Historisch Archief 1877-1940
25 Mei '18.?No. 2135
t ? ',, r '' /
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Mej. VAN STRIEN
De Eerste Vrouw in de Kamer
De eerste vrouw heeft hare entree
trlomphale gedaan in ons parlement. Nog niet
als afgevaardigde en wij hopen en vertrou
wen waarlijk, dat onze toekomstige vrou
welijke Kamerleden zonder eenig gevoel
van verongeltjking, maar veeleer met blijden
trots zullen zien, dat de eerste vrouw hare
plaats inneemt op de parlementaire pers
tribune, die tot dusverre angstvallig voor
de heeren der schepping bleef gereserveerd.
Een zetel werd zonder strijd opengesteld
(ik meen tenminste zeker te weten, dat de
weinige vrouwelijke beroepsjournalisten in
Nederland nooit geageerd hebben om een
ongerlefelijk plekje op de zeerongeriefelijke
tribune, zelfs, niet ter wille van het principe)
eenvoudig als erkenning van bekwaamheid
en geschiktheid om het publiek te helpen
voorlichten over hetgeen er wordt behandeld
in 's lands raadzaal.
En die zetel werd ingenomen met
gratievolle bescheidenheid door eene van de
jongere generatie, door eene van de stillen
in den lande, eene ernstige werkster vol
toewijding en ambitie voor het eens geko
zen vak, over wie nooit de groote trom
wordt geroerd, maar van wie je telkens Iets
leest en wier werk vooral zoo aantrekkelijk
is om de pretentielooze frlschheid er van.
De gebeurtenis want de verschijning
van mejuffrouw Van Strien op de pers
tribune was eene gebeurtenis is in de
Kamer niet onopgemerkt voorbijgegaan. Een
der leden van de sociaal-democratische
fractie, mr. Mendels, zond haar als welkom
een grooten ruiker bloemen.
De plaats, die zij op de perstribune inneemt
als verslaggeefster van het
Correspondentiebureau is niet gemakkelijk, letterlijk noch
figuurlijk. Wij wenschen haar daar blijvende
werkkracht en werklust toe. Hare komst op
die plaats kenmerkt een van de mijlpaaltjes
in de vrouwenbeweging.
W. PÉTILLON
IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIlHUIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIM'IIIlHMirilllllll
Een te kort
Is 't geen typisch verschijnsel dat in onzen
tQd de moderne vrouw, die in alles en nog
wat" belangstelt zoo weinig interesse toont
voor de nieuwe kunstnijverheid? Is het hier
door, dat de vrouw door allerlei bezigheden
buitenshuls, aan haar huis, haar inrichting,
niet al te hoogen eiachen stelt, dat zij tevre
den is met een inrichting die niets zegt,
die niets is en dat zfj zelfs geen Ahnung"
heeft dat er op gebied van kunstnijverheid
een streven is zuiver, goed werk te geven?
Hoe het ook zij, 't is 'n te kort dat niet sterk
pleit voor de aesthetische eischen van de
vrouw. Want waar we in dezen idealoozen
tijd zoo omringd zijn van leelijke
levenlooze dingen is het niet zoo gemakkelijk
zich eenigszins goed in te richten. Het is
toch niet voldoende om naar den een of
andere firma met klinkende n naam te stappen
die, de namaak antiek naast de moderne
inrichting kan toonen, men moet wel dege
lijk op de hoogte zijn of 'n dergelijke firma
werk kan leveren dat aan aesthetische
«ischen voldoet. Waar het vroeger als van
zelf sprak dat 'n kast, tafel, stoet goed van
vorm, lijn en verhouding waren, is dit nu
uitzondering geworden. Alleen een
kunsteIHIItlllllllllllllllllllllllllllMIIIIIMMIIII'lllll llllllmlllllllll
NUTTIGE ONKRUIDEN
Je ziet het nu groeien. Dit is geen beeld
spraak. Het openen van bloemen, het te
voorschijn komen van mer Idraden, de draai
ingen van ranken, dat zijn allemaal
groeiveischijnselen en vele daarvan geschieden
met een snelheid, grooter dan die van den
minuut wijzer van een horloge. In n dag
kan het aanzien van den tuin geheel veran
deren en een afwezigheid van een week
leidt in dezen tijd tot groote, niet altijd even
aangename verrassingen. Het ligt namelijk
voor de hand dat de groep der onkruiden
het meest profiteeren van de overweldigend
groote zonne-energie van deze dagen, anders
zouden het geen onkruiden zijn. Hun
groeikracht en vermenigvuldigingssnelheid gren
zen aan het ongelooflijke en vele zijn zoo
goed als onuitroeibaar. Iedereen, die wel
eens geprobeerd heeft, een stukje gazon vrij
te houden van paardebloemen kan daarvan
meespreken. Voor ieder rozet, dat men af
steekt, komen er een aantal in de plaats,
doordat zich op het stuk wortel dat in den
grond blijft zitten, nieuwe groeiknoppen
vormen. Elk wortelbrokje kan onder gun
stige omstandigheden een nieuwe plant
voortbrengen. Ten slotte laat je die dingen
naar die z'n werk met liefde doet, kan ons
in dezen tijd zuiver goed werk geven.
Dat er nu een opbloei van kunstnijverheid
is waar te nemen is nog in zeer kleine kring
bekend. Het moest toch wel in de aller
eerste plaats de vrouw interesseeren, die
door alle eeuwen heen liefde voor haar huis
heeft gevoeld.
Ongeveer een twintig jaar geleden was
'tal heel treurig met de kunstnijverheid ge
steld; waar het goede wei k toen te vinden?
Hoe wanhopig leelijk waren toen de meeste
inrichtingen of er moesten nog meubels van
grootouders of overgrootouders aanwezig
zijn, die dikwijls nog goed van vorm, solide
en van mooi materiaal waren. Gelukkig is
in de laatste twintig jaren een nieuw geluid
gekomen. Jonge, vurige kunstenaars met
groote idealen die zouden alles wel eens
omverschoppen. Zij wilden de samenleving
dienen; dingen, gebruiksvoorwerpen die
iedereen moet hebben die wilden zij ver
beteren, bezielen. Krach'ig, mooi was hun
jonge streven. Er was iets anders in hun
werk, maar het publiek was maar niet da
delijk zoo enthousiast, en van omverschop
pen kwam niet veel. Ach, waar we zoo
gewend zQn aan het leelijke om ons
heen, valt het moeilijk goed werk, te
kunnen zien. Wij zijn toch gedwongen te
wonen in dorre straten, in niets zeggende
huizen met futlooze deuren en ramen, en
we denken dat dit zoo hoort of we
denken heelemaal niet, en aanvaarden het
maar als iets dat vanzelf spreekt. De kunst
staat in dezen tijd buiten het leven;
schoonheidszin wordt als iets buitengewoons be
schouwd. We zien het aan de massa pro
ducten, aan de gebruiksvoorwerpen die van
een zoo ontzettende leelijkheid en leegheid
zijn, als nooit te voren gekend. Er is zoo
weinig vraag naar goed werk; voor de
enthousiasten, moet dit wel zeer teleur
stellend zijn. Juist de vrouw moest deze
nieuwe beweging met vreugde beleven.
Kunstnijverheid vraagt evenzeer haar be
langstelling als vrouwenkiesrecht. Door
nadenken, spreken ove|bvergelJjken, heeft de
vrouw wel het inzicht zich te kleeden.maar het
zien, het kunnen onderscheiden van de din
gen om zich heen, ontwikkelt zij niet. De
kleeding is altijd 'n groote factor bij de
vrouw geweest evenals haar huis, maar
dit laatste geldt niet meer in dezen tijd.
Nu en dan wordt erop gewezen dat het
onderwijs zoo weinig doet voor de aesthe
tische ontwikkeling van het kind, maar als
het gezin ook niet meewerkt, geen belang
stelling toont, zal het niet veel baten. Een
kind opgevoed in een omgeving waar de
dingen om hem heen iets zijn, zal onbewust
de invloed er van ondergaan, en begrijpen
dat niet alleen het verre verleden schoone
dingen heeft voortgebracht. Een goede
omgeving heeft innerlijke waarden, geeft
levensvreugde. Zij kan nog zoo eenvoudig
zijn als 't maar bezield is. Nog eens er is
'n opbloei van kunstnijverheid, hiervan moet
zich de moderne vrouw bewust worden.
E. TiERIE?HOGERZEIL
Zondagshonger
Zeg man," zei mijn vrouw deze week
tegen me, nou heb je onlangs een stukje
geschreven over de vrouwenrechten bij ae
post, maar je moet het ook eens hebben
over de eetrechten op Zondag."
.Vrouwlief," antwoorde ik, bijna 30
jaar zijn we getrouwd zonder dat ik stukjes
schreef over huishoudelijke aangelegenheden,
waarom moet ik op m'n ouden dag me daar
nog mee gaan bemoeien?"
Omdat de stem van 'n gelukkig echt
genoot gezaghebbend klinkt."
Da's waar" haastte ik mij toe te voegen.
Dus doe ik maar een poging om langs
de journalistieke weg op te komen voor
de eetrechten op Zondag. De Zondag is
immers voor ieder gelukkig huisvader dé"
dag bij uitnemendheid. Je hoeft 's morgens
niet vroeg op, omdat je om 9 uur op kan
toor wilt zijn. Je kunt je rustig kleeden en
rustig ontbijten als je de kerk van half elf
wilt halen of niet wilt halen. De rest van
den dag leef je voor je gezin. Als de kinderen
klein zijn, ga je er mee wandelen of speelt
er mee, zoodat je om vijf uur dood moe
van het verbieden, verlangt je kopje thee
of inmaakborreltje in huiselijken kring te
genieten. Worden de kinderen grooter, dan
houdt het verbieden op, maar wordt je ver
boden door je dochters, als je je oude" jas
aantrekt, omdat het er betrokken uitziet.
Je drinkt thuis geen thee meer, maar ze
dwingen je naar kennissen" te gaan of in
Trianon te gaan teaen.
Doch hoe dat alles mag veranderen, de
Zondag is en bl^ft dé" dag voor het gezin
en het hoogtepunt daarvan wordt bereikt
in het middagmaal. De kinderen bezien wel
het spelletje daarna als het belangrijkste,
maar voor je zelf als vader is de clou," het
diner. In de jeugd van de kinderen is het
IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII1IIM Illlllllllllllll
in 's hemels naam dan maar uitrazen en
als je dan ook in jaren die plek niet be
mest dan wil het wel eens gebeuren dat ze
eindelijk verdwijnen. Maar dan groeit er ook
geen gras meer, doch een heele collectie
van ander wild goed, dat op zijn beurt
weer plaats moet maken voor anaere
onkrulden". Ik voor mij vind zoo iets zeer
interressant, de ongestoorde natuurlijke op
eenvolging der gewassen vormt een van de
meest dankbare onderwerpen van studie.
Enkele onkruiden houden het jarenlang op
dezelfde plaats uit en een van de meest
geduchte daaronder is de smeerwortel. Van
nature behoort hij thuis op vochtige plaatsen,
slootkanten van weiden of akkers,
woudplekjes, moerassen en dergelijke Ik heb hem
in mijn Amsterdamschen schooltuin gekregen
en tegen al wat er te veel opschiet heb ik
ieder jaar te kampen. Het is zoowat hetzelfde
geval als met de paardebloem; het kwaad,
of liever de deugden zit in den wortel. Als
ik de groote blad-en stengelbundels uittrek,
komt er meestal wel een stuk wortel mee,
maar er blijft altijd nog genoeg zitten en
binnen veertien dagen staat de plant er
weer alsof er niets gebeurd is. Het uitspitten
is meestal ook niet afdoende want de
zwartbrulne wortel vertakt zich wijduit en gaat
heel diep, zoodat er nog altijd struikjes
ontsnappen. Nu is de plant mooi genoeg
om met enkele exemplaren vrede te hebben:
de gevleugelde stengels, de aardig gedraaide
bloeitoppen, de prachtige bloemen van diep
donker violet, door rose en zwavelgeel tot
spierwit toe, dat is alles buitengewoon mooi
en in menig opzicht interessant. Maar
De Mode, en Stofgebrek
Teekening voor de Amsterdammer"
van Hanna Lambetts
Simpele wandeljapon, alle onnoodige
ruimte vermeden. Afstekende bies nog
wel van een gedragen kleedingstuk te
knippen. Vest van een oude witte
katoenen rok
iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiitmiiiiim
je vrouw, die 'n extra schoteltje of pudding
toovert, later, als je je dochters op de juiste
manier opvoedt, zijn zij het, die je haar
kookkunsten veitoonen. En om wraakneming
te voorkomen, moet ik hier zeggen, tot mijn
aller grootste tevredenheid.
Zoo heb ik m'n leven lang den Zondag
naast rustdag" leeren beschouwen als den
huiselijken eetdag" en naar ik veronderstel
ieder huisvader met mij.
't Is misschien gewaagd om in dezen
tijd van eetdag" te spreken, maar nog
steeds is de Zondag in mijn gezin de dag
waarop een extra schoteltje, dustegenwoordig
bfj de vleeschnood, als afwisseling tusschen
de dagelljksche gebakken, gekookte of ge
stoofde bokking een fijnere vischsoort ter
tafel verschijnt.
Ergo blijf ik steeds welgemoed 'sMaandags
op kantoor om 9 uur de nieuwe week aan
vangen.
Evenwel de laatste maanden heb ik al
gemerkt, dat mijn bedienden minder vroolfjk
de versche periode intraden, tot ik toevallig
vernam,waar het haperde: n.Laan de gevoelig
ste plek van den mensch, de maag. Zij allen
immers eten van de Centrale Keuken en
die werkt Zondags niet. Dus wat voor mij
juist extra eetdag" was, werd voor hen
hongerdag" en juich ik 'n feestdag gelijk
Hemelvaartsdag of Pinksteren toe, omdat
ik denk aan de a.s. bokkingafwisseling,
zij zien die Hemelvaartsdag en Pinksteren
als spookdagen naderen, omdat het weer
hongerdagen worden. Zij worden dus
zwaar gekrenkt in hun Zondagsche eet
rechten." En waar moeten ze het anders
vandaan halen, voor hun groote gezinnen?
Allemaal naar duurdere restaurant? dat laat
het inkomen niet toe derhalve staking
van de Zondagsrust. Als huisvader heb ik
geen keukenverstand, maar ik weet, dat als
de keukenmeid uit is, de tweede meid kookt,
geassisteerd natuurlijk door mijn handige"
vrouw en knappe" dochters; bij ons
heerscht dus het ploegenstelsel. Kan dat
ook niet in de Centrale Keuken?
Zondagsrust juich ik toe, alles wat men
door de weeks in voorraad kan inslaan moet
men Zondags niet koopen. Zoo zouden b.v.
alle sigarenwinkels en koekebakkerswinkels
best gesloten kunnen worden, maar eethuizen,
moeten juist op Zondag, den eetdag" bij
uitnemendheid open zijn.
Moge de Centrale Keuken die regel
veranderelf, opdat ook mijn bedienden even
opgewekt en voldaan ten kantore verschijnen;
als de gelukkige
MARITUS
er zijn nog meer mooie planten en heusch,
als ik niet oppaste dan zou die smeerwortel,
met nog een stuk of drie rotgezellen den
Smeerwortel.
heelen tuin in beslag nemen. Elke week gaan
er daarom armen vol van zijn stengels en
bladeren op den rpmmelhoop.
Daarover voel ik mij wel eenigszins
beDe oorlog en de weelde
Wanneer critici en satiristen onzen
noodlottigen tijd later onder handen zullen nemen,
als geen oorlogsnoodzaak hen in oorlog
voerende zoowel als in neutrale landen be
perkt in hun uitlatingen, dan zullen de
prijsschommelingen op de markt van kunst
en weelde overvloedig stof tot overweging
geven. Bij het overzien van de advertentie
pagina's van de bladen, groote en kleine
hier en in het buitenland, treft men in bijna
elk nommer aanvragen aan om landgoederen,
villa's, perzische tapijten, pels werk, juweelen,
kunstwerken, antiquiteiten, kostbare boeken
en andere zaken, die hoe mooi en
begeerenswaard ook, nu, in dezen moeilijken tijd,
naar men denken zou, toch eigenlijk niet
volstrekt noodig zijn. Uit de Kringen van
den luxehandel gaan klachten op, dat men
goederen te kort komt, want dat men nog
veel eri veel meer zou kunnen verkoopen,
en dat er geen gebrek is aan liefhebbers
voor al, wat werkelijk waarde heeft. Integen
deel, nog nooit schijnt de zucht, om geld
uit te geven, zoo duidelijk aan den dag te
zijn getreden.
De gouden tijd schijnt aangebroken voor
auctionarissen, en op de groote
kunstverkoopingen gaan de meesters in de kunst
van het verleden en het heden weg voor
de hoogste, soms bespottelijk hooge prij
zen. Als men dat bedenkt, lijkt het wel, of
de tegenwoordige menschheid in twee deelen
uiteenvalt, het deel dat nog het een of
ander stuk van waarde bezit en zich daarvan
moet ontdoen, door den nood gedwongen,
en het andere deel, dat erop aanvalt met
een hartstochtelijk verlangen en voor fantas
tische prijzen niet terugdeinst.
Staat men tegenover zulk een verschijnsel,
dat verbazing moet wekken, dan gaat men
allicht naar een oonaak zoeken, en Victor
Ottmann deed dat in een der
Februarinummers van de Gartenlaube. Hq zegt, hoe we
tegenwoordig in het algemeen aan hooge
prijzen gewoon zijn en nauwelijks even het
voorhoofd fronsen, als men ons voor de
onontbeerlijkste levensbehoeften een veelvoud
afvraagt van hetgeen de huisvrouw in ge
wone tijden gewend is, uit te geven. Allen
zijn we in de noodzakelijkheid, meer geld
door de handen te laten gaan dan vroeger,
maar voor de groote meerderheid van ons
geldt dat enkel voor zulke dingen, die we
niet kunnen missen, als niet onze
arbeidslust, onze kracht, onze gezondheid en ons
welbehagen gevoelig zullen lijden, dus voor
onze voeding in hoofdzaak. We bedenken
ons lang, als de vraag naar een nieuw klee
dingstuk opduikt en komen dan meestal
tot het besluit, het oude nog maar te blijven
dragen, omdat het nieuwe te duur is. De
beschaafde middenstand, die voor het
meerendeel tot de menschen met vaste bezol
diging behoort en altijd van ongunstige
toestanden den zwaarsten terugslag onder
vindt, moet zich thans tot het uiterste be
perken in zijn uitgaven en schijnt dat in
Duitsehland even trouw en plichtmatig te
doen als in ons neutrale Nederland, zonder er
veel ophef van te maken en zonder morren.
Maar daarmee vormen een scherpe tegen
stelling andere klassen van de samenleving,
die een kooplust aan den dag leggen, welke
zich veel verder uitstrekt dan tot de levens
middelen. Tegen Kerstmis waren de groote
luxewinkels in de voornaamste plaatsen zoo
goed als geheel uitvei kocht, niet door het
gebrëlc aan goederen, maar door den ver
rassend grooten koopiust. Wie zijn dan de
gelukkigen, wien het geld zoo gemakkelijk
door de vingers glijdt ? Het groote publiek
verwijst u als antwoord op die vraag naar
de oorlogswinst makers, menschen, die uit het
bittere leed van den tijd voordeel hebben
weten te trekken en die door gelukkige,
soms niet door den beugel kunnende zaken
in een handomdraai een groot vermogen
hebben verzameld. Die voorstelling is echter
stellig te eenzijdig en slaat ook op een be
trekkelijk te kleine groep. De zaak wordt
daarmee niet verklaard.
Die plotseling rijk gewordenen zijn er en
ze geven veel geld uit, maar daarnaast be
staan er, wat veel gewichtiger is, een groote
massa kleine winstmakers. In de meest ver
schillende kringen van stad en land, pok in
den arbeidenden stand, verheugen zich de
menschen tegenwoordig in een inkomen, dat
trots het duurdere leven een overschot laat.
Hier legt men dat ter zijde als spaarpenning
voor latere tijden; maar ginds en in zeer
veel gevallen, laat men de winst door de
vingers gaan en zoekt naar genietingen, die
voor de meesten de bekoring van het nieuwe
hebben. Men kan deze nieuwe
maatichappelijke klasse van kleine winstmakers tegen
woordig overal aantreffen en bestudeeren,
in de groote restaurants, op bazars en
fancyfairs, in den schouwburg, bij tentoonstellin
gen, en de menschen van zaken zullen u
kunnen zeggen, hoe gretig die klasse
weeldedingen koopt, zonder lang over den prijs
na te denken.
zwaard. Want die bladeren staan bekend
als een zeer goed veevoeder. In ons vet
vaderlandje zijn tot nu toe de koeien altijd
groot gebracht op de fijnste grassen met
ander weelderig bijvoer. Elders is dat heel
anders. Wie in Zwitserland gewandeld heeft
zal zich herinneren hoe in de hooggelegen
zomerdorpen en stafeln'' de chalets vaak
rondom zijn behangen met wat op een
afstand wei lijkt op bossen drogende tabak.
Dat is allemaal veevoeder en wel voor een
groot deel smeerwortel met de velerlei grove
onkruiden, die zoo weelderig opschieten in
de vaak onuitsprekelijk smerige omgeving
van die chalets zelve. Daar zijn meloen bij
en hoefblad, groot zoowel als klein, verder
de mooie adenostylis en dan ooknogeenige
soorten van de groote water- en
moeraszuringen. Dat wordt allemaal afgesneden,
te drogen gehangen en vormt dan eer. niet
te versmaden bijslag op de eigenlijke
hooioogst, die op de hooge steile hellingen niet
altijd even overvloedig is.
Wij konden toch eigenlijk ook wel zoo'n
smeerwortcl-drogerrj inrichten en zelf op
waardelooze plekken de smeerwortel en
waterzurin g-cultuur gaan beoefenen. Het
gaat gemakkelijk genoeg. Wortels en zaden
van beide planten hebt ge buiten voor het
grijpen en als ge ze eenmaal op uw plekje
aan den gang hebt dan is er geen houden
meer aan. Het drogen kunnen we aan de
zon overlaten, dat valt in ons zoo slecht
ter faam staand klimaat altijd nog al mee
en als de overheid geen inzamelsysteem
kan organiseeren, dan vormt zich misschien
wel een vrije handel even goed als dat met
Opgemaakte Schotels
ASPERGESCHOTEL
De asperges worden op een
aspergeschaal gelegd en gegarneerd met schijfjes
van hard gekookte eendeneieren. Rond
om schikt men gehalveerde eieren met
gewelde boter gevuld Hier en daar een
takje peterselie staat aardig.
E. H.-v. B.
In het begin van den oorlog zag het er
heel anders uit. Toen heerschte er een zekere
terughouding onder den indruk van den
schrik, en de kunsthandel was, evenals de
markt der weeldedingen, uiterst pessimistisch
gestemd, en terecht. De buitenlandsche
klanten waren opeens verdwenen en zij
vormen overal in West-Europa een hoofd
contingent der koopers van luxevoorwerpen.
Het verbreken der Internationaleverbindingen
sneed hen af, en in den nazomer van 1914
was menig kunsthandelaar en antiquaar,
menig juwelier ook, vol zorgen voor de
toekomst, terwijl door verzamelaars ernstig
de vraag werd overwogen, of men van zijn
schatten geen afstand moest doen, eer er
een catastrofe in de prijzen zou optreden.
Wie zou, zoo dacht men toen, nog zin en
lust behouden voor het niet volstrekt nood
zakelijke? Doch de uitkomst is als zoo vaak
heel anders geweest, dan men verwachtte.
De stemming bleef niet lang zoo gedrukt;
de bezitters van schilderijenverzamelingen,
kunstvoorwerpen, waardevolle bibliotheken
en alle groote en kleine verzamelaars dachten
er niet aan te verkoopen, maar werden
daarentegen al spoedig kooplustiger dan
ooit, en de prijzen gingen dan ook weldra
in de hoogte.
Het meest viel dat in het oog bij de groote
kunstwerken, de gezochte stukken van de
groote meesters op de kunstmarkt. De tijdens
den oorlog op schilderijenverkoopingen te
Berlijn bestede prijzen grensden aan het
fabelachtige, zoowel wat antieke als wat
moderne meesters betreft. Dat in neutrale
landen de op verkoopingen aangeboden
kunstwerken ook enorm hooge prijzen maken,
kan ons elke auctie in ons kleine Nederland
leeren, waar de dames met de grootste
ambitie tegen elkander opbieden. De jacht
naar luxevoorwerpen is al zoover gevorderd,
dat bij voorbeeld echte oostersche tapijten
met het vijfvoud van hun redelijke waarde
worden betaald. Natuurlijk, dat zulke opge
schroefde prijzen zich slechts een tijdlang
kunnen handhaven, en de vrede, die toch
eindelijk moet komen, zal voor de correc
ties zorgen.
Ook vroeger kwamen in tijden van omwen
teling en oorlog steeds die verschijnselen
van overdadige weelde en zucht tot over
bodige uitgaven voor; ze schijnen samen
te hangen met een soort van p'ychose, een
abfiormalen gemoedstoestand, die niet bU
een bepaalde klasse van de maatschappij,
maar in alle lagen van een volk te vinden
is. Luxe is een betrekkelijk begrip, en ge
zondigd wordt in dit opzicht op alle ver
diepingen van het groote maatschappelijk huis.
F. J. VAN UlLDRIKS
Verzoeke alle «tukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VAN SCHAICK
BOOTHSTRRAT UTRECHT
de eikels en beukenootjes het geval is
geweest. Misschien komen we dan ten slotte
weer tot maximutn-prijzen voor smeer
wortel-producten en al den aankleve van dien.
Daar komt nog meer bij. Reeds in de grijze
oudheid was de smeerwortel vermaard als
een geneeskrachtige plant. Het slijm uit de
stengel en wortel is zeker al zeer vroeg
gewaardeerd als natuurlijk plak-en pleister
middel. Ook bracht het uiterlijk van de
plant met al die vergroeingen van bloemen
en bladeren de waarnemers op het idee, dat
zq geschikt zou zfjn, om wonden teheelen
en bloedingen tegen te gaan. Dloxonides
vertelt dat brokken vleesch met elk
ander samengroeien als men ze maar een
poosje kookt met brokken smeerwortel. Van
daar ook dat de plant bekend stond onder
den naam van consolida", waarvan de tegen
woordige Fransche naam Consoude" is afge
leid. Het eigenaardigst van het geval is wel
dat de smeer wortel inderdaad geneeskrachtige
eigenschappen bezit en de vereenigingvoor
geneeskruidtuinen heeft zich dan ook al inge
laten met het cultiveeren en inzamelen ervan.
We kunnen dus van ons geduchte onkruid,
van onze mooie oeverplant de beste ver
wachtingen koesteren en het ligt er nu maar
aan, hoe de zaak zal worden aangepakt.
Tegen het inzamelen van in het wild groeiende
planten bestaat altijd het bezwaar dat de
plant zou kunnen worden uitgeroeid. Voor
de smeerwortel, de waterzuringen en het
hoefblad behoeft echter in dit opzieht niet
de minste vrees te bestaan.
JAC. P. THIJSSE