Historisch Archief 1877-1940
21 Juli 23. - No. 2404
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS'
MeublIeering-MIJ.
AMSTERDAM
COMPLETE
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 -Tel. 44541
TE KOOP
yvoor eene soliede geldbelegging onder architectuur
/gebouwde perceelen, bevattende: Kamer, Suite, Vestibule,
BRINK, M Gan?> W.C,, Keuken. Boven: 3 Slaapkamers. Voor- en
corsetière ' Achtertuin. Prjjs f «OOO.?Hypotheek voorr. te bevragen
bg G. K A M UI N G A, Raadhnisplein 2, Schoten.
Keizersgracht 772 te A'dam.
TEL. 41751
Ateliers voor Reparatiën.
In den Haag eiken Vrijdag Hotel Central
Ieder, die te
Utrecht
tgdelijk verblijven moet, logeert in
Hotel Pomona"
(Catharijnesingel hk. Westerstr. 2 min. v. h. Cent. Stat.)
Hygiënisch ? Modern ingericht
Billijke prijzen - Geen fooien
Een zoo juist verschenen beschrijving, bevat
tende bijzonderheden over het nieuwe gebouw en de
inrichting, benevens een uitnood iging tot deeinem ing in
Pomona's" Obligatielening
wordt op aanvrage franco toegezonden.
DE DIRECTIE
Spoors
WA spoor ir. culemöorg
Fr.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON 4S812
HEMDEN
HAAR MAAT
GRAND HOTEL DES ARDENNES
Groot park. Terrassen. Tennis.
Pension vanaf 25 francs. Vraagt gratis Prospectus.
KUNSTHANDEL
G. J. STEGENAN
OVERTOOM 163
TELEFOON 28292
SmaakvolleOmlijstingen
GROOTE
OPRUIMING
SPOTKOOPJES
ZIET DE ETALAGES
JACOBSOI&MANUS
MAISON DE BLANC
Kalverstraat 128-130
VIERHOUTEN - VELUWE
HOTEL DE MALLEJAN" Telef. 2
Moderne Inrichting, rustige ligging, bosch, hei en
duinen, 33 kamers deels stroomend water, badkamer.
Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d.
H. Molenaar.
LEUVENUM - VELUWE
HOTEL DE ZWARTE BOER" Telef. Elspeet 8
Geheel gerestaureerd, modern ingericht, pracht ligging, bosch en
heide, 15 kamers, badkamer, in depandance. 't Jachthuis".
Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d.
P- Molenaar.
OMNIBUSSEN
Het 2 tons WHITE chassis:
loopt GERU1SCHLOOS
veert SCHITTEREND
weegt slechts 1865 K.G.
heeft EEN WERELDREPUTATIE
stuurt GEMAKKELIJK ! en is H KT omnibuschassis
Bussen en Chassis voorradig.
N.V. Gebrs. N E F K E N S' Automobiel Maatschappij
AMSTERDAM Tel. 22507
lllltllllllIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIlMlllllllllllinlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllMIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMUIIIIIIlllllllinilllllllllllllllltHllilllllllllllllllllltlllMIIIIIIIIIIIIIIIItllllMIIIIIIIIII
III11II IlIIH
DE INTERNATIONALE
PUZZLE
18 Juli 1923.
Baldwin's positie is inderdaad uiterst
moeilijk; veel moeilijker dan buitenlands
wordt beseft. Hij heeft in de internationale
kwestie toch niet niet een eensgezind land, ja
zelfs niet met eene eensgezinde partij achter
zich te maken. In Engeland heersenen thans
twee richtingen die vrijwel lijnrecht tegenover
elkaar staan.
De eene richting- is die van het typische
vv/n'gkarakter. Zij omvat de traditioneele libe
ralen en intellectueelen. Maar zij omvat bo
vendien, en dit is misschien nog belangrijker,
groote industrieele en commercieele belangen:
de City, Lancashire, de Schotsche industrie
districten. En eindelijk een belangrijke laag
van de arbeiderspartij. De bladen als de
Westminster Gazette en de Manchester Guardian
zijn de toonaangevende organen; doch een
grooter pers-corona heeft zich daarom heen
gevormd: de bekende Zondagsbladen, als
Observeren Sunday-Times, en ook de couranten
waar Lloyd Qeorge een onderdak gevonden
heeft, hij, die altijd een fijnen neus bezat voor
't vinden van machtige stroomingen der pu
blieke opinie.
Deze geheele groep is vrijwel anti-Fransch
gestetnd,en,positief gesproken, tot toenadering
en tegemoetkoming jegens Duitschland ge
neigd. Wij hoeven nu op de motieven niet
uitvoerig in te gaan, het feit is de hoofd
zaak. De redenen, welke er toe leiden, zijn zeer
uiteenloopend. Deels gevoelsredenen: het
liberale principe van /a/rheid tegenover een
geslagen tegenstander. Deels
verstandsrcdeneri: de mancliesterlecr, waarvan Keyncs de
apostolische, misschien wat al te zelotische
figuur is geworden, die uitgaat van het denk
beeld, dat alleen door Duitschland weer tot
bloei te brengen, het politieke evenwicht kan
worden hersteld. Deels, grootendecls pecu
niaire redenen, want geweldige economische
belangen drijven op het oogenbiik in [ingeland
naar herstel van de enge betrekkingen met
Duitschland,en voor geheele industriegebieden
is dit een kwestie van bestaan. Het
arbeiderssocialisme laat zich evenzeer gulden.
Een onweersprekelijke Duitschc propaganda
helpt mee om aan dat alles stuwkracht te
geven; en het geloof, want het wordt waarlijk
een geloof, te vestigen dat Duitschland ont
zien, in elk geval beschermd moet worden.
Deze geheele opvattingen winnen daardoor
ook een wijder veld dan dat van de directe
partijgangers. Zelfs de kringen van de Times,
en dit wil wat zeggen, zijn niet geheel vreemd
gebleven aan dezen geest. Het ,,neutrale"
buitenland, zoowel als sommige groepen der
bondgenooten, men denkc vooral aan Italië,
dragen evenzeer bij.
Deze geheele richting is ongetwijfeld de
meest bruyante en georganiseerde van de twee.
Vooral in het buitenland stelt men zich daarom
ook voor, dat zij in het Vereenigde Koningrijk
déal-beheerschende is. Dit nu evenwel is niet
waar, en Duitschland zelf bijvoorbeeld heeft
in de laatste maanden reeds tweemaal tot
zijn schade ervaren, dat men op de uitingen
van die zijde niet te groote verwachtingen mag
bouwen van de directe Engelsche
regeeringspolitiek.
De andere richting namelijk, waarmede de
regeering rekening te houden heeft, is de
oerBritsche. Dat is de richting van de entente
cortliale vóór alles. Het is een richting, die in
Engeland de machtige kracht met zich mee
heeft: de ingewortelde traditie. Het is een
echte foryricnting, hoog zoowel als laag. Zij
zit niet zoozeer in bepaald afgeteekende
groepen, maar zij zit overal onder het Britsche
volk. Zij leeft ook vooral door 't algemeene
denkbeeld, dat vóór alles een samengaan met
Frankrijk het middel voor politieke stabili
teit in de wereld is, en dat een afzwenken, van
Frankrijk naar Duitschland, fataal voor het
geheele werelddeel waarin wij leven, ja, voor
de wereld zou zijn.
Dit axioma beheerscht een groot deel van
de Engelsche opinie, die geenerlei neiging
koestert, mee te doen aan voor Duitschland
welwillende actie, tenminste wanneer dit
ten koste van Frankrijk moet gaan.
De conservatieve partij, die ook een grooten
aanhang onder het volk heeft, is eigenlijk in
dien geest gestemd, -?al werkt niet zooveel
journalistiek en intellectueel mechanisme
mee, om er getuigenis voor af te leggen. Daar
om wordt haar macht buitenlands gewoonlijk
te laag geschat. De vraag is echter of zij prak
tisch niet veeleer den doorslag zal blijven
geven. Zelfs mannen als Lord Robert Cecil
houden zich toch aan dézen kant, wanneer
puntje bij paaltje komt. Nog onlangs is dit
gebleken bij de behandeling van het
Saargebied-probleem in den Volkenbond. Velen
hadden toen ook een sensationeele botsing
tusschen Engeland en Frankrijk voorzien,
maar het Engelsch gouvernement heeft blijk
baar zorgvuldig willen zorgen, 't te vermijden!
Deze beide stroomingen nu werken op
Baldwin, op Curzon in, en verlangen erkenning.
Ze te combineeren gaat niet wel aan. Verlangt
de eene kant, dat men zich van Frankrijk los
maakt en misschien directe regelingen met
Duitschland aangaat, de ander houdt zich min
of meer aan Poincaré, en vreest voor Duitsche
belangen gespannen te worden.
Of de tegenwoordige regeering tusschen die
twee in het zadel zal kunnen blijven zitten?
Dat is Baldwin's taktiek. Hij wil trachten
het te rooien. Hij is de man van 't praktisch
compromis. Doch dit verzwakt hem ook reeds
zeer, en feitelijk stelt hij tot dusver niemand
tevreden en iedereen te leur. Wat hij zegt is
vriezen en dooien, en geeft geen lijn.
Indien dit een gewilde taktiek is, moet men
liet aanzien. Een stelsel van langzaamheid en
vaagheid is wel vaker het kenmerk van Brit
sche staatkunde geweest.
't Is evenwel óók mogelijk, dat Baldwin's lijn
ten slotte te onzeker wordt, en dat de regee
ring moet worden gereconstrueerd, 't zij in
den zin van labour, 't zij in dien van meer
duidelijk tory, misschien in Cecil's geest.
In verband met den invloed, dien Engeland
weer besloten heeft op het geheele probleem
Duitschland contra de geallieerden uit te
oefenen, is de vraag: hoe het in Engeland zal
marcheeren, stellig van groot belang.
Zal de eerste richting zegevieren? Uitgeslo
ten is het niet, dat zich in Engeland een
renversemeiit des alliances" voorbereidt,
waardoor alles omslaan zou, en waarop velen
in Duitschland, en elders, wachten. Zou dit
gebeuren, zoo had men slechts eene herhaling
van wat óns land is wedervaren, toen het in
1713 na Engeland's bondgenoot geweest te
zijn in den oorlog, plotseling losgelaten werd
en Engeland met den vijand zelfstandig
tot eene regeling kwam.
Ons werd toen het bij u, over u, zonder u,"
toegevoegd, als straf voor ons overvragen !
Zou eerlang een Duitsche zaakgelastigde iets
dergelijks aan Frankrijk kunnen gaan toe
voegen?
Ook in 1815, na de oorlogen tegen Frank
rijk, zocht Castlereagh spoedig toenadering
met de verslagene.
Zooals gezegd: de mogelijkheid is niet uit
gesloten. Niemand vermag daarvan thans veel
te zeggen, want in het Engelsche kabinet is
nog geen zekerheid, en de onderhandelingen
met de bondgenooten moeten nog beginnen.
Baldwin zal zeer zeker tot het uiterste trach
ten, met hen aan den slag te blijven, 't Zou
echter kunnen, dat te sterk naar twee kanten
getrokken werd. Duitschland zou daarvan
oogenblikkelijk profiteeren; maar waarschijn
lijk zou mét Frankrijk de geheele Europeesche
orde lijden.
Wij meenen vooralsnog, dat wie daarop
verwachtingen bouwt, en wie van Engeland
sensationeele nieuwe politiek verwacht, be
drogen uit komen zal. Engeland staat minder
geïsoleerd dan in vroegere eeuwen, en is
minder geneigd zich de luxe van volslagen
cigengerechtigde politiek te veroorloven. In
de Fransche politiek zit ook, n'en déplaise
de-er tegen gevoerde hardnekkige propaganda,
te veel gezond verstand, dan dat men haar
licht zou laten stranden.
Eerder is dus te verwachten dat Engeland
de Fransche plannen positief zal aanvullen,
en negatief temperen. Vooral het program tot
herstel van de Duitsche economie gaat daarbij
de hoofdrol spelen.
Maar dit alles hangt in onderdeden af van
de besprekingen over het Britsche
ontwerpmemorandum die nu met stille trom worden
ingezet; --- en.... van de constellatie,
waarover Baldwin en Curzon binnenlands
kunnen beschikken.
B H A N D A K i s
Abonneert U opi
De Vrouw en haar Huis
I7e JAARGANG
Geïll. Maandschrift
onder Redactie van
Mej. ELIS. M. ROGGE
Kunst en Kleeding
Huisen Hof-Moeder en
Kind- Hygiëne en Sport
De Vrouwen haar Huis"
verschijnt in afl. van pl.m
50 pagina's. ledere afl.
bevat vele illustraties en
bijna alle artikelen zijn r^k
geïllustreerd.
Als gratis bijvoegsel
verschjjnt 4^'per jaar:
Naaldwerk en Kant", een geïll.
tijdschrift ter bevordering
van naaldkunst en kantwerl
in alle technieken.
De prijs is per jaarg.
f 10.?franco per posf
f 10.75-Buitenl. f
13.Proefnummer op aan
vraag gratis Men
abon. zich bij iederen
solieden boekhandel.
Uitga» van: Van Kolken» 4 HUiendorl
* M S T E R D A M.
. VOL AU VENT
x
Bevattende een minder smakelijk
Ragout van hitte, baden, drinken,
telefoon, en meerdere Amsterdamsche
genoegens.
De vorige week ben ik tien jaar ouder ge
worden. Ik geloof het nauwelijks, dat het
groot aantal sterfgevallen uitsluitend aan
zonnesteek, bevangen-worden-door-warmte,
enz. te danken was. Als eene harde waarheid
durf ik integendeel in het openbaar uit te
spreken, dat de eene Gemeentelijke Dienst
met den anderen onder n deken ligt, en dat
in het bijzonder de Geneeskundige Dienst
door vrij-wel gekleurde rapporten, de overige
takken van gemeentelijk bedrijf snoodelijk
in bescherming neemt. Mijn geval met
een rader-brancard ben ik naar het
BinnenGasthuis vervoerd, en daar inderdaad lief
derijk gedurende vier en twintig uur verpleegd
vond ik althans op eene
volkonien-ongeoorloofde wijze in deOngevallen-statistiek van dien
dag vermeld. Het heeft geen pas te getuigen
dat iemand door de gevolgen van de Hittegolf
onwel" was geworden, als men reeds
tijdens het vervoer per brancard een aantal
goed-gestyleerde ingezonden stukken, niet
enkel lag te bedenken, doch in
klad-aanteekeningen op een bloc-note driekwart voltooide.
Nooit had ik kunnen denken, dat mij dit op
mijn leeftijd zou overkomen, dit in opspraak
geraken, dit door Gasthuispersoneel van
tweehoog omlaag te worden gedragen, dit bekeken
te worden door Jan Pet en zijn maats in een
zoo volkrijke buurt als het Mtintplein.
Jaren lang heb ik getracht de fatsoenlijke
aandacht te trekken door het, in keurig
handschrift, enkele kunst-tijdschriften van
bedachtzame copy te voorzien, onthield ik mij
van sensatie a la Broekhuys, zweeg ik als ik
onbillijk door letterkundigen van meerderen
naam werd uitgekleed en bleef ik hierdoor in
het schemer-donker van den duldenden
lettre, die na zijn dood een populair kansje
hoopt te verschalken. En nu dit, dit pijnlijke,
dit plotselinge aan den weg timmeren in 'n
pyama, met een baard van vier dagen, met
voeten, die het daglicht niet verdroegen,
letterlijk schandelijke voeten en een sinds
dagen ongereinigd gelaat ! Die haalt den
avond niet !" zeide een naaste van het
Muntplein. Die mot na de Stadsrciniging" zeide
een vlegel, die van de bloemenmarkt was
komen aanrennen. En met een hoeratje,
het eerste van mijn leven, reed men mij
voetstaps, terwijl mijn hospita de lieve, op
een traptrede, bleef treuren. Dat ik in die
lijdensweken geen gave beroerte gekregen heb,
acht ik eene onderscheid ing de r Voorzienigheid.
Er zijn uren geweest, dat ik met verzaking
van allen blijmoedigen, wijsgeerigen zin, met
lichtzinnige uitschakeling der hoogere
levenswetten, die ons leeraren hoe ijdel ons primitief
beetje leven is - zeide De Genestet het niet
voortreffelijk: Ernst is het leven, hoe zalig
die 't weten, arbeid en roeping en edele
strijd...." de badkamer, door mijn jicht
in geen weken betreden, als een gefolterde
doorstapte, om even als de martelaren in de
gevangenpoort, naar het opwindend druppeltje
te luisteren. Soms, een dier hitte-golf-dagen,
klopte mijn hospita angstig-bescheiden aan
de badkamer-deur, en vroeg met benepen stem
of mij iets overkomen was. Dan snauwde ik
de goede ziel onmannelijk af. Ik wachtte op
druk. Ik wachtte een dag volle twaalf uur,
dan weder met mijne Van Deyssclsche
lijfblootheidsbeetjcs voor het raam gezeten,
De Gids, Hut Getij, liet Jaarverslag van
Liefdadigheid naar Vermogen", de ochtend
bladen en de Portefeuille van mijn Leesge
zelschap napltiizcnd, dan als een gevangene
in zijn cel, den Chaos verwenschcnd. De
kraan boven het bad gaf dien dag
drieenveertig druppels welgeteld. De kraan boven
het fonteintje pruttelde zonder n druppel.
Tegen tien uur 'savonds gaf ik het op, en ont
beet. En bleef dien nacht op, omdat de slaap
kamer een smeltkroes was, en je op wat koelte
wou wachten. Dien morgen was er geen water
in de keuken, geen water in het Closet, geen
schijn van water in de badkamer. Toen beging
ik de dwaasheid om te telefoneeren. De nieuwe
telefoongids met zijn netten sleutelring lag
voor me, en ik, die sinds mijn eerste mis
lukte jaren als leerling van de tooneelschool
toen Schimmel nog leefde en Prof. Van Hamel
onze leidende ziel was, de uiterlijke welspre
kendheid beoefende en minutieus voor-in-den
mond spreek, vroeg beleefd, maar met
smartelijken aandrang: juffrouw, de
Gemeentewaterleiding, asjeblief!" U moet het nummer
opgeven", zeide de beambte. Mejuffrouw",
hernam ik, en waarlijk mijn tong had
belenimeringsverschijnselen ik voelde haar als
een ding, dat je zou willen inslikken :
mejuffrouw, heb een weinig medelijden met
een lijdenden levensgenoot en geeft u mij een
seconde de W a t e r l e i d i n g. ...
Alsjeblief In Godsnaam, asjeblief !" Zij vatte
vuur. Als u liet waternummer niet weet
mag ik u niet helpen." En het toe-toe-toe"
van een verbroken verbinding weerklonk.
Kreunend doorbladerde ik de Gids, me
geenszins over de nieuwe directorale veror
dening verbazend, omdat de burgerij er is
voor de gemeente-bedrijven, en niet omge
keerd. Ik zocht op de \V?onderging een gevoel
van verfrissching toen ik bij Water
aan-gcvingerd was: Water, Sigarcnfabriek Insulinde'
Waterboot Neptunus"; Wüfe/'graafsmeersch
Weekblad; IVtffcrkaiitoor; Waffrloo;
Waierscliout; Waterstaat alles met Water
beginnend, maar geen Waterleiding. De
dampen sloegen me uit. Mejuffrouw", zeide
ik nog eens in mijn toestel: geeft u mij asje
blief de Waterleiding. Ik vind geen nummer
in de Gids. Of heeft ze een geheimnummer?"
Ik zal u informatie geven", zei de beambte,
Toe-toe-toe: in gesprek. Meer dan een half
uur bleef ik smeeken, soebatten, onderdanig
spreken, en ten slotte ingehouden dreigen,
om de Informatie te pakken te krijgen.
Maar het was óf weer kalm en melodieus:
toe-toe-toe; of we waren met twee tegelijk
op de lijn en kregen dan woorden, omdat
we geen van twee van die lijn af wilden;
óf de telephoniste zei de verbinding gaat
niet door. Wilt u terugkomen?"; of je raakte
abusievelijk verbonden met een Bakkerij,
de Strafgevangenis, den Armenraad; of het
klonk opnieuw, toe-toe-toc? Eindelijk, ein
delijk, terwijl je lichaam afvretis datgeen in
heftige mate produceerde wat de
leidingboven-het-bad nog met geen druppel vermocht,
kreeg je Informatie te hooren. Heeft de
Gemeente-waterleiding een geheim nummer,
Mejuffrouw-van-de-informatie?", vroeg je,
naar adem happend, als een bliek op het
droge. Meneer", zeide de stem, inderdaad
malcontent: ik heb het bij deze warmte te
druk voor grapjes. Wil u zeggen wat u
belieft?" Het Nummer van de
GemeenteWaterleiding, want ik heb geen druppie,
niet om te scheren, niet om te...." Staat
voor in de Gids, bij den Gemeente-dienst.
Moet u zelf maar opzoeken. Toe-toe-toe....
Toc-toe-toe. . . ." Weg Informatie. En waar
lijk ik vond nu het hoofdje Waterleidingen,
en met vette letters de verstandige waar
schuwing: Tot het vragen van hulp of bij
klachten het hoofdkantoor op te roepen".
Met de mij aangeboren hardnekkigheid,
begon ik nog eens het gevecht met de Telefoon
om de Waterleiding te bereiken. Nu kunt u
op uw gemak beweren, dat u dit niet zou
gedaan hebben, maar wanneer er verhitte
debatten in den Raad zijn geweest, waarbij
plechtig bezworen wordt, dat de Burgerij
althans viermaal per dag, van zoo-laat tot
zoo-laat, tot 26 Meter hoog geholpen zal
worden, en dat je 's middags twee uur nog
niets anders dan puf-puf-puf bij elk van je
drie kranen vernomen hebt, dan mag men
zijn toevlucht tot een noodkreet per telefoon
nemen. Na in mijn pyama een half uur ge
rust te hebben, vroeg ik 41533 aan. Het
duurde wederom geruimen tijd eer de tele
foniste en ik mekaar begrepen. Men stond
er op, dat ik elk cijfer afzonderlijk zoude
zeggen. Een en veertig, 533 begreep men niet.
Vierhonderd vijftien, 33 nog minder. Eerst bij
het langzaam lief-kinderlijk voorspellen der
cijfers, een voor een, wat naar mijne ondes
kundige meening niet de vlugste methode is,
kwam de aansluiting. Dat wil zeggen: zij had de
voortreffelijke bedoeling te komen, maar werd
voortdurend gesaboteerd door het zenuw
ophitsend toe-toe-toe, toe-toe-toe.... Tot
's middags half z»s kreeg ik niets anders te
hooren dan Toc-toe-toe, in gesprek", De ver
binding gaat niet door", Allebei ophangen !"
of ie belandde midden in 'n gesprek van
andere abonnees. Hen oogenbiik moest i^
zelfs als arbiter optreden tusschen een ma11
en een vrouw, die de dwaasheid beginnen
elkaar vertrouwelijke verwijten per
halfautomatische telefoon te doen. Kwart voor
zes beluisterde ik de drie kranen. Twee zeien
geduldig puf-puf-puf. De derde, van het bad,
blauwig-beslagen had n enkelen, zelfs niet
zwaarmoedigen traan, die niet eens de fut
had omlaag te druilen. Mijn hospita, die,
naar zij later zeide, bang voor mijn somber
voorkomen was, had den hoogst-vrouwelijken
takt messen en scharen uit mijn bereik weg
te nemen, en een pistool van wijlen mijn vader
aan de lade van mijn nachtkastje te ontfut
selen. Om half acht, dien avond, terwijl ik
niets anders hoorde dan puf-puf-puf en toe
toe-toe, las ik volkomen-gecnerveerd de
krant, de aanmaning van den Geneeskundigen
Dienst, om matigheid te betrachten, luchtig
gekleed te gaan, niet te veel verkoelende
dranken te.gebruiken de aanmaning van
de Gemeentelijke Waterleiding (Telefoon 41533)
om niet te morsen en te plassen de aan
maning van de Gemeentelijke Telefoon, om
spaarzaam te zijn bij het aanvragen van
gesprekken, omdat de Dienst nog niet
heelemaal" in orde was, en het personeel ontzien
diende te worden de waarschuwing van
eArnslerdamsche Brandweer urn
geenflesschenspuitwater in bakken met ijs te plaatsen
den uitnemenden raad van Wethouder Vos
hoe zuigelingen te behandelen. Om acht uur,
ziek en wee, trachtte ik mijn huisdokter
op te schellen. Toe-toe-toe. In de keuken
draaide ik de kraan zoo wijd mogelijk open
voor een half glaasje water. Puf-puf-puf.
Toen, bij het eindeloos Toc-toe-toe en
pufpuf-puf schijn ik weg te zijn geraakt. Ik
herinner me alleen het ontwaken in den
brancard, terwijl mijn vingers een bloc-note
met een ingeluid Ingezonden Stuk aan De Dag
dit laatste verontrust me nu nog: is dit
het begin van seniele aftakeling? omklem
den. Vandaag hersteld, meen ik de Toe-toe-toe
en de puf-puf-puf's nog te hooren.
HANS L u D i F i c u K.
Amsterdam, 18 Juli.