Historisch Archief 1877-1940
18 Oct. '19. - No. 2208
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLANB
HET^WEENEN VAN VANDAAG
EN MORGEN
door ANITTA MULLER, Weenen
FrauAnltta Mul
ler behoort tot de
populairste vrou
wen van
DuttschOostenrjjk. Seaert
meer dan 10 jaren
heeft zff voorbeel
dig werk verricht
op elk gebied van
het sociale leven.
Mevrouw Muller Is
presidente van de
Sozlale
Hllfsgemeinschaft", een
van de grootste
sociale
vereeniglngen vanOostenrljk,
en werd, toen den
vrouwen politieke
De Schrijfster van bet Artikel fgchten werden
toegekend, door
de Bürgerllch-Frelheltllche Partet tot lid van
den Weenschen gemeenteraad gekozen.
Op het oogenblik- vertoeft mevr. Muller In
Nederland. Zij Is met een transport van
750 kinderen hierheen gekomen, en heeft
zich tot taak gesteld, de bevolking van ons
land op de hoogte te brengen van
dendroevlgen toestand, waarin Weenen verkeert.
Weenen, de legendarische stad der on
stuimige levensvreugd... De walsmuziek
klinkt ons uit haar naam tegemoet... Zij
was de stad van de muziek en het lied, de
stad van uitbundige levenslust en overmoe
digheid, de stad der congressen en hofbals.
Dat was ze, eeuwen lang. Maar toen kwam
de oorlog en bluschte al het licht, en Weenen
verzonk in een namelooze ellende...
De oorlog schreed door onze stad en
ontnam haar haren welstand, haar gezond
heid, haar energie. De overwinnaars zQn de
stad binnengetrokken en hebben hare ellende
gezien. Amerika en Italië hebben ons levens
middelen gezonden. Zwitserland en Neder
land hebben duizenden kinderen gehuisvest.
Wij zijn dankbaar voor al deze blijken van
mensc lelijkheid, maar wij weten, dat 1 deze
hulp slechts bijstand van vandaag op morgen
beteekent. Thans moeten wij, nu wQ einde
lijk, na vijf bange oorlogsjaren, tot bezinning
komen, denken aan de toekomst van onze
stad. Weenen, de tweemlllloenenstad, was
het middelpunt van het geestelijke en poli
tieke leven der OostenrQksch-Hongaarsche
monarchie. Het rijk is uit elkaar gevallen.
Elk van de nieuwgevormde staten streeft
ernaar, de hoofdstad van het eigen land
groot en machtig te maken. Toch heeft
Weenen haar beteekenis nog niet geheel
verloren. De gunstige ligging van de stad
brengt mede, dat zfj steeds .een centrum
zal zijn. Het lot van een volk wordt niet
alleen op de slagvelden en congressen be
paald, maar voor een deel ligt het noodlot
ook besloten in hart en wezen van het volk
zelf. Weenen heeft een trouwe en vlijtige
bevolking, en dat is de beste waarborg voor
haar toekomst.
Weenen, de mooie oude cultuur-stad, zal
ook in de toekomst ieder j sar het doel zr]n van
duizenden vreemdelingen.Toch moet Weeoen
zich op dat vreemdelingen verkeer alleen, zich
niet al te zeer verlaten. Ijver en goede
smaak zullen duizenden dingen weten voort
te brengen, wanneer het gecultiveerde deel
van het menschdom met verlangen uitziet:
het terecht zoo beroemde Weensche kunst
handwerk zal beter dan ooit verzorgd wor
den en voor de wereld een bron van schoon
heid zijn.
CULTUUR VAN WILDE PLANTEN.
Toen we nog kinderen waren gingen we
ieder jaar strijk en zet in 't begin van April
Maartsche viooltjes halen in een perceeltje
boomen aan de Snellenbrug bij Woerden.
Je sprong dan even over een sloot, vond
zonder moeite de viooltjes, want ze groeiden
er dik en draaide dan met je zakmes door
de vette klei een pol er uit, die precies in
een bloempot paste. Dan weer de sloot over
en de wereld te rijk met die bloempot naar
huis. Ik ben vergeten, hoe het kwam, dat
dat plantjes thuis in den loop van het jaar
verdwenen, zoodat we iedere April weer
over die sloot moesten. Zoo iets is eigenlijk
heel goed voor kinderen, alleen is het jam
mer, dat met de uitbreiding der bevolking
en de toename der liefheb
berij dergelijke handelingen
niet meer kunnen worden
aangemoedigd, zelfs niet ge
duld. We zien toch, vooral
in de buurt van groote
steden en druk bezochte
uitspanningsplaatsen, al de
mooie planten gaandeweg
verdwijnen, slachtoffers van
belangstelling en onnaden
kendheid, 't Is in dit verband
niet altijd noodig, om te
spreken van hebzucht of
verzamelwoede. Wfj werden
indertijd naar die viooltjes
gedreven door een zeer
prlzenswaardige, ofschoon
naïeve, liefde voor moois.
Zuiver uit liefde voor het
mooie en uit levenslust wor
den nog altijd en overal
mooie planten allernaarst
vernield en geschonden, zoo
zelfs, dat met alle reden ge
vraagd wordt om wetten en
politiemaatregelen voor be
scherming der wilde planten.
Maar als de menschen en
kinderen niet intiem met die
Zullen wfJ In deze ernstige tijden ook
over de Weensche mode spreken? Zeker,
want zQ behoort tot het karakter van de
stad, evenals de hartelijkheid van haar
bewoners.
Het gebrek aan grondstoffen maakt allen
prodnctieven arbeid onmogelijk. Zoo gauw
er weer stoffen en leer in t land komen,
zullen duizenden handen zich inspannen om
de Weener mode en de Weensche smaak
haar leidende plaats op de wereldmarkt
terug te geven. Duizenden kleermakers,
schoenmakers en leerbewerkers, die nu met
tegenzin hun werkloozenondersteunlng als
aalmoes ontvangen, zullen binnen
afzienbaren tijd het werk weer kunnen opnemen.
De overwinnaars hebben besloten, dat de
luxetreinen niet over Weenen zullen loopen.
Maar wij hopen, dal de haat niet eeuwig
zal duren. Een Engelsche maatschappij heeft
reeds plannen gemaakt voor de instelling
van een lucht-, passagiers- en postverkeer
tusschen Hamburg, Berlijn, Praag, Weenen
en Belgrado, met een zQlljn naar
Constantinopel, Boedapest en Saloniki. De gunstige
ligging van Weenen als middenpunt van het
wereldverkeer brengt ook mee, dat zij steeds
een belangrijke stapel van goederen zal
wezen. Niet alleen de oostelijke en westelijke
cultuur «uilen elkander als tot nu toe in
Weenen bereiken en aanvullen, maar ook
lullen de oostelijke en westelijke
zuivercommercieële belangen zich in deze stad
vereenigen.
De bewoners van Weenen zijn zich maar
al te goed bewust, dat er op het oogenblik
gelukkiger en bloelender steden zijn dan
hun eigen. Maar zij verlaten niet trouweloos
hun stad om In vreemde plaatsen, waar het
beter leven is, hun heil te zoeken. Toch
dreigt de nood in schrikkelijke mate. Geld
is er in 't land in het geheel niet om de
noodzakelijke levensbehoeften te koopen, en
Weenen is daardoor gedwongen, haar kunst
werken aan het buitenland te verkoopen.
Kunst gab ich für Brot...
Weenen is ziek, en heeft de hulp van
vreemden noodig. WQ Weeners echter ver
langen, om onszelf en onze klederen te
kunnen redden niet anders dan dit ne:
werk. Steun verleening, hoe grootsch ze ook
op touw moge zijn gezet, rekt het leven,
zonder de kwaal te genezen; zij
verdeemoedlgt de menschen, zonder werkelijk te
kunnen helpen.
Om eene toekomst te kunnen hebben,
moet Weenen eerst weer gezond worden.
En alleen werk kan ons onze gezondheid
teruggeven. Het eens zoo sterke, opgeruimde
en werklustlge volk van Weenen staat aan
den grens van zijn ondergang en vecht om
zijn recht op het leven. Laten wij het gordijn
laten zakken over de gruwelen van den oor
log, doch laten wfl er niet de gruwelen van
een vrede op laten volgen.
En wie zal willen ontkennen, dat de toe
komst van Weenen een vraagstuk van cul
tuur en humaniteit is ?
ANITTA MULLER
Een Dreigend Gevaar
Ik bedoel het wetsontwerp-de Visser tot
wijziging der wet op het lager onderwijs.
Niet, dat dit ontwerp niet veel eoeds zou
beloven, of ten deele reeds hebben gebracht:
verhoogde salarissen, verbeterde opleiding
der onderwijzers, reorganisatie van het
schooltoezicht enz. Maar het wil tevens
eene nieuwe figuur in de lagere school
scheppen, n.l. de hulponderwijzeres, en daar
schuilt het gevaar.
Er zullen volgens dit wetsvoorstel voor
taan 2 categorieën van onderwijzeressen
zijn. De gewone onderwijzeres, zooals wij
haar tot nu toe kennen, in hare positie vrij
wel gelijkstaande met den onderwijzer, en
de hulponderwijzeres, alleen maar bevoegd
voor de laagste twee klassen.
Deze hulponderwijzeres moet de schakel
vormen tusschen de bewaarschool en de
eerste twee klassen der lagere school. De
Memorie van Toelichting zegt: Er bestaat
tusschen die twee leerperiodes een
innerplanten mogen omgaan, dan is het net zoo
goed, alsof ze niet bestonden en dan is
de wet alweer een tweesnijdig zwaard.
Hier moet de kunst de natuur te hulp komen.
Indien de mooie enbegeerenswaardige wilde
planten een plaats kunnen krijgen in parken
en tuinen, vooral in de school-werktuintjes
der kinderen, dan bestaat de kans, dat ze
in het landschap ongerept kunnen worden
bewonderd en genoten.
Dit denkbeeld is heelemaal niet nieuw,
Al vele jaren geleden heeft Henri Corrévon
zijn Jardin alpin gesticht vooral met de
bedoeling om paal en perk te stellen aan
het ergerlijk uitgraven van alpenplanten.
ledereen kon bij hem zaden, stekken,
wortelstokken van alpenplanten koopen en zoo
kon dan meteen van overheidswege het uit
graven van die dingen worden verboden.
Toch zag ik in 1907 in Ger.ève op de
groentemarkt nog massa's cyclamen en
orchideeën met knol en al, maar die waren
ingevoerd uit Frankrijk, waar het verbod
niet bestond. Hier en daar In Zwitserland
wordt er nog al vrij streng de hand aan
gehouden.
Gelukkig kunnen wQ in Nederland nu ook
Ster-hyacinth
lijke gelijksoortigheid, die vooral een gevolg
is van de psychologische en physiologlsche
eigenaardigheden der kinderen, die in dat
tijdvak het onderwijs volgen. Alle onderwijs*
mannen erkennen tegenwoordig op grond
daarvan den nauwen samenhang tusschen
die beide deelen van het onderwijs. En al
is het dan ook niet mogelijk overal en steeds
het bewaarschool-onderwijs aan het onder
wijs op de gewone lagere school te doen
voorafgaan, de wenschelijkheld daarvan
dient in elk geval uitdrukking te vinden in
de wet en maatregelen ter bevordering van
dien samenhang behooren te worden ge
nomen. Dit kan geschieden door gelijke be
voegdheid te eisenen en voldoende te achten
voor het onderwijs te geven aan kinderen
van hun 4e tot 8e levensjaar".
De Minister wil deze inderdaad zeer
gewenschte eenheid verwezenlijken, niet door
nu werkelijk n school te scheppen voor
kinderen van 4 8 jaar met n doorloopend
en afgerond leerplan; neen, hij bereikt deze
eenheid.. door de onderwijzeres omlaag te
duwen tot het peil der
bewaarschooionderwijzeres, en zelfs tot beneden het peil,
waarop thans de goede bewaarschoolonder
wijzeres staat.
Hare opleiding zal de hulponderwijzeres
ontvangen aan eene opleldingschool", waar
zij gedurende vier jaren onderwijs zal krijgen
in lezen en Nederlaudsche taal, met elemen
tair spreekonderwijs, vertellen, zingen, tee
kenen, spelen, handenarbeid, kennis der na
tuur, gezondheidsleer en verbandleer, als
mede de methode van opvoeding en onder
wijs voor jeugdige kinderen. Geen woord
van eenige vieemde taal; niets van al die
vakken, die geacht worden algemeene ont
wikkeling te geven! Deze povere opleiding
wordt voldoende geacht voor de juffrouw,
die immers toch alleen maar les zal mogen
geven aan de heel kleine peuters. Met eenige
onwelwlllendheid zou men kunnen beweren,
dat 's Ministers gedachte blijkbaar is ge
weest : Zoo is het voor vrouwen en kleine
kinderen goed genoeg".
Het staat te vreezen, dat de hulponder
wijzeres binnen afzlenbaren tijd de onder
wijzeres zal worden, en dat de gewone
onderwijzeres, ook al blijft de wet haar ken
nen, uit de practfjk verdwijnen zal. Wij gaan
een tijd tegemoet, waarin de meeste ouders
niet dan met de grootste moeite het geld
voor de opvoeding der kinderen zullen kun
nen oversparen, en dan zal er en onbe
grijpelijk is dat niet op de opvoeding der
meisjes eerder bezuinigd worden dan op die
der jongens. Waar de ouders dan kunnen kie
zen tusschen de goedkoopere opleiding tot
hulponderwijzeres, die al op haar 18.- jaar ver
dient en de duurdere tot hulponder w(ieres,
die pas op haar 20ite jaar klaar is, daar zal
de keuze spoedig gedaan zijn. Bovendien,
welke vooruitzichten heeft de volledig be
voegde onderwijzeres? Zij zal een plaats
kunnen vinden aan een lagere meisjesschool,
maar die zijn er niet veel; misschien komt
er n dergelijke onderwijzeres aan elke
gemengde lagere school, maar daarmee zal
't wel alt zijn. Het type der onderwijzeres
zal zijn; de Au/ponderwijzeres.
Het onderwijs is altijd geweest een der
meest eigenaardig vrouwelijke werkkringen;
een arbeidsveld, waar rrj zich een een vaste
en eervolle plaats had verworven, toen zQ
op ander gebied nog bezwaarlijk werd geduld.
Uit die eervolle positie zal zij thans worden
gedegradeerd tot een, wegens hare onvol
doende opleiding, beperkte bevoegdheid en
geringe algemeene ontwikkeling minderwaar
dige arbeidskracht.
Evenwel er dreigt nog een ernstiger ge
vaar voor een meer ideëel belang.
Vermlnminderen zal, ja, geheel verloren dreigt te
gaan de invloed der vrouw op de
schoolopvoedlng der jeugd. Die Invloed was,
ook al had de vrouw in de school haar
eigen plaats veroverd, nog lang niet
groot genoeg. Ook de tegenwoordige wet
plaatst de onderwijzeres in de gemengde
school bi] voorkeur in de laagste klassen,
en dat wil zeggen, dat de kinderen ook
de meisjes! van hun 8jte of 9ie jaar in
de school geheel aan vrouwelijke leiding
iiimiiiiliiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiimimiiiiiiiliimiiii
dien kant uit. Onze Corrévon heet Kees
S.pkes en is een van de vlijtigste en
fortuinlijkste plantenzoekers in Nederland.
Herhaaldelijk heeft hij in De Levende Na
tuur verteld van zijn mooie vondsten en
onvermoeid dringt hij aan op bescherming
van onze, helaas zoo weinige, landschappen
met werkelijk weelderigen en interessanten
plantengroei. Thans zet hij de kroon op zijn
werk door als directeur van de
Geneeskruidtuinen .Walcheren" te Oostkapellc in den
handel te brengen zaden, wortelstokken,
stekken, bollen, knollen en pollen van be
langrijke Nederlandsche wilde planten. Dat
alles wordt daar in Oostkapelle op groote
schaal gekweekt en vermenigvuldigd in steeds
ruimer verscheidenheid.
Onder andere biedt .Walcheren" een drie
tal bolletjes van aan planten, die op het
eiland Walcheren zelf op sommige plaatsen
in ontelbaren getale voorkomen: de wilde
hyacinth, de wilde ster-hyacinth en de
berelook. Van alle drie deze planten is het
min of meer twijfelachtig, of zij wel oor
spronkelijk bQ ons voorkomen. Misschien
moeten zij beschouwd worden als oeroude
sierplanten, die ontvlucht en verwilderd zijn.
Zoo hebben wij er meer in onze flora. Toch
is het niet onmogelijk, dat dit drietal zonder
menschenhulp langs de duinrij op Walcheren
is beland; in Dui.schland zijn ie ook tame
lijk ver noordelijk doorgedrongen. De wilde
hyacinth had een beroemde groeiplaats op
Ockenburg en staat ook op menige plaats in
Kcnnemerland, doch alweer onder groote
verdenking van verwildering. Maar wat doet
dat er eigenlijk toe, als in Mei het heele
bosch vervuld is van de mooie overhangende
trossen van paarsblauwe bloemen met
roode oi witte er tus&chen? En als ik nu
van Walcheren" een honderdtal van die
bolletjes laat komen, dan kan ik ook tot in
lengte van dagen een hoek van mijn tuin
die bloemenwcelde laten vertoonen. Het
ster-hyacinth je met zijn sterk-blauwe bloe
men bloeit reeds in Maart of zelfs reeds in
Februari tot groote vreugde van de bijen.
Deze zorgen voor de bevruchting en zoo
maakt deze hyacinth dan veel rijpe vruchten
met goed klem Daar zaad, zoodat met ieder
jaar de begroeiing ruimer en dichter wordt.
Ook zorgen de mieren er voor, dat op allerlei
onverwachte plaatsen deze ster-hyacinthjes
voor den dag komen. Dat is met de berelook
ook het geval, deze plant vermenigvuldigt
zich zeer sterk en maakt dan ook in Mei
heele ; bloemtapijten. Op menige plaats
onttrokken zijn. Als dat eens anders was l
Hoe goed zou het zijn voor de kinderen
onzer volksklasse, die zoo dikwijls in ruwheid
groot worden, als ze tot hun 12e jaar stonden
k onder den Invloed eener beschaafde,
ontwikkelde vrouw. Hoe goed zou het zijn,
wanneer moeder en onderwijzeres eens ver
trouwelijk van gedachten konden wisselen
over het gedrag der grootere meisjes in
school en in huis. En hoe goed zou* het
zijn, als, tegen den tijd dat het meisje, van
school gaat, de moeder er eens met de
onderwijzeres, die 't kind door en door kent,
over praten kon, wat ze worden moet.
Al deze dingen zouden onder de tegen
woordige wet althans mogelijk zijn. Zelfs
zag men al eens hier en daar een onder
wijzeres in een hoogere klasse, en niet
lang geleden werd in Amsterdam de
vrouw benoembaar verklaard tot hoofd
eener gemengde school. Onder de nieuwe
wet zal dit alles echter in de practfjk
onmogelQk zftn. In de practtjk zal de onder
wijzeres zijn de juffrouw voor de kleintjes,
die voor de hoogere klassen niet knap ge
noeg is, wier woord noch tegenover de
ouders, noch tegenover de grootere kinderen
gezag zal hebben. Natuurlijk zal zij voort
gaan met heel haar hart te geven aan de, o!
zoo moeilijke taak van de opvoeding der
kleinste kleuters, maar ook voor de grootere
kinderen zou zij zoo veel kunnen zijn, als
zij maar mocht l
De Minister gaat met dit wetsvoorstel
rechtstreeks tegen het moderne streven in.
Dat moderne streven is juist: meer invloed
der vrouw op de opvoeding, die het kind
van overheidswege ontvangt. Ten onzent
heeft o. a. de heer Tutein Nolthenlus met
warmte daarvoor gepleit. Duitsche
vrouwenvereenigingen hebben als .politleken"
eisen op haar programma geschreven: meer
invloed der vrouw op de opvoeding der
meisjes. En de Nederlandsche Bond voor
Vrouwenkiesrecht plaatste bij zijne reorga
nisatie als eerste punt op tljn programma:
Opleiding der meisjes zó, dat deze zoowel
op hare vorming tot beroep of bedrijf, als
op hare voorbereiding tot de haar wachtende
moeder- en gezinstaak zfl gericht en haar
gemeenschapszin worde ontwikkeld." Hoe
kan een dergelijke eisch in vervulling gaan,
waar de invloed der vrouw in de schooi
wordt geknot?
WQ hebben jaren lang gestreden, opdat
de vrouw invloed zou erlangen op de zaken
van den Staat. W| hebben jaren lang bQ
dien strijd tegen de onverschillige vrouwen
dit gezegd: GQ moogt niet onverschillig
staan tegenover de regeering van den Staat,
want de Staat heeft de school, en daardoor
heeft de Staat uw kind!" WQ hebben jaren
lang gestreden, opdat vrouwen en kinderen
niet langer van Staatswege zouden worden
achterafgesteld. En nu zal in dezelfde
regeeringsperlode de vrouw eerst hare politieke
rechten ontvangen, en daarna aan banden
worden gelegd, juist op dat gebied, waar
zQ het meest invloed begeert en behoeft,
en waar zij, mede met behulp harer poli
tieke rechten, haren invloed hoopte te ver
sterken. Is het niet als een spotternij?
Hoeveel goeds dit wetsontwerp moge be
vatten, ten aanzien der vrouw is het
reactionnair, in den «lechtsten zin van het woord.
Mogen alle vrouwen zich bewust worden
van het dreigend gevaar!
BERT H A LEDEBOER
mimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiii
Herfst-kleuren
Teekenineen van Netty Heyligers
Het is geen kwestie van mode, de kleuren
die de dames dragen in het najaar, maar
het een onbewust aanpassen aan de natuur,
het is mimlcrie.
In den tfjd van goudgele appelen, en
vuurroode tomaten, en paars-blauwe druiven
en bruine en roode en gele blaren, en zich
uitbundig uitbloeiende roode dahlia's en
felle roode en oranje en hard-roze gladiolen
en paarse weelde van najaarsasters is er
kleur en charme] van contrasten in de
vrouwenkleeding.
iiiiiiiiiiilliiiiliillilli
langs het binnenduln ook in Holland lijken
de beukenbosschen of eikenbosschen in
Mei geheel en al besneeuwd zooals dat
ook op onze foto te zien is. Duizenden
bolronde schermen van nogal groote hagelwitte
bloemen staan zoo dicht op een, dat de
groene bladeren, die wel wat lijken op die
van lelietjes van dalen, haast niet te zien
zijn. Deze bladeren vertoonen een groote
Haar roestrood kleed met zwart bont
kleurt mooi bij de goudgele appelen
en paars-blauwe druiven
Er is een bontheid, die de zomer niet
kent en het voorjaar niet, geen teerheid van
tinten en geen soepelheid van dunne stoffen,
maar diezelfde late bloei vol uitbundigheid
van het najaar zelf.
Een paar aardige bakvisschen in herfsttooi
Bakvisschen, die tot den laatsten warmen
dag met bloote hoofden hebben gefietst,
met losse wilde haren, hebben bfl den eer
ste najaarsguurte over haar kroezige kopjes,
dikke, bonte, ruigharige baretten, vuurroode
gele, paarse, lila. hel blauwe, en oranje, over
de ooren getrokken.
Jonge meisjes loopen met korte en lange
mantels, dik als wollen dekens, met echte
kleuren, en geen tusschentlnten, contrasten
als hemelsblauw met lichtbruine kraag en
mouw-opslagen, of groen met rood, of rood
met geel. Ze stappen met de handen diep
in de dikke opgestlkte zakken.
Dames die wat kouwelQk zijn, hebben
dikke wolle dassen om, licht van kleur met
felle strepen. Je ziet warme wollen rokken
van biljartlakengroen, en wfjnrood, en licht
bruin op geel af, en zooals in de heele na
tuur, is er geen tint of overgang, geen
teederheid meer en geen vervloeling, maar
kleuren, en kleur-contrasten.
Nooit is de kleeding zoo dicht bij de
natuur, als in die dagen en het is de charme
van de herfst, een meisje of dame te zien
staan in haar herfstdracht bQ een kar met
roode tomaten en appelen met roode wan
gen, en gele peren, en paarse trossen drui
ven, of bi] een bloemen koopman met een
mand vol uitbloeiende, kleur uitslaande
najaarsweelde, of te zien loopen, met de
armen vol takken en groote trossen felle
bloemen, worstelend tegen den wind, die gele
blaren om haar laat stoeien en bonte pa
pieren rond haar cirkelt.
AR l ETTE
n iiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiiiii
vaderlandsche flora wenschen wij deze
poging van harte het succes, dat haar toe
komt. Het zal blijken, dat de cultuur van
onze wilde planten niet altijd even gemak
kelijk is. Het drietal dat wfl hierboven
noemden, marcheert vanzelf, op iedere
grondsoort, maar er zijn andere, vooral die van
de hel en van het mosveen, die bijzondere
zorg zullen vereischen. Maar ook dat is
Berelook
merkwaardigheid, ze draaien namelijk hun
onderzijde naar boven. Alleen daarom zou
je zoo'n plant al in den tuin willen hebben.
Maar we moeten een beetje er op passen,
want hij heeft een paar punten tegen, door
dat hij den geur van zijn geslacht, den
uiengeur in een tamelijk offensieven vorm
verspreidt, vooral wanneer b| het ingaan
van de zomerrust de bladeren gaan afsterven.
Dat is echter in een paar dagen afgeloopen
en we zorgen maar, dat op dezelfde plek
tijdig andere planten opschieten, die het ver
gelend loof verbergen ; daar kan Walcheren"
ook wel voor zorgen. In het belang van onze
winst, want zoodoende wordt het inzicht in
de levensvoorwaarden dier planten op menige
w]|ze bevorderd. Misschien komen wij in
den zomer daar nog eens op terug.
JAC. P. T H ij s s E
? HIIIIEIIIIIIIIIttlllllllllllMI
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VRN SCHflICK
BOOTHSTRflflT UTRECHT