Historisch Archief 1877-1940
4 Aug. '23. - No. 2406
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BlJtKOMSTIGHEDEN
LXXXIV
Ik kreeg een erg vriendelijken brief uit
Kaapstad, naar aanleiding van een mijner
bijkomstigheden, met aan het einde het aanbod,
dat, als ik me voor Zuid-Afrika interesseerde,
de schrijfster gaarne bereid was mij nadere
inlichtingen te verschaffen. Ik heb haar on
middellijk teruggeschreven, dat Zuid-Afrika
goddank niets dan een naam voor me was,
tot nu toe, en of ze me wilde helpen, die gunsti
ge verhouding voorloopig te bewaren Want
is het niet onze ondergang en ons verderf,
dat we, hoe ouder we worden, hoe meer we in
de meest uiteenloopende dingen belang gaan
Stellen, totdat er tenslotte geen namen of
woorden meer zijn, die ons niets" zeggen,
en we geen courantenartikel, geen
tijdschriftbeschouwing meer ongelezen langs ons kunnen
laten gaan, omdat het altijd handelt over een
onderwerp, waarvan we wel iets weten en
waarover we graag meer zouden willen hooren.
En als we deze toegankelijkheid voor alles
wat ons van buiten aangebracht wordt dan
vergelijken met de superieure onaantastbaar
heid van onze jeugd, die voor niets openstond;
voor wie alle algemeene begrippen: klassen
strijd, sociale hervormingen, stambelangen,
nationale politiek, volksontwikkeling, enz.
doode woorden waren, die ons niets deden,
en waarvoor we niet konden begrijpen, dat
iemand zich in ernst ooit warm maakte, omdat
er voor ons niets telde, dan het leven van onze
ziel en de schoonheid, die daar een onmiddel
lijke weerspiegeling van gaf ! Hoe sterk
stondfn we toen eigenlijk in de wereld, die we niet
ns zagen en tusschen de menschen, die ons
niet raakten ! In mijn herinnering schijnen die
jaren van innerlijken groei mij soms n lange
wandeling toe, nu eens met dezen dan weer
met genen vriend, die allen druk tegen me
spraken over hun plannen, hun idealen, hun
nieuwe inzichten en hoe zij het aanschijn der
aarde zouden veranderen; ik liep er naast,
keek voor me uit, en soms, als de oogen naast
me te dringend om instemming vroegen, dan
gaf ik even een ernstigen blik terug; maar ik
luisterde niet; ik was vervuld van mijn eigen
droomen.die verwarden donker in mij gonsden,
zoodat ik, zonder iets te denken of iets te willen
begrijpen, altijd geheel in beslag genomen
was door een hevig, innerlijk gebeuren zonder
naam.
En als dat nogeens ooit terugkwam, dat
zingen van mijn bloed, zooals de boomen op
donkere herfstmiddagen zingen, als de dunne
wolkenflarden naar de zee trekken, en de
blaren niet vallen kunnen, omdat de opstandi
ge wind ze meedraagt ver van hun
geboortestam, dan zou dat immers elk oogenblik
onderbroken worden, dan zou immers telkens
zijn rhythme worden verstoord, omdat mijn
intellectueele, mijn sociale, ach lieve hemel !
zelfs mijn artistieke belangstelling overal iets
te bespiegelen, te beredderen, te verbeteren
of te bewonderen zou vinden, zoodat er van
dat weg-zijn-in-ongeweten-aandacht geen spra
ke meer kon zijn. Hoe wonderlijk is de gang
van ons leven: eerst strijden we op leven en
dood om ons boven onze egocentrische per
soonlijkheid uit te vechten, en als dat ons
so wie so is gelukt, dan bemerken we, dat dat
egocentrische bestaan tenminste nog per
soonlijk" was; dat het alleen voor de grooten
is weggelegd, in het contact met de wereld
zichzelf te bewaren, en dat wij, liefdevol,
ethisch, sociaal-voelend, enz., enz., ons in
duizend en een belangstelling dreigen te ver
brokkelen en er aan ten onder te gaan. Want
als mijn kapper mij vertelt van de geweldige
revolutie in het coiffeurs-bedrijf in de laatste
twintig jaar, nu de héren-branche hollende
achteruitgaat, omdat de jongere generatie
zich zelf scheert, en ze alleen de uitstervende
garde nog bedienen, terwijl de dames-branche :
wasschen, onduleeren, masseeren, epileeren,
zich met den dag uitbreidt, dan kan ik me
daar, onder zijn enthousiast betoog, even harts
tochtelijk in verdiepen, als in het levensbe
lang" voor het platteland van het uitzenden
van reizende bibliotheken, uit de centra der
openbare leeszalen; en als een juffrouw met
DE HEIMAN S-STICHTING
't Is nu negen jaar geleden, dat Heimans is
gestorven. Reeds dadelijk na afloop van de
begrafenisplechtigheid werd het denkbeeld
geopperd, om de nagedachtenis van dezen
man, die zooveel gedaan heeft voor de op
voeding, voor het geluk van het
Nederlandsche volk, te eeren door een stichting van
blijvenden aard, een voortzetting van zijn werk
zelve, de verwezenlijking van eenige zijner
vele idealen. Een week later brak de wereld
oorlog uit en stond meteen alles op losse schroe
ven.
Oe herinnert u nog wel, hoe wij ons al zeer
spoedig wisten te schikken naar de nieuwe
omstandigheden en hoe wij, hoewel met eenig
ongerief en belast met een aantal goede voor
nemens, toch vrij wel ons gewone leventje weer
konden leiden. Zoo gebeurde het dan ook, dat
de vrienden van Heimans weer bij elkander
kwamen in Artis, waar zoovele goede dingen
tot stand komen, en zij hadden het zeer ge
lukkig denkbeeld, om maar niet hoop over
stoop het een of ander plan op te zetten en dat
door te drijven, maar een stichting te vormen,
de Heimans-stichting, die in lengte van dagen
alles zou bevorderen, wat de jeugd en het volk
dichter zou kunnen brengen tot de natuur,
tot het heerlijk natuurschoon van ons ju
weeltje van een vaderland. Dat zou dan kun
nen bestaan in de stichting van openbare
musea, het vormen van reis-verzamelingen,
het organiseeren van tentoonstellingen en
; excursies, het uitgeven van werken over de
Nederlandsche Flora en Fauna en over de
geologie van Nederland enz. In zijn laatste
levensjaar had Heimans al dikwijls het ver
langen uitgesproken, dat wij toch te Amster
dam eens zoo iets zouden kunnen krijgen als
een overvol gemoed mij in vertrouwen, mee
deelt, dat ze ondanks alles nooit met een on
willekeurig persoon" zou kunnen trouwen, dan
ben ik door dezen individueelen levensstrijd
evenzeer bewogen, als bij den aanblik van de
ellende-in-het-groot van een toevluchtsoord
van het Leger-des-Heils Als een oog
specialiteit mij een klein operatietje heeft
laten ondergaan, dan zegt hij: Misschien
vindt u het aardig de kliniek eens te zien",
en ik vind het aardig; de meneer van de zede
lijke verbetering zegt: Als je eens op een
zitting wilt komen luisteren"; de dame van de
crèche: net iets voor u"; de man, die voor
stambelangen ijvert, zendt me zijn brochures,
het gevoelige hart een dik pak gedichten, waar
over ik vooral eerlijk mijn meening moet zeg
gen. En ik vind het heerlijk dat alles te zien
en te overdenken, en te begrijpen, (behalve
de gedichten) en ik zou er nog veel meer van
willen weten, omdat 't zoo boeiend is. En als
onze Scheveningsche werkster vertelt van het
visschersbedrijf van haarman,die heelernaaltot
Oravesend vaart of de scientistische mevrouw
spreekt met een pruimemondje over haar pa
tiënten", dan is dat immers allemaal even
interessant en psychologisch-merkwaardig.
Er zijn menschen, die zich vervelen; die
met hun dagen geen raad weten, die spreken
van boeken voor ledige uren", enz. Ik vind
dat een superieure levenshouding, en ik zie
met bewondering tot hen op. Want ik loop
zelf burgerlijk-weg elk uur van den dag de
belangrijke dingen achterna te hijgen, en naar
mate ik mij zelf minder interessant ben gaan
vinden, is het belang van het mij omringende
leven, van de stroomingen, de gedachten, de
gevoelens en de bedoelingen om mij heen voor
mij gestegen, tot het mij over het hoofd dreigt
te slaan. Ik voel mij in het geestelijke als de
beredderige huisvrouw, die alsmaar in de weer
is om haar boeltje aan kant te houden, en
's avonds niet aanwijzen kan, wat ze eigenlijk
den heelen dag door heeft gedaan. En ik heb
soms het gevoel, dat ik, na al mijn omzwer
vingen, misschien toch het beste zou doen
maar weer terug te keeren tot mijn levens
houding van toen ik veertien was, die ik toen
zeker niet onder woorden had kunnen brengen,
maar die ik nu zóó zou willen formuleeren:
ik geef om niets anders dan om mijn eigen
versjes en die van een paar andere menschen".
A N N I E S A I. O M O N S
P.S. Om mij te vrijwaren voor. een stroom
van ethisch-verontruste brieven, voeg ik hier
nog haastig bij, dat deze uitspraak cum
granosalis op te vatten is, en dat ik toen ook nog
hield van mijn poes en mijn leerares in het
Engelsch, met wie ik dweepte, en die de aan
leiding was tot de versjes voornoemd.
IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII .
EEN KOSTUUMPRAATJE
UIT SALZBURG
Tcekening voor ,,de Amsterdammer" van
B. Midderigli?Bocklwrst
Waf ons, Hollandsche kleeding- individu
alisten, in Salzburg en omgeving bijzonder
opvalt, is de eenheid welke onze
Oostenrijksche zusteren in haar kleeding nastreven. Al
wat zich jong voelt en dat zijn lang niet
alleen de veertien- tot twintigjarigtn tooit
zich in het kleurige Dirndl"-kostuum, dat
het best te omschrijven is als een soort van
fantasie op de oude landelijke volksdrachten
voor jonge meisjes. Stelt u Damrak of
Leidschestraat voor, vol van elegante figuurtje:,
niet in tailor-made of zomerjurkjes met lage
taille, maar gedost in kleurige,naar de
heerschende mode vervormde Volendammer pak
jes, en ge kunt u eenigszins indenken hoe
verbaasd we stonden, den dag van onze
aari?komst in Salzburg, bij het aanschouwen van
deze vroolijke, algemeene dracht, die alleen in
keuze van kleur en enkele onderdeden, vrij
heid Het aan den persoonlijken smaak. In den
beginne deed het waarlijk eenigszins schril en
vreemd, in dit land van stille ellende zooveel
kleurige levenslust tentoongespreid te zien.
Het Salzburger ,,Dirndl-kostuum, dat
tusschen twee haakjes ook door vele getrouwde
vrouwen nog meteere gedragen wordt, bestaat
meestal uit een wit linnen blousje met
overVRUCHTENKOEKJES
VAN
SIPKES - HAARLEM
aijn voortreffelijk van kwaliteit
en aangenaam van smaak
gooier, (zie afb. 2). D: blouse is
aan dtn hals met een bandje
ing_haald en heeft korte mouwtjes, die
zoowel glad, als met ruimte ingezet
kunnen worden.. De overgooier is
van gebloemde geruite of gestreepte
stof en van voren tot aan de taille
met kleine ronde knoopjes gesloten,
de rok is in de taille met veel ruimte
aangezet. Daar de rug hél glad
moet zitten, bestaat deze soms wel
uit vier, vijf verschillende deelen.
Op aansluiten van ruit of streep kan
dan natuurlijk niet meer worden
gelet. De onderkant van den rok
wordt versierd met gekleurd band
of een schuine bies van dezelfde
stof. Maar het hoogtepunt van het
kostuum wordt gevormd door het
onafscheidelijke schort, meestal voor
zien van lange afhangende linten,
dat door zijn sterk afstekende kleur
het toch reeds zoo opvallend
kostuumpje nog meer doet uitkomen.
Men draagt het in verschillende
kleuren, effen paars, groen, geel
of rood, maar ook vaak gebloemd.
Ook de kousen zijn meestal op
vallend fel van kleur. De jonge
dame op de teekening draagt hooge
touristenschoenen en aparte wollen
beenstukken tegen het slijten der
kousen. Ook op bergtochten n.I.
wordt dit kostuum door Duitsche
en Duitsch-Oostenrijksche
damestouristen met voorliefde ge
dragen, gelijk ook de heeren zich dan gaarne
een quasi-inheemsch aanzien plegen te geven,
door het aantrekken van het bekende
Tirolerkostuum, met kniebroek, kort loden jasje en
pluimhoed. Veel van de kleurigheid gaat dan
echte r schuil onder loden cape of rugzak e n een
elegante verschijning is de aldus uitgedoste
Duitsche touriste met haar dikken puntstok
en plompe bergschoenen allerminst. Maar de
practische waarde van deze uitrusting luit
men waardeeren, wanneer men ais argeloos
plattelandsbewoonster in een gewoon pakje
en op gewone schoenen, eenige dagen m d:t
land rondgezworven en alle grillen van \wg
en weer,in den vorm van doorgeKL'; ndi manu l
en kletsnatte, pijnlijke voi-tui, aan d-, n lijve
ondervonden heeft. Wie n.I. ceiLg-. n tijd
in de Salzburger bergen heeft doorg-. nratiit,
keert huiswaarts met de overtuiging, dat het
Hollandsche klimaat een toonbeeld van
gestadighcid is.
Afb. l ge'eft een meer landelijkin vorm
van het DirndP'-kostnuin weer. Het daarop
afgebeelde, gebreide jakje wordt vooral in
de hoogere streken, met hun snelwisselende
temperatuur, veel gedragen. Het is steeds
van zwarte wol; aan den vierkanten of
ronden hals en aan de mouwen zijn
groen-roodgroene randen gebreid. Als bij het vorige
kostuumpje wordt de sluiting gevormd door
een rij knoopjes in het midden.
D.' echte bo.'rinnenkleeding is heel wat min
der elegant dan haar verbasterde nazate, gelijk
uit bijgaande foto (afb. 3) voorstellende een
boerin uit de Pongau in vol Zondagsornaat,
ten duidelijkste blijkt. (De Pongau is een land
streek ten Zuiden van Salzburg, langs beide
oevers van de Salzach). Het bespottelijke
stijve zwarte hoedje, vervaardigd van
hazenvel en versiert! met koorden en kwasten van
echt gouddraad, is zoo zwaar, dat een onge
oefende het niet kan dragen, zonder hoofdpijn
te krijgen. Van achteren in den bol zijn twee
zwart-zijdcn linten bevestigd, die aan weers
zijden langs het kapsel loopen, daarna samen
door een in het haar gevestigde gouden spang
gaan waardoor het afwaaien der hoed
voorkomen wordt en tot bijna op den grond
neerhangen. De japon is van zware stof en
steeds gedekt van kleur, de met zorg geplooide
omslagdoek evenals het schort, van stijve,
glimmende zijde, bij oude vrouwen meestal
zwart, bij meisjes en jongere vrouwen licht
blauw, groen of geel. Het stijf gebaleineerde
keursje is een waar martelwerktuig, dat het
dragen van dit kostuum, tezamen met de
enorme hoeveelheid onderrokken en den
loodzwaren hoed.vooral in den zomer tot een voort
durende kwelling moet maken. Maar de
Pongauerin is in dit opzicht al niets verstan
diger dan haar zusteren elders en terwille van
de mode, haar mode, getroost zij zich alles. Ook
de Hollandsche volkskleederdracht kent hier
en daar dergelijke excessen. Wat we in Hol
land voorloopig nog niet kennen, is een
Hollandsch pendant van het moderne Salz
burger DirndT'-kostuum. Welke Holland
sche modekunstenaar of -kunstenares stelt
Afb. l
Dirndl-kostuums
uit de vele voorhanden zijnde motieven en
stoffen onzer nationale volkskleederdrachten
eens een kleurig, modern, typisch-Moilandsch
jongevrouwen kostuum samen? Om als zijn
ontwerp gereed is, te bemerken dat geen enkele
Hollandsche vrouw er aan wil ! Want zoo
zijn wij nu eenmaal, onverbeterlijk individua
listisch in onze kleeding, behalve wan
neer het uit Londen of Parijs komt ! Of zou
ei:t misschien te zwart gedacht zijn?Ik hoop het!
C IL I, I N !?; S C il A A K K VERKOZEN
Af'). 3. Boeriniiekleeding
mifmHiiiiiifUffmiiiiff(f'fiif«ft<<m""<"'"ifiiuitiiiiiff<fifiiffiifiiiiffiii
BOUWEN
Oom moet met mij bouwen !"
Er zijn bevelen, waar men machteloos
tegenover staat. Over groote
menschenbevelen kau men zijn schouders ophalen; of er
mokkend aan gehoorzamen; of er zich met
kracht tegen verzetten; of ze blijmoedig
uitvoeren. Maar tegen een bevel uit een vier
jarigen kindermond doet men niets. Er tegen
redeneeren baat niet; er de schouders over
ophalen is eeu nutteloos gebaar. Zeker,
men kan er zich aan onttrekken door laf
hartig het hazenpad te kiezen. Ook door
met misplaatst gezag het vragertje te dwingen
zich met een ander spelletje te vermaken.
Doch meestal eindigt men met toe te geven.
Hans wil een huis zien niet een dak en een
balcon. Angstig doorzoekt ge de blokkendoos;
ge vindt er niet genoeg lange balken in; en
zonder lange balken is een dak op het huis
onmogelijk. Ook ontbreken de kleine fijne
blokjes, zoodat het balcon geen balustrade
zal kunnen krijgen. En Hans' balcons mogen
heusch wel hekwerk hebben !
Dat zal niet gaan, Hans; een huis met
een dak en een balcon. Daar heb je niet
genoeg blokken voor."
Zweedsche Vitrages
in verschillende typische teleurstellingen
vanaf Fl 1 20 per Meter.
Hans trekt een lipje en meent: 't moet
toch."
Ge wordt kriegel en ge weet eigenlijk niet
precies waarom. Is het omdat ge met uw
opdracht in de maag zit; of omdat de school
meester in u zegt, dat Hans weer niet beleefd
is? Het schijnt, dat het eerste gevoel de over
hand heeft; althans ge vraagt of Hans nu
toch heusch niet meer blokken heeft dan die
hij ter uwer beschikking stelde. En jawel,
het blijkt, dat hij er meer heeft.
Daar zit ge met uw tafel vol hout. En vo\
verwachting klimt Hans naast u op een stoel.
Eigenlijk komen die legblokken u toch wel
te stade. Qe kunt er tenminste een behoorlijk
fundament van leggen. Maar dat fundament
is Hans niet naar den zin. Het moet hooger,"
commandeert hij. Het is de oude geschiedenis
en zij begint dus reeds bij de kinderen: als
het gebouw maar groot en hoog wordt:
de fundamenten en kelders komen er niet op
aan. Het huis schiet intusschen op. Ook Hans
zet enkele blokken bij en wanneer hij niet
oplet, vervangt ge ze schielijk door de
vereischte. Maar hij heeft al weer een nieuwe
aanmerking klaar: Waar zijn de ramen?"
Met kinderlijken trots wijst ge hem een
paar vierkante openingen, naar verhouding
van het blokkenhuis, ter hoogte van de eerste
verdieping zittend. Die moeten grooter"
decreteert Hans onverstoorbaar. Ge wordt
opstandig en antwoordt, dat hij ze dan zelf
maar grooter moet maken. Middelerwijl
tracht ge het dak waterdicht te maken.
En wanneer ge eindelijk vol trots aan Hans
uw blokkenhuis toont, is het eerste wat
hij zegt: het dak is leelijk !" En dan
vraagt hij: Nou omgooien?" en in afwachting
van uw autwoord houdt hij zijn handen al
klaar.
Hebt ge wel eens ooit iets voor kinderen
gebouwd, dat ge beiden mooi vondt? Op
kinderbouwwerken rust het fatum, dat,
wanneer ge zelf erover tevreden zijt, Hans
het niet mooi vindt. Of Hans is opgetogen
over zijn bouwsel, en dan oordeelt gij het
toch eigenlijk maar een rommelig en slordig
bouwwrak. Eén gebouw is er, waarmee ge
kinderen altoos kunt vermaken. Het is het
primitiefste bouwwerk, dat denkbaar is.
Ge stapelt namelijk alle blokken op elkaar,
zoo lang en zoo hoog tot de heele sliert
omvalt. En ge zult nooit te weten komen,
wat het schitterendst gevonden wordt: de
groeiende piek, het omvallen, de ruïne op
de tafelenden vloer, of het opsporen vaneenige
zeer avontuurlijke blokken onder een kast of
piano.
Hans leeft onder de zware familieverden
king ingenieuV of architect te zullen worden.
Dat gaat altijd zoo. Er bestaan vaste
voorteekenen dienaangaande. Een jongen, die
graag bouwt wordt architect of ingenieur.
De knaap, die gaarne met zijn fort en zijn
soldaatjes speelt (for shame, in dezen tijd !)
is een Napoleon in den dop. Zijn de prenten
boeken de grootste aantrekkingskrachten
uit de speelpoederenschat,dan,het is duidelijk,
steekt er een kamergeleerde in. Maar nog
nooit hebben ouders of familieleden de ver
denking uitgesproken dat hun kleine boy in
de wieg gelegd scheen voor slooper. En als er
toch een jongen gepredestineerd is voor het
ambt van slooper dan is het Hans.
Trouwens, Iaat ons blijde zijn, te oordeelen
naar de kinderbouwwerken, dat niet alle
jongens ingenieurs of architecten worden.
Wanneer Hans ooit architect wordt, weet ik
nu reeds, wat voor gebouwen hij zal neer
zetten: hooge, slordige gebouwen, met
zwakke fundamenten en veel schoorsteenen
erop, die altijd moeten rooken. En wanneer
hij het huis opgeleverd heeft, zal hij tot den
eigenaar zeggen: Als je 't niet mooi vindt,
dan gooi ik 't om en bouw een nieuw voor je !"
H. V.
uiuiiiiu»».. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiixiiiiHtiiiiiiiiniiiiiiifiiiiiiiiciiiiiiiiiifiiiriiiuiiiii nu uiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiriiiimiriinmi «nH»iiriiinliiiiniiiimiiiiiiiu«iniHiimiHimniiiinniiiinuii»niiiinnui»»»»««i»»iu»»i
de Senckenberg-stichting te Frankfort. Ook
heeft hij van het begin af vlijtig meegewerkt
aan de stichting van het Museum Natura
Docet te Denekamp, dat het thans zoo aardig
bolwerkt. Een natuurmonument had hij al
gepacht, eer de vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten was opgericht. Zoo was
hij in alles een voorlooper, een man van initia
tief en die niet rustte, eer hij zijn voornemens
had omgezet in daden. Daaraan is hij dan ook
gestorven.
Toen wij nu die Heimans-stichting hadden
opgericht en daarvan in wijden kring
mededeeling deden, meenden wij, dat de duizenden
lezers van zijn werken, de duizenden abonne's
van de Groene" en van De Levende Na
tuur", de duizenden leden van de Natuur
historische Vereeniging en van de vele andere
Vereenigingen, die hij aan zich Had verplicht,
in minder dan geen tijd zouden toetreden tot
die stichting, waarvan zooveel goetls was te
wachten. Dat is toen bitter en bitter tegen
gevallen, misschien ook alweer wel ten gevolge
van de tijdsomstandigheden, die niet alleen
veler welvaart hebben geknakt, maar toch
ook wel de energie en levensvreugd en het
geloof aan een nabije goede toekomst. Toch
hebben Bestuurderen van de Heimans-stich
ting den moed niet opgegeven en hoewel ze
voorloopig nog den steun moesten missen
van het heelemaal niet te verachten (ïroote
Publiek, verheugden zij zich in het bezit van
drie machtige bondgenooten: Artis, de
Amsterdamsche Universiteit en het Dagelijksch
Bestuur der Gemeente Amsterdam. Het zou
te lang worden en ik zou mij aan ergerlijke
onbescheidenheid schuldig maken, als ik in
bijzonderheden de geschiedenis der stichting
gedurende de laatste jaren ging vertellen.
Maar wat er op het oogenblik bereikt is, hebt
ge een dag of tien in de krant kunnen lezen: de
gemeenteraad van Amsterdam heeft de voor
dracht aangenomen, waarbij besloten is tot
de stichting van een openbaar museum voor
Natuurlijke Historie te Amsterdam en de
Heimans-stichting zal bijdragen in een deel
der kosten. Dat aandeel is naar mijn zin veel
te gering, maar de museiimplannen zijn voor
uitbreiding vatbaar en als het Groote Publiek
nu eens uit deu hoek wil komen, dan brengen
wij binnen enkele jaren nog wel wat belang
rijks tot stand, (je moet maar beginnen met
wat levensvreugd en vertrouwen en u, 't komt
er niet op aan voor welk bedrag, als donateur
of contribiiant der Heimans-sticliting aan
melden bij Dr. J. C. Costerus te Hilversum,
die thans secretaris is.
Nu begint het Museum met iets heel moois.
(ie kent het Aquarium en ook de ronde uit
bouw daarvan aan de Oostzijde, den kant van
de Minderpoort. Deze rotonde was vroeger
college-zaal, maar is door de inrichting van
de nieuwe college-zalen en laboratoria, hoven
het rundvee en de buffels, vrij gekomen, 't Is
een flinke ruimte en daar zal nu de beste
praeparateiir van de geheele wereld, onze P. L.
Steenhuizen een diorama maken van ecu
der allermooiste landschappen ter wereld:
het Meertje in de duinen niet strand en zee als
achtergrond. Oe kent natuurlijk Steenliuizen's
groepen van Nederlandscht1 Vogels en hun
nesten: de lepelaars, de uilen, de oeverzwa
luwtjes, de eenden, de reigers en aalscholvers
enz., ware meesterstukken en die nog meer
indruk zouden maken, indien zij waren op
gesteld in een ruimer en lichter zaal. Misschien
ook kent ge zijn strandstukje in het Museum
van het Staatsbosclibeheer te Utrecht. Welnu,
dat geeft wel een denkbeeld van wat hij nu
in Amsterdam gaat maken, maar 't wordt
daar veel mooier en grooter. Ik heb de
maquet
IIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIMIIIIIIIIIIIIIIIII lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Indien U in de vacantie per Auto de
bergen wenscht te bezoeken, kan zulks
Uw genoegen verhoogen door een
PUCH ALPENWAGEN
aan te schaffen.
Vraagt demonstratie en offerte bij
Koninginnegracht 1'1, Den Haag
te al gezien en kan u verzekeren dat het buiten
gewoon goed zal worden, pittoresk en natuur
getrouw, leerzaam en van onberispelijk fijnen
smaak met strenge vermijding van het on
waarschijnlijke.
De keus is dan ook wel zeer gelukkig, want
aan zoo'n meertje in het duin concentreert
zich het leven van planten en dieren in zeer
bijzondere mate. Wij hebben in ons land drie
van die meertjes: het Kwakjeswater bij
Hellevoetsluis, het Zwanewater bij Callantsoog, de
Muy op Texel, alle drie even mooi en belang
rijk eti elk met zijn eigen karakter en Steen
huizen idealiseert daaruit zijn meertje. Het
Zwanewater is privaat-bezit en wordt streng
beschermd, de Mny is Staatsdomein en wordt
goed bewaakt, ledereen kan een vergunning
krijgen om daar onder zekere beperking te
wandelen. Eigenlijk is die Muy een dubbel
meertje en als ge nu op een duintop tusschen
beide- plassen gaat zitten, stilletjes en kalm,
dan krijg je er wel binnen liet uur al de figu
ranten uit Steenliuizen's diorama te zien: lepe
laars en reigers, allerlei eenden, koeten en
dodaars, wulp, scholekster, tureluur, kievit,
grutto, de trotsche bergeenden en allerlei
klein gedoe van zangvogcUjes, die nu bier,
dan daar op diiindoorntop of wilde roos hun
liedje komen kweelen. l>e verscheidenheid
van bloemen is ongelooflijk en het wemelt
er van allerlei insecten, die op de planten
hun voedsel zoeken of in het zand hun inte
ressante nesten graven. Zoo'n uurtje Muy"
is een heele cursus in de plant- en dierkunde;
ik heb zes volle lessen noodit* om ons
scrumlreisje er heen voor te bereiden. Voortaan zal
ik dat wat vlugger al' kunnen met Steenhui
zen's diorama. En denk nu eens, al die
.\msterdamsche kinderen en menschen en ook ete
lui van buiten kunnen daar nu eens op hun
gemak beseffen, hoe mooi en rijk ons duin is
en hoe waard, om behouden te blijven tot
leering en genot voor iedereen.
Wel, dat is een mooi begin voor de
Heiimmsstichtinp;: liet diorama in de duinen. Laat ons
hopen,dat Steenhuizen ook nou maken mag:
In het Bosch", Door liet Rietland", Langs
Dijken en Wegen". In Sloot en Mas" zal wel
verschijnen in en vorm van aejuaria, mis
schien met een tafeltje niet microscopen erbij.
Dat is, als ge zelf wilt, allemaal nabije toe
komst.
Toch hebben we nu reeds nog een paar
mooie dingen. Heimans heeft zooveel gedaan,
om ons volk belang te doen stellen in de geolo
gie en ook daarmee gelukkig heel wat bereikt.
Zelf had hij al een mooie verzameling aange
legd, die nu ook een plaats zal vinden in het
nieuwe Museum, tegelijk niet tal van andere
fraaie voorwerpen, clie reeds door de
Heimansstichting zijn aangekocht. Dit alles zal uit
voerig geëtiketteerd worden tentoongesteld,
zoodat ieder, die het Museum binnenwandelt
al heel spoedig eenig houvast kan krijgen aan
deze belangwekkende zaken.
We zijn dus op den goeden weg en grooten
dank verschuldigd aan Artis en aan het Ge
meentebestuur van Amsterdam. Wat er ver
der van de zaak zal worden, ligt voor het aller
grootste deel aan onszelf; het adres van den
Secretaris kent ge thans.
J A C. P. T H IJ SS E
TRANSPORT Mij. HOLLAND",
Weesperzijde 94, AMSTERDAM
Te'.ofoon 24271. Tet.-Adres Transport"
VERHUIZINGEN, ook per gesloten auto
verhuiswagens met aanhangwagen.
Binnen een rayon van 80 Km. bespaart
men Hotelkosten.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ.
Machinale Stofreiniging.
Be waarp laatsen voor inboedels