Historisch Archief 1877-1940
N«. 2181
Zaterdag 13 April
A°1919
DE AMSTERDAMME
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag f 0.4') p. regeS, binncmag. f 0.50 p. regel
IJfHOCDt Bladz. 1: Van den Uitkijk ter
Vredesconferentie, door v. H. Buiten l Overzicht,
door Jdr.. W. G. 0. Byvanok. 2: De Eumpeesohe
Zondvloed, teekening van Jordaan. Droom en
Daad, door mr. H. iltay Krekelzang, door J.
H. Speenhoff. De Lichtstad VI, door dr.
Frederik van EedeD, met teekening van J. London.
3: De moderne Geest in het Leger, door
Flavius, net teekeningen van Ia. van Mens. Het
geheime blaadje vaa Brussel, door v. H. 5 ;
De vrouwen ia deProv. Staten, door
BerthaLedeboer. - Mej. A. L. v. d. Berg, teekening van E.
Woutersen-v. Doesbnrgh. Een mooi Plan, door
F. 8, T. Balen-Elaar. Peuteekenicgeo. door A.
W. Blanw-Heering. - Bloemen, door Clinge
Doorenbos. Uit de Nstnar: De Spechten, door Jac.
P. ThtjssR. 7: De Verbinding der IJ-oeYers,
door W. Fenanpa. - Wat onze teekenara doen. ..
teekening van George van Baemdonck. Dram.
Kroniek, Top Naeff. 8: Het Regime van
Djemal Pasch», door mr. J. I. de Haan. Op den
Ee. Uitktjk: Ontwerpwet op de K. v. K., door Jhr.
mr. H. Smiasant. Stempel en handteekening
Gen. Storrs. Vnenhnizer Typen, door J. A.
Bientjes. 10: Uit het bladschrift van Jantje.
Bijmkronyok. 't Schietgat, donr Melis Stoke.
11: Da Dn zendste Boom, teekening van Joh,
Braakensiek. Schaakspel, Bed. Dr. A.. G. Olland.
Feuilleton: De Liefdeznster, door Nico Bost.
Brjvoegsel: De Uitbreiding van het Bolsjewisme,
teekening van Johan Braakensiek.
VAN AF DEN UITKIJK TER
VREDfcSCONFtRtNTIE
De situatie is hier als een kaleidoscoop.
lederen dag verandert het aanzien. Vooial
aan de oppervlakte. Wie daar niet door
heen weet te turen, zou denken dat de
toekomst van Europa door het toeval
wordt beheerscht. En aangezien zeer
velen geneigd zijn, aan den arm der
oppervlakkigheid te loopen, is menigeen
ook die opinie toegedaan. De gedele
geerden, de raad van Vieren vooraan,
worden door zooveel veranderde om
standigheden beïnvloed, niet't minst ook
door de inwendige politiek in hun eigen
land, dat de vaste lijnen dan zoek schijnen.
Toch zijn die er wel degelijk, wanneer
men ze maar niet in een welbewuste
eenheid van overtuiging onder de ge
delegeerden zoekt. Ideeën te over. Maar
afwisseling niet minder! Windt daarom
heen de fantasie van hen, die er omheen
slingeren. En je hebt een onontwarbaar
kluwen van mogelijkheid.
Onder de oppervlakte echter schuilt
de Noodzakelijkheid. Om haar te aan
vaarden, daarover wordt door den een
langer dan door den ander gedaan. Dit
is de eenvoudige reden, waarom zoo
vaak van tegenstrijdigheid gesproken
worden kan. En waarom een paar dagen
later de lijn zich toch afgeteekend heeft.
De noodzakelijkheid brengt de dingen
bij elkaar. Dezelfde noodzakelijkheid, die
den oorlog heeft doen geboren worden;
die op 't eind Amerika erin heeft ge
haald, en die den afloop maakte gelijk hij
is geweest. Diezelfde noodzakelijkheid,
welke Clemenceau aanvankelijk een tegen
voeter van den Volkerenbond deed zijn,
maar principieele oppositie onhoudbaar
heeft gemaakt. Dezelfde noodzakelijkheid
echter ook, welke aan dien Volkerenbond
een bescheidener aanzien geeft, dan
menig enthousiast vooral vanuit A merika,
had Bedacht. Dezelfde noodzakelijkheid
in elk geval ook, die naast dien
VolkerenF1GUREN EN NOTEN
ACHTERGROND VAN LENIN
Natuurlijk, mijn gale'ij zou heel incompleet
zijn wanneer er geen Russen in waren. Maar
een man als Lenin is een groot biest"
't is zonder oneerbiedigheid gezegd om
er in onder te brengen, en als men 't onder
neemt, ondervindt men de bezwaren. Ik ge
loof niet dat ik de eerste beri die aarzelt
als hij aan het portret van den Russischen
dictator wil beginnen. Want daarbij hoort
een achtergrond waarop de persoon moet
uitkomen, en noch de achtergrond van het
Russische leven noch de persoon zijn zoo
dadelijk met vaste lijnen ie teekenen. Wij,
Westersche menschen, missen den maa'staf
en loopen gevaar de kleuren door elkaar
te warren.
De Russen zelf, toen de Novemberrevolutie
van 1917 Lenin en de zijnen op den voor
grond aan 't hoofd bracht, hebben eerst niet
geweten wat 2ij van hen moesten maken.
Eerst heette het: binnen 'n veertien dagen
zijn zij door het belachelijke van hun ideeën
zeli onmogelijk gemaakt, dan iets voor
zichtiger: binnen twee maanden hebben de
kozakken de beweging onderdrukt, om daarna
nog een poos voort te gaan met het voor
spellen van een spoedig einde aan de re volutie.
Terwijl Lenin zich in het bestuur hand
haafde.
Rusland is het land waar het onmogelijke
vrij spel hreft.
De fantasie heerscht er in naië/e
gebond zeer ree'ele staatkundige en militaire
waarborgen, van het ouderwetsche
politieke soort, zoo men wil, nog in het
leven roepen doet. Zoolang er werke
lijkheid in de wereld bestaat, kan niemand
daarbuiten. De mogendheden hebben
bewerkt, dat 't gewoonlijk erg gemak
kelijk is idealist te zijn op een punt dat
u niet aangaat! De practische noodzake
lijkheid begint thuis. Zoo houdt Engeland
vast aan zijn vloot, en Amerika aan zijn
monroeleer en de uitsluiting van't gele
ras. Ten leste komt degeen, wie men 't
langst naast 't zuiver ideëele voeren
wilde, komt Frankrijk ook tot zijn wer
kelijkheid.
Clemenceau, de man van 't reëele komt
tot zijn recht, meer dan menigeen aan
vankelijk had gedacht. En dit des te meer,
nu hij in de laatste weken bij zijn eigen
natie nog zoo'n krachtigen politieken
steun voor zijne denkbeelden gevonden
heeft. In den kring van 't parlement
vertelt men u nog steeds, dat hij niet
langer meer dan een week aan 't roer
zal zijn. Maar naar hij zelf zegt, is dit
sinds 't begin van zijn optreden in den
oorlog, nooit langer het geval geweest!
Frankrijk krijgt niet alleen den Elzas.
Frankrijk verkrijgt ook de
onrmilitairiseering van den Linker-Rijnoever. Of
hieruit niet verder een geallieerde,
meerendeels Fransche
bezettingsnoodzakelijkheid voortvloeien zal, laat zich
aanzien. Frankrijk krijgt hoogstwaar
schijnlijk ook het Saarbekken, hoewel
het 't niet krijgt! De hoofdzaak, de
economische en minerale rijkdommen
zullen aan Frankrijk komen. De andere
hoofdzaak: de souvereiniteit, niet.
Op deze manier wordt Frankrijk toch
weer het middelpunt van de continentale
politiek van West-Europa. Deze en gene
heeft de aardigheid te zeggen dat Frankrijk
wordt gedupeerd. Wij zouden zeggen:
laat ze maar loopen. En zeker geldt voor
de afteekening van het politieke beeld,
waarin Holland komt te staan, eerder
het andere gezichtspunt.
Zoo laat zich dan ook nader bezien,
wat op de Vredesconferentie voor
Holland's verdere positie te leeren valt.
Wat den geest tijdens dea loop van
't congres aangaat, die is ons land niet
bijzonder ongunstig, vrij indifferent. De
stemming is in 't algemeen zoo, dat ons
geen kwaad geschieden zal. Goed echter
ook niet. Dat komt op ons zelve aan.
Over 't geheel komt het aan op acti
viteit en moderniteit, 't Blijkt herhaalde
lijk, dat de oorlog over menig land en
menige regeering een practischen busi
ness geest heeft gebracht, een gave om
vlot op te treden, die is meer dan wij
van de harde werkelijkheid, van de
Amerikanen, en misschien zelfs wat van
de Duitschers hebben geleerd. Wij zijn
in verscheiden opzichten soms het an
cien régime, en men kan het Holland
niet genoeg toeroepen wat uit zichzelve
te stappen en wat mér zelfvertrouwend
te worden door .... het wat minder
te zijn l
Als plaats van vestiging voor den
Volkerenbond is weinig of niet aan den
Haag gedacht. Wanneer eenige
Nederlandsche politiek er op moge zijn gericht
geweest om deze positie voor ons land te
behouden, is die politiek helaas een
failure geweest. Werd ter elfder, ja,
misschien te twaalf-en-een-halfder ure
het Vredespaleis toch nog voor den
Volkerenbond in gebruik genomen, dan
zou dit alleen ondanks onszelve zijn,
omdat nu eenmaal het ongedachte wel
eens door 't lot verkozen wordt.
Van overwegend gewicht is trouwens
deze kwestie van de vestiging van den
Volkerenbond niet. Wij zijn niet van
oordeel, dat een land hierdoor in de
internationale staatkunde sterker zal
staan, 't Speciale punt voor Nederland
is dat van de traditie en van de eer.
Maar niemand te Parijs heeft er dieper
over nagedacht, dat Nederland eigenlijk
vanzelf voor het Bondspaleis in aan
merking komen moest. *
Op deelneming aan de financieële
volkerenbondsplannen, aan de interna
tionale regeling van de oorlogsschuld,
kunnen wij in elk geval voorbereid zijn.
Beteekenisvol blijft het Belgische
vraagstuk. Nu heeft, voorzoover wij zien
kunnen, de Vredesconferentie vier mid
delen om zaken tot eene oplossing te
brengen. De eerste is die van onder
handeling en overleg. De tweede die
van dejeuneeren. De derde die van
propaganda tegenover de publieke opinie.
De vierde die van overlaten. Van alle
vier kan men ruimschoots de experi
menten mede maken! De vierde wordt
al meer en meer populair, in het bij
zonder voor wat men never.-kwestie's"
noemt. Zulke neven-kwestie's en met
name die, welke voorde kleine mogend
heden onderling van zeer groot, doch
voor de grooten van zeer gering belang
zijn. Wij zouden ons onmogelijk met
al die punten tusschen al die volken
kunnen bezighouden", zoo zeide mij
iemand. Daarom zeggen wij strijk en
zet: zorgt in 's hemelsnaam dat ge 't
samen eens wordt".
Dit zal ook den aangewezen weg voor
de Holland-Belgische beslommeringen
zijn, 't geen generzijde aanstonds, en
later ook bij ons had moeten zijn be
dacht. Het kan ook des te beter, omdat
de kwestie's meer en meer een vrijwel
zuiver technisch en economisch karakter
aannemen. Had men ten onzent eerder
begrepen, hadden de Belgen ons eerder
klaar doen verstaan dat de kwestie's
van Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen
grootendeels betroffen: kwestie's over
de vaart op en het onderhoud van de
Zuid-Willemsvaart, het kanaal van
Terneuzen, dat van Hansweert naar
Wetneldinge, de Scheldegeul en een eventueel
Antwerpen-Rijnkanaal, dan zouden daar
over zeker heel wat minder hooge
woorden gevallen zijn!
De Conferentie heeft op dit stuk eigen
lijk slechts twee overtuigingen: dat er
tusschen Holland en België geen oor
zaken van zedelijke wrijving mogen be
staan, en dat die twee tot minnelijke
onderhandeling moeten komen. De
mogendheden zijn dan wel bereid haar
auspiciën te verleenen. Maar ingrijpen
zullen zij daarbij niet veel.
Wanneer n Holland n België eens
tegelijkertijd zér verstandig waren,
namt-n zij aanstonds het initiatief tot
onderling vooroverleg, om de Confe
rentie met een practische regeling Ie
verrassen. Van Holland's kant zal daarbij
voornamelijk worden verlangd, dat wij
met behoud van onze territoriale rechten
op de waterwegen, aan de Belgische
verkeersbelangen ook in de praktijk
zooveel mogelijk de volle gelegenheid
moederen en vindt dikwijls geen tegenwicht.
In het laatste gedeelte van den oorlog,
wordt ons verteld, had een afdeelirg Rus
sische troepen zich met groote hardnekkig
heid en vele opofferingen van een hoogte
meester gemaakt die den omtrek beheerschie,
de vijand hnd zich op een aanzienlijken
afstand geretireerd; toen kwam er naar het
Russische kamp een parlementair met de
mededeeling dat de Duitschers niet begrepen
hoe hun tegenstanders die toch niet van
annexatie wilden we'en drn vreemden heuvel
in bezit konden nemen. Ja dit begrepen de
Russen zelf op dat oogenblik ook niet meer.
Zij verlieten hun positie, die dadelijk door
den vijand weder werd ingenomen en krachtig
versterkt.
Het klinkt ongeloofelflk en iwojdt alleen
te begrijpen, wanneer men weet dat de
Russische boerenjongens, voor het leger
opgeroepen, volstrekt geen voorstelling heb
ben van de uitgestrektheid van hun land
en nog minder voorstelling van een land
kaart. Zij kennen hun dorp, de rest is vaag,
en onder sommige omstandigheden laten
zo zich gemakkelijk bepraten. Zij leven onder
suggestie, heef! men gezegd.
Ik geef nog een voorbeeld, uit een a; dere
sfeer.
Weer toont het hoe gemakkelijk de ver
beelding aan den gang kan trekken, en hoe
ze eenmaal opgewekt voor niets staat om
zich te midden van alle mogelijke contra
dicties te realiseeren.
In Maart 1918 heeft zich te Moscou de
groep geconst tueerd van de
immediaatsocialisten. Zij lieten zich gelden als een
toongevende partij, eischten een weidsch
hö'el op en vestigden daar hun gemeente".
Zij wilden niet langer weten van een
abstract socialisme in de toekomst, het
moest onmiddellijk een werkelijkheid zijn.
De groote ideeën, zoo zeggen zij, moeten
op eenmaal worden toegeëigend. Het socia
lisme is de waarheid, en wat waarheid is,
is het ten allen tijde. De waarheid vertragen
is haar verloochenen. Voorbereiding is
unncodig. Nu wij in een sociale revolutie leven,
geeft het volk het socialisme d,i. het com
munisme als geheel".
Het wordt tot een geloof, een geloof
dat zich in een oogwenk verbreidt en den
omkeer brengt. Elk begrip van ruimte en
werkelijkheid is opgeheven.
Op dien trek van den volksaard zou ik
den nadruk willen leggen.
Maar dat is het volk dat den prikkel tot
de revolutie ontvangt, er zijn er ook en
men mag hen niet verwaarioozen waar
van de aandrift uitgaat.
Men moet, om een juist beeld te hebben
van de beweging, zich altijd voor oogen
houden ctat de omwenteling die in het begin
van 1917 een eind maakte aan het régime
van den Tsaar, de grenzen van het land
eensklaps openzette voor een stortvloed van
verbannenen en uitgewekenen. Hun aantal
kan op niet mirder worden geschat dan
'n twintig duizend.
Zij kwamen uit Siberië en dat waren
vooral ]oodsche bannelingen, vooreen groot
deel schuim dat het peil der revolutie heeft
verlaagd omdat zij als ballingen pretenties
maakten en niet veel meer waren dan die ven
en helers. Maar er waren ook onder de
Joden edele figuren, martelaars voor hun
overtuiging: zij deelden den gloed mee van
hun geloof.
Uit het Westen, uit Oostenrijk, Zwitserland,
Frankrijk, uit Dui'schland, dan uit Amerika
daagden andere scharen op. Zij hebben den
meesten invloed gehad.
In den vreemde leefden zij te midden der
Europeesche int-rnationale idefën. Hun aan
dacht was daar altijd gevestigd geweest op
de leer die zij zouden toepassen in hun
geboorteland, wanneer een revolutie hen
daar terugriep. Wat hadden zij voor andere
belangen, ik zou bijna zeggen, voor
bezig*
* *
laten. Van Belgische zijde is dit hier en i
daar betwist. Aan ons om het te weer- |
leggen of er in te
voorzienVerder kan men zeggen, dat op de
Vredesconferentie de Rijn nu bezig is,
zich definitief naar het Westen te wen
den. De Fransche en geassocieerde in
vloeden, die zich daar
blijvend-voorloopig" schijnen vast te zetten, gaan ook
ons in het bijzonder aan. Moge politiek
de vorm bij het oude blijven, economisch
verschuift de zwaartelijn volkomen.
Zij wordt in de richting van Parijs ver
legd. Wie vooruit wil zien, moet terug
weten te kijken, en het is ook ten onzent
wel jammer dat zoo weinigen 't Europa
van vór 1870 bij ervaring kennen. Nu
lijkt menigmaal de constellatie van ra
dien tijd de onveranderlijke. Toch wordt
in belangrijke mate bv. wat de metaal
industrie en de metaalmarkt betreft, het
vroegere beeld, met Parijs als centrum,
weer naar den voorgrond gedraaid. Dit
zal de geheele economische structuur
van West-Europa beheerschen. Voeg,
daarbij dat Zwitserland en België nauw
bij de Rijnvaart zoeken betiokken te
worden en ook zullen worden, de
internationale riviervaartregeling gaat
dien kant uit, en Holland weet waar
mede het rondom zich heen te rekenen
heeft. Frankrijk gaat van uit den Elzas /
een nieuw industrieel leven tegemoet,
dat aan het tweede keizerrijk herinne
ren zal.
Een laatste punt, waarop zij gewezen,
is de aanraking met de kleine landen.
Wij bedoelen nu niet in de eerste plaats
de neutralen, tenminste niet als zooda
nig. Maar de leden der kleine natiën
worden zich hier op de Vredesconfe
rentie meer en meer bewust, dat zij met
elkander iets gemeen hebben, wat tus
schen hen en de grooten ontbreekt, hoe
goed de bedoelingen mogen zijn! Dat is
het ingeboren gevoel voor wat de kleine
staat noodig heeft en wat van hem kan
worden verwacht. Hoe hij reilt en hoe
hij zeilt. Ook troetelkindstaten, die nu
nieuw gevormd worden, gaan hiervan
uit en zouden met de andere contact
willen zoeken. Er komt een Bohème, er
komt een Servië, een Polen, een Finland
die alle speciaal op economisch gebied
juist ook nret landen als Holland voeling
verlangen. De volkerenbond sluit dit
waarlijk niet uit, en naar onze ervaring
ligt hierin een van de opmerkelijke nood
zakelijkheden, die de conferentie blijken
doet. Zwitserland, België, Skandinavië
tellen van zelf eveneens mee. Holland
doet wijs, ook officieel, naar die kanten
zich niet afzijdig te houden. Het make
er integendeel een beleid van.
Dit zijn de belangrijkste lijnen der
noodzakelijkheid, welke wij zich van
hieruit, zien afspinnen, wat ons land j
betreft. i
Of in 't algemeen zich een dergelijke
toekomst geleidelijk zal ontwikkelen,
dan wel met groote dalingen en rijzin
gen, wie die 't precies voorspelt?
Mannetjesputters beweren wel, dat de
ware bereddering pas komen kan nadat
eerst de geheele wereld door 't bolsje
wisme dooreen zal zijn gegooid. Weer
een ander noemt Frankrijk uitgeput: en
| ginds zegt er een dat Engeland nog
i slechts te kiezen heeft of het een
Amei rikaansche kolonie dan wel een
Eurohtid, daar in Qenève, Zürlch of Parijs, dan
de discussie in hun samenkomsten van
sociale theoriën! Zij bezaten het rechte
ballingen- en vervolgden fanatisme, en hun
stelsels werden de grooie werkelijkheid van
hun leven.
Karl Mar.x was hun voorganger.
De strenge geslotenheid van zijn rede
neeringen hield hun biein gevangen. Zij
zagen, langs de lijnen die hij had getrokker,,
de kapitalistische maatschappij met haar
burgerklassen zich opbouwen, totdat de
crisis zou komen die haar uitzichzelf een
i eind bereidde. De staat zou dan te pronde
gaan; de gemeenschap, de maatschappij,
in 't bezit van alle voorwaarden en middelen
van productie zou in zijn plaats treden. Die
crisis naderden zij thans ?
Zij zagen die altijd naderen.
Nu was het door den oorlog.
De oorlog moest den ondergang van de
natiën in hun oude zelfzuchtige beteekenis
beduiden. Internationalitiet zou de bard van
de wereld worden. Ook den staat was
geen lang leven meer beschoren. Wel was
het oogenblik van het reine
gemeenscr-apsleven, van het ware socialisme misschien
nog niet nabij, maar men verkeerde toch,
men hoopte te verkeeren in de perio
de van overgang.
Hoe zou die anders aan het licht kunnen
treden dan door de eenzijdige heerschappij,
dr dicta-uur, van hrt proletariaat? De ver
nederde talrijkste klasse moest het gezag aan
zich trekken en tot deel nemen de vernie
tiging der burgerklassen om de maatschappij
te kunnen verwerkelijken waarin geen klassen
meer bestonden. En zou dat r i "t geleidelijk
gaan, a's het werk eenmaal flink werd aan
gevat, met minder gedoe dan men zich
verbeeldd* daar het proletariaat, eenvoudig
door zijn overgroote meerderheid, koi dwin
gen, evenals de tegenstand der natiën zou
wijken voor de macht der internationaliteit?
l
RAPPORT BETRf FFENDE DE
TWEEDE KRACHT- EN
WARMTE
PRIJS VRflAG
Nadat de Kracht- en Warmtr-P.ijsvraag
op 18 Mei j.l. permanent was veiklaard en
voordat ceze werd gesloten zijn irgekomen
21 inzendingen, waarin op de meest
uiteenloonerde wijze werd getracht nieuwe
brardstoffen of methoden ter besparing van
branöstoffen aan te geven.
Tot haar leedwezen heef! ook ditmaal de
jury echter geen inzendinge'i aangetroffen
die voor een hoofdprijs in aanmerking
kwamen.
De navolgende prijzen zijn toegekend.
1. een prijs ad f 100.?aan den heer
Th. Pappers-Daenen te Valkenburg (L.) voor
de inzending van een methode om briketten
en brandsttffen te maken van aüen i.fval
zonder pers.
2. een prijs ad f50.?aan een inzending
houdende wetenschappelijke onderzoekingen
en voorstellen om tot een meer rationeele
veenexploitatie te geraken, resp. turf te
pioJIuceeren met hooge calorische waarde.
3. een prijs van f 25.?aan den heer
G. Holtland te Alkmaar voor de inzending
van een kookkast welke over een gascomfoor
wordt heengestolpt.
De beide laatste- prijzen dragen het karak
ter van aanmoedigingsprijzen.
Binnen een maand na heden kunnen de
inzenders zich tot den secretaris der Com
missie, Mr K. Jansma, Keizersgracht 450 te
Amsterdam, wend°n, met het verzoek tot
teruggave hunner inzending.
DE JURY VOOR DE KRACHT
EN WARMTE-PRIJSVRAAG '
llllMllllimimilllllllllllltlllllllllllllllllllllUllimtllllMIIIIIIMIttlHIIItllll
peesche mogendheid van den tweeden
rang wil zijn. Direct na den vrede, je
kunt er volgens genen waarzegger op
aan, zullen de Vereenigde Staten er
Duitschland bovenop financieren en daar
door Rusland erbij. Deze zullen dan
het Europeesche huis" van Amerika
zijn. 't Is alles zeer geestig en luciede.
Maar het vliegt wat erg in de lucht.
Over 't geheel trekt alles meer naar 't
bestaande terug, dan menschelijke
gedachtevlucht geneigd is te denken. Bol
sjewisme heeft dit met bajonetten gemeen
dat men er veel mee kan doen, doch
niet op gaan zitten. Het is een vrucht
van niets dan uitputting. En nademaal
hier in de Westersche landen geen uit
putting is, is niet de verwachting dat
het ooit krachtig zal groeien. Wat de
economische toestand van Duitschland
betreft, de financieële voorwaarden
welke zullen worden voorgesteld, zijn
van dien aard, dat het Amerikaansche
kapitaal stellig nog andere wegen zal
vinden om met voordeeliger resultaat
voordeeliger neer te strijken. Frankrijk
en Engeland, staan inderdaad voor
groote moeilijkheden, die doorhenzelve
niet worden ontkend. Maar daarnevens
heeft de oorlog hun lessen, opwekkingen
en reorganisaties gebracht, waarvan men
niet zou weten waarom zij niet met alle
energie zouden worden betracht!
Over 't geheel meenen wij, dat de
wereld er over een jaar of wat
ouderwetscher, ja, reactionairder stroomingen
zal leeren kennen, dan nu menigeen
denkt. Voor het algemeen belang is dit
misschien eene onvermijdelijkheid.
Parijs, April 1919. v. H.
Die u'ters'e groepen van de ballirgen
en sociólMenwereld men moet hen in
die o rlogsj^rrn zien hunkeren opdenrard
van het land dat zij nog niet kunnen bptieden
en hun maatregelen zien overleggen die Haar
aan den dag zouden brengen de grooien
o v e r g a n p tot de geluksgemeenschap aan
den horizon van den tijd!
Hoor Lenin en Rosa Luxemburg op de
cot fere-ntie te Kienthal (April 1916) hun
middelen voorschrijven om den vrede in te
ie den: algemeene werkstaking en sabotage,
gewapenden opsiand.
Dat is de poort tot het Paradijs en de
totale omwending.
L<>ntn en de zijnen behooren niet tot de
proletariërs. Hij is van adel en hè. ft gestu
deerd. Hij heeft tot de proletariëis willen
gaan.
Hij maakte deel uit van die gen<-raüe op
het eind der 19_- eeuw, waarvan de
jongeIkgen vór hun twintigste jaar (hij is van
1870) zich reeds verdacht hadden gemaakt
bij de Russische regeering en in samen
zweringen waren betrokken (?ijn broeder is
in 1887 als deelnemer aan een moordcomplot
teger d- ntsaarindegevangenisopgehangen),
Siber ë hetft hem gezien, daarna Zwitserland.
Hij kon gf en mindere zijn. Hij imponeerde
door de roekelooze massieve macht van zijn
ideeën en was erkend als hoofd der strenge
Marxisten par'lj.
Een jaar na Kienthal (April 1917) werd
hij door Duitschland in een virzrpeiden
wag- n naar de grens van Rusland
gtëxpedieerd. Zoo werd hij een der terugkeert nden
na de Maart-revolutie.
W. G. C. B Y v A N C K