKERKNST&A.AT 11, GROMNQEH
TELEFOON 1083
RY.D.MEIDE
's-GrrareLweg. Tel. 1150
ARTISTIEKE
MEUBILEERIN6
SPECIALE OHTW1BPEM
Verschenen:
Dagboek van een
Amsterdammer
DOOR
BARBAROSSA
PRIJS f 0.95.
VAN HOLKEMA & WARENDORF,
Amsterdam.
MCTZ&CO
eenice veRTeceNwooRDiceRS VAM LIBCRTY&CS
KUNNCN DOOR
UITBRCIDIMG
IM KORTCn TIJD VeRVAARDIOett
MCUBCLMAKCRS
LeiDSCHCSTRAAT AMSTCRDAM
UJET ADRES
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR,Utrecht
Racahout E.P.
per flacon
f 1.50 en f 0.80
wordt meer en
meer gevraagd.
iiiMvutuiiiiiiiiMuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirmiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiii
iiiiiiMiiiiiiiiiniiMiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De Algemeene Staatspartij
De Algemeene Staatspartij een groep
Nederlanders bij elkaar gekomen onder een
verkeerden naam, maar niettemin zér
eenIIIIIIMIIIIIII i MUI minimum umi iiiiim
?!|i|l
EEN PARADOXAAL MENSCH
DOOR
F. M. DOSTOJEWSKY
Vertaling van C. Noorduijn
Daar wij nu toch over den oorlog spieken,
wil ik u enkele meeningen van n mijner
vrienden, die een paradoxaal mensch is,
mededeelen. Hij is zeer weinig bekend, zijn
karakter is vreemd, hij is een droomer.
Later zal ik meerdere bizonderheden over
hem vertellen. Thans wil ik mij slechts een
gesprek, dat ik enkele jaren geleden met hem
had, herinneren: hij verdedigde den oorlog,
in 't algemeen, misschien alleen uit voorliefde
voor de paradox. U moet weten dat hij de
vreedzaamste mensch van de wereld was,
ganschelijk onverschillig voor internationale
geschillen of zelfs voor Peterburgsche.
Dat is maar in 't wilde weg iets gezegd,
zeide hij onder anderen, ie beweren dat de
oorlog eea geesel voor de menschheid is.
Integendeel, hij kan haar juist heel nuttig
zijn. Er ii slechts n waarlijk betreurens
waardige oorlog: de burgeroorlog. Die ont
wricht den Staat, duurt altijd te lang en
verdierlfjkt het volk voor eeuwen. Maar de
internationale oorlog is in alle opzichten
uitnemend. Hij is onontbeerlijk.
Wat zie je voor onontbeerlijks In het feit
dat twee volkeren »ich op elkander werpen
om elkander te dooden?
Alles, absoluut alles? In de eerste
plaats is het niet waar dat de strijdenden
zich op elkander werpen om elkander te
dooden, tenminste het is niet hun eerste
oogmerk. In de eerste plaats brengen wij
het offer van hun eigen leven, daar moet
men voor alles op letten, en niets is zoo
schoon dan zijn leven te geven om zijne
drachtig in hunne beginselen. Een groep
kiezers die zich sterk uitbreidt. Sinds Juni
van dit jaar steeg het aantal leden tot ruim
het negenvoudige van vóór dezen tijd. Tal
van bekende mannen met maatschappelijken
invloed en beteekenis hebben zich aange
sloten en zich dus geschaard in een bepaalde
organisatie, waar zij vroeger daar afkeerig
van waren.
Het verschijnsel is te merkwaardig om
het stilzwijgend voorbij te gaan. Het protest
tegen de regeering in haar grondwetspolitiek
en het laten zitten wat zit", dit protest
uitsluitend gehoord van de A. T. A. G." en
broeders en zijn vaderland of alleen maar
de belangen van dit vaderland te verdedigen.
De menschheid kan niet zonder edelmoedige
ideeën leven en daarom houdt zij van den
oorlog.
Je gelooft dus dat de menschheid van
den oorlog houdt?
Zeker. Wie is wanhopig, wie jammert
tijdens eenen oorlog? Niemand, ledereen
wordt moediger, voelt zich krachtiger; men
schudt de gewone lusteloosheid van zich
af; men kent geene verveling meer; ver
veling is goed in vredestijd. Wanneer de
oorlog voorbij is, houdt men er van hem
zich te herinneren. Gelooft niet aan den
ernst van hen die, wanneer de oorlog ver
klaard is, elkander aanklampen en zuchten:
Welk een ramp!" Zij spreken zoo door
hunne vrees voor de menschen. In werke
lijkheid is er in alle harten vreugde, maar
men duift het niet bekennen. Men is bang
om voor eenen reactionair aangezien te
worden. Niemand durft den oorlog te prijzen,
te verheerlijken.
Maar je spreekt van edelmoedige ideeën
van de menschheid. Zie je geen edelmoedige
ideën bulten den oorlog? Het schijnt mij
dat men er meer in vredestijd kan vinden.
Absoluut niet. De edelmoedigheid verdwijnt
uit de harten tijdens de periode van eenen
langdurigen vrede. Men vindt dan niets anders dan
cynisme, onverschilligheid en verveling. Men
zou kunnen zeggen dat een langdurige vrede
de menschen wild maakt. Het is altijd het
slechtste in den mensch dat in deze tijd
perken overheerscht; neem bij voorbeeld
de rijkdom, het kapitaal. Na eenen oorlog
heeft men achting voor de onbaatzuchtig
heid, voor de liefde voor de menschheid;
doch als de vrede lang duurt verdwijnen
deze schoone gevoelens. De rijkaards, de
opkoopers worden de baas. Er is slechts
nog de schijnheiligheid van de eer, van de
toewijding, van den opofferingsgeest, deug
den, welke de cynici gedwongen zijn te
eerbiedigen, ten minste in schijn. Een lang
durige vrede veroorzaakt slapheid, opper
vlakkigheid, knoeierij. Zij stompt alle deze
schoone gevoelens af. De genoegens worden
de Staatspartij" heeft luider geklonken dan
men vermoed had. Die fout der politieke
partijen heeft nu den groei der Staatspartij
uitnemende diensten bewezen, en voor een
volgende verkiezing beter georganiseerd, zal
deze groep van kiezers toonen een groote
macht te bezitten, vooral nu door de op
richting van den Economischen Bond aan
het beginsel meer kracht verleend wordt.
In de eerste plaats is het een negatief
beginsel, dat aldus toevalligerwijze deze
partij" zoo snel deed groeien. Het is de
afkeer van de politieke verwording in ons
maatschappelijk leven.
Menschen die tijd en lust hebben om
eenige jaren achtereen de partijbeginselen te
verkondigen onder de kiezers en die wegen
kennen om den aandacht van de partijbestu
ren op zich te vestigen, worden geichikt
verklaard als vertegenwoordigers van de
grootste volksbelangen! Zulke volksverte
genwoordigers worden dus geschoold door
en in de partijen, het zijn de dienaars van
bepaalde besturen, die op grond van politieke
studie, een bepaalde richting aangeven.
Vele kiezers zijn intusschen overtuigd, dat
men aan de vertegenwoordigers juist andere
eischen moet stellen!
Vandaar ook de kritiek op de regeering,
zooals die heden gehoord wordt, en vandaar
ook de grondige afkeer van het systeem
Cort van der Linden, waarin de partij-politiek
verheven is tot regeeringsbeginsel.
De Staatspartij, deze bond van onafhan
kelijke burgers, veroordeelt al die vertegen
woordigers en leiders die bewezen practisch
onbruikbaar te zijn, onverschillig hun poli
tieke kleur of godsdienstig geloof, daar
tegenover steunt zij diegenen die wel blijk
gaven practisch en krachtig het algemeen
volksbelang te kunnen dienen, zonder met
hun partij-leiding te rade te gaan.
Zij is er van overtuigd, dat elk goed idee
in de Staathuishouding tot werkelijkheid
kan worden en dat de vorm en inkleeding
der wetten bijzaak kan zijn naast hun
werkelijken inhoud. Zij ziet met afschuw hoe
groffer in tijdperken van vrede. Men denkt
aan niets anders dan aan de bevrediging der
zinnen. De weelde brengt de wellust, de
wreedheid voort. En ge kunt niet ontkennen
dat na een te duurzame vrede de lompe
rijkdom alles verdrukt.
Maar kan de wetenschap en de kunst
zich tijdens eenen oorlog ontwikkelen? En
ik geloof toch, dat dit de uitingen van
edelmoedige gedachten zijn.
Nu heb ik je. Kunst en wetenschappen
zijn vooral bloeiend in de eerste tijden die
op eenen oorlog volgen. De oorlog verjongt,
verfrlscht alles, geeft nieuw leven aan de
gedachten. De kunst raakt altijd in een zeer
diep verval na eenen langdurigen vrede.
Wanneer er geen oorlog bestond zou het
met de kunst gedaan zijn. De schoonste
kunstwerken zijn altijd geïnspireerd op den
strijd. Leest l'Horace van Corneille; zie den
Apollo van Belvédère.diehet monster verslaat.
En de madonna's dan? En het Chris
tendom?
Het Christendom Iaat den oorlog toe.
Het voorspelt dat het zwaard nimmer uit
deze wereld verdwijnen zal. Oh! Ongetwij
feld ontkent het den oorlog op een zeer
verheven standpunt, wanneer het de broe
derliefde eischt. Ik zou de eerste zijn om
mij te verheugen indien men van het staal
der zwaarden voor eeuwig ploegen smeedde.
Doch het is de vraag wanneer dit ooit
plaats hebben zal. De tegenwoordige toe
stand der wereld Is erger dan welke oorlog
ook; de rijkdom, de behoefte om te genieten
scheppen de luiheid, die de slavernij ver
oorzaakt. Om de slaven in hunnen nederigen
toestand te houden, moet men hun alle
onderricht weigeren, want het onderricht
zou de behoefte naar vr|heid ontwikkelen..
Ik zou er nog bij kunnen voegen dat de
oorlog de lafheid en de karakterloosheid
ten goede komt. Van nature is de mensch
laf en oneerlijk. En wat zal er van de
wetenschap terecht komen als de geleerden
jaloersch zijn op hen die hen omringen. De
jaloezie is een lage, onedete harstocht, doch
zfl kan zelfs het hart van den geleerde
aantasten. En vergelijk met de glorie van
het werk aan dien vorm heden hoofdzaak
is en hoe tegenstrijdige ideeën geruild, ver
kwanseld", worden terwille van een vorm
of een partij-eisch. Zij ziet de regeering
ondergeschikt aan partij-handel en
partijwenschen inplaats van dienstbaar aan het
volk, en aan de practische eischen der volks
welvaart. Zij kan desbetreffende verwijzen
naar den luttelen goeden invloed van machtige
partijen zooals b.v. die dersociaal-democraten
in Duitschland, Frankrijk en Nederland en
zoo veel anderen.
Zij erkent het recht van lederen Neder
lander om op economisch, politiek en reli
gieus gebitd zijn eigen overuiging te hebben,
maar eischt van den volksvertegenwoordiger
andere eigenschappen dan de kunst om over
die overtuiging goed te praten of daarvoor
zieltjes" te winnen.
Deze organisatie van kiezers draagt de
overtuiging in aich, dat zakelijke en knappe
mannen etrder in staat zullen ilja Nederland
te balpen ia de uiterst moeilijke
omstandighcdea die ons »og te wachten staan, dan
degenen, die op grond van partij-keuze, min
of nier vast in de leer der partij, uit poli
tieke overwegingen op de candtdatenlfjet
gezet worden. Zij verwacht dat Katholieken
en Protestanten en Vrijdenkers enz. enz.,
dat anti-revolutionairen zoo goed als revo
lutionaire*, liberalen en socialisten op de
candidatenlijst gezet kunnen worden, mits
zij bewijzen zullen, dat zfl in de maatschappij
knap werk leveren en mits zij verklaren
willen, boven al, te willen werken in het
belang van het geheele volk en naar hun
eigen inzicht, zónder ruggespraak met aparte
groepjes van z. g. leiders. Zij koestert aldus
de verwachting dat een Parlement en een
regeering «amen te stellen zijn die weten,
op welke wijze snel en doelmatig een vorm
te vinden als een idee van practisch nut
xich voordoet, en die de noodzaak gevoelen,
debureaucratische geest onder de uitvoerders
der regeeringsbesluiten op krachtige w Ij zie
te bestrijden.
Het spreekt van zelf, dat politieke leiders
imiiiHiiiiiimimiiinmniiluiimiiiitiimmitiiimimiltmmiiiniuMuii
den rijkdom eens wat eene wetenschappelijke
ontdekking kan brengen, bijvoorbeeld de ont
dekking van de planeet Neptunus? Zullen
er in eenen dergelijken toestand vele ware
geleerden, v/erkelijke belangelooze werkers
blijven? Zij zullen aangetast worden door
den wil naar roem, de charlatannerie treedt
in de plaats der wetenschap, en voor alles
de nuttigheidsleer, want elk hunner zal dor
sten naar rijkdommen. Met de kunst zal
hethetzelfdezijn: men zal niets anders zoeken
dan het effect. Men zal geraken tot eene
uiterste verfijning, dat niets anders is dan
eene overdrijving van de grofheid. Daarom
is de oorlog heilzaam voor de menschheid,
zij gevoelt dat hij een geneesmiddel is. De
oorlog ontwikkelt den geest van broederschap
en vereenigt de volkeren.
Hoe bedoel je dat, dat hij de volkeren
vereenigt?
Hij dwingt hen elkander wederkeerig
te achten. De broederschap wordt op het
slagveld geboren. De oorlog draagt minder
tot het verval bij dan de vrede. Zie hoe
ver de trouweloosheid der diplomaten gaat
in vreedzame tijden. Oneerlijke en geniepige
twisten zooals wij in Europa in 1863 beleefd
hebben, doen meer kwaad dan een openlijke
strijd. Hebben wij de Franschen en
Engelschen gehaat tijdens den Krimoorlog ? Niet
in het minste. Wij zijn juist daardoor met
hen vertrouwd geraakt. Wij zijn
voor-ingenomen geweest door hunne meening over
onze dapperheid; wij hebben de gevangenen,
die wij van hen maakten, vertroetelt; onze
soldaten en officieren hebben hunne soldaten
en officieren op de voorposten ontmoet; zij
hebben samen gedronken en broederschap
gesloten. Men is verrukt geweest deze
dingen in de kranten te lezen, hetgeen Rus
land niet verhinderd heeft moedig te vechten.
De ridderlijke geest neemt een hooge vlucht.
En laat niemand ons spreken over de
materieele verliezen, die door eenen oorlog
geleden worden. Iedereen weet, dat na eenen
oorlog alle krachten wedergeboren worden.
De economische kracht van «en volk wordt
tien malen zoo groot, het is of eene onweers
bui eene uitgedroogde aarde heeft vruchtbaar
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
HaiiDl. Venu. STifil t d.
Chemische Fabriek ,,'s-Hage"
'S-ORAVENHAOE.
van heden, den spot draven met deze voor
hen zoo naïeve en zwakke partij", of we),
dat zij hun woordkunst gebruiken om de
woorden dezer partij" in een valsch licht
te stellen. Dat hen dit lukken zal bij vele
kiezers, die gaarne in een kudde gaan
achter de forsch blatende" vvorgangers, is
eveneens wel zeker, omdat die jonge partij
zich vooral licht naar de ideeën en begrippen
en niet naar de politieke vormen die voor
vele kiezers nog zoo aanlokkelijk lijn.
Maar 1918 zal bewijzen, dat ook vele kiezers
tot het inzicht gekomen zijn, dat het voor
hen van mér belang is goede
vertegenwoordiiers aan te wijzen, dan goede partijen.
Het kiessysteem van heden maakt het
noodzakelijk voor deze actie, een blijvende
organisatie te hebben, vandaar dat velen,
die zich nimmer in een politieke partij wilden
scharen, nu lid worden der Staatspartij.
Zij, die spotten met dit middel, met deze
partij, bespotten het systeem, dat zij zelf
schiepen, en ook dat zien vele kiezers in.
De macht der ptlitleke leiders en partij
besturen, blijkt wel het beste uit de fraaie
?iddelen, waarmede men tegen de leden
der Staatspartij persoonlijk strijdt en uit het
feit, dat daarom nog zoo velen zich niet
openlijk als lid dier partij" meldden. Daaruit
is ook te verklaren de oog vaak gebrekkige
actie, die de Staatspartij voert, ofschoon
zij bij de laatste verkiezing reeds zooveel
stemmen verwierf. De staatspartij heeft m. i.
in de eerste plaats behoefte aan de steun
van tal van intelleclueelen die wél durven
zich te uiten in het algeraeene belang.
De buitengewoon snelle ontwikkeling van
de Staatspartij in het laatste half jaar (zij
werd opgericht in 1913), draagt de belofte
in zich van goed succes in 1918 en tevens is
zij het beste bewijs voor haar bestaansrecht.
Opzettelijk heb ik mij onthouden van het
weergeven der beginselverklaring in extenso.
Ik stipte dat aan, wat m. i. de hoofdzaak is
en de onmiddellijke reden van het bestaan
en den groei der Algemeene Staatspartij.
P. H. BURGERS
UIIHIIIIIIIIIIIIIIIII
gemaakt. Het publiek slooft zich uit om de
slachtoffers van eenen oorlog ter hulpe te
komen, terwijl in vredestijd geheele provin
ciën van honger kunnen sterven voordat wij
eene hand uitsteken om te helpen.
Maar lijdt dan niet vooral het volk
gedurende eenen oorlog. Draagt dat niet al
de ellende, terwfll het voor de hoogere
standen niet veel uitmaakt?
Dat is slechts tijdelijk. Het wint veel
meer dan het verliest. Juist voor het volk
heeft de oorlog de beste gevolgen. De oorlog
maakt in het gevecht allen gelijk en ver
eenigt meester en knecht in deze verheven
uiting van menschelfjke waardigheid: de
opoffering van het leven voor allen, voor
het vaderland. Geloof je niet dat het meest
onaanzienlijke deel der boeren niet de be
hoefte gevoelt op eene krachtige wijze zijne
edelmoedige gevoelens te uiten? Hoe zal
het in vredestijd zijne edelmoedigheid, zijn
verlangen naar zedelijke waardigheid be
wijzen? Wanneer een man uit het volk in
eenen gewonen tijd eene schoone daad be
drijft, maken wij hem of bespottelijk of wij
vertrouwen het zaakje niet, of wel wij be
tuigen zulk eene verwonderlijke bewondering
dat onze loftuitlngen op beleedigingen ge
lijken. Wfl doen alsof wij het zoo buitegewoon
vinden. Gedurende den oorlog zijn alle hel
dendaden gelijk. Een landjonker en een boer
lagen, wanneer zij in 1812 naast elkander
streden, elkander nader aan! het hart, dan
in hun dorp. De oorlog leert de menigte
ztchzelve achten; daarom houdt het volk
van den oorlog. Het maakt oorlogsliederen
na het gevecht en later luistert het aandach
tig naar de verhalen der veldslagen.
De oorlog is in onzen tijd noodzakelijk:
zonder den oorlog zou de wereld in het
drek geraken...
Ik hield op hem tegen te spreken. Men
moet droomers niet tegenspreken. Maar zoo
gaat men weer zich bezig houden met
vraagstukken, die reeds lang opgelost schenen.
Dat wil wat zeggen. En het eigenaardigste
is dat dat overal gelijktijdig plaats heeft.