Historisch Archief 1877-1940
r
l F«br. '19. Ko. 2171
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR
Wat een Bezoekster van Liefdadigheid
naar Vermogen mij vertelt uit
den Nood der Tijden
Ik was nog maar een meisje van een jaar
of zes, toen ik op een morsren in de huis
kamer bij Moeder zat te spelen en een ge
huwde, gewezen dienstbode binnentrad met
een bul van een jongen van zeven maanden
op den arm. De kleine Hans oogstte Moeders
bijval in zulk een ruime mate, dat de vrouw
nederig doende prees: 01... maar dan
moet u Flora van Lena eens zien... en
Wimmie van Koosje... en Rielje van
Jeanne...
.Hebben die kinderen geen vadertje meer?"
riep ik op eens verbaasd uit l
Lachende kwam de vrouw tot me in het
hoekje, waar ik op den grond doende was
met mijn speelgerei. Ze wendde terwijl
ze me toesprak het hoofd zijwaarts naar
Moeder, voor wie haar antwoord eigenlijk
bedoeld was en betoogde in hare taal:
.Zeker wel jongcjuffrouw, maar b(j de
verzorging van de kinderen, heeft de vader
niemendal in te brengen, bij alle andere
zaken verkeett de Moeder in dat onmondige
geval. Ter uitvoering van de Joodsche wetten
toch, wordt in hoofdtrek de man erkend.
Slechts als Moeder van het gezin komt de
vrouw daarbij in aanmerking. En daarom
is juist het Joodsche huwelijksleven meestal
zoo gelukkig. We bewaken Vaders heillgsten
schat, waarom hij ons lief heeft."
Deze herinnering, door Moeder vaak weer
verteld, schoot me. waarschijnlijk door het
felle contrast,, dat ik op een morgen bij mijn
bezoek ontmoette, na jaren weer te binnen.
De Vader van het gezin zat in een grooten
stoel, bekneld tusschen vier jengelende kin
deren, terwijl de Moeder druk in de weer
zijnde ze mangelde hem heftig bekeef:
Jan ongeluk, daudvreter l Ken je se nog
genelns tevièje houwe? Waorfeur hét God
jou 'n siel in 'n lichaom gegèife! sarde ze.
Toen de vrouw me ontwaardde, brak ze
in een hartroerend schreien uit.
Ze had het zoovele jaren zonder
armenbedeeling kunnen stellen en nu moest het
er door den oorlog en dien lammeling van
een man toch toe komen, bejammerde ze.
Ondanks dag en nacht zwoegen, had ze het
niet langer kunnen bolwerken. Ze was niet
meer bij machte de buur op tijd te betalen
en was reeds met or t ruiming bedreigd.
.Ach Mefrou, as u 'ns wist, wat 't segge
wil, in die dure tijje 'n man en acht kindere
te motte onderhouwe, terwijl 't negende op
komst is l De kindere binne nog sau klein,
m'n oudste meissle effe tien. S m ie me
nog maor het werk foor de klunen uit
hande neime, maor as ik de deur uit bin
geweest foor m'n saoke, vind ik 'm bel mijn
thuiskom me aoltijd op s'n gemak sitte mit
de kindere op sijn lijf. Ik mot hier in de
buurt blijfe foor m'n mangelklante en in 'n
kelder. Se sijn teugeswooidlg allemaol eve
duur, daorom heb ik me bij uwe
vereiniging aangemeld om tijdelijk voorschot.
Maor God is m'n getuige!" riep ze vol
hartstocht uit mijn kindere en ik, weselle
in beiter tèje aolles teruggeife!"
Hier voel je wel dadelijk, dat enze hulp
wordt verdiend.
De man had haar ironisch, toch goedig
lachend zitten aankijken, terwijl ze op hem
gescholden had, en ging daarmede voort.
Dat priktaelde de vrouw steeds meer,,
waarom ze nu vol haat hijgend uitstootte:
.Mangelen is 'n swaor werk, ik mot rrijn
krachte daoifoor meer inspanne as ik kan,
nog meer om de kindere te bevr< idige, maor
nog het meist om die kerel te verdraoge,
die sijn lijd fan de ochtend tot de aovend
verdoet." .Mijnheer de beron" spotte ze
schamper.
IK trachtte haar te kalmeeren.
De man wekte door zijn treurig physiek
uiterlijk mijn innigst medelijden op. Ik merkte
al pratende, dat Vader inderdaad heet ziek
was, terwijl de vrouw in hare onwetend
heid en opwinding als gevolg van haar zoo
moeilijk leven, hem lui oordeelde. Het voort
durend twisten maakte de huiselijke om
standigheden des te treuriger. De kinderen
stelden Vader eenparig boven Moeder. Vader,
bij wien ze zich gewoonlijk in een meer
rustigen, genoegelijken toestand bevonden
dan bij Moeder, die den laatsten tijd het
VOGELBESCHERMING
Ingesloten door de villa dorpen De Bildt,
Bilthoven, Bosch en Duin en Huis ter Heide,
ligt een gelukkig nog ongeschonden terrein
bosch CD heide, gevormd door de land
goederen Houderinge, Noord Houderinge
en Beerschoten. Het is ongeveer vijfhonderd
hek (aren groot en vormt voor die nu reeds
vrij dicht bevolkte streek een onwaardeer
baar gebied van frisch natuurschoon, waar
van die bewoners profiteeren, zelf»al zetten
ze nooit een voet op het terrein. Dit is
ingezien door een bekend jong ornitholoog
en vogelbeschermer, die met toestemming
van den eigenaar en met medewerking van
de Vereeniging tot Bescherming van Vogels
op het landgoed Noord Houderinge in het
najaar van 1916 een honderdtal nestkastjes
aanbracht, een getal dat hij 1918 mocht
verdubbelen. De uitkomst van zijn be
moeiingen is, dat de vogelbevolking van
dat landgoed meer dan verdubbeld is en
dat de mogelijkheid bestaat, dat al de om
liggende villatuinen, waar de bewoners
(de menschen n.l.) de noodige belangstel
ling betoonen, nu ook de kans hebben van
verrijkt te worden met veel schoon
vogelleven. Het aantal broedsels van verschillende
meezensoorten steeg in n jaar van 34 tot
110, dat .der gekraagde roodstaartjcs van
22 op 44, de totale toename bedroeg 175 pCt.
Een prachtig voorbeeld van hetgeen =n
goedgezind mensen tot stand kan brengen.
Hoeveel is in ons*land op dit gebied nog
gezin regelmatig verstoorde door hare wisse
lende stemmingen.
Uit hunne verhalen maakte ik het vol
gende op.
Jan is een verwende eenige jongen onder
vele zusjes geweest. Zijn Moeder had hem,
haar te groote liefde ten spijt, allerminst
voor het leven opgevoed.
Door zijn aardig uiterlijk zijn gesolgneerde
kleeding en zijn bekoorlijke manieren had
hij het hart van de knappe werkzame Lien
veroverd, ofschoon hij eigenlijk geen bepaald
vak kende.
Dergeiqke liefde blijkt meestal niet be
stand te zijn tegen diepe misère.
Zoolang er overvloed van werk en de man
niet ondervoed was, had hij het gezin nog
wel kunnen onderhouden. Hij is kruier.
Juist over zulke zwakkelingen heeft de nood
der tijden zooveel ellende gebracht. Hij is
door zijn aanleg ondanks zijn jeugdigen leef
tijd van drie en dertig jaar niet meer in staat
zware koffers en manden de trappen op te
dragen, of een beladen kar een eind ver te
r^den. De stakkerd is dus voor een groot
gedeelte zijn kostwlnning niet meer meester.
Da klanten zijn zuinig geworden met het
laten doen van boodschappen. Er wordt
zooveel minder verkocht, waardoor ook het
innen van rekeningen, dat hem vroeger nog
aardig wat inbracht, vrij wel verloopen is.
Het gelukte mij Lien te overtuigen, dat
ze een besten man heeft, dat hij evenveel
haar hulp verdiende als zij de onze, en dat
door eendracht het zwakke sterk, door t wee
dracht het sterkste zwak werd.
Ik vertelde haar, dat twee zwakke struiken,
door zich ineen te strengelen, een zwaren
storm doorstaan. Ze moesten samen weer
later zonder hulp van anderen het gezin
boven water houden. Daarmede greep ik de
eerbare Lien in het hart. Ze wilde meehelpen
haar man geschikt te maken voor een en
ander werk, waartoe hij bij onderzoek de
capaciteiten bleek te bezitten. Hij schrijft een
fraaie hand, kan ook vlug typen, dat hij in
zijn vrije uurtjes bij een buurman geoefend
heeft. Hij is vaor kantoorbezigheden nog
best bruikbaar. Jan wilde niets liever dan
dat, biechtte volledig, dat zijn gemoed er
tegen in opstand kwam, als Jan de Wasscher"
in het gezin te fungeeren, waartoe zijn vrouw
hem had aangewezen.
De man is bij onderzoek in een lichten
graad tuberculeus bevonden. We mogen een
spoedig geheel herstel verwachten. De vrouw
heeft in hare zorgvolle omstandigheden een
tijdelijk weekgeld gekregen en een hulp, die
het mangelen waarneemt. Na de geboorte
van haar kind wil ze haar geldelijken steun
verminderd zien en weer zelf flink aan het
werk gaan. Er heerscht in echt paar s beider
gemoed een dankbare, vredige stemming.
Ze heeft nog nnze hulp gekregen. Ze blijft
door onze hulp in haar woning. De man
sterkt dagelijks aan door onze hulp, maar
we zijn lang niet almachtig. Er zijn zoovele
ernstige gevallen.
E. W. ASSCHER
iminimiiiimimiiiiiii
Moderne Meisjesportretten
III
Teekening van Is. van Mens
.919.
De Sporting-Girl
Een knap gezond dédaieneus gezicht, met
heldere oogen. De haren los en kroezig
opgemaakt maar nooit slordig. Blouses met
wijd open halzen, een leeren ceintuur, een
korte rok waar stevige beenen onderuit
te verrichten. En wat een heerlijk werk is
het ook. Wie daar van meer wil weten,
leze het artikel over Noord-Houderinge van
D. Tollenaar in het Jaarboekje der
Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van
Vogels, dat dezer dagen aan de leden is
toegezonden. Ziehier een staaltje:
.Nooit zal ik de Zaterdagen vergeten,
dat ik een acht uur achter elkaar de
nestkasten moest controleeren. Met een licht
laddertje op den rug diende ik de 200
H.A. op alle wijzen te doorkruisen en dik
wijls brandde de zon geweldig, als ik over
heuvelachtige en mulle zandwegen dwars
door de heide mijn weg volgde. Maar
daarvoor werd ik dan ook telkens weer
beloond door het gezicht van een stel
prachtige jonge pimpels, die ik boven op
hun blauwe koppen keek, of een nijdig
sissende koolmees, die zijn eieren kracht
dadig wenschte te verdedigen; dan weer
was het nestkastje veranderd in een la
waaiende muziekdoos met jonge draaihalzen.
Dikwijls wachtten mij ook verrassingen.
ik vond een blauw roodstaartjes-ei en een
nest met koolmeeseieren, waarop de oude
koolmees rustig broedde, of ik vond een
roodstaartje in een geweldig groot nest
kastje van spechten; een spreeuw had een
nest gebouwd met tientallen groote
glasen porceleinscherven. Dan weer zag ik
een paar vleermuizen, als ik nieuwsgierig
naar binnen keek, want die slapen er ook
geregeld in; of ik vond het nestkastje
omge hou wd door wespen.
Onderhand zongen de zwarte meezen
altijd snel en vroolijk in de dennen hun
helder liedje en de roodstaartman met zijn
schitterende kleuren zong overal, waar maar
open plekjes in t bosch waren, zijn
prachtigen klankvollen zang met allerlei imitaties,
vooral van koolmees, rood borst en
braamsluiper".
komen. Nette schoenen van een breed
makkelijk model, 's Winters jerseys van
«en brutale kleur en een muts die er bij
hoort, of een blanke* coat, met groote wflde
?zakken. Ze heeft flinke goed gevormde
handen, met een enkele ring, en geeft een
termen handdruk of ze een racket of
hockeystok omklemt.
Ze rent bij elk weer door de stad op
haar fiets. Als ze loopt heeft ze graag een
boxer of Fransche bull-dog bij zich aan
een korten stevigen riem.
Ze sjouwt met groote passen,haar handen
in den mantelzak, een beetje vooroverge
bogen, vlug en energiek.
Ze praat luid, lacht graag luid en
helder, is onverschillig en ongegeneerd in
haar conversatie, en nonchalant in haar
houding, puft sigaretten als een werkman
zijn pijp.
Haar kamer is in een wonderlijk Engelsen
universitelts stQltje. Een divan met een dikke
harige vacht als divankleed. Linten, insignes,
kiekjes van picnics, van hockey en
tennisveld, van toeren te paard, en tochten op het
ijs, slingeren overal. Aan den wand een
Engelsen plaatje van een mailkoets en
sportcaricaturen. Bibelots van hetzefde genre. In
den hoek van de kamer een racket of een
hockeystok. Een open baardje, met een lage
met crétonne bekleede gemakkelijke
Oxfordchair, een laag tafeltje, en de mand waarin
de boxer of de buil ligt te slapen. Een
reusachtige cigarettendoos, met een plaatje
van een vossen jicht, roodrokken te paard
en een meut honden, die een vos najagen
op den deksel, en een aschbak met een
hondenkop op het tafeltje.
In haar makkelijke stoel leest ze novellen
en rookt clgaretten.
Ze heeft een theetafel met een servies
met flinke groote koppen, en heeft vaak
bezoek van sportvrienden en vriendinnen.
Ze kan uitnemend theezetten en presenteert
daarbij Engelsche versnaperingen als toast,
sandwiches met komkommer of tomaten, be
schuitjes met een flik en allerlei soorten cake.
Zoo is en leeft het sportmeisje, vroolijk
en luidruchtig, baar leven vullend met
hockey, tennis, roeien, paardrijden,
schaatsenrqden, golf en andere vermoeiende drukke
bezigheden, en weert zoo de sentimentaliteit
die haar leeftijd zou kunnen meebrengen,
en het verlangen en begeeren van haar
vrouwelijke natuur, tot ze verliefd wordt en
trouwt met een rijken jongen,die goed crikket,
rijdt of roeit, vroolijk en oppervlakkig is als
ze zelf, en haar kort na haar huwelijk een
two seater, een rijpaard of een motorbootje,
en aan het einde van het eerste huwelijks
jaar een stevige baby schenkt.
ARIËT TE
niiiiiiitmiMiiiiiimiMiiiiiiMM
Frissche Lucht door het Torentje"
Ia lang heb ik geen bericht met zooveel
genoegen gelezen als dat, voorkomende in
het stukje van D. Hans in 't nommer van
Stad en Land" van 30 Nov. over mr. J. B.
Kan. Van boven af komt nu misschien de
victorie van de frisscne lucht, uit onze
hoogste regeerlngsbureau's l Kan het mooier
en epvoedmder en meer kans belovend op
succes? Hij, mr. J. B. Kan, onze staats
secretaris voor algemeene zaken, hij de
blijver, als ministers gaan en komen, hij
dweept met frissche lucht, zit met open
ramen, ook als 't koud is, en blijkt niet
alleen een allround sportman, maar iemand,
die de hygiëne toepast eiken dag en ieder
uur bij zijn werk en bij zijn uitspanning.
Het hameren op het aambeeld van de
frissche lucht het f t dan toch effect. Menig
maal lijkt het, of alle pleiten erover aan
doovemansdeur terecht komt. In treinen lijdt
men nog duldelooze kwalen, als men niet
van vieze lucht gediend is; in gangen van
huizen is het soms ellendig gesteld met de
luchtverversching. Hoeveel voordeuren mis
sen de gelegenheid om versche lucht binnen
te laten, terwijl het absoluut noodig is a
in de voordeur n in de achterdeur ramen
of deelen van ramen te kunnen openzetten.
In ziekenhuizen zelfs, hoe pooverkanhet
daar met de luchtverversching gesteld zijn)
Ik heb nergens intensiever etenslucht moeten
inademt n dan voor twee jaar in December
op de gangen van het ziekenhuis aan den
Singel te Deventer, en Ik vrees, dat die
inrichting geen uitzondering is. Bij weinig
brandstof is het natuurlijk m.oe>lijker dan
in perioden van ruime voorziening in die
behoefte, maar ook nu kan men toch vast
houden aan het beginsel, niet in doode lucht
te willen ademen, dat is, in lucht, die niet
met de buitenlucht in direct verband staat.
Maar o, al erkent men het beginsel, er is
Wie zou niet gaarne meewerken aan
vogelbescherming?
Er zijn in ons land een menigte buiten
plaatsen, waar tot heil van de omgeving
op deze manier de vogelstand zou kunnen
worden uitgebreid. Ook ken ik wel enkele
eigenaars, die ook .met een licht laddertje
op den rug" hun plaats afloopen en zich
verheugen kunnen in het bezit van een
groote schat aan vogels. Een ervan vertelt
in hetzelfde jaarboekje van den boomklever
en hoe die zijn nest bouwt van zeer dunen
velletjes denneschors keurig geschikt, zoodat
het geheel wel een bruine roos gelijkt, waar
nog zoo'n groote afstand tusschen zeggen
en doen l En in dezen, net als met zwemmen
en met lichaamsoefening, is het alleen de
daad, die zegeviert en u den
onvergelQkelijken schat van de gezondheid kan bezor
gen. U, dat wil zeggen, allen, ook hun, die
van huis uit niet sterk zijn. Gezondheid
kan best een kunstproduct zijn, geloof dat
vrij l Lieten de menschen al hun andere
kunsten daarvoor maar eens in den steek l
A propos van zwemmen in de open lucht,
sinds 1900 houd ik het trouw in den winter
vol en ben er nog altijd evenzeer mee
ingenomen. Dat heeft D. Hans op zijn ge
weten, dat ik nu alweer in dat oude thema
verval, hij, die met jonker Frans pit en
kracht geeft aan het Gele Weekblad. Hij
heeft verteld van den frisschen wind, die
er waait door ons Torentje;' aan den
Vijverberg, althans wis en zeker door de
buieau's van onzen staatssecretaris. Als dat
eens een symbool mocht zijn! Onze be
stuurslichamen de dragers van gezonde
hygiënische begrippen l Wat zou er een
spin rag worden weggevaagd en hoe helder
en kloek zou de altijd navolgende massa de
werkelijkheid onder de oogen leeren zien I
Per slot van rekening is alles veel een
voudiger, dan wfj denken, ook het hand
haven van gezondheid en gezonde opvat
tingen, als wij maar durven zijn, wat ons
innerlijk bewustzijn ons als goed en voor
ons wenschelijk aanwijst.
FREDEPIKE J. VAN UILDRJKS
llllllllllllllllllllillillllllilllllllllllllllllllllllllllllllllillMiliitllliiiiiiiiiiiig
Vrouwen in de Gemeenteraden
De Tweede Kamer heeft hare deuren
voor de vrouw geopend; nu is de beurt aan
Provinciale Staten en Gemeenteraden.
Eigenlijk hadden de gemeenteraden moe
ten voorgaan. Op geen enkel politiek terrein
zal de vrouw zooveel kunnen uitrichten
als daar, juist, omdat op dit terrein men
beweert het wel eens l de politiek niet
oppermachtig is... gelukkige gemeente,
waar zij het inderdaad niet is l
En ook is dit terrein het gemakkelijkst
te overzien; het reikt niet verder dan de
eigen woonplaats. De vrouw in den ge
meenteraad, dat is de gemeentelijke huis
moeder. En verkeerd zullen de handen haar
niet staan. Hoeve»l nuttigen arbeid verricht
ze al niet, in dienst der gemeente, als lid
van de schoolcommissie, van het armbe
stuur, in commissiën voor volkshuisvesting
en ziekenhuizen, en in den aller-modernsten
tijd in de levensmiddelen commissies! Zoo
ergens, dan is in den gemeenteraad hare
plaats bereid. Zal ze er komen, in het
vredesjaar 19 9?
Er is reden, om het te gelooven. Al te
goed geloof zou echter gevaarlijk kunnen
zijn en actie blijft geboden.
Het bestuur van de afd. Amsterdam van
den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht heeft
een schrijven gericht tot alle te Amsterdam
gevestigde klesvereenigingen, om er op aan
te dringen, dat bij de a.s. gemeenteraads
verkiezingen ook vrouwen op de
candidatenlijsten zullen worden geplaatst, Aan dit
schrijven werd toegevoegd een IQ s t met
22 namen van vrouwen, op wie het bestuur
de aandacht der kiesvereenigingen meende
te mogen vestigen.
Reeds verklaarde een tiental dezer vrouwen
zich bereid, om een candidatuur te aan
vaarden, wanneer haar die door de eene
of andere kiesvereeniging mocht worden
aangeboden. Voor het begin mag men deze
cijfers als zeer bemoedigend beschouwen.
Natuurlijk is het aantal der vrouwen, die
in aanmerking mogen komen, vél grooter
de kunst is om ze te vinden en als de
trouwens zeer begrijpelijke, eerste schroom
overwonnen is, zullen ongetwijfeld velen
bereid worden gevonden, om de lang niet
altijd aangename nieuwe plichten op zich
te nemen.
De gemeentelijke huismoeder, zal ze er
komen in 1919? Amsterdam mag het hopen l
BERTHA LEDEBOER
De Kluit, een der voornaamste bewoners
van West-Rozenburg
(foto A. Bardett)
Twee menschen door den nevel
Ik zag t wee menschen door den nevel schrijden,
Zij gingen, arm' en handen dicht ineen,
Ik zag, dat wat hen werklQk hield gescheiden,
Hen schijnbaar innig te vereenen scheen.
Die menschen waren als t wee boomen, eenzaam
Die winter-witte mist heel stil omgeeft.
Dit hebben ziele' en ijle boom gemeenzaam,
Dat eendre grijze nevel hen omzweeft.
TONY DE RIDDER
dan de eitjes midden in komen te liggen."
Een ander vertelt weer van uilen in het
Wassenaarsche duin of van den
sprinkhaanrietzanger, die alleen de wildernis wil be
wonen en daarom moeten wij zorgen hier
en daar een wildernlsje te behouden, als
asyl voor mooie planten en dieren, die
nergens anders kunnen aarden. De afdeeiing
Groningen heeft in samenwerking met de
Vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten een dergelijk stuk weten aan tekoopen.
Ook op andere wijze werkt de Vereeniging.
Zij tracht zooveel mogelijk te waken voor
een goede uitvoering van onze vogelwet.
Het is treurig en ergerlijk, zooals deze wet
nog maar klakkeloos wordt overtreden en
hoe onhandig zij dikwijls door de bevoegd
moetende wezen autoriteiten wordt uitge
voerd. Het allernaarste geval is wel wat er
gebeurd is met den afgesneden Hoek van
Holland of, zoo ge wilt, met de punt van
Rozenburg, de Beer, het duin-schiereilandje
aan uw rechterhand bij het invaren vanden
Nieuwen Rotterdamscnen Waterweg, 't Is
Staatsdomein, de jacht is er verpacht en
de Scheurpolder ligt er vlak tegen aan. Als
natuurhistorisch terrein is het een der
wonderen van Nederland en van West
Europa, zoowel om de velerlei strand- en
duinvormingen als om de prachtige flora en
de weergaloos rijke vogelwereld. Hier is de
eenige plaats in Nederland waar de gele
hoornpapaver voorkomt niet in een enkel
exemplaar, maar in een flinke populatie
tusschen strandwal en duinvoet. Hier groeit
het duizendguldenkruid in prachtige ver
scheidenheid. De duifibosschen wemelen van
klein gevogelte terwijl de strandweiden,
zandplaten en schelpstranden in den broeitijd
vol liggen met nesten van zeezwaluwen,
pleviertj's, scholekster en kluiten, kieviten,
tureluurs en kemphanen. Vooral de
kluitenbevolking is er buitengewoon talrijk en niets
HUMORESKE
Teekening voor de Amsterdammer"
van Bidau Ehrhardt
.f
DE FORTE-CHANTEUSE
II m'aime! Il m'ai-meüII m'a-i-m-e!!!
Huishoudelijke Wetenswaardigheden
Om wormen uit potpalmen te verdrijven,
zet men den pot eenigen tijd in een emmer
met water. De wormen komen dan te voor
schijn. Men moet de planten daarna laten
uitlekken en ze niet eerder begieten voor
de aarde bovenop weer droog begint te
worden.
Wie vlug en goed groenten wil wasschen,
menge wat zout in het water. Rupsjes,
slakkrn en ander ongedierte worden gedood
en komen aan de oppervlakte van het water
drijven.
Een weinig terpenen, in warm water op
gelost, is het beste middel, om venster
ruiten en spiegels schoen te
maken. Ook spiritus helpt uitmuntend.
Bij het wasschen van linnengoed iskorax
te verkiezen boven soda. Niet alleen heeft
men dan minder zeep noodig, maar borax
maakt het waschgoed ook witter.
Om vlekken van roode inkt uit het
tafelllnnen te krijgen, bestrijkt men ze met
versch gemaakte mosterd, laat deze er een
half uur op inwerken, en wascht daarna de
vlek met een spons na. In den regel zal de
vlek verdwenen zijn.
Gewasschen glaswerk krijgt men weer
prachtig glanzend, door het na het drogen
af te wrijven met vloeipapier.
PAULINE NOYON-WAESDORP
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
lllllllllllllllllimillHIJtliiijiiiijjjiiiuj,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,^
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWflREN
E. J. VflN SCHflICK
BOOTHSTRflflT
UTRECHT
II1IIIIIIIIIIIIM11IMMIIIIIIIIIIIIIIIIIII
is mooier dan deze slanke, prachtige vogels
in hun dartel spel langs de vlakke oevers
van de Brielsche Maas. Op Texel broeden
die kluiten ook wel en de Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten bezit daar
een prachtig broedterrein van de mooie vegels,
doch daar zfln ze noch zoo talrijk, noch zoo
schilderachtig gehuisvest als op het Staats
domein aan den Waterweg.
Nu zou je zeggen een Staatsdomein, dat
is toch wel veilig en daar zal de vogelwet
wel toegepast worden in het belang der
vogels. Het zou wat l In de hongerverbfjsterlng
van 1918 werd aan eenige personen ver
gunning verleend tot het rapen van
meeuweneieren en toen is zonder onderscheid van soort
alles weggeroofd, ook de eieren van de
kluiten. De Vereeniging tot B-scherming
van vogels heeft ten slotte weten te ver
krijgen dat zij na afloop dier vergunningen
dat is na l Juli 1918 het terrein heeft mogen
bewaken en daar die' watervogels nog al
eens laat willen broeden, is er gelukkig ten
slotte nog iets van terecht gekomen.
Ook elders liet de Vereeniging terreinen
bewaken o.a. het geheele eiland
Schiermonnikoog en ook in het land der Friezen
zoekt zij naar wegen, om daar tot een be
vredigende toepassing van de vogelwet te
komen. De Friezen zijn een groot en goed
volk, maar het eierrapen zit hun in merg
en gebeente, dat dateert nog uit den
terpentijd Maar onredelijk zijn ze niet en er komen
er gelukkig hoe langer hoe meer, die trotsch
zon op den waarlijk eenigen vogelrflkdom
van hun waterland.
Alles met alles staat de Vereeniging tot
Bescherming van Vogels er goed voor. Zij
verricht op velerlei wijze vruchtbaar werk,
vat haar taak ruim op en hindert de wereld
niet met larmoyante verzuchtingen. Dat
stadium is z{| reeds lang te boven. Zij
waakt en werkt en is .vol vertrouwen".
JAC. P. THIJSSE