Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Aug. '23. - No. 2408
HOE MEER GELD HOE ARMER
Teekening voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck
L
i'
sSfe'. MlOÈ.''
'r/
<3-,
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimmiiittiiimmii imiiiiiiimiiiiiiimiimiiimimiMimiiiiiiimiHiiinitiiittimimiHuiHiMiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimt
SCHILDERKUNST-KRONIEK
JUBILEUM TENTOONTELLING IN
PULCHRISTUDIO, DEN HAAG. I.
Ge kunt natuurlijk niet anders doen dan
aannemen dat zij, wien het formeeren dezer
tentoonstelling was opgedragen, volledig
van goeden wil waren anders hadden zij de
opdracht niet mogen aanvaarden, die boven
al een eerbetoon moest zijn aan de door hen
als Hagenaars vereerde voorgangers. Maar
wanneer wij dus den goeden wil aanne
men, dan heeft het ergens anders gehaperd,
want deze tentoonstelling is naar wat ze kon zijn,
buitengewoon schamel. Er worden schilders
gemist, die hier hoorden; er zijn er, die gemist
moesten worden er is niets van den stillen,
staegen rijkdom, dien iemand vinden kon, die,
behalve dat hij geneigd was zijn eerbied te
toonen, tevens bewees dat hij zien, dus kie
zen kon. Er is niet gekozen; er is slecht ge
kozen; er is onwillekeurig schae gedaan aan
Jien, wien de tentoonstelling opnieuw
er?kenning moest brengen. Wanneer de schil
ders van Mastenbroek en Bongers de schuldi
gen zijn aan deze verzameling, dan zijn ze
óf lichtvaardig geweest, of zonder de noodige
autoriteit; óf ze hebben hun geringen
kritischen zin bewezen, toen zij de opdracht
aannamen. In 't kort: deze tentoonstelling is
onbehoorlijk
Ze riekt naar vriendjesdienst en anderen
dienst; ze mist verheffing, degelijkheid, ver
fijning; ze is verward.
Laten we haar nader keuren, en de schrale
keuze duidelijk bewijzen !
Iedereen weet, dat Akkeringa
Nettenboetsters schilderde, theepartijen en bloemen;
iedereen weet, dat ge zijn beste werk vindt in
de bloemen, in een enkle theepartij"?de
samenstellers kozen zwakke Netten
boetsters. 2e Pas hebben zij een aantal Fl.
Arntzenius gezien, en ze kozen bloemen.Ze hadden
bloemen kunnen kiezen, maar andere dan
deze, want deze Arntzenius heeft inderdaad
nu en dan een draaglijk bloemstuk geschil
derd. 3e. Ze kozen een Bauer bij een kunst
handelaar een blinden bedelaar". Er bestaat
een grootscher .blinde van Bauer, dan zij zich
vonden, en er bestaan dingen, zwieriger van
Bauer's koele lijn dan ge hier vindt; er bestaan
landschappen met meer ademend" licht. 4e.
Er is n Suze Robertson, die goed is de
Oude Vrouw" bezig met haar schort, maar
waar bleef het tragisch stilleven en waar bleef
n'harer tragische Vermoeiden? 5. Blommers
is toch beter dan het grove binnenhuis. Ik
had gedacht, dat de competentie der samen
stellers zóó ver zou gaan,dat ze dit hadden
kunnen bestaan. 6e. De de Bock is een schil
derij, dat al het afkeerwekkende heeft van
slechte nabootsingen van koopren ornamenten.
Het schilderij is burgerlijk-valsch. 7e. Dan
Breitner. Het zelfportret is te waardeeren, 't
stadsgezicht een hartstochtelijke neerzet,
maar het zijn toch niet de klinkendste werken,
en waarom is er geen enkel van zijn Wijven
tegen de Sneeuw? 8e. Briet heeft naast zijn
binnenhuizen karren met ossen eens gemaakt,
die voortreffelijk waren voor zijn doen. Ze
zijn er niet ! 9e. En er zijn zoo vele betere
Dankmeyers, fleuriger bewogen, zoodat deze
keus op kwade trouw lijkt. 10e. Natuurlijk
zijn er twee Duchattel's; n ware ruimte
veel; maar dit soort kunst paste den heeren
evenals de KHnkenberg, als de Steelink, lle.
Gabriel is goed, en eigenaardig in zijn Molen
te Laecken; alleen hij heeft nog een
allerzuiverst-nuchteren kant, die hier niet te zien is,
en hij heeft, uitmuntende samenstellers!
uitmuntende studies geschilderd. 12e.
Haverman geeft den jongen met den sinaasappel,
llMlUllllllllllllllIllllllllllllIIIMIIIIIilllllllllllllllllllUllllllllllmilllMIIIIIIIIMMIIIIHMIIIIMIIIIIIIlll
AMERIKAANSCHE BRIEVEN
. door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
(Met teekeningen voor de Amsterdammer"
door den schrijver)
Ik zat gisteren de krant te lezen en dacht
ineens: Hèdat is niet aardig. Mijlpalen" van
het jubileumprogramma af. Wat zal dat Eddy
een verdriet doen.Hij was altijd een aardige jon
gen en hij heeft heel hard gewerkt voor zijn suc
ces. Hij heeft vele stukken moeten schrijven
voordat (hij met Sumurum naam maakte. Van
toen af ging het beter en nadat hij eindelijk
samen met Arnold Bennett (maar hij dèe
het werk) Mijlpalen" geschreven had,
was'zijn reputatie gevestigd. Korten tijd
daarna brak de oorlog uit, die hem het leven
onaangenaam maakte. Want hij had een
Duitschen naam en
hoewel hij met
hart en ziel de
zaak der Gealli
eerden was toe
gedaan,waszijn
positie niet aan
genaam.
Hij verander
de weliswaar
zijn naam van
het wei-rieken
de Duitsche
Knoblach in
het minder aro
matische Knoblock, maar zoo een
metamorphose was slechts populair in het geval
van een zekere familie, die nu v. W. op haar
zakdoeken geborduurd heeft. Dat leed echter
is alreeds weer lang geleden. En door het
stuk Mijlpalen" als huldigings-drama te
gebruiken had Amsterdam hem geëerd en
iiMiiiiiiiiiMiiiiimmi
Indien U in de vacantie per Auto de
bergen wenscht te bezoeken, kan zulks
Uw genoegen verhoogen door een
PUCH ALPENWAGEN
aan te schaffen.
Vraagt demonstratie en offerte bij
LI. Mm JUKT
Koninginnegracht 111, den Haag
meteen de internationale, solidariteit bevor
derd. De burgemeester heeft daar wel den
juisten kijk op! Een komedie van
EngelschDuitsch-Amerikaansche afkomst op de
Holiandsche planken voor een gezelschap be
staande uit zeven en negentig Consuls van
Guatemala, Peru, Bolivia, Liberia, Hondu
ras, Lithuanie enz. enz. enz., drie honderd
acht en tachtig autoriteiten en het betalende
Hollandsche publiek zou een internationaal
evenement geworden zijn, waarbij vergeleken
de vergaderingen van den Volkenbond kinder
spel zijn.
Ik moet uit
den aard van
mijn vak (ik
ben inderdaad
redakteur van
een krant) heel
veel bladen
lezen. Veel te
veel bladen om
de waarheid te
zeggen. Per slot
?van rekening
praten ze toch
allemaal elkaar zoo'n beetje na.
Ik weet (wat mijn uitgevers volkomen be
amen zullen) hoegenaamd niets van geld of
geld-zaken.
Ik wilde er wel gaarne wat van weten, maar
alles wat er over geschreven wordt is mij te
geleerd. Ik verdrink in de obligatie's en een
discussie over den staat der Hanzebanken
geeft mij duizelingen.Een heel klein lichtje gaat
mij wel eens op en ik begrijp zoo van tijd tot
tijd wel iets. En nu is er een probleem dat ik
heel vaagjes voor mij zie en waar ik toch niets
van weet en dat ik toch zoo heel gaarne wilde
weten.
Dit is de kwestie:
Verleden jaar in Amsterdam zijnde hoorde
ik overal om mij heen Duitsch spreken. Het
zelfde was het geval geweest in ^Stockholm en
Kopenhagen en Kristiania.
Het- was geen dienstmaedchen-Duitsch.
Het was zaken-duitsch. Vroeg men dan aan de
inboorlingen van die steden hoe komen al die
Duitschers in nieuwe pakjes en lackstiefel
hier in deze dure restauraties te zitten die wij
met onze dollars niet bij kunnen houden?"
dan antwoordde de inboorling altijd op de
zelfde manier: Die menschen hebben veel
meer geld dan wij. Hun Duitsche geld zat hier
onmiddellijk na den oorlog. Het ligt in onze
banken. Het wordt gestoken in zaken die de
onzen ruïneeren. Thuis in Duitschland doet de
kleine man een ekonomischen Parade-Schritt
voor de groote zaken-menschen die rustig in
het Grand Hotel de Everywhere dineeren en
er nog een vaatje sekt bij bestellen. Zij zijn al
lang hun marken kwijt. En ze hebben de
echte duiten veilig hier en doen er ons nu
IHIMIIIV
Nederlandsche
Automobiel Mij.
FRANKENSTHAATS2--831, 's=GRA.VENHAGE
iiiiiiiiiiuiiiiiiii
maar waarom niet zijn Courantenlezer b.v.,
en een der portretten van zijn dochters?
IS.Th. van Hoytema's stervende kip is in de
kleur verfijnd,maar er hadden drie van Hoyte
ma's moeten zijn, en geen DuchatelPs,
geen Steélink. 14e. En er hadden drie Isaac
Israëls moeten hangen; naast het portret,
van die werken, die zoo zuiver zijn door
bloesemend-genoteerde atmospheer. 15e. Er
zijn er geen grootscher Jozef Israëls te vinden?
16e. Jacob Maris kan er mee door. De
Slatuintjes hebben de rommelige praecisiteit van
Hollandsche akkertjes; de vrouw, die leest
onder den boom, in grauwpaars is interessant;
de Ploeg te waardeeren, maar er is nog veel, en
anders ! 17e. Van Willem Maris mis ik den
grijzen tijd en de. verwonderlijke, klinkend
en toch verzadigd .geschilderd beesten van
vroeger. 18e. De Mesdag is gekozen om hem te
blameeren? de Ter Meulen bewijst een pijn
lijke onkunde van wat ze zeker moesten weten,
de uitmuntende samenstellers dezer tentoon
stelling ! 19e. Er zijn Neuhuys dieper van
werking,en zediger van ingetogenheid of eedier
van coloratie, dan wat de heeren opvischten.
20e. Albert Roelofs is in het portret van zijn
vrouw inniger dan in alles wat hier is, en rijker
in een schilderij van deWieg," die van
Hoytema bewonderde. 21e.Tholen?hij is meer dan
hier, eigenaardig of bloeiend, of bekorend door
wankele grijzen". 22e. Toorop ze kozen
natuurlijk de Harpspeelster, met den
bebaarden man, terwijl het andere, dergelijke, werk
strakker is; ze kozen noch een breed noch een
karakteriseerend portret. 23e. Ze kozen geen
zilveren Wcissenbruch noch een, waar de
waereld bestaat uit grootsche golvende lijnen,
of breede, en diepe toch onzware kleur (zooals
zijn Tuin); ze kozen 24e wel een van Wely
en wel een Zilcken met den onbeteekenenden
naam van den schilder te groot op het bord
papieren rotslandschap; ze kozen 25e de
Zwart's, maar ze vergaten die met den zwaar
deren dreuns, en die van meer bloeiend
openzijn der kleuren; ze kozen weer een Winter
bij een kunsthandelaar, en waarom niet den
beetren?....
De uitmuntende samenstellers schoten op
98 schilderijen zeker bij vijf en twintig schil
ders tekort in hun keuze. En dat is te veel;
deze blaam blijft; als een klit, aan deze heeren
kleven.
P L A S S C II A E R T
TENTOONSTELLING RIJKS-ACADEMIE
VANBEELDENDE KUNSTEN
Wie veel tentoonstellingen ziet, leert met
weinig tevreden te zijn. Zóó dankbaar wordt
hij voor het ontmoeten van een echt talent,
dat hij niets liever zou doen dan de beteekenis
ervan overdrijven. Daarom sta dit voorop:
het talent van Jan van Wijk was beperkt,
bescheiden, klein. Maar het was er, het was
echt en het was van een aantrekkelijke soort.
Het zat in hem, het was een deel van hem en
het verloochende zich nooit. Wat hier in de
gehoorzaal der Rijks-Acade.mie van hem bij
een hing, hoorde bijeen. Het was de uiting van
n zelfden bewegelijken .speelschen, rijnen
geest. Het was noch grootsch, noch overweldi
gend; maar het gaf altijd binnen weinige
vierkante decimeters - de onbevangen, leven
de, warme getuigenis van een die steeds op
nieuw door de schoonheid van kleur en at
mosfeer, (meer dan door die van den vorm)
verteederd was. En een gang van zijn schil
derijtjes naar zijn teekeningen was geen terug
gang. Humor en geest komen misschien in de
ongekleurde teekeningen die hij voor de Am
sterdammer maakte het treffendst naar voren.
Maar het meest zich zelf, het apartst vond
ik hem in de waterverfschetsjes die hij in
Florence maakte naar fresco's en tafels van
Fra Angelico. De simpele blijheid van den
hemelschen florentijn was in deze even fijn
geteekende als fijn gekleurde blaadjes door
een verwante ziel nageproefd en her-steld.
Nog een trof mij als een persoonlijkheid:
C. Koning. Zijn talent mist het bewegelijke
en het charmeerende van dat van van Wijk.
Het is eerder stug, eenvormig, in zich zelf
gekeerd. De grijze atmosfeer waarin hij zijn
voorstellingen ziet, maakt zijn werk een-tonig.
Maar hij heeft zijn mannelijker, forscher,
breeder aard op den ander voor. Hij durft
grooter doeken aan; in een decoratief gehouden
vertelling als zijn vogelenmarkt geeft hij
kleurverscheidenheid binnen de grenzen van
een grijs gamma; zijn werk wint bij nadere aan
schouwing. De uitstekende teekenaar dien ge
meendet te ontdekken in het schilderijtje dier
spelende kinderen bij een pomp vindt ge in
zijn zwart-en-wit werk terug. Eerlijkheid,
ongekunsteldheid, volharding schijnen eigen
schappen die zijn talent schragen.
De overige dames en heeren, scheidende
leerlingen der Academie, gaven in hun werk,
dat nog niet de uiting scheen van een
gevormden geest, geen aanleiding tot opmerkingen.
Het was een gelukkig denkbeeld van den
Directeur der Academie, hun aller werk en dat
van den jonggestorven van Wijk voor korten
tijd aan de publieke belangstelling prijs te
geven.
H E N N u s
? iniiiiitiiiiiiimtitiiiiiiiiimmiitH
ZOMERTOONEEL
K. V. HET NEDERL. TOONEEL" De
Causa Kaiser, drie vroolijke bedrijven
van L. STARK en A. EISTER
Vroeger hebben wij bij liet gezelschap van
Heyermans eene bewerking gezien van dit stuk,
dat toen Kok en Springer" heette. Kok heet
thans Wender en Springer blijft Springer. Het
wordt ons opgedrongen als een vroolijk spel".
Maakt het de auteurs vroolijk, de tooneelspelers
of hebben wij vroolijk gestemd den schouw
burg verlaten? Ikd,enkzoo: de auteurs hadden
er hunne Freude" aan, de tooneelspelers
vonden het een sof", maar regisseur
Saalborn dacht het na Het witte paard" goed ge
noeg voor den Augustusmaand en wij aan
vaarden dit dan maar als een noodlot, te meer
daar er iets zeer opmerkelijks te prijzen valt.
Dit is de creatie van Oscar Tourniaire als
Georg Kaiser, die de rol, die als een type"
opgevat kon worden daar ver boven uit heeft
geheven en een karakter" daarvan heeft ge
maakt. Deze Kaiser was meer dan een figuur,
zelfs meer dan een mensen, hij was de
bovenmenschelijk gekristalliseerde Dwaasheid. Zijn
eerste opkomen: het dik verwatene van den
klerk, die aan zijne ervarenheid meer waarde
hecht dan aan alle advocatenwijsheid, was
reeds van eene kostelijke vis comica van de
allerhoogste orde, een vis comica zooals ik die
alleen nog maar bij Max Pallenberg heb ge
zien.
Overigens was Paul Huf een aanvaardbare
Wender, deftig en correct (Mögle was destijds
nóg deftiger, nóg meer heer), was Magda
Janssens niet kwaad als Irene en schudde Louis
Saalborn de rol van Springer uit zijn mouw als
wilde hij toonen : Geacht publiek, ik, die Faust
heb gespeeld en zoo meer, die Strindberg op
mijn duimpje ken, ik lap hedenavond zoowel
u als Springer aan mijne keurig gelapte
bottines".Wender verwijt hem dat hij zoo schreeuwt.
TABAK
nog altijd de beste.
Dit verwijt is onbillijk: Hij schreeuwde niet.
Integendeel, hij slikte zijne woorden in. Dat
doet Springer misschien in het dagelijksche
leven en dat is volkomen zijn recht, maar van
het tooneel af moet hij verstaanbaar zijn. Dit is
een eisch van rechtvaardighed tegenover het
publiek, of dit nu hooggeacht is of niet. Hetgeen
niet wegneemt dat er ook in Saalborn's op
vatting veel te waardeercn viel. Zoo b.v. zijn
slim en eigenwijs kijken, over zijn lorgnette
heen. In het laatste bedrijf, waar hij te pleiten
had, was hij ook wel komiek. Hij maakte een
type van Springer, niet een karakter. Hij gaf
in detail enkele eigenaardigheden van een
sltiwen, joodschen advocaat, maar de ge
ncarneerde sluwheid was hij niet. Hij heeft het
zich te gemakkelijk gemaakt. En achteraf
neem ik het. dezen zeer knappen acteur ik
herhaal dezen zeer knappen acteur, voor wien
ik bijna steeds de grootste waardeering heb,
't niet eens zoo heel erg kwalijk, want het is
Augustus, het is een rol van niks, het is
en hier mag de menschelijkheid wel even eens
meespreken een katastrophale tijd voor de
tooneelspelers in het algemeen en voor die
van de K- V. misschien in het bizonder.
Laat ons de Causa Kaiser eens even bezien:
een traditioneele oom (l'oncle d'Amérique
u weet wel) heeft tot zijne universeele erfge
name gemaakt de wettig getrouwde Irene
Kaiser als deze ten minste wettig is ge
trouwd. Helaas, zij leeft met een zangleeraar"
George Kaiser. Een huwelijk is onmogelijk. Hij
is Katholiek gescheiden, dus niet gescheiden.
Mr. Springer weet er raad op, al vindt zijn
compagnon Wender het niet geheel correct:
er moet een andere George Kaiser opgeduikeld
worden, ongehuwd en genegen de blanke hand
van Irene, de disetise a voix uit de Moulin
Rouge te aanvaarden. Die wordt gevonden:
het is Kaiser George II (deze woordspeling is
een mop in het stuk), klerk op een advocaten
kantoor. Hij trouwt, maar slechts een
,,mariage blanc" staat zijn vrouw hern toe,
terwijl zij intusschen geestelijke gemeenschap"
met den anderen Georg Kaiser onderhoudt.
De echtgenoot smijt met vazen, de vrouw met
woedende blikken en zij is koel als ijs en sneeuw
te zamen. Scheiding is onvermijdelijk. Zij wil.
Hij wil. Zijn advocaat zal Wender zijn, de hare
Springer. Maar zij maakt Wender verliefd op
zich, zoodat deze haar belangen behartigen zal.
Ergo Springer, de contramineur, de collega
en concurrent van Wender want hun
cornpagnonschap is verbroken de zijne.
Voor een suffe rechtbank o makke satire,
de heeren rechters vallen in slaap wordt
de y.aak uitgevochten en een vergelijk tot
stand gebracht. Irene kust voor het eerst
haar man. Dit is het slappe slot van dit
stuk en wij kceren huiswaarts met het besef
dat n Wender n Springer er goed af
komen van wege de onkostenrekening. Wij
wenschen de acteurs vari het Nederlandsch"
in deze treurige tijden het zelfde toe.
E D M o N u VISSER
:- J. H DE BOIS
-:HAARLEM 68 KBÜISWEO
iiiinii 'iiiiiiHiiiimnii
concurrentie
mee aan".
Dan vroeg ik
(in mijn on
schuld); waar
om heft dan de
regeering geen
belasting van al
dat opgehoopte
vreemdegeld?"
en men ant
woordde mij
kweenie" het
geen volgens de
grammatica
don 't know".
oud-Bataviersch is voor
Maar kweeooknie".
Daarom vraag ik het.
Bij voorbaat mijn dank.
En dan ten slotte zat ik in de krant te le
zen hoe er overal zwaar gewerkt wordt om
de Koningin te huldigen.
? En waar ik van oudsher aan dergelijke din
gen gaarne meedoe, heb ik ook een plannetje
bedacht dat ik hierbij via de Groene den volke
cadeau doe.
Als ik zoo hier vreedzaam rondfiets en eens
door een buitje overvallen word (wat zelden
gebeurt, want het weer is buitengewoon goed)
dan ontdek ik weer iets wat ik eigenlijk al vele
jaren vergeten was, namelijk het
grondwettiglijk bestaan van drie klassen.
Het Hollandsche volk wordt (volkomen
terecht) geboren in de eerste en tweede of
derde klasse; krijgt een min uit de eerste of
tweede of derde klasse; gaat naar een eerste,
tweede of derde-klasse school; reist door het
leven per eerste, tweede of derde klasse en
wordt eindelijk door dtn begrafenis-onderne
mer naar een eerste of tweede of derde klasse
graf meegenomen om in een hemel te komen
waar controleur-engelen hem meteen van
kaartjes voorzien voor een eerste of tweede of
derde-klasse Purgatorie. In Amerika waar wij
eigenlijk nog geen beschaving hebben (zooals
mij meestal medegedeeld wordt door de
kandidaten voor baantjes in dat land, die er
van overtuigd zijn dat ze ons met hunne emi
gratie een groot genoegen zullen doen) in
Amerika reilt
en zeilt alles
door elkaar en
zoo had ik het
bestaan van
een Menscliheid
I, II en III
klasse ook ge
heel en al ver
geten.
En nu kwam
deze gedachte
bij mij op.
Wij hebben
U
een Eerste Kamer en een Tweede Kamer.
In die Eerste Kamer zitten alleen heel
deftige mannen en zelfs de S. A. D. P.-ers
spreken er met gedempte stem.
Dit Hooge Lichaam vertegenwoordigt den
Feudalen Adel, den Geld Adel en den Adel van
de Proletarische ziel..
Men kan er zonder eenig gevaar Koningen
van Bevriende Staten heensturen om ze een
heelen middag zoet te houden. Er zal geen
on vertogen woord vallen. Misschien vragen
sommigen van de leden den Koning of zij hem
niet gratis op de Tijd", ,,d<; Maasbode" mogen
abonnee ren,maar dat beschouwt ZijneMajestcit
waarschijnlijk als een beleefdheid en hij zegt
Mange Tak" of wat dank u" in zijn taal mag
zijn en denkt dan hebben we weer kastpapier
tegen den
inmaaktijd".
De Tweede
Kamer is ook
heel erg nuttig,
maar daar is
alles niet zoo
geheel in den
haak.
Daar zitten
van die rare
menschen in.
In Engeland
hebben 7.c te
genwoordig een
loterij waarvan de derde prijs bestaat in liet
lidmaatschap van het Lager Huis. De eerste prijs
is een huwelijks-reis met bijbehooren (behalve
de vrouw, die men zelf moet vinden). e
tweede prijs is een gemeubileerde huiskamer
met een poes en de derde prijs is het lid
maatschap van het L. H.
Natuurlijk kan de man van de loterij u nu
maar niet zoo ineens tusschen Baldwin en
Ramsay Mac Donald een plaatsje verschaffen.
Maar in Engeland, zooals overal elders, is
het kamer-lidmaatschap zoozeer in de
algemeene achting gedaald, dat men blij is een
kandidaat te nebben die niet om
verkiezingsonkosten vraagt. Deze betaalt de loterij en de
verkiezing is daarmede een zekerheid gewor
den.
In Holland gaat dat natuurlijk heelemaal
anders, maar er zit toch heel wat in die Twee
de Kamer dat het probleem van de ronde
erwt en het gladde mes nog niet geheel heeft
opgelost. Dat komt daardoor dat het heele
parlementaire systeem van vreemden oorsprong
is. Wij hebben het met huid en haar opge
slokt zonder te vragen of het wel bij het
volkskarakter paste.
Welnu, bij gelegenheid van het Jubileum
maakt men Hare Majesteit gelukkig met een
spiksplinternieuwe Derde Kamer. Dat wordt
dan de politieke-rommel-zolder.
Zoo'n zolder heeft men in elk
goed-in
^
( E MME
;W
,1"-*EII' ' "
71
* j
JM
C-!)
8
gericht huis.
Daar gaan de
dingen heen die
men misschien
nog wel eens
kan gebruiken
(oude wiegen,
afgedankte
hondenhokken,
schrale
vloerkleeden en de
werken van
Bosboom
Toussaintenz.)maar
die men
eigenlijk toch maar liever niet direkt in huis heeft,.
waar iedereen ze zien kan en waar de men
sehen er nog maar over vallen.
De rest van het denkbeeld mag verder wor
den uitgewerkt door een speciaal hulde-comit
dat mijn denkbeeld, gratis en vrij van alle
rechten, tot het zijne mag maken.
Dan wordt de wensch Mocht nog Vader
Willem leven !" een vrome hope.
Dan heeft Nederland eindelijk het ideaal
bereikt waarnaar het reeds jaren snakt.
Het werk van de afgrijselijke Fransche
Revolutie en den verderfelijken Corsikaan werd
ongedaan gemaakt.
Een volk (I, II en III klasse) bestuurd door
n Staten Generaal, (I, II en III klasse) met
n ideaal (I, II en III klasse).
Alleen moest dan het klassieke gedicht
van Hendrik Tollens eenigszins veranderd
worden.
Wien Nederlandsch bloed (I, II en III
klasse) door de aderen vloeit" enz. enz.
Maar dat zal een kleinigheidje zijn en daar
zorgt het comitéwel voor.
Een dichter die voor een paar kadetjes zoo
iets doet, hebben we nog wel.
En anders een van de tooneelspelers of
muzikanten.
IUTENBOK i FOLMEI
Oen Haag ?:? Kupnsparfc II
SPECIALITEIT:
ofhuizing»n and*r Garantie
Baiyp/aaften nor //i60Mfo/f