Historisch Archief 1877-1940
9 Aug. '19. - No. 2198
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Zending nieuwe OAKLANDS gearriveerd.
MOTOR voorzien van MAGNEET.
- PROEFWAGEN disponibel.
.inga GE. NEFKENS
Filiaal AMSTERDAM
Jaeob Obrechtstraat 26. - Telefoon Z. 2507
IIIIIIMIIIIIIIMIHlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllIltitlllliiiiiiii
Nieawe
Duitsche Boeken
Die Erhebung." Jihrbuch für reue
Dichtung und Wertung.
Henusgegeben vonALFREDWOLFENSTEiN.Berlin,
S. Fl&cher. V< rlag 1919.
Eenige jaren vór het uitbreken van den
oorlog heeft zich in sommige landen van
Europa een geheel nieuwe kunstrichting
ontwikkeld, die men Expressionisme" pleegt
te noemen. Men begon In de schilderkunst
naar nieuwe mogelijkheden van uitdrukking
te zoeken, die als futurisme en cubisme"
bekend zijn en wier voortbrengselen den
«normalen" toeschouwer hebben ontsteld
en verward. M>-n zag hier een kunst, die
zoo geheel anders was dan de tradilioneele,
die volstrekt had gebroken met de sinds
eeuwen bekende stijlvormen. De gemiddelde
toeschouwer wendde zich al spoedig met
grenzenlooze verbazing af van deze zinlooze
gedrochteiqkheden. Maar de theoretici der
nieuwe kunst" trachtten den leek" met
zwaarwichtige betoogen te overtuigen dat,
men deze nieuwe kunst" onrecht aandeed,
door haar zinneloos en onverstaanbaar te
noemen, want, zoo zeiden zij, drze kunst
wil de innerlijke bewogenheid des kunste
naars onmiddellijk in kleuren en lijnen uit
drukken. Zfl i* de directe expressie der
emotie, niet de afbeelding eener voorstelling.
In hoeverre dit nu noi iets met het gang
bare begrip van kunst uitstaande heeft, was
dezen aesthetici natuurlijk onverschillig en
zoo hebben wij in de laatste jaren ei-n kunst"
zien ontstaan, die m-1 de oorspronkelijke
feitelijk alleen maar den naam gemeen had.
Ook in Duit&chland hè'f t zich, zooals
bekend, dit «xprrssionisme'' geopenbaard
en riet alleen in de schlldetkunst, maar ook
in de letterkunde.
Het bovengenoemde boek nu kan een mani
fest van het expressionisme" genoemd worden.
lllllliiiiniillllliiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiimiiiiilmimui
>" ^^fcs^v
BroNfe
DE TYPISTE
Tooneelspel in l bedrijf *)
door D. HANS
Personen:
Menheer, Mevrouw, De Typiste.
Een elegant ingericht privé-kantoor. Uit
de zaal gezien links het schrijfbureau
van mijnheer, met stoel. Ter zijde van
het bureau een klein tafel j:, ook met
stoel bestemd voor de typiste wanneer
zij de brieven die mijnheer opgeeft
stenografeert. Rechts op het tooneel een
wat grootere tafel, eveneens met stoel:
de plaats van de typiste. Op de tafel
een schrijfmachine. Op den achtergrond
een deur.
Bfj het opgaan van het scherm zitten
mijnheer en de typiste beiden op hun
plaats.
Het is middag.
Mijnheer zit te schrijven, de typiste tikt
een brief.
Hij is een jonge, krachtige man van onge
veer 35jiar: zij een aardige verschijning
van ruim 20.
Zij werken even door.
EERSTE TOONEEL
Mijnheer
De Typiste
Menheer Juffrouw!
Typiste Ja mijnheer. (Zij staat op en
nadert met een blnc note in de hand; gaat
zitten aan het tafeltje naast zyi bureau).
Mfl n heer Voor de fi ma van den Heuvel,
juffrouw. (Zij sch ijft) .Wij berichten U de
ontvangst van uw geëerde van 16 dezer.
In antwoord daarop deelen wij u mede..
(Hij wacht even, hijkt haar aannoudend aan
tei wijl zij sch' ijft'.. dat wij u* order kunr en
Uitvoeren tegen f 14075 per 100 stuks, mits
de bestelling, di fiiitief voor d'n len der
volgende in ons bezit komt . (Hij staat op
en wandelt heen en weer, kijkt aanhoudend
naar haar). Wij kum en.." (Hy wacht weer.
Blijft stil staan. Kijkt haar aun. Zij ziet op
en ontmoet zijn blik, slaat haar oogen weer
neer).
Typiste Wij kunnen.."
Mijnheer Bent u gisteravond nog naar
de comedie geweest, juffrouw?
Typiste O Ja, mijnheer, met m'n zuster
en d'r man. Prachtig was het. Ik kreeg er
soms tranen van in m'n oogen.
M ij n h e e r O. dat krijgen jonge mrisjes
dikwijls, van geluk. En het genot dat u
gisteravond hadt, was toch ook geluk, niet
waar? U huilde, maar u genoot, van de kunst.
Typiste E genlflk wel mijnheer, maar
ik zag het verdriet van EHne Verre
M ij n h e e r Een tooneelfi iuur, juffrouw.
Het mcces was een boek van dertig j<ar
geleden. In het leven zijn er geen Ellne
Verr's meer. De moderne jonge dames
te'rissen, roeien, fietsen, maar te gronde
gaan aan een ziele-k waal is antiek g' worden.
En vondt u het geval niet v. rschikkelijk
*) Aile rechten van dit stul<je, dat door
de directie van het Hofstad-tooneel is aan
genomen, worden voorbehouden.
Ongetwijfeld is dit werk een belangwekkend
document onzer hedendaagsche geestes
gesteldheid. WQ zien hier hoe eenige jonge
lieden met groote energie en moed zich
willen bevrijden van alle traditie en
schoolschheid, de .historische belasting" en ge
bondenheid te boven trachten te komen;
hoe zij een geheel nieuwe geestelijke wereld
willen ontdekken en een geestelijke revolutie
voorbereiden, wier ware beteekenis pas door
de geschiedenis kan worden bepaald. Maar
zeker lijkt het mij ook, dat hun daden heel
wat minder te beteekenen hebben dan hun
theoritën. Bijna zonder uitzonderingen zijn
de in dit boek ? gepubliceerde verzen en
prozastukken van zeer geringe waarde en
beteekenis. Het is veelal een geheel zinne
loos en hulpeloos extatisch gestamel, een
pogen om volstrekt nieuwe beelden en ge
dachten te suggereer en, dat meestal geheel
faalt. Als voorbeeld haal ik eerst een der
m. i. beste gedichten aan van Kurt Heyntcke:
Ich einsam Schreitender lm grossen Heere
Die Wunder rings sind von der Nacht
zerschlagen,
Die Felder weinen mlt zerpeitschtem
Angesicht
und betend stampft der Tod aus den
verbrannten Tagen.
In mlr Ist unermesslich lichtlos Leere....
Dahin geworfen in das Schicksal lieg ich auf
zerwünlter Erde,
der Himmel fallt auf mich mit rlesenhafter
Schwere
und alle Stunden haben trauernde Geharde.
Niemals wird meine S eleaufstehn aus den
durchlebten Toden.
Hernach
wlrd Lachen ber Graber gehn
Ich werde nutten in den F euden stehn
mit irren Augen.
Und alle Freude wird ja'h ein Geschoss
duichschwirren..
Ich einsam Schreitender im grossen Heere
Mein naher Bruder, fremd ist mir dein
Angesicht.
Du ferner Gott
Weshalb erschossest du das Licht ?
Maar de aanhef van het volgende grdlcht
van Al'red Wolfenstein Iflkt mij geheel
onverstaanbaar.
Aus Enge schwebend ium Balkon hinaus
Sein schwacher Tropfen hangt mtt mir am
Haus
Auf schwanken Wolken strahUn welss wie
Degen
Die Augen dunkler Geister mir entgegen.
Illlllllllllllltlllllll
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenburg
DAGELIJKSCHE MOTORDIENST
IELFT
UTRECHT LEID»DEN HUM
HurtMtdufij. ItrielittchimrZI. Frijilufcl.
VICt- VCftSA
iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiioiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
overdreven? Die EHne was een hoogst
abnormaal meisje, juffrouw, een zieke. En
er loopen meer zieken rond, al schelen ze
niet alle hetzelfde. Zij had het geluk kunnen
grijpen, als zij gezond was geweest . . Bent
u gelukkig, juff ouw Arnie?
Typiste ( Verward en zachtjes) Waarom
vraagt u dat, mijnheer? Als ik zeg ja of
neen zult u mij toch niet begrijpen. Wat
voor den een geluk is, is hrt niet voorden
ander. Ik ben tevreden mijnheer. Ik let f
rustig met moeder en m'n broers en (zachter)
ik heb een prettige betrekking, waar ik m'n
eigen brood verdien.
Mijnheer U bent tevreden. Zoo zoo.
U bent tevreden. (Plotseling) Tevredenheid
is geen geluk, juffrouw. Het is ten minste
niet het chte geluk. Want anders zou on
tevredenheid geen geluk zijn, en dat is
heusch, heusch niet waar, juffrouw. Tevre
denheid is iets kalms, iets voldaans, het is
iets gewoons en banaal», maar geluk, dat
is, dat is iets dat je opjaagt, een storm,
een brand, een jubel. Tevredenheid, juffrouw,
is als een kabbelend beekje, maar geluk,
dat is een bergstroom, een waterval. Te
vredenheid dat is iets dat je zachtjes klttelt,
m»ar geluk, dat is een vlam die je schroeit.
En ontevreden menschen, juffrouw, kunnen
diep en diep gelukkig zijn . . u moet niet
te gauw tevreden zijn. Want dat is dikwijls . .
de dood voor het ware peluk. Tevredenheid
is een levensspreuk, juffrouw. Een blaadje
van een scheurkalender. Maar geluk is een
levenswil, een stuk strijd, een passie..
Typiste Bent u bezig te probeeren,
m ij n heer*, om mij te doen twijfelen aan wat
ik als geluk voel..?
M ij n h e e r (getroffen) : O neen. Dat wil
ik heelemaal niet. IK liet me een oogen
blikje gaan, omdat ik het vreemd vond dat
een jong meisje als u in uw tevredenheid
met een rustig leven en met een aangename
betrekking uw geluk vindt.
Typiste (starend): Misschien is het
ook niet zoo . . Soms verlang ik ook wel
eens . . naar iets anders.
M ij n h e e r Ziet u wel, ziet u wel? (pauze)
Mag ik u eens., iets vragen? U zit nu een
jaar hier bfl me. U doet uw best . . ik heb
nooit te klagen g«-had en we hebben samrn
wel eens vertrouwelijk gesproken.. M>ar
u bent altijd zoo rustig, zoo kalm, zoo ge
lijkmatig, u bent altijd dezelfde. Ik zie u
komen 's morgens en ik zie u gaan.'s middags.
U bent., hfusch.. wat u daarnet zei lijkt
me juist. U bent een beeld van tevredenheid,
juffrouw . . En ik heb dikwijls gedacht:
waarom is rij toch niet . . neemt u me niet
kwalijk . . ge . . engageerd . . Dat zou mis
schien . . Bent u boos dat ik het vraag . , ?
Typiste (stil): O neen, mijkheer. Ik
vertrouw u zoo . . en . . ik voel zooveel dank
baarheid voor u . .
M ij n h e e r Weer zoo'n mooi gevoel.
Dankbaarheid. U is een toonbeeld van een
mcnsch. Tevredenheid en dankbaarheid.
Enfin gelukkig dat u niet boos bent . . zirt
u, wat u mij EU daar straks zei U bent met
uw zuster en uw zwager naar de komedie
geweest . . waarom. .
Typiste (snel)., gaat ze niet met iemand
anders, bedoelt u? (pauze) Kijk u eens..
ik heb nog nooit van iemand gehouden..
nog nooit. .
M ij n h e e r .. (even stil). . En iemand . .
van u . . ?
Typiste (zachtjes) Dat . , wel. .
M ij n h e e r Dat dacht ik al. .
Typiste (verbaasd) U dacht. .?
M ij n h e e r (haar aanziend) Een jong
meisje zoo aardig als u . . dat spreekt toch
van zelf.
D05TER5EEK
MEUBILEERINQEN
O, aufgewölbt Ins dunkle Niederwölben
Die E'de weicht, Trompetenmund des gelben:
Mondes geilt und taumelnde Erde ha igt
AmRandderWelt, aus S;ernen welt verdraagt."
Wij zien hier e«n geheel ongewone beeld
spraak, te zamen met zeer ongebru kelijke
subjectieve woordvormingen en associaties,
die waarschijnlijk alleen voer den dichter
zinvol zijn.
Het belangrijkste in dit jaarboek lijken
mij de theoretische verhand-lingen van
Af ix Picard, Otto Flake, Kart Hilkr, Qustav
Landauer en Kart Pmtus.
Zij geven gezamenlijk een vrq volledige
uiteenzetting van de nieuwe kunstleer, die
ook wel Aktivismus" genoemd wordt.
Deze jor ge menschen zijn de merst vol
strekte tegi-nsta^ders van het naturalisme
en impressionisme; zij vetachten de stelling
l'art pour l'art." De kunst" zeggen zo,
moet in de eerste pla<ts waarden scheppen."
En wel waarden van ethischen aard. Hun
gemeenschappelijke leuze is Umsetzung
der Kunst in Werte."
Deze nieuwe kunst is anli-romantisch, zij
droomt niet in vage verten, zij smacht niet
naar het onvervulbare, zij verheerlijkt niet
het verleden, maar de molerne kunstenaar
handelt en verwerkelijkt. Hij is niet meer
patrlotisch en chauvinis'isch gezind, maar
hij is p<c fht. Hii zo kt overal het mensen-o
lijke.''^ verkondigt de universeeie broeder
schap en verheerlijkt de gemeenschap in
den geest." Hij haat het snobistisch
aesthrtlcisme, en wil ook geen bespiegelend
quietisme, maar zoekt de volle werkelijk
heid en bemint het felle leven in alle vor
men en ges allen.
Dit zQn eenige der beginselen, die in de
verschillende opstellen worden uitgesproken.
Men zal nu hebben af te wachten if d<"ze
nieuwe kunst levensvatbaarheid bezit. Tot
nu toe geeft zi] nog niet meer dan pogingen
en dlepzirriiee beweringen. Zullen deze meer
dan holle frazen blijken te zijn dan zal zfl
in de eerste plaats belangwekkende werken
OP DE E. L. T. A.
Teekenlng voor ,.ae Amsterdammer" van George van Raemdonck
Fokker duikelt"
miimiiniiiimmiiiiiiiimiiiiiiii iiiiimimiiiiMMiiiiiimmmniimiiiiiminiimiMiiinmiiiiiiiitiiiiiii
Typiste (verward) Ojh, mijnherr. Maar
waarom ..?
M ij n h e e r (zedelijkhnd) En u hebt hem
afgewezen? En dan durf. u nog tevreden te
zijn? (ironisch). Weet u wat u doen moet?
U moet een hondje koop^n, zoa'n klein, vet
hondje, zoo'n tonnetj?, zuo'n honde-biggetjr,
en die doet u een roze strik om zn hals, en
daar gaat u mee wandelen. Aan dat
snoezebeest geeft u.. Uw liffde, juffrouw. Dat is
net zoo iets voor zulke tevrtden menschen.
Maar., eerlijk., het zou zonde van u zijn
en zonde van den man, die u., niet krijgt.
Typiste (nerveus) U spot er mee,
mijnheer., (heftig, plotseling). Maar u hadt
het over het geluk, als een vlam, welnu,
ik wil.. als de litfJe in m'n leven komt..
die zien en voelen als een vlam. Als iets
groots, als iets gewf Idlgs. Dan zal ik er
alles voor over hebben, alles, en het zal
me niet kunnen schelen wai ik er voor moet
doen, al moest ik de ruele wereld trolseeren.
(hij kijkt verrast op).
M ij n h e e r Z' .udt u dat werkelijk ?
Typiste (hartstochtelijk) Dat zou Ik.
Ik zou de menschen lachend in de oogen
zien, wat ik ook deed.. als ik van iemand
hield.
Mijnheer Juffrouw, zó., zó., be
wonder ik u. Nu valt u mij mee. Het tevre
den meisje heeft., een ziel, heeft zelfs..
moed.. Nu lijkt u een vulkaantje.
Typiste Maar ik trouw niet, uit ge
woonte. Ik trouw niet om gcb <rgen te zijn.
Ik zal, als het moet, met mijn liefde tegen
den storm Ingaan, dag en nacht, maar dan
moet ik ook voelen dat het een liefde is
die heel mijn leven beheerscht..
Mijnheer (verrast) Wat ben ik blij...
dat ik u zózie en dat ik u zóhoor..
Ik heb altijd vriendschap en genegenheid
voor u gevoeld, maar nu ..
Typiste (snel, verward) Och, ik ben
nu o 'k te ver gegaan, mijnheer.
Mijnheer (zacht) Ik vond het heerlijk zoo.
Typiste Neemt u me maar niet kwalijk.
Maar ik voelde dat u, in m'n tevredenheid
een zekere onbeduidendheid en gevoelloos
heid zocht. Nu weet u het. Ik getf m'n
leventje van tegenwoordig, een goed t'huis,
m'n eigen brood in een prettige betrekking,
niet prijs voor Iets waaraan ik zelf twijfel.
Ik wil het i fferen .. zoodra het geen i.ff«r
meer is, zoodra (zachtjes) het groote geluk
ook mij heeft aangeraakt. Zoolarg dat niet
gebeurd is, geloof ik dat ik ook wel tevreden l
zal bleven. Al zijn er soms dagen, die me
een beetje grauw lijken .. War»t
tusschenbeiden hoop ik ook wel eens., op wat
anders.. Maar ik heb niet te klagen, mijnheer,
en dat is veel waird.. En misschien, mis
schien komt er dan ook voor mij wel eens
een hooger geluk, dan m'n tevredenheid.
Ik ben nog jong.
M ij n h e e r (zacht) En mooi.. Annie l
Typiste (verward, kijkt op haar
aonteekentngfn): Wij kunnen"., wit verder
| mijnheer?., (pauze) Ik ben nu misschien j
! te vertrouwelijk geweest.. Ma<r u vroeg j
er mfl nsar.. Gian we nu voort..? |
(Hij antwomdt niet. Rlljjt dicht bij haar
staan, in tweestrijd S ilte)
Typiste (onrustig) Toe, mijnheer, de
briif voor de firma van den Heuvel.
Wq kunnen.."
Mijnheer U zei daar straks dat u een
prettige betrekking had, juffrouw. Bedoelt
u, dat u het hier., hier., in deze kamer..
prettig vindt?
i Typiste (geschrokken) Och mijnheer, '
(kijkt onwillekeurig naar zijn bureau, houdt \
. den blik er op gericht. j
j Mijnheer Waar kijkt u naar? j
hebben voort te brengen. Tol dusverre heeft
deze kunstrichting, in zooverre zij in dit boek
tot uiting komt, voor ons slechts de waarde
eener curiositeit.
HERMAN WOLF
Typiste Naar het portret van uw
oudste.
M Q n h e e r (heftig) Waarom zegt u dat..
nu? (zachter): Had dat een bedoeling.
Typiste (ontroerd): O neen, o neen.
Het kwam van zelf. 't Was net.. of ze me
aankeek.
M ij n h e e r: Keek ze... aan ?
Typiste: Ik weet het niet. Eigenlijk
keek ik naar haar. Ze is een lief kind, mijn
heer, en ik houd veel van haar. Als ik wel
eens stukken of brieven bij U thuis bracht,
vloog ze me altijd in de gang tegemoet,
of bracht me weg tot den hoek van de
straat. En eergisteren toen ik jarig was, is
ze 's middags hier gekomen, u was juist
even beneden, en toen heeft ze me een doos
bonbons gebracht, de schat, heerlijk vond
ik het, heerlijk, en ik ben er dien heelen
dag blij mee geweest. Ziet u menheer, in
zoo'n oogenblik, voel Ik toch ook nog iets
meer dan tevredenheid Zoo iets, dat geeft
aan mijn betrekking hier iets prettigs. Toen
was ik tevreden., en gelukkig... even
Mijnheer: Ziet u nu, ziet u nu wel,
dat er nog een ander soort geluk is dan
tevredenheid ? (met nadruk) Maar wist U
wel... hoe Eily te weten is gekomen ...
dat u jarig was ?
Typiste: (ontdaan) Ik had... ik had
niet over dat cadeautje moeten spreken,
tegen u...
Mijnheer: (heftiger) Ik had haar gezegd
(loopt heen en weer). Ik wilde... dat zfl
caar u toe zou gaan. En ze wou zelf ook
graag.
Typiste: (smartelijk) Ik had natuurlijk
wel vermoed dat u haar m'n verjaardag had
verklapt, maar ik heb daar verder
heelemaal... niet over nagedacht, ik vond het
zoo heelemaal onschuldig, maar het was
een fout van me om daar net over te spre
ken bij dit gesprek. Toe, Mijnheer, de brief.
Wij kunnen...
M i] n h e e r En die doos bonbons .. ?
Typiste (kijkt, zeer verschrikt hem aan)
Die doos, was, van., (stilte).
Mijnheer Scheelt u iets?
Typiste Nu hebt u mfl verdrietig ge
maakt, mijnheer.. Dat die doos niet van
haar was., maar., maar. . dat vind ik heel
jammer, dat doet me verdriet.
M Q n h e e r (geheimzinnig) Maar weet u
wel, dat smart soms de hoogste vorm van
geluk kan zijn ? En voelt u zich heusch
toch niet een beetje gelukkig, nu u weft,
dat ik baar gezegd heb die doos te koopen
voor u? Kijkt u toch niet zoo voordurend
naar dat portret, juffrouw, (draait de ;oto
eenlgszins ruw om.) Zie zoo, nu kijkt ze u
niet meer aan.
Typiste Maar wf l.. u !
M ij n h e e r (boos) Nu bent u niet aardig.
Neen, nu bent u niet aardig. Is het zoo
verschrikkelijk, dat ik u een klein genoegen
heb wi,K-n doen ? Is het ern misdaad ge
weest om u een kleine attentie te bewijzen?
U zit hier al zoo lang., ik ben heusch
veel.. veel genegenheid voor u .. gaan
voelen. Is het nu zoo erg ? Ik had het In
stilte gedaan en u was er ook dol mee. Het
is nu toevallig uitgekomen, u hadt me zelf
gezegd dat u jarig was..
Typiste Zonder eeuige bedoeling
M ij n h e e r Precies, zonder bedoeling,
toen heb ik El gezegd: de juffrouw van
't kantoor is jarig, "n zou je 't nu niet leuk
vinden om., en voor ik had uitgesproken
had ze al geroepen van ja, en toen hebben
we die doos g«kocht. Is dat., uw verdriet?
Typsste (sr/0 Ik had die genegenheid
van het kind'voor mij zoo heerlijk gevonden.
Mijnheer Het blijft toch genegenheid,
van haar en van mij ? Dat is toch eigenlijk
nog heerlijker..? Enfin als u het mij zoo
kwalijk neemt..
Typiste O neen .. l
Mij n heer Neen ! Ziet u wel..Goddank..
Tyoiste Ik wil u niet onaangenaam
zijn. U hebt het misschien goed bedoeld en
dat vind ik aardig.
M ij n h e e r Dus u bent er blij om ?
Typiste (zachtjes) Neen, dat toch ook
weer niet.. Ik weet niet., het is., of ik
het niet goed mag vinden. Ik weet het zelf
niet..
Mijnheer Annie!
Typiste (smartelijk) Zeg dat nu niet
mijnheer! Dat vind ik verkeerd.
Mijnheer En u hebt hier zoo'n pret
tige betrekking..!
Zij wil ijlings, tegen den onderkant van
het tafeltje kloppen Hij ziet het, en een
beweging van hem houdt ha >r tegen.
M ij n h e e r Wat gaat u doen ?
Typiste Aftcloppen.
M ij n h eer Af kloppen, v. ut ?
Typiste U zei op zoo'n bijzonderen
toon, dat Ik hier een prettige betrekking
heb. Dat is waar. Maar ik wou het afkloppen,
vooral op dit oogenblik, want..
M ij n h e e r (schaterend) Malligheid juf
frouw, malligheid. Afkloppen l Nu vak u
mij weer tegrn
Typiste (ernstig) Toe mijnheer, spot er
riet mee, alst-u blieft. Dit moet u niet doen.
Ik geloof er aan, cht.
M ij n h e e r (met nadruk) U gelooft er
aan? Waarlijk? Aan die
bakvischjes-aardigheid ? U gelooft aan bijgeloof?
Typiste (hartstochtelijk) Het is heele
maal geen bijgeloof, mijnhter. Het is een
stille natuurkracht die wij niet begrijpen,
maar daarom is het geen bijgeloof. Spiri
tisme heet ook van vele menschen bijgtloof,
maar voor anderen is het heilige ernst. U
moet niet sp>tten met iets., dat u niet
begrijpt, mflnherr. Doe het niet l U moet
niet alleen gelooven in datgene wat u zien
tunt. M'n bro' rs spotten er ook mee (ernstig)
Eergisteren nog, toen moe zei dat er van
het theeservies, dat ze op haar koperen
bruiloft gekregen had, nog niets gebroken
was, wilde ik het ook afkloppen, maar toen
hebben de jongens m'n hand vastgehouden.
En toen..
M Q n h e e r (in bedwongen vrooljjkheid)
En toen ?
Typiste Gisteren brak het suikerpolje.
M rj n h e e r En wie brak het ?
Typiste Ik.
Menheer O!
Typiste (boos) U wilt toch niet zeggen,
mijnheer, dat ik..
M ij n h e e r (zacht} Ik zeg niets, juffrouw..
Ik vind u heusch. lief in die plechtige ernst,
om een gril (tikt haar tegen de wang). Nu
bent u precies een mal klein meisje voor
mq .. (Zij kijkt boos). En ik herhaal: U hebt
hier een prettige betrekking, voor goed.
Hier, bij mij. Voor goed.
Typiste (wil snel tegen de tafel kloppen)
Mij' heer..
(Hij grijpt haar handen en houdt die vast.
Ze zien elkander recht in de oogen.)
Mijnheer Juff ouw Annie l
Typiste (smartelijk) Toe, mijnheer, laat
u mij los.
M ij n h e e r Ik zal doen als uw broers,
juffrouw. Ik zal uw handen vasthouden tot
u mfl belooft niet te zullen afkloppen.
Typiste (staat op) Neen, neen, dat
beloof ik u niet. Laat u het mij doer, mijn
heer, alst j". blieft. Liat mij los. Derk u..
om de suikerpot. (Hij houdt haar vast. Zonder
dat zij het merken gaat de deur open).