Historisch Archief 1877-1940
K' i ,'
31 Aü|. '18. No. 2149
DE AMSTERDAMMER, .WEEKBLAD VOOR NEDERLANC
HET SPAANSCH-DUITSCH CONFLICT
Teekehlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
INHOUD t Bladz. 1: Nullo-kratie, door v. H.
Bnitenl. Overzioht: Vrede!, door dr. W. G. O.
Byvanck. Het opleiden v«n meer begaafde
leeriiogen, door dr. O. van Wayenburg. 2: J.
H. Kössing f,teekening van Martin Monniokendam.
Koloniën: Tong Leven", door Oor de Brurjn.
Boekbespreking, door J. Giltay. Kiekelzang,
door J. H. Speenhoff.?3: Feuilleton: Het Concert,
door Marie Schmitz. 5: Voor Trouwen (red. Elia.
M. Bogge) Moderne Landhuizen, door Elis. M.
M. Bogge.?Het Dienstbodeuvraagstnk.doorPanline
Noyon Waesdoip Mtfm Eind (Ters) door ttanna
van Lingen. Over Boeken en Tijdschriften.
Ons Kookboek. Dit de Natuur: Teunisbloem,
door Jao. P. Thfjsse. 6: Nieuwe Engelsehe Boe
ken, door W. van Doorn. Bij iemand in 't krijt
staan, teekening van George van Baemdoqck.
8: Fin. en Econ Kroniek: Op den Eoon. Uitkijk, door
Bmissaert. Correspondentie met een dame, door
B. O. H.?Nog altijd geen ministerie, teekening voor
de Amst." van Jordaan. Uit bet Kladsobrift van
Jantje.?9: Het Spaanseh-DnitschOonfliot.teekening
T. Joh. Braakensiek.?Een Vleugje Haagsohe Wind:
Onze Auto's, door Ari. Sport en Openlucht:
Zwemmen, door H. W. Vliegen. Tech. Bubriek:
Verzorging van Kracht en Warmte in de Toekomst,
door J. F. van O.
Bijvoegsel: Ministers-Crisis, teekening van Joh.
Braakensiek.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllltllllllllllllllillllllllllllll
Het groote Gevaar (London Opinlon)
De Dolle Stier tot staan gebracht
Toreador, te wapen, T o r a do i"
Bader (tot dief): Neem mijn kleeren
[maar in hemelsnaam laat m IJ de
broodkaait"
Wijsheid j f Punch)
i Papiernood 1. (Passing Show)
i
De Oude Heer
soldaatje; ik heb
(zittend): Spelen jelui maar met elkaar
den bulk vol van den militairen dienst"
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Heer des Huizes: Waar gaat ge heen, mijn waarde?"
Zijn betere helft: Dat is mijn zaak"
Heer des Huizes: Hoe laat kom je dan terug?"
Zijn betere helft: Wanneer ik verkies" *
Heer des Huizes: Juistl Natuurlijk! Maar vooral
niet later. Dat verkies ik niet" (Passing Show)
Hallo, mijnheer, uw reisbiljet moet ik
hebben, dit is het ochtendblad"
Badman: U hoeft niet weg te gaan, ik kan door dit
gaatje juist zien, dat de jonge dame die binnen is, aan
stalten maakt om te vertrekken"
Baadster (verschrikt): Nee dank je dan zal
ik maar tot morgen wachten" (London Oplniori)
llllllllllllllllllllll
iiiiniiiniiiiiitiii
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
i A
A
B
W
A
B
M
A
B
M
on
y
A. de tl&& Sy fan&n..
lïEERE.N-ARTI KELEN,
UITRUSTINGEN.
g
»
B
ABttABMABM-ABMABMABMABMABI^LABMABKABMAeM
IIIIIIIIMIIIllltlllllllllllllllllinillMIIIIIIII ........ II»
Vleugje HaagSChC Wind
r , &,
ONZE AUTO s
De auto's al ontsiert hen het gele T. C. B.
plaatje, die er een overbodige schijn van
utiliteit aan geven, zijn een symbool van
de weelde onzer stad. We hebben er zoo
veel nog, als misschien ons gansche vader
land, dat wil zeggen, zooveel die mobiel
zijn, die langs de straat door het bosch en
over de boulevard rennen, met overmoedig
gefluit en gegier, en alarmeerende
syrenezang. Wel staan er waarschijnlijk het dub
bele aantal in de garage's der Rotterdamsche
O-Weeërs, maar die hun glanzende weelde
.nog dagelijks ten toon spreiden, die voor een
theater of een restaurant op de eigenaars
wachten, die met mooi weer rondtoeren
naar Wassenaar en Scheveningen dat on
bezorgde, onbekommerde soort, vinden we
werkelijk bij ons nog slechts. Daar zijn
er de diplomatieke die Chineesche,
Japaneesche, Roemeensche, Perzische,
Brazlliaansche, en andere exotische potentaten
rondvoeren, daar zijn er, die Hollandsche
groote zakenlieden, en ministers naar en
van kantoor rijden, daar zijn er die M. C. A.
Tommies naar Americanbars brengen, daar
zijn er die hooge ambtenaren van de
Einkauf stelle vervoeren, en daar zijn er die
leden van belangrijke regeeringscommissies
rondleiden, die door een leek niet vallen
onder te brengen, onder eenlge catagorie,
welke volgens het leekenverstand, recht op
toewijzing hebben. Maar allen sieren ze nog
steeds het vorstelijk 's Qravenhage met hun
glans en geluid, en luxleuse snelheid.
Ze brengen kinderen naar school en dames
naar de manege, wachten voor modemaga
zijnen, ze teekenen blijde de rijkheid van
Schevenings badseizoen, ze brengen bezoe
kers naar Kurhaus en Kurhaus bar, naar
Pavillon Vieux Doelen en naar het Palace
Hotel,\ ze zijn talrijker dan slagers-jongens,
en in hun weelde, welsprekender dan eq
uipages. Ze verkondigen, dat den Haag, hoe
ook de omstandigheden voor ons land zijn
geworden, door den oorlog voortdurend aan
glans en weelde, aan rijkdom en pracht,
aan elegance steeds is toegenomen en nog
toeneemt, dat nood en weelde gelijken tred
houden, dat het rondom de hoofdzetels
van toewijzingscommissies, het luisterijkst
wonen is. ARI
ZWEMMEN
Het was in het einde van Januari 1917;
de vorst van een volle week had de wate
ren In Noord-Holland met een hechte ijslaag
bedekt en de tochtrjjders uit Amsterdam
zochten in grooten getale de banen in de
richting naar Hoorn. Een paar jongelui, op
den terugtocht, pas tegen donker in
llpendam gekomen, reed met fiksche slagen op
Landsmeer aan, dat zij rechts moesten laten
liggen om langs een breede mooie baan op
Buiksloot aan te rijden.
De lichten van het Noord-Hollandsch
kanaal schitterden in de verte. Onbekom
merd reed het tweetal voort, geen gedachte
aan gevaar kwam in hen op.
We zullen ons eens even orienteeren hoe
verder te rijden" verbrak de een plotseling
het regelmatig gekras der ijzers op het
harde gladde ijs, toen ze waren gekomen
op een geweldige open vlakte met slechts
hier en daar laag land, aangeplempt, zooals
later bleek, met Amsterdamsche afval.
Zonder uitslaan gleed het tweetal voort,...
ploef.
Het was 5 minuten voor half zes, zooals
het stilstaand horloge bewees, het water
was ondraaglijk koud, maar overigens bleef
het bij een avontuurlijk incident met goeden
afloop dank zij de zoo nuttige zwemcapaciteit.
Men weet maar al te goed hoe een ge
beurtenis als bovenstaande gewoonlijk af
loopt. Behoeft het nog wel betoog, dat ons
volk in sommige opzichten een slap karakter
toont? The Dutch are slpw to move".
Wat zwemmen betreft zijn we nog steeds
niet in beweging gekomen l
Is niet uit den treure door hen, die het
nut der zwemkunst inzien, gewezen op de
lijsten van verongelukte personen, bij
schaatsenrijden, bij zeilen en roeien, enz.?
In ons zoo bij uitstek waterrijk land is er
veel gevaar voor niet-gewenschte aanraking
met het natte element, maar dit feit op
zich zelf bewijst toch juist ook, dat er veel
gelegenheid bestaat de menschen vertrouwd
te maken met HET verweermiddel tegen ver
drinken, n.l. zwemmen l
Gaan we eens na of er ook maar in ge
ringe mate genoeg aandacht is besteed aan
dit vraagstuk!
Allereerst zien we dan als het meest frap
pante, het bijna bespottelijke, maar beslist
tragische verzuim, dat men onze militairen
niet als onderdeel van hun opleiding, ver
plicht tot leeren zwemmen. We wenschen
dit niet op den voorgrond te stellen uit
welke militairislische overweging dan ook,
maar alleen omdat in dienst toch wel de
grootste mogelijkheid bestaat een deel van
ons volk de zwemkunst machtig te doen
worden, zonder dat productieve tijd verloren
gaat. We willen ons niet ontveinzen, dat
veel soldaten verplicht-zwemmen, als een
corvée meer zouden opvatten, maar dit zou
slechts een keer extra aan het licht brengen
hoe velen tegen hun zin in tot iets goeds
moeten gedwongen worden.
Gedurende volle 4 jaren is de mobilisatie
in werking, gedurende al dien tijd heeft
men geen kans gezien krachtig en daadwer
kelijk het zwemmen te bevorderen. Een
eeresaluut voor zooveel energie!
Het ligt niet in onze bedoeling in den
breede uiteen te zetten van hoeveel belang
het zwemmen is ,voor de volkshygiëne. Wij
Hollanders zijn immers al beroemd om onzen
zin voor netheid? Ja, uiterlijk, lijkt het er
aardig op, maar zij die b.v. in de periode
van den watersnood de benijdenswaardige
eer hebben gehad mee te werken aan huis
vesting en aan onderdak brengen der ge
vluchte bewoners uit misschien HET
waterrijkste deel van Noord-Holland, zullen u
kunnen vertellen, of neen dit is te veel ge
zegd, zij zullen u kunnen trachten mee te
deelen hoe in-smerig en vervuild velen van
die Hollanders waren. Men kent de anecdote
van het boerinnetje van ruim 70 jaar, dat
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOORAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag,
DEN HAAG. - Tel. 1538.
na een flink bad kenmerkend zeide: Dat
is eens, maar nooit weer!" Een anecdote,
die door de werkelijkheid schrijnend aandoet.
Wel echter wenschen we speciaal de aan
dacht te vestigen op het gevaar-voorkomend
karakter van zwemmen. Een ieder begrijpt,
dat een zwemmer zich gemakkelijker behoedt
tegen verdrinken dan een niet-zwemmer,
maar dit is misschien nog niet eens het be
langrijkste. Hoevele malen is angst, een
domme daad in een benauwd oogenblik,
niet de aanleiding tot een gevaarlijke situatie?
Hoeveel roei- en zeilbooten zijn omgeslagen
juist doordat angstige jongens en meisjes zich
niet kalm konden houden, als gevolg van
de wetenschap, dat zij zich als het gevaar
er werkelijk is niet kunnen redden. Degene,
die weet, dat hij zich zwemmende kan red
den zal beschikken over tegenwoordigheid
van geest en daardoor vaak omslaan van
een boot, aanvaring etc. kunnen voorkomen.
Zwemmen is niet alleen een remedie tegen
verdrinken en belangrijk als factor voor
hygiëne, maar bovendien een probaat pre
ventief voor gevaar.
In ons land zijn weinig zweminrlchtingen.
Groote steden als Amsterdam en Rotterdam
zullen met schaamte moeten bekennen, dat
zij zich in geen enkel opzicht kunnen ver
gelijken met het buitenland, vooral met de
Scandinavische landen en Duitschland. Het
is een slechte tijd voor uitgaven, die door
sommigen als luxueus" worden beschouwd.
Was het niet het geachte lid der Tweede
Kamer de heer van Vuuren, die de woorden
sprak Zwemmen is luxe?" Woorden in de
zwemwereld even bekend als den gymnasiast
Cato's gezegde censeo Carthaglnem
delendam esse."
Er valt voor de zwempropagandisten ook
iets te verwoesten, nl. de grenzenlooze on
verschilligheid van ons volk, van de over
heden zoowel landelijk als plaatselijk, ten
aanzien van het zwemmen.
Den heer Van Vuuren wenschen we tot
loochening van zijn gezegde een
verfrissching als die der boven aangeduide jonge
lieden toe. Moge dan de afloop voor hem
even gunstig zijn, opdat de zwemsport zich
zal verheugen in een bekeerling-meer en
onze volksvertegenwoordiging in een voor
zwemmen onverschillige minder.
Er is noodig een voortdurende actie, een
drang, dien men niet mag nalaten steeds en
steeds weer aan te wenden. In de gemeen
ten moeten de raden en colleges van B. en
W. worden aangemaand en bewerkt tot het
bouwen van zwemlnrichtingen, de Staat heeft
den plicht de militairen zwemmen te leeren.
We beëindigen dit pleidooi voor de even
heerlijke als noodige en nuttige zwemsport
met een vraag aan den Nederlandschen
Zwembond. Zijt gij in dit opzicht niet in
gebreke gebleven en zijt gij niet in staat
Invalid-Portwijn
DE BESTE MIDDABDRANK f3.50p. flesch
Wllnhandri dl Barkanson, 51 AmsteJ, Amsterdam
krachtiger taktiek te volgen en niet u uit
sluitend te bepalen tot het organiseeren en
bijeenhouden van wat er is? Dat wat er is,
is nog niets.
Er moet worden gewerkt, waarlijk het
terrein ligt nog open en braak, voor over
heidsingrijpen. Of zult gij deze opwekking
laten zijn een vox clamans in deserto"?
H. W. VLIEGEN
CHNISCHE R.UBR
VERZORGING VAN KRACHT EN
WARMTE IN DE TOEKOMST
De tweede hoofdwet der mechanische
warmtetheorle verklaart, dat slechts een ge
deelte van het arbeidsvermogen van een
warmtebron omgezet kan worden in nuttig
mechanisch arbeidsvermogen. De theorie
leert, dat bij een stoommachine, die werkt
met oververhitten stoom van 370°en een
condensor van 10°het hoogst bereikbare
nuttig tffskt gegeven wordt door de breuk
360/643, hetgeen dus neerkomt op ongeveer
55pCt. Dit is dus het hoogst bereikbare
nuttig effekt in een ideale machine, waarin
geen warmte door geleiding of straling ver
loren kan gaan en waarin geen wrijving
bruikbare energie in warmte omzet. De ge
wone machines hebben wel wrijving, terwijl
door velerlei oorzaken warmte verloren gaat;
zoo is slechts een klein gedeelte van de
warmte, opgewekt door het verbranden der
steenkolen, opneembaar in den stoomketel
en gaat bij de beste systemen een gróót
deel van de ontwikkelde warmte in de rook
gassen en den schoorsteen verloren. De
volgende tabel geeft het percentage aan,
dat in de machines nuttig gebruikt wordt:
Machine v. hoogen druk (locomot.) 5-9 pCt.
lagen (m. cond.) 9-18
Groote stoomturbine 20-22
Groote motoren 17-35
De rest van de ontwikkelde warmte gaat
nutteloos verloren.
Hoewel reeds vóór den oorlog pogingen
aangewend zijn om die afvalwarmte nuttig
te gebruiken, dateert de groote vooruitgang