Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
16 Juni '23. - No. 2399
PER K. L. M.
.Met de K- L. M. een tochtje
Naar het ernstige Parijs,
Heen en weer in zeven uurtjes
Voor niet a) te hoogen prijs.
Eerst nog rustig thuis ontbijten,
Dan een pijpje of sigaar....
Vliegend ochtend-bladen lezen, .
Lunchen op den boulevard.
Zaken-doen en weer vertrekken,
Voor het middageten thuis,
Aardige herinneringen
Aan het zwevend luchtgesuis.
En het gaat zoo HoIIandsch veilig
Op die wonderlijke vlucht,
Veiliger dan soms per auto
Reist men pijlsnel door de lucht.
Nergens overlast van staking,
Geen vertraging en gemier,
Enkel maar te maken hebben
Met een flinken vliegenier.
Ma moet even naar'het Louvre
Voor een hoedje of japon,
Pa stapt even naar de beurs toe
Voor wat thuis zoo gauw niet kon.
Weldra gaat 't naar Marseille,
Als de dienst nauwkeurig past,
Voor de handschoentjes" 'n uitkomst
En Voor onzen Indischgast.
Duizenden van kilometers,
Werden nu al afgelegd,
Met de K- L. M.-machines
Kwam het altijd goed terecht.
Naar het Zuiden en het Noorden,
Veilig vliegen Oost en West,
't Is weer degelijk in orde,
't Is weer Holland op zijn best.
J. H. S p E E N H o F F
iiiiiiiiiliiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiiiiimiiii mui
UMIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIE*
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentaehappen in Nederland:
's-GBAVENHAGE, TILBUBG
LEE U W 4 H DEN, OISTERWlJh
UDENHOUT, LOCHEM en BOBCULO
Agentschappen in Indië:
BATATIA, SOEBABAYA,
SEMABANG, BANDOENG, M E DAN er
WELTEYBEDEN
RIJM-KRONYCK
HET FEEST VAN HET A. N. V.
De Belgische gezant liier te lande zal
eerstdaags bij onzen minister van
Buitenlandsche Zaken uiting geven aan den slechten
indruk, op de Belgische openbare meening
gemaakt door den maaltijd van het Alge
meen Nederlandsen Verbond te Dordrecht,
waarbij de Nederlandsche Regeering was
vertegenwoord igd.
Dit is de na-klank van een feest
door Hollands zonen thuis-gevierd,
en waar gebrald werd noch getierd
en dat heusch netjes is geweest.
De buurman zond zijn oor te gast.
Hij legde 't aan den dunnen wand,
die Belgiëscheidt van Nederland
En ziehier Holland thans in last!
Wat trof zijn oor? Wat wekt zijn nijd?
Wat wil hij tot den buurman gaan?
Wat aanstoot kan hij nemen aan
een feestje van gezelligheid?
Hoe dikwijls is het niet geschied,
dat bij hem-zèlf een feest-diner
gehouden werd door 't comité,
dat scheel naar Scheld' en Limburg ziet..?
Wij bleven dan maar rustig thuis
en dachten: laat hen dat plezier"
en gaven over'igens geen zier,
Om dat uitbundig feestgedruisch.
En thans....? wij vierden goedig feest.
Geen nkel onvertogen woord
van overmoed werd er gehoord.
_Geen gast is onbekwaam" geweest.
Nu vraagt de buurman om gehoor
met scherpe mosterd-na-het-maal.
't Is wel geen diplomaten-taal.
maar IK zou zeggen:.. Man., loop door.."
MELIS STOKE
J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
HllUlllMIIHlIlllllimltlllllll***
iiMiiliiiimmi MIMI
IIIIUIIIIIIIIIII
DE KNAL-CAMERA
EEN VERHAAL VIT Z.-AMERIKA
Isidro López Cobos had een oude veete
tegen den heer Pablo Cuartero, den Inspec
teur-Generaal der Waterleidingen.
Indertijd waren zij voortreffelijke vrienden
geweest, maar, gedurende de laatste
pronunciamento was Cuartero tot zijn hooge ambt
geroepen.
Thans wenschte hij zijn ouden Isidro niet
meer te kennen.
Toen Isidro's handel slechter en slechter was
gegaan had hij herhaaldelijk aan zijn ouden
vriend geschreven. Hij had in de
uitgekozendste termen het hart van zijn vriend
trachten te vermurwen.
Op de enveloppen had hij geschreven:
Den Illusteren Excellentie en Hoog
EdelMachtigen Heer Inspecteur Generaal der
Republikeinsche Waterleidingen.
Maar er was geen antwoord gekomen.
Neg had Isidro willen geloven in een misver
stand. Er zijn immers vele honderden onder
geschikte ambtenaren aan de Generale In
spectie verbonden, en zij waren er voor be
kend dat zij eiken morgen de post ongelezen
in het vuur wierpen, of hunne sigaren aan
staken aan de stukken.
Hij probeerde het dus met een audiëntie.
Deze eindigde jammerlijk. Hoewel Isidro zich
weenend aan de voeten van zijn ouden vriend
wierp, bleef deze koud. De Inspecteur Oene
raal liet hem door twee woeste gnardia
civilsoldaten knevelen en uit het palcis werpen.
Hij wenschte verschoond te blijven van
bedelpartijen.
* *
*
Maanden lang zon Isidro op wraak. Om in
zijn onderhoud te voorzien was hij pers-foto
graaf geworden. En juist dit beroep hield zijn
veete levend.
Want bij allerlei gelegenheden zag hij zijn
ouden vriend.
Hij fotografeerde dezen wanneer hij een con
gres verliet, of bij de opening van eene ten
toonstelling. Honderden malen had hij zijn
camera gericht op den gehaten, breeden, met
ridder-kruisen beladen borst van Cuartero.
Dit bracht hem op een denkbeeld.
IIIIIIIHI IIIIIIIIIIIHIIII
Duin an Daal"
Centraal verwarmd. Vaste waschtafele, koud- en warm water
Vele weken werkte hij in koortsigen ijver
en des nachts sloot hij zich op in zijn geheimzin
nige donkere kamer, en de huisgenooten
vernamen geklop en geschuur en fluisterden:
Don Isidro werkt aan zijne uitvinding !
Zoo brak de dag aan van de viering van
het 21 jarig bestaansfeest van de republiek.
Een juichende volksmassa trok door de
straten. Het plein tegenover het
regeeringspaleis was door drie bataljons afgezet, en
iedere compagnie werd gecommandeerd door
een admiraal.
Het was een schitterend schouwspel.
Ondereen palmboom bevond zich een groep
je mannen. Dat waren de pers-fotografen, en
Isidro was daar natuurlijk bij.
Ze wachtten op het oogenblik, dat de schit
terende stoet der regecringspersoncn het ge
bouw zou verlaten.
Isidro was in een uiterst opgewonden toe
stand, want hij had twee flesschen zwaren
wijn gedronken om moedig te zijn.
De collegas strekten zich uit in het zana.
Men wachtte.
De zon stond heet boven het plein.
Men wachtte een uur.
Er werd gefluisterd dat de President zich
verslapen had, en dat het wel half twee kon
worden vóór de stoet zich in beweging kou
zetten.
Het werd half twee.
Gloeiend stond de zon.
Alle geluiden schenen Isidro van verre te
komen: het wapengekletter.... het juichen
van de volksmenigte. Plotseling schrok hij
wakker uit een verschrikkelijke!! droom....
Hij wreef zich de oogen uit.
De collegas waren opgesprongen. Zij gre
pen hunne cameras en snelden vooruit.
Militaire muziek schetterde. Commando's
klonken. De paarden der admiraals steigerden.
De menigte juichte.
Ook Isidro sprong op en greep de naast
hem liggende camera. Met groote sprongen
volgde hij zijne collega's tot op het voor hen
gereserveerde terrein.
Een fonkelende stoet daalde van de
treden van liet regeeringspaleis af. Baldakijnen
wiegden, eerezwaarden kletterden, pluimen
golfden en goud en zilver vonkten.
De camera's knetterden.
Isidro hield de zijne met bevende handen
vast. Terwijl de collega's in koortsigen haast
fotografeerden: den president.... de mi
nisters. ... de generaals.... den alcade.. ..
de sclierprechters.... de staats-torreros.. . .
wachtte hij.
Hij wachtte totdat in den stoet verscheen
de imposante figuur van den Inspecteur Gene
raal der Republikeinsche waterleidingen in
zijne rijk-met-goud-bestikte gala-kleedine,
den degen opzij, wuivende vederbossen op
den steek en de borst met eere-teekenen be
zaaid.
Op dien borst richtte, hij, knarsetandend
zijn camera.
Hij deed een sprong vooruit, nam eene
dramatische houding aan, en riep:
Ha Vervloekt Pablo ! Thans is het
uur van Isidro's vergelding geslagen. ..."
Cuartero verbleekte, en deed een sprong
achteruit, terwijl hij den degen trok.
Dreigend was de lens van de camera op hem
gericht....
Isidro drukte af....
Dit was wel de vreemdste foto die ooit in
de bladen gepubliceerd werd....
Maar er gebeurden dien dag nog meerdere
vreemde zaken.
De fotograaf Alvarez Aizpu.ru, was, kort
te voren, aangeroepen door een dame die
zich onder het publiek bevond.
Ze had hem geheimzinnige teekenen gege
ven, en hij had zijn post verlaten, met klop
pend hart.
In een hoek van het plein had ze hem ge
smeekt haar te volgen, en op de Patio van
haar woning had ze hem in het oor gefluis
terd :
Don JoséMaria - mijn echtgenoot
bedriegt mij. Achterliet gindsche gordijn om
armt hij Doïia Luisa , zijne vriendin. Ik wil ze
snappen."
iiiiiiniiiiiiinnnnmiitiiiiiiiiim«iiiimiHiiiiiiinnmiiiiiiii"iiiiiiiiiiiiimiiiiiiHiiiiiiiiiin»niii» ?inntimit
MIIIIIIIIIIMI iiiiiiiiuiiiiiiiiiii
KLEINE MISÈRES
door
M l N C A V H R S T K K?B O S C U Ril I Z
BOLLF.NDAG".
Binnen in 't kleine kamertje van de burger
woning in de stadsbuitenwijk betierden ze
het plan voor dien volgenden Zondag, en
Miepie, die op de onderste tree van 't houten
trapje naar 't tuintje zat, ving met
schuwhunkerend hopen en vreezen, af en toe een
woord op.
Nu kon ze er weer geen touw aan vast
knoopen; Nicht Sien lachte altijd zoo bul
kend en dan praatte ze tegelijk, en dan
gingen oom Jan en Vader, en Neef Koo
haast altijd ook lachen, en dan praatten ze
allemaal door elkaar, en sloegen op de tafel
dat de glazen rinkelden. Soms ging er een glas
om, en dan was er gegil van nicht Sien,
of nicht To, of tante Tree , óie de brandewijn
met de kliek boerenjongens in haar schoot
had gekregen en van haar stoel overeind
gesprongen, haar Zondagschen rok stond uit
te schudden dat de drankdruppels en de
rozijnen in 't rond spatten.
Dat gebeurde meestal uit de verte,
voor zoover er afstand bestaat in een be
krompen werkmansbuisje; want Miepie schoof
op zulke Zondagmiddagen gewoonlijk be
hoedzaam 't kamertje uit, en bleef verder
bij slecht weer, in een hoek van 't portaaltje
hokkelen, en bij mooi weer op een tree van 't
houten tuintrapje
Binnen lieten zij 't kind begaan omdat ze 't
vriiwelallemaaleen vervelende dooie diender"
vonden; nicht Sien beweerde dat 't schaap
streken onder d'r staart had", en vader,
ongeduldig besliste: laat d'r nou maar, ze zit
immers niemand in den weg. ... Ant was
ook zoo op d'r zelf.". . .
Soms scheen dat zeggen van hem, z'n
doode vrouw wel opeens weer in 't leven,
tot hem terug te brengen, zag hij haar weer,
't stille beweeg van haar tengere lijf, de
rust. de kalme verzorgdheid, die altijd om
baar heen was, wel van binnen uit haar
scheen te komen. . . . Ant. stili? zorgzame....
goeie Ant.... Maar dan green-ie zwaar naar
/'n glas, dronk met n gulzigen slok, den
borrel tot den laatsten droppel op....
Miepie op haar trantree luisterde; 't geklik
van haar zachte droom-oogen hing aan de
vier witte hyacinthen en de drie rose tulpen,
die 't perkje van 't tuintje omkransten; er
waren er wel meer geweest, in de twee hoeken,
maar die hadden nooit tot bloei kunnen
komen,. ... de bollen waren verrot en Miepie
had een stijfseldoos van nicht Sien, die de
huishouding deed sinds moeder gestorven w;:s,
afgebedeld en ze daarin, met lapje--" omwikkeld,
begraven, zooals je wel eens een zielig dood
vogeltje begraaft....
Hoe was 't toch allemensche mogelijk
dat 't waar kon zijn wat tante Alie haargezeid
had ! Zoo groot wel als 't tuintje?" had
Miepie schuw geopperd. Veel grootcr." had
tante A'ie gezegd, en haar stem had Miepie
in z'n rustige zachtheid omstreeki alsot 't
Moeder's stem nog was...,
Miepie bleet almaar de vier magere hya
cinthen en de drie dunne heen en weer zwiepen
de tulpen bestaren . . . . Ze waren zoo mooi
in haar oog, zoo wonderlijk ! Voor haar waren
't levende wezens, die pijn en verdriet en
plezier hadden.
Ze stond op van 't trapje, hurkte op 't
onverzorgde grasbandje rond 't perkje. , \\ at
zie jij betrokken vandaag." praatte >:e /acht.
en hield haar bandjes om n der smoezelig
geelwitte hyacinthen, ..heb-ie last van de
kou?" Een windvlaag joeg "ver 'f tochtige
tuintje, en een uit haar kn.cht gegroeide tulp
mepte met haar rose kon te t'c n een hyacintii.
..Vooruit nou.... zoek je weer ruzie?"
zei 't kind verwijtend, toen ze dat /air, de
overdadig lange steel had zich gevangen
tusschen de iiyacinth-klokjes, en de rose
kop leunde nu onbehouwen tegen hen aan,
Zoo, nou weer zoete broodje? bakken hè?. . . .
Maar ik hou je toch in de siv.ieze. . . . al< je
dat maar weet !" Even bleet ze onbeweeglijk
de bloemen aankijken; haar oogen stonden
aandachtig en om 't mondji- lag ernst als bij
een moeder die baar kinderen vermanen moet.
Maar evenals een moeder die zacht 's en
voor wie strengheid een te zwaar gewaad dat
zij graag gauw laat afglijden, zoo boog zii
zich mi vreugdig over de bloemen, hield haar
hoofdje tegen ze aan, en praatte: Stil maar,
ik zal jelui eens w;11 zeggen. .. We gaan
misschien naar verschrikkelijk vee! andere
bloemen zooals jelui zijn.... héle velden.
en landen vol.... we! /on vol -ils....als de
heele wereld.... en als ik terugkom vertel
ik er jelui van.... dan weten jelui toch ook
alles, hoor !" Ze kwam weer overeind en er
was een groote verteedering m haar; er was
blijdschap over dat allerschoonste wal zii
nu misschien zo", gaan beleven er een
vreemdknagend meelijden met de schamelheid die
hier was tegenover de weelde waai", an zij
gepraat bad....
Toen hurkte ze no« eens. zei zacht: ie
hoeft niet bang te zijn, boor. ;,1 zijn ze nog
zoo mooi nou. . . . zóó. . verschrikkelijk nu.''i,
van lelui hou ik toch 't meest '"
Binnen tierde nicht Sien, talmde oom j:in
er doorheen en schoot de hooge pret stem
iiiiiiiiiiiifiiiimiiiiiinimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiirii
limit IIIIH iiiiiiitiiiiiiiiimiimiiii
,,Wanneer ik dit gordijn terzijde nik, richt
gij n w aparato op hen.... en fotografreet
ze!"
Don Alvarez sidderde van emotie.
Zij rukte liet gordijn terzijde.
Op een canapézaten een heer en een dame
hand aan hand.
Hij richtte zijn camera.... en drukte af.
Ken doffe slag.... v'ier gillende kreten..
Een tweede losbarsting....
Rook. . . . vlammen ....
Don Alvarez, Don JoséMaria, Doiia Luisa
en de onbekende vrouw lagen ontzield ter
neer, badend in hun bloed.
Het huis stond in vlammen.
Toen alles door het vuur verteerd was,
kwam de brandweer aansnellen, onder per
soonlijke leiding van Pablo Cuartero, den In
specteur Generaal der Republikeinsche Water
leidingen. Isidro liep op de plaats van den
ramj> af en aan,schreeuwend als een zinnelooze.
De alom verspreide liggende overblijfselen
van Dofia Luisa waren zijn echtgenoote ge
weest. ...
Ik ben de moordenaar!" gilde hij in
vertwijfeling.
Hij werd na deze volledige bekentenis
-? ter plaatse gefiiMÜeerd. . . .
M n i. i s '} '\; n ;; i;
12 eer*
SumotT» LBUITEMOIWOOH
12car*
Sigaar
van nicht To boven alles uit. ,.Allo dan. maar'
..zei Vade1', , dan motte we Zondag maar
gaan."
Luidruchtig hadden K zichzelf en elkaar,
in ee'i overvolle tram gesleurd, geduwd,
gestompt, en Miep had zich oneens heel
nauw voelen zitten tusschen twee lijven;
ze kon zich niet verroeren, alleen opkijken
in een smalleii koker van menschenrnggen.
Als de tram a! te slingerend om de bochten
rammelde dan bewoog de koker deinend,
zei de een of ander een mop, grinnikte de
rest. Zoo kwamen ze in Haarlem; toen de
tram leegliep kon Miep voor 't eerst de vazen
met bloemen zien die voor de tramramen
stonden; ze keek er verheerlijkt naar: die
waren 't tecken dat ze gauw bij dat andere zou
den zijn. . . . dat groote, die velden en landen
vol ! "Net als de eerste vlaggen die ze
in de buitenwijk zag als er
koninginnedag was, en 't binnen in de stad vol zat met
feestelijkheid. Glunder keek ze de alweer weg
glijdende tram na totdat ze plotseling bewust
werd van herrie" tusschen nicht Sien. tante
Trees vader en oom Jan.
,.Had 't da;-i gezeid dat 't nog zoo'n eeuwig
eind hier vandaan wns," klonk bits tante
Trees' stem.
,, ia dat is nou nok wat !" hoorde ze vader
verwijten: jij heb kennissen op Aerdenhout
en |e~ heb er gewerkt, maar wij wete niks !
daar --taan we ron !"
Nicl't Sien klampte 'n rondslenterenden
conducteur aan :
,,\Ve motte naar Lis, meneer, en naar
HilleKom, om de bolle te zien. ... Wanneer komt
er weer een tram?"
,,I 'an moet uj!-. ie vin ie t zijn," zei de man kalm
met deze tram kan u alleen naar Amsterdam".
Man, hou op !" viel nicht Sien hem lachend
in de rede, daar kornme we net vandaan !"
of naar Zandvoort," vervolgde hij
onverstaanbaar. Vader, oom Jan, neet' Koo,
nicht Te, tante Trees, 't heele gezelschap was
bij-gedrenteld.
Zijn tla'ir bc,Ie?" vroeg nicht To en er
was minachting in haar stem ais van iemand
die geen waar voor z'n geld denkt te krijtren.
Wel nee menscli," grauwde oom Jan,
stei je riet an!.... op Zandvoort bolle i
hoor die 'res ! Daar heb ie alleen maar zee !''
De heimelsblaauwe Sei !" begon neef
KOO te galmen, Vader lachte, nicht Sien
bulkte alweer, nicht To, beleedigd door 't
gegrinnik, zei nijdig: Wat zou dat nou? <k
doe niet of ik de wijsheid in pacht heb omdat
ik wel 's een blauwe Maandag op Aerdenhout
gewerkt heb en 'n stuk chauffeur daar ken !
wat'n kouwe drukte !"
Pak an Jan ! Stop die in je pijp !" hitste
v ader.
Miepie had haar handje in tante Alie's
hand geschoven; tante Alie was altijd wat
op zichzeif omdat ze klein was en mismaakt.
en erg stil van aard. D'r zachte oogen zwierven
onderzoekend langs 't rumoerige gezelschap,
haar vingers omgrepen bemoedigend Miep's
kleine pootje.
Nou kan 't me niks meer bomme. Niks
niemendal meer!" schreeuwde oom Jan
kwaadaardig, ik ga net zoo lie!' weer terug.
dan kan jelui je voor mijn part dood loope
naar je bolle l" Kn werkelijk stapte hij met
groote nijdige passen naar den overkant van
de straat waar een tram voor Amsterdam
klaar stond. _jKs:^^|; jj^E't f-i^. ? r?#? l
( Vervolg op pa«. j Omslag)
TABAK
no*5 altijd de beste.
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harnis & Co.