Historisch Archief 1877-1940
13 Jan. "23. - No. 2377
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
ONTWERP-COSTUUM VOOR DE NEDERLANDSCHE MAAGD
Teekening voor óe Amsterdammer" van Joh. Braakensleh
A la Michelin
HiiiimiiiiimmiiiiiimiiiiiriiiJiiiiiiiMiniiiMiliiiiimiiiiiiMiujiiiiiiiiijitiiMmiiiiiiiiiiifii
in iiiittiiiiiMMiiiMiiii iiiiiiMMiiiiimiiiiiiimimiiiimii
CHARIVARIA
TEGEN
DE TAALVERWOESTING
S>eutfchlanb, $eutfcf)lattb uefcer
Waarom helpt ons Roomsche
Grootblad niet mee?" (N. H. C.)
Geen trein voert u langs waar gij
zoudt hebben willen uitstijgen".
(Motorw.)
Een koor, dat zich toespitst op
wedstrijden". (O. H. C.)
Hij heeft zijn vertelling in een
soort van raam gezet". (Gids.)
Ringsom zal er een strook worden
afgesneden". (N. R. C.)
Correspondenten van bladen krijgen soms
zonderlinge opdrachten. De Vossische
Zeitung," schrijft de N. R. C., laat zich zelfs
door zijn Romeinschen correspondent be
richten, dat er mogelijk een nieuwe triple
alliantie zal worden opgericht tusschen
Frankrijk en Italië.
De passivisten
In verband met de moeilijkheden,
waarin verschillende dagbladen door
de typografen-stakingen verkeeren,
wordt medegedeeld, dat door ons
van heden af tot aan het einde van het
conflict geen abonné's worden aan
genomen." (N. R. C.)
De fnaffers
Deze bezwaren zijn fnaf Westersch
standpunt door beide eersten gemaakt."
(De Stem).
De jnuiters
De keizer wist dit alles, toen
hij eenige maanden geleden de leugens
van zijn gedenkschriften nederschreef
fnuit de schuilplaats waar hij zijn
moed is gaan bederven." (N. R. C.)
De watters
Hij kan geen been
is, langer maken".
wat
te kort
(Tel.)
De meesters
Het meest moedige en verstandige
wat over de kwestie van herstel
geschreven is." (HbL)
Op de glibberige paden
Veth legt hier vast, wat via Mr.
Muller uit den mond van Fruin was
gekomen."- (N. R. C.)
De vorm van Mej. Lengten
Mej. Lenglen is weer volkomen
hersteld, en na een stevige oefening
te Parijs, in goeden vorm voor het
Rivièra-seizoen." (N. R. C.)
Nu ik na een kort woord vooraf ter zake
kom en aan een proeve van indeeling van de
verschijnselen van taalvernieling begin, stip
ik eens vooral aan, dat ik de illustreerende
voorbeelden zonder onderscheid zal
ontleenen aan hetgeen mij in hoek, periodiek en
dagblad is voorgekomen en nog eiken dag
voorkomt. Voor opzettelijk bedachte of
overdreven voorgestelde knoeisels behoeft
men dus niet te vreezen.
De eerste keuze valt op de b ij voeg
e\ijke naamwoorden. Er wordt met
deze woordsoort schandelijk huisgehouden.
Laat ons eerst stilstaan bij:
1. de vernietiging van de trappen van
vergelijking.
Het Nederlandsch vormt of liever
vormde vroeger ? den comparatief der adjec
tieven door achtervoeging van er en den
superlatief door hechting van st aan het
grondwoord. Ook als een adjectief alleen in
den stellenden trap wordt gebruikt en het
zijn comparatie van andere stammen ont
vangt, helpt het zich toch met de uitgangen
er en st (goed, beter, best; kwaad, erger,
ergst.) Alleen wanneer twee eigenschappen
van eenzelfde persoon of zaak onderling
vergeleken worden, omschrijft men met meer:
hij is meer handig dan kundig; dit werk
is meer duur dan nuttig l) Voorts omschrijft
men ter wille van de welluidendheid den
overtreffenden trap met meest bij de adjectiva,
die reeds op -st uitgaan; meest vast,
m e e s t gepast.
Voor het overige vordert het Nederlandsch
hier de buiging met er en st.
Hoe gewoon en natuurlijk, niet waar!
Nu ga men eens uit de volgende voor
beelden, naar verkiezing eindeloos te
vermeerdern, na wat er van die natuurlijkheid
is overgebleven:
Bevoegden bleken er altijd te zijn, maar de
napraters zijn m e L' r z e l d z a ;: m. (Groene)
Meer tijdig'e mededeeling kan heel
wat moeielijkheden voorkomen.
Branting heeft den indruk gekregen, dat
voor de neutrale landen beslist (sic !) noodig
is, zich m eer innig met elkaar te ver
staan.
Nooit was een m eer d r u k k e n d
systeem van supervisie uitgedacht over een
land door een ander. (Hcnri Bnrtl). De
meest L' n e r g i e k e ambtenaren. L e
m eest / u i v e r e voorstelling. Heems
kerk was altijd puntig zelts bij de meest
droge onderwerpen. Zelts de m eest
l a u w e n de meest b a n g e n komen thans
in beweging. Alleen de heer Luijs is in staat
de meest v o l l e zalen te trekken. De
Paus -heeft de meest strikte zuinig
heid gelast.
In de Tuilerieën hebben de meest
g r u w e l ij k e tooneelen plaats gehad 2)
(Chappuis). De tooneelkunst, die om de
bedorven smaak van het publiek te voldoen,
de meest l i e d e r l ij k e stukken opvoert
(De Heraut). Zoodanige reductie zou voor alle
muziekinstellingen de meest ernstige
artistieke en maatschappelijke gevolgen heb
heb (W. Mengelberf). De gravin werd op de
meest brute wijze beschimpt (Mr.
C. P. van Rossem). Het lijkt zeer goed moge
lijk, dat de meest kunstige inrichting
van zelf ontstaat (dr. van Reden). Een van de
meest groote (sic ! sic!) fouten in de
questie van vraag en aanbod (Prof. A. van
Gijn)".
Ik meen aan deze citaten genoeg te hebhen
om het bewijs te leveren, dat het met de
natuurlijke buiging der comparatie gedaan
loopt. Hier kan geen Duitsch de schuld
dragen. Men vraagt zich verbijsterd af wat
de lieden bezielt, die hier een harkerige en
stootende omschrijving verkiezen boven lenige
buiging en vloeienden loop van het woord
zelf.
(Wordt vervolgd.)
C n. F. HA.) E.
1) Beter echter lijkt mij hier te klinken
eer" of veeleer" i. p. v. meer".
2) Wonder dat bier nog niet staat het
misbaksel hebben zich afgespeeld",
waarover later bij de werkwoorden.
iiiiiiiliiimmiiiiiiimiiifii iiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiii
OPLOSSINGEN DER
PRIJSPUZZLES UIT ONS
KERSTNUMMER
kwartje en boven in het glas een rijksdaalder.
Door sterk te blazen,. zal de rijksdaalder
kantelen en de lucht doet het kwartje er
met een wip uitvliegen. fcg
13. Als men de hand op een glas vol water
legt (met de vingers rechthoekig naar beneden)
en daarna de vingers flink strekt, zal het
beetje lucht door de meerdere ruimte zich
uitzetten en ijler worden. Genoeg om door de
drukking der buitenlucht het glas van de tafel
te kunnen oplichten.
14. In circa 6 etmalen zal de slak zijn doel
bereikt hebben.
15. De meeste oplossers hadden 't mis met
deze appelpuzzle. Hoewel 't duidelijk is,
dat oom geen appelen doorsneed, waren er
toch meerderen, die met halve en kwart
appelen werkten. Hetgeen er natuurlijk
heelemaal naast was.
Hij verdeeldeonderons kinderen ISappelen,
t. w. Adriaan de helft + A appel ---= 8.
Willem de helft van de rest + | appel = 4.
Jan de helft van de rest + J appel = 2.
Annie de rest = 1.
Voor vader, moeder en Annie nam hij nog
twee en een half dozijn mede en dat is niet
30 appelen, zooals bijna alle oplossers hebben
aangegeven, doch slechts 8, want een half
dozijn is 6, en 2 + 6 8 en niet 30 ! ! ! In
totaal dus 23 appelen.
16. De vijver was 12 voet diep.
17. 3360 appelen.
18. Zie teekening.
VRIENDEN EN BEKENDEN
Teekeningen voor ,,de Amsterdammer" van
Bernard van Vlijmen
met toelichtende bijschriften van Charivarius.
I.
1. Op de meeste horloge's zit een
secondewijzer op de plaats, waar de 6 of VI moet
staan. Maar de meeste menschen denken daar
niet aan.
2. Naalden op water laten drijven en de
richting aan te geven, waarin ze zich moeten
bewegen, doet men door de naalden goed
droog te maken en daarna door middel van
een magneet te laten varen.
Het moeilijkst is de naald op het water
te leggen, doch men doet dit het eenvoudigste
met behulp van een vork, waarop men de
naald laat rusten.
3. Hij blies de rook in een lampeglas, dat
van boven was afgesloten.
4. Onze teekening
geeft duidelijk aan,
hoe te doen. Men
vouwt eerst het
papier, begint met
de l, zet het haakje
op de vouw, dan een
o, etc. tot men bij
a gekomen de helft
van den cirkel trekt
en daarna, het pa
pier openleggende,
de rest van den
cirkel.
5. In de karaf was een weinig ferrichloride,
opgelost in water. In de glazen was een zeer
kleine hoeveelheid; 1. loodazijn; 2. niets!
3. chodaankali; 4. kaliumferrocyanide;
5. zwavelammonium ; 6. natronloog.
6. Snijd twee kurken in de lengte midden
door; steek in ieder der vier stukken aan
een der uiteinden een vork, zoodanig, dat
vlak van doorsnede en vork een hoek vormen,
die iets kleiner is dan 90". Leg de kurken nu
op gelijke afstanden op den rand van het
bord en wel zoodanig, dat de tanden der
vorken tegen het bord steunen. Deze vorken
dienen om het bord in evenwicht te houden.
Nu zet men het bord juist midden op een
naald, die b.v. in de kurk van een flesch is
gestoken en men kan het voorzichtig doen
draaien.
7. Men steekt een paar centimeters boven
de punt van het potlood de punt van een
pennemes in het hout. Door het mes nu meer
of minder wijd te openen, kan men het zwaar
tepunt zoodanig,verplaatsen, dat men het
potlood op z'n vinger kan balanceeren.
8. Men klemt in het oor van een kopje
een kurk, doch vooral niet te vast. Men
steekt daarin een etensvork, zoodanig dat aan
iedere kant van het oor, twee tanden zitten
en het oortje van het kopje dus juist in de
middenste opening van de vork. De steel
van de vork moet min of meer onder het kopje
komen. Daar het zwaartepunt nu verlaagd
is, kan men het kopje op een mes zetten
en door heen en weerschuiven de juiste
plaats zoeken om het evenwicht te vinden.
y. Men stekt een naald door een stevige
kurk zóó, dat er een klein puntje onder uit
komt en legge de cent daaronder. Met een
hamer slaat men flink op de kurk en tui gaat
de naald door de cent.
10. De kunst om een em
mer water aan de tafel op
te hangen, berust op een
evenwichtsquestie.Menneemt
twee latjes, zet het eene
scheef op den bodem van
den emmer en het tweede
platte stokje met het eene
eind op de tafel, en het andere eind boven op
het andere stokje, dat in den emmer staat.
Het hengsel van den emmer rust dus op het
verbindingsstokje. (Zie teekening.)
11. De dikke boeken werden op een ledige
stevige kruideniers/.ak geplaatst en zoodra
deze vol wind geblazen werden, vielen de
blieken om.
12. In een wijnglas, dat van boven iets
b reed er is dan een rijksdaalder, doet men een
(Syiiney Bulletin)
(Punch)
De acrobaten
Gisteravond had op den
HoogeRijndijk, onder Zoeterwoude, een aan
rijding plaats tusschen een met paard
bespannen tilbury toebehoorende aan
den heer C. N. te Voorschoten en een
motorrijder, waarop behalve een boer,
ook een dame zat." (L. D.)
De juiste zetfout
Inzake de navorderingsbelasting
te Leiden is de gemeente door de
Haagsche Rechtbank in het ongeluk
gesteld." (N. v. d. D.)
Het Duitsche Sweeting-systeem.
Wanneer zal men aan dit schandelijke
sweeting-systeem een einde maken?"
(N. v. d. D. voor Ned. Indië.)
Meer sweat dan sweet", zuchtten de
arbeiders.
C H A K I V A K I U S
Het: Wat 'n prachtige bloemen! Ze d(,en me
denken aan jou, lieveling."
Zij: Zoo? Nou 't zijn toevallig kunstbloemen."
Het: Ja, maar je ziet 't haast niet."
Dat jouw Wullern mijn Keessie
z'n somme overschrijft vin 'k best,
maar hij liet 'm niet af te ransele
as de anlwoordc fout zijn."
19. Zie teekening.
20. Zie teekening.
De doorgestreepte lucifers.
21.
22. Door aan de lucifer een stukje kurkfte
doen of nog beter door er een speld in te
drijven.
23.
Wat hoor 'k, patroon?
Neen, 't is te schoon....
Ik ben een boon,
Ik ben een aap, als 't waar is!
Ik staar u in verrukking aan,
Zie hoe mijn oogen open gaan,
Mijn tuitende ooren wijder staan.. ..
Een daalder meer salaris ???!!!
?"'^"'w^'^''';;^
3. L. v. d. Boren, Eefde bij Zutphen.
4. Mevr. v. d. Brugge, Beestenmarkt 18
Go es.
5. A. H. W. Hacke, Traay 68 Driebergen.
(i. F. van Hetnat, 2e Schtiijtstraat 296
den Haag.
7. J. Hietkamp, President Steijnstraat 13
Enschede.
8. E. |. Kloppenburg, Niehove Groningen.
9. T. Ralff, de Pillink" Lochem.
10. Mevr. A. v. d. Kjaats, Schotersingel
25 rood Haarlem.
11. J.M. Kleijnenberg, Spanenlaan Doorn
12. A. C. Mijnlieff, Parklaan 17 Zeist.
13. A. Nova, P. C. Hooftstr. 35 Amsterdam.
14. C. G. Ottow, School Verlofsofficieren
te Ede.
15. T. Van Popta, Oorsprongpark 8Utrecht.
16. P. L. L. Post, Heerenstr. 58 Rijswijk.
17. J. Rutsen, Zuid-Scharwoude.
18. N. Sluis, Agrar Student, Hoogstr. 45
Wageningen.
19. A. W. Sluis, N. Westerstraat 167
Enkhuizen.
20. H. J. Stinis, Kruisweg 23 Haarlem.
21. Jac. Smits, Binnensingel 24,
Vlaardingen.
22. J. Schut, Amsterdamsche Straatweg
499c bis, Elinkwijk bij Utrecht.
23. K- Tillema, Schiedamscheweg 71
Vlaardingen. *
t 24. Mej. L. de Wit, Oranjelaan 7 Rotterdam
25. J. N. J. van Mourik te Kerk^Avezaath.
T
WOON
24.
25.
DIRECTEUR: E J.ZEEGERS
LEIDSCHE5TR.73
PRINSENGRACHT
7O9-711-713
AMSTERDAM
FABRIEK:
LUMBAAIS5QRACMT
23^-236
BU HET
LE1D5CHEPIEIN
In 14 lijnen.
De prijs van ?25 werd gewonnen door den
heer Ir. H. L. 'Vernhout Kanaalstraat 5 te
Delft.
De boekwerken door:
1. W. L. Banting, Koningslaan 24 A'dam.
(Sydney Bulletin)
(Passing Show)
Hoe heet dat aardige weeuwtjedaar?'
Ik weet 't niet. 'n Paar mannen
geleüen Heeten ze Smits."
Jullie mannen, zijn allemaal 't zelfde.
Wat wc zeggen, gaat 't eene oor in en
't andere uit."
En bij jullie gaat 't allebei de ooren in,
en dan komt 't als een stortvloed je mond
uit."