Historisch Archief 1877-1940
12 Oct. '18. No. 2155
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Jeanne Caroline v. LanschotHubrecht f
»*&
In Jeanne van Lanschot Hubrecht heeft
Nederland weder een zijner flinke vrouwen
verloren.
Niettegenstaande hare krachten reeds jaren
lang door eene sleepende ziekte werden
ondermijnd, bleef zij toch tot kort voor haren
dood eene der ijverigste werksters op het
gebied van velerlei hervormingen. Doch aan
twee zaken wfldde zij hare krachten en
gaven, het meest en het liefst. Dat waren
de strijd voor vrouwenkiesrecht en verbete
ring van de positie der ziekenverplegers en
verpleegsters.
Opgeleid als zij was voor verpleegster,
leerde zij uit eigen ervaring de onhoudbare
toestanden kennen, die in het laatst der
vorige en het begin van deze eeuw in ons
land in vele ziekenhuizen bestonden ten
opzichte van de rechten en plichten der
verplegenden. Haar sterk rechtvaardigheids
gevoel kwam daartegen in opstand, en
financieel onafhankelijk, koos zij zich liever
tot taak het verpleegstersberoep te verheffen
en de positie der verpleegsters en verplegers
te verbeteren, dan zich aan het
verpleglngswerk zelve te wijden. zq was daarbij over
tuigd dat dit zoowel in het belang der
zieken als in dat der verplegenden zou zQn.
Kort nadat de vereenlging Nosokomos
was opgericht, die zich juist datgene ten
doel stelt wat zij zich tot levenstaak had
gekozen, sloot zij zich vol o ver tuiging daarbij
aan en nam spoedig een plaats in het Hoofd
bestuur in. Eerst tot secretares van Noso
komos gekozen, werd zij daarvan later de
presidente. Wat zij als zoodanig gepresteerd
heeft, hoe mede door haar werk de toe
standen voor de verpleegsters en verplegers
in vele ziekenhuizen zijn verbeterd en zij
een mensonwaardiger bestaan genieten, zal
zeker door de belanghebbenden dankbaar
worden, erkend.
En zoo ging het ook met haar werk voor
vrouwenkiesrecht. Komende uit een kring
waarin zeer conservatieve denkbeelden
heerschten, wilde z,ij van vrouwenkiesrecht
aanvankelijk niets weten, maar toen zij had
ondervonden hoezeer de politieke onmacht
der vrouw haar belemmerde in hare pogin
gen «m maatschappelijke verbeteringen tot
stand te brengen, trad zij als lid tot de
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht toe en
bood daarbij onmiddellijk hare diensten
voor het werk aan. Want Jeanne van Lan
schot Hubrecht werd niet uit overtuiging
lid van eene vereeniging, waarin zQ zich
niet ook voor tiet werk beschikbaar stelde.
Al werkende drong het besef steeds sterker
tot haar door dat het bezit van het
kiesbiljet het machtigste wapen is voor tal van
gewenschte verbeteringen in de positie der
vrouw en dat het haar sterk kan maken in
haar strijd tegen onrechtmatige toestanden
op velerlei gebied.
Haar groote gaven en arbeidskracht bleven
niet lang onopgemerkt in de Ver. v. Vr.
Kiesr., zoodat zij weldra gekozen werd tot
lid van het Hoofdbestuur, waarin zij jaren
lang het secretariaat waarnam.
Jeanne van Lanschot Hubrecht behoorde
tot eene dier vrouwen, die men moet ken
nen om hare groote deugden en gaven te
weten te waardeeren. Door haar langdurig
lijden soms prikkelbaar, verwekte zij wel
eens een verkeerden indruk, doch die haar
ARONIA
Op een der zeldzame zonnige dagen in
het laatst van September bezochten we het
Naardermeer. Herfst heerschte op de plassen.
De vroolijke drukte der meeuwen en
sterntjes was verdwenen, de snor en de
karekieten, die in Augustus nog van geen op
houden wilden weten, waren verstomd. Uit
het hooge wuivende riet klonken alleen af
en toe de lokroepen van rietgors en
baardmeesjes. De rietsnijders stapten op hooge
laarzen langs de drassige dammen en sloe
gen de zicht in het ruigt, want het is nu
oogsttijd ep het Meer. Naarmate de winter
vordert, verandert een groot deel van het
geheimzinnig rietland in een geel
stoppelveld, dat op heldere dagen schril afsteekt
tegen blauwen hemel en blauw water. Een
paar stukken echter blijven ongerept. Dat
is in de eerste plaats de broedplaats van
de lepelaars, want die vogels krijgen het
soms in hun hoofd, om al terug te keeren
in Februari en dan is de rietbeweging nog
lang niet afgeloopen, Het tweede stuk,
waar de rietsnijder niet komt, ligt dicht
aan de noordzijde van den spoorweg aan
den Weesper kant. Dat is het Botanisch
reservaat, in den winter te midden van de
plassen en stoppelvelden gemakkelijk te
onderscheiden. De Zuidoostkust van dat
Reservaat is een oude dam en dicht be
groeid met elzen en wat daarbij behoort.
Noordelijk daarvan ligt rietland gedeelte
lijk begaanbaar, doorsneden door oude
nader stonden weten, hoe zij zich- zelve
van hare prikkelbaarheid bewust was en
er onder leed.
Het noodlot van haar gestel" heeft Lod.
van Deyssel van Eline Vere gezegd, doet
alle liefden van Eline mislukken." zoo schrijft
de N. Roit. Crt. van 6 Oct. 1.1 en onwille
keurig paste ik deze woorden op Jeanne toe.
Ook het noodlot van haar gestel" had ten
gevolge dat zij, die door zulk een talrijke
schare van vrienden zoo hoog gewaardeerd
werd, die om het hardst haar goed en warm
hart (prezen, toch eenzaam en alleen leefde,
en zij slechts in de allerlaatste periode van
haar lijden br] een innig met haar bevriende
verpleegster een warme opname vond, waar
zij door bare liefste vrienden tot haar dood
verpleegd kon worden.
Met een klein staaltje van den geest die
in deze warmvoelende vrouw leefde, wil
ik dit kort artikel over haar eindigen.
Ten gevolge van haar chronisch lijden
was zij verplicht zich sterk en doelmatig te
voeden. De haar behandelende geneesheer
zorgde dat zij daartoe in staat kon
worden gesteld. Maar Jeanne v. L. H. wilde
van deze bevoorrechting," zooals zQ het
noemde, geen gebruik maken, nu het
voedsel zoo schaars is en tal van armen
zich het hoogst noodige niet kunnen aan
schaffen. Liever benadeelde zrj zich zelf
dan te gebruiken waaraan anderen meer of
even groote behoefte hadden als zij, doch
die het niet konden bekostigen of bemach
tigen. Deze daad heeft ongetwijfeld haar
levensdraad vroeger doen eindigen dan anders
noodig zou zQn geweest.
Midden in haar veelomvattend werk is zij
heen gegaan en bij hare groeve bleek
hoe groot de leegte is, die zij heeft achter
gelaten, eene leegte, die niet spoedig zal
kunnen worden aangevuld.
ALETTA H. JACOBS
Een Nieuw Huis
De Vereeniging, Samenwerking" heeft het
oude 's Gravenhekje verlaten. Het houten
huls werd te bouwvallig, de wind joeg
's winters door de reten en kieren, zoodat
aan warmte niet te denken viel. De hut had
iets primitiefs-genoegelijks, dat viel niet te
ontkennen, doch men meende dat wat meer
geriefeiqkheid, wat meer ruimte, aan de ge
zellige geest, die het bewonen van een kleine
ruimte met zich medebrengt, toch geen af
breuk behoefde te doen.
Zoo werden dus plannen beraamd voor
verhuizen, het liefst had men een nieuw
volkshuls laten bouwen, doch de tijden zijn
daartoe allerminst geschikt en dus werd
gespeurd, gezocht en rondgekeken, en ziet
er werd een flink, ruim huis gevonden in de
Plantage Franschelaan 14, dat zich wonder
wel voor het beoogde doel scheen te leenen.
De Vereeniging Samenwerking" is een
zuster-vereeniging van .Ons Huls". ZQ is in
haar 21ste jaar, en wijdt zich geheel aan
de belangen van het volkskind. Als we haar
laatste jaarverslag lezen, dan zien wij hoe
ernstig het veelomvattende werk wordt op
gevat. Er zijn heel wat vakken op het
werkprogiamma. Vooreerst: Nederlandsen, Rekenen,
Boekhouden, Stenographie; dan
Sehoonschrijven, Engelsch, Fransch, Dultsch, en
verder de meer practlsche lessen in: Koken,
Verstellen, Naaien en Knippen,
Costuumnaaien, Versieren van stoffen, Houtsnijder),
Teekenen enz. Er zijn ook verschillende
clubs voor muziek, zang, en voor verstan
delijke ontwikkeling en handenarbeid. Kort
om zoo veelzijdig mogelijk wordt ook hier,
al is het op kleiner schaal, dan in Ons Huis"
gewerkt voor de opvoeding van het kind
uit de volksbuurten.
De Vereeniging Samenwerking" werd
opgericht door Mej. C- Tilanus, die 10 jaar
aan het hoofd stond en in 1908 vervangen
werd door Mej. S. W. Bloemendal, de tegen
woordige Directrice, welke met de plaats
vervangende Directrice Mevr. J. H. Smidt
van der Meulen, het omvangrijke werk be
heerd, zoodat het steeds groeit en in kracht
toeneemt.
Zoo werd dan, hoewel met weemoed, de
oude hut verlaten en het nieuwe huis 4
October des avonds vroolijk ingewijd.'t Zag
er recht feestelijk uit. In den ruimen gang
stonden groene kuip-boomen en langs de
leuning en de pilaartjes van de trappen
slingerde zich het roode herfstgebladert van
Amerikaansehe eiken
metheidebloemendoorvlochtea.Boven was de tot ontvangst ingerichte
bestuurskamer, daar werd gelukgewenscht
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
kreken en kavelslooten, waarvan sommige
weer zijn dicht gegroeid met hooge
zeggebulten. Hier gaat de natuur nu ongestoord
haar gang, hier hopen we van stap tot stap
na te gaan hoe de eene plantenformatie
verdrongen wordt door de andere, hoe het
tamelijk diepe stilstaande water gaandeweg
verandert in veenmodder, in laagveen,
overgangsveen en hoogveen, een proces
dat soms onbegrijpelijk langzaam, een
andermaal verbluffend snel verloopt.
Alleen in dergelijke reservaten en vooral
wanneer zij flink groot zQn, kan de
vaderlandsche natuur volkomen betrouwbaar
bestudeerd worden, overal elders treedt de
mensch pp als storende factor. Ja, ai be
treedt hij den grond niet eens, dan open
baren zich er toch de sporen van zijn
aanwezigheid. Hij heeft het grootste deel
van de wereld zoo intensief onder cultuur
gebracht, dat de ellandjesnatuur die wij
trachten te reserveeren den invloed daarvan
toch niet kunnen ontgaan. Het komt niet
te pas, om daarover te treuren, maar wel
mogen we probeeren het euvel, als 't zoo
heeten moet, zooveel mogelijk in te perken.
In ons Naardermeer-reservaat ondervinden
wij dit gebeuren op nog al aangename
wijze. Toen we er de vorige week langs
roeiden, genoten we van de herfstkleuren.
Die zijn in het Meer heel anders dan in de
bosschen. De egelskoppen en de biezen ver
kleuren meest van groen tot geel en donker
bruin. De scheeren tinten zich met donker
groen bij zwart af, voordat zij onderduiken en
het gehavende waterlelieblad paart helder
geel aan purper en dof groen. Pluizig grijs
staan de wilgenroosjes langs den water
kant, geheel overstoven met hun eigen ge
kuifde zaden en daarnaast gaan spichtig
de hooge stengels van het moeras kruiskruld
de lucht in, dood en verdord. Dan komt
weer vaal en mat groen van lisschen met
Ja,
He
en gerecepieerd. Welk een schat van bloenen
was er bijeen, getuigend van de sympathie
voor de Vereeniging in de Amstelstad. Aan
de bestuurskamer grenst een
allergenoegeiqkste zaal voor lezingen, muziekuitvoerin
gen, en vermakelijkheden die in het nieuwe
huis ook ruimschoots zullen plaats vinden.
Daar werd dien avond door den voorzitter
van de Vereeniging Dr. J. F. Hoekstra, de
Directrice, en door afgevaardigden van
andere vereenigingen, in denzelfden geest
werkend, gesproken; daar werd meer offi
cieel gelukgewenscht, daar zongen jonge
kinderen vroolijk, blijmoedig:
[a, wij roepen vol moed:
let ga allen hier goed,
Heersche immer de prettige geest.
Dien wij voelden zoo sterk
Bq 't plezier en bq 't werk.
Die in 't oude huls altijd geweest.
Wij zijn met plezier steeds daarhenen gegaan
Moog' lang Samenwerking voor ons bestaan.
Rosy Wertheim, de componiste, diri
geerde dit koor; dan zongen de oude
re werkkrachten en 't bestuur met den
bariton-solist den heer Bredius, in vierstem
mig vrouwenkoor de frissche cantate: Het
oude en het nieuwe huis'', getoonzet door
M. C. C. Reynvaan,
Aan den poort van 't nieuwe gebouw
Zq daarom geschreven.
Zoekt den arbeid, werkt getrouw
Blijft tezamen streven.
In de pauze bezichtigden wij het nieuwe
huis. Overal ruimte, overal licht, lucht,
soberen eenvoud, bij genoegelijke inrichting:
een reine, heldere badkamer, waar moeders
de kleine kinderen kunnen komen baden,
een flinke keuken met reusachtigfornuis(o wee
de brandstof-rantsoeneering!) een rustig
gehouden bibliotheekvertrek, dat tot lezen
noodt, verder verscheiden kamers voor ver
schillende clubjesingericht, en flinke portalen.
Als wij in het huis hebben rond gewandeld,
wordt het onzen tijd te vertrekken. Nog even
luisteren wij naar het werkelijk bijzonder
goede Mandoline-esemble dat zoo gevoelig
en zoo harmonisch de Freischütz ten beste
gaf, en onder het Leise, leise", gaan ook wq
zachtkens den donkeren avond in, met
leedgevoel dat wq in den kring van gezellig
samenzijn niet langer konden toeven.
De feestelijk opening is achter den rug,
als een mijlpaal was deze in het leven der
Vereeniging Samenwerking". Moge de
arbeid van directrice en bestuur zich uit
breiden ten zegen van het Amsterdamsche
volkskind.
ELI s. M. ROGGE
Illll Illlll Illlllll IIIIHIIII Illlll Illll
Van vóór mijn Deur
De straat vóór mijn woning was opge
broken. Karren met planken en gereed
schappen stonden erterwqi tevens een netwerk
van los daarheen geworpen gasslangen het
verkeer belemmerden.
Aan de rechterzqde, boven een diepe
gaping in den grond, verhief zich een primi
tieve tent van zeildoek.
Alles tezamen bood een heel gewoon ver
schijnsel aan. '.'."'
Maar niet gewoon was het oude mannetje,
aangewezen om een en ander te bewaken,
dezen nacht. .
Mijn eerste aanblik van hem, was een
gekromde rug. Het oudje had plaats ge
nomen op een omgekeerden kruiwagen en
las. Het blad papier zweefde soms vlak
vóór zijn oogen, bijtijden echter helde het
geheel over naar den rechter of linkerkant.
En wat las hq?
: Het sportblaadje van ons stedelijk dag
blad. Ijverig, vol inspanning volgden de
oude oogen de verschillende kolommen. Een
bril had hij niet.
Ik ging naar hem toe en vermoedend dat
de geheele krant voor hemzelf
belangrqker lectuur zoude wezen, bood ik hem
haar aan.
Verrast zag hq op en ik werd getroffen
door de tevreden uitdrukking van dat oude,
ingevallen gelaat de blauwe trouwhartige
oogen.
Hq tikte aan zijn pet.
Ik weet nou zoo net niet of ik dat wel
kan lezen, maar het is heel vriendelijk van
je, Mevrouw."
En u leest het sportblad?"
Jawel", antwoordde hij knikkend, maar
zie je, dat is ander papier. Dit is zoo wit.
Mijn oogen zijn niet meer al te best en ik
heb geen bril." Ja" vervolgde hq pein
zend ik ben al over de zeventig, maar
ik zal 't toch maar 's probeeren."
Ik gaf hem een sigaar en wat lucifers.
iiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiliiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiii
mooi leerachtig bruin van vruchten, die hun
driekante zaden in het water laten vallen
en daar naast op eens een roode felheid
die geheel vreemd is aan dat sober getinte
landschap. Dit komt des te meer
enverwacht, nu de enkele Geldersche roos, die
hier ieder jaar gloort, door de stormvlagen is
geteisterd en verdord, voordat het
najaarsrood zich kon ontwikkelen. Dit kleine
heestertje echter, nog al vreemd van blad, ziet
er door zijn roode kleuraldadelijkultheemsch
uit. 't Is het rood van de wilde wingerd, van
den Sumach, van den Liquidambar, kortom,
zou Mlcawber zeggen, 't is een Amerikaantje.
Hier en daar tusschen het riet zien we
hetHet was geen fijne Havana, maar hij nam
haar dankbaar aan.
.Hél" sprak hq dat is lief van je, dank
je vriendelijk, mevrouw."
Zóó hartgrondig ben ik niet dikwijls be
dankt gewordei, als door dezen ouden,
armen man.
Toen ik van mijn korte avondwandeling
weer vóór mijn deur kwam, was hij vol
aandacht verdiept in zijn lectuur.
Gaat het?" informeerde ik, terloops.
Beter dan ik dacht, maar en hij reikte
mij het blad over, mot mevrouw hem nou
niet terughebben?" Neen, u kunt het gerust
houden."
Dan dank ik je nóg eens", zei het oude
mannetje, dat ik later in mijn gedachten
noemde: Het oude mannetje met de witte
ziel".... Nu stond hq met moeite op, kwam
vertrouweiqk naast mij staan en op eenige
spelende kinderen wijzend, zei hq ernstig;
Ik heb je kindertjes maar gewaarschuwd
voor dat gat. Ze konnen er 's invallen, en
dan ook, zie je, staat d'r me halve flessie
melk en water in. Me vrouw het 't me ge
geven voor venacht."
Dat zou ook jammer zrjn" beaamde ik,
maar die kindertjes daar, zijn niet van mij.
Mijn zoons zijn volwassen.
Zoöo" zei hq, die groote heeren die d'r
net weggingen? Zoö-oo. 't Is hier mooi",
vervolgde hq. De kinderen zijn ook veel
gezeggelijker dan in de volksbuurten. Daar
vloeken ze me, oude man uit, voor merakel,
en ze gooien naar me met pr... neem me
niet kwalijk, met modder, mevrouw."
Schandelijk, om een ouden man te
beleedigen." Och", kwam het weer uit den
tandeloozen mond, dat is niet 't ergste.
't Ergste, is hun vloeke! Hooren en zien
vergaat je! Maar de schuld is aan de ouders.
Die vloeke thuis en de kinderen doen 't na,
op straat. Maar hier is 't best. 'k Heb ook
een beste nacht, hier, vier cente per uur l"
Vier centen per uur, en dat noemde het
oudje een besten nacht." Hoeveel verdient
U dan anders?" vroeg ik, terwijl ik m ij zelve
hél heélklein voelde bijzcöireel tevredenheid.
Nou, meest geven ze me 3 cente, maar
soms ook komt 't tot vijf. Zie je, mevrouw,
ik ken niet veel verdiene, kijk maar 's na
me vingers. Heeletega.irstijf, en me schouwer
ook."
Zoo kun je niet werke", vervolgde de
oude, geduldige stem. 'k Ben net goed
genog voor zooiets." Hierbij wees hij naar
de ontredderde omgeving.
'n Jaar of wat geleje, heb 'k 't nog 's
geprobeerd bq een bakker, maar 't ging 'm
te langzaam. Hq was wel niet kwaad, maar
jong en opvliegend, zie je. Op 'n morgen
zegt ie teugen me als je niet zoo'n oude
kaerel was, dan trapte 'k je de deur uit!"
Toen wist 'k dat 'r voor de oude man geen
plaats was en ben 'k weggegaan. Daarop
werd 'k ziek, en later ging 'k naar 't steun
comité, maar ze hebbe me niks gegeven.
Waarom niet?"
Ze zeie, ouwe baas, je mot hier niet
kom me ankloppe, je hoort thuis in 't ouwe
mannebuis, dat zeten ze."
En?"
En dat kan 'k niet, mevrouw, want ik
heb zoo 'n beste, goeie vrouw!"
Zijn oogen glansden van trots en liefde
toen hq deze woorden uitsprak.
Maar hoeveel verdient u dan zoo in de
week?"
'k Heb nooit een goeie boterham gehad,
maar toch altijd m'n brood. Thuis hebbe
we vier, maar óók wel 's zeve gulde!"
Maar daar kunt u toch, vooral nu niet
van bestaan?"
't Gaat. 'K heb beste oppassende kindere,
en we helpen mekaar. De oudste is
zevenenveertig. 'k Heb d'r een an 't front in Frankrijk,
een in Indianopolis, een klimt in die hooge
telefoonpalen, die was vroeger bq de politie.
Ze hebbe 'm niet weggejaagd hoor, hij ging
van zich zelf. Hij was d'r beu van dat bij
de standjes, 't volk altqd de politie te lijf
wil en de schuldige wil bevrije. En dan heb
'k nog dochters. De eene woont nou bij ons
in, met drie kindere. De'r man is in dienst."
Ik verliet hem om voor hem een kopje t heet e
halen en bq gebrek aan een boterham, legde
ik twee koekjes op het schoteltje.
Hq straalde van genoegen toen hij den
slappen, warmen drank aan de lippen bracht,
en tevens aan een der koekjes mummelde.
Maar ik zag dat hij schijnbaar iets op
het hart had.
En 't kwam ook:
As mevrouw nou nog 's effe kon wachtte,
dan zou ze m'en vrouw en me dochter zien.
Maar misschien dat je niet kunt?"
Het klonk zoo goedig en blij-verwachtend.
Ik kan nog wel even." Hq tuurde
intusscheii naar het begin van de straat. Een
zelfde rood gloren, het heele reservaat is
doorspikkeld met het struikje, dat daarginds
groeit van Labrador tot Florida en zich
dus ook gemakkelijk aan ons klimaat heeft
kunnen aanpassen. Nu is in dit Botanisch
reservaat nooit door menschen gepoot,
geplant of gezaaid en het vuurstruikje is
aldus vanzelf gekomen, in dit geval wil
dat zeggen, dat de vogels het er hebben
gebracht. We willen het Aronia noemen.
Dit prachtige heestertje ziet men tegen
woordig in tuinen of parken niet veel, maar
de boomkweekers hebben het wel, anders
hadden de vogels het niet In 't meer ge
bracht. Ze kunnen het nu ook nog veel
verder verspreiden,
want het zit vol met
mooie, dikke, sappige
bessen, donkerrood bij
zwart af. Die zijn ook
voor ons wel eetbaar,
maar je voelt dadelijk
op den tong dat ze
een samentrekkende
werking hebben, dus
ik laat ze liever met
rust. De vogels met
name de spreeuwen en
de lijsters smullen er
overheerlijk van en
daarom is het aan
planten van dit
prachtstrulkje aan te raden.
Voor een wild
vogelboschje is het
opperbest geschikt, want
het maakt uit den
grond telkens weer
nieuwe loten, zoodat
een enkele struik in
den loop der tijden een
heel struweel wordt,
dat ock buitengewoon
verlangen, een groot dorstend verlangen in
de oogen.
Eensklaps begon het oude gezicht te glim
lachen:
Daar is ze" riep hq juichend, niet m'n
dochter, zooas ik mevrouw zei." Is ze niet
flink? Zou je nou zegge dat ze al vieren
zestig is?
Neen zeker niet, en wat een vriendeiqk
gezicht, uw dochter trouwens ook." Het
was de waarheid.
Zq kwamen nader.
Dat is nou me dochter waarvan de man
in dienst is" legde hq nog eens uit.
Ik zag een vrouw op leeftijd gearmd met
een jongere aankomen. Beiden waren een
voudig maar netjes gekleed en toen zij
dichtbij waren, zag ik in de oogen der
vrouw dezelfde uitdrukking van tevredenheid
als in die van den ouden man.
Zq groetten vriendelijk, maar de oude
man kon zich nauwelijks beheerschen.
Hq duwde zijn trouwe levensgezellin het
koekje in de hand dat hij had bewaard en
sprak levendig:
Daar vrouw, neem 't an, dat heb ik van
mevrouw gekrege en 'n koppie thee heb ik
ook gehad n 'n sigaar!"
Dank u mevrouw, zeide zij beleefd en
de dochter boog even, en dat alles voor
zoo'n kleinigheid...
Maar de vrouw nam de biscuit niet aan.
Nee man, dat is voor jou!"
Het was aandoenlijk die twee oudjes gade
te slaan.
Weldra hadden de twee vrouwen even
eens een paar koekjes en toen verliet ik hen.
Toen noemde ik den ouden man, in stilte,
het oude mannetje met de witte ziel"...
Later op den avond zag ik naar buiten,
hoopte vurig op mooi weer, dien nacht.
Toen ik de ramen sloot, zag ik juist het
witte hoofd, gebogen over een lantaarn ter
wijl de linkerhand de pit voorzichtig omlaag
draaide.
Maar het geluid opmerkend, zag hij naar
boven:
Nacht Mevrouw, slaap maar lekker."
Had ik hem maar hetzelfde kunnen
wenschen!...
Iets later kwam mijn zoon thuis en bracht
hem tabak. Het mannetje was zóó ge
lukkig ...
En nu, terwijl ik dit neerschrijf bq het
licht in mijn gezellige omgeving, nu gevoel
ik mij niet tevreden gestemd als anders.
Het is bulten zoo donker en de nachten
worden koud. En onder mqn ramen terwijl
ik zal slapen, waakt daar een oude, gebogen
man, voor vier centen per uur...
Maar de oude man heeft een witte ziel"...
JO DE VOS
Het late middagschijnsel
Dit is het uur, dat aarde zich
Peinzend in schemer hult.
Het uur, dat ons belofte wordt
Van droef geluk, vervuld
Als tegen herfstig-klare lucht
Elk takje «Ier leeft,
En in het gele-rozen-licht
Van brozer teerheid beeft.
in schemer's diepe 'stille uur
Die eenzaam, ijle boom...
Het oud verlangen sluimert in...
Denken verstilt tot droom.
TONY DE RIDDER
Verzoeke alle «tukken voor e
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem,
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J, VAN 5CHA1CK
BeOTHSTRflHT UTRECHT
goed een samengroeien met kamperfoelie
en bramen kan verdragen: een prachtig
trio van herfstkleuren.
Toen dat Reservaat nog niet was inge
steld, werd het ieder jaar gemaaid en bleef
de plantengroei er dan ook vrijwel onver
anderd, omdat al het nieuwe meteen werd
onthoofd. Thans echter kan elk plantje er
tot zijn recht komen en hebben ze het
onder elkander uit te vechten, wie er zal
kunnen blijven, en nu heeft deze Amerikaan
in 'een jaar of vijf zich al zoo weten
op te werken, dat hij, nu in het najaar
tenminste, een der hoofdfiguren in het
landschap is geworden. Dat is nog op een
paar andere plaatsen in ons land ook gebeurd
en als het zoo doorgaat dan kunnen wij
deze mooie Aronia al spoedig even goed
tot onze gewone wilde planten rekenen als
zijn minder mooie of lastiger landgenooten:
de Canadeesche Fijnstraal, de Waterpest of
de nog steeds met voldoende bestreden
Azolla.
Als ge bij uw kweeker Aronia bestelt,
dan zal hij u misschien vragen, of ge Aronia
arbutifolia of Aronia melanocarpa wilt
hebben. De eerste heeft roode, de tweede
zwarte vruchten. Er bestaan echter
tusschenvormen, zooals onze plant in het Naarder
meer en die zult ge dan waarschijnlijk ook
wel krijgen. Maar dat doet er niet toe,
want ze zijn allemaal even mooi en aange
naam. Misschien is de tusschenvorm nog
het best. De Amerikanen noemen ze
Chokeberry, om de samentrekkende werking van
het vruchtsap. Choke cherry is weer wat
anders, dat is de vrucht van de Amerikaan
sehe vogelkers. We hebben het maar druk
met die Amerikanen.
JAC. P. T n ij s s F.