Historisch Archief 1877-1940
8 Sept. '23. - No. 2411
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
PROFESSOR G. KALFF f
Ieder die meeleeft in de Nederlandsche
geestelijke cultuur, zal smartelijk getroffen
zijn door het plotseling ontroerend bericht
van Kalff's dood.
Hij vormde het derde geslacht van de
officieele Nederlandsche litteraruur-historici aan
onze Leidsche School. Jonckbloet, onbetwist
baar de grondlegger, vooral voor de geschie
denis der middeleeuwsche letterkunde, behield
bij al zijn groote kennis nog altijd iets dilet
tantisch, te zeer liberaal politicus om in
integeren waarheidszin enkel de wetenschap
te dienen. Toen kwam Jan ten Brink, te lang
onbillijk verduisterd onder Van Deyssel's
hoon, misschien te veel levendig artist om
vóór alles priester der wetenschap te zijn.
Kalff volgde hem in 1901 als hoogleeraar in
de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde
op.
In Kalff was de juiste maat, het evenwicht,
het klare wetenschappelijk inzicht, de
conscientieuse methode, gepaard aan zuiveren
smaak en schoonheidsbesef, onmisbaar in
den man der wetenschap, die zich uit te spre
ken heeft over dingen, waarin de
schoonheidsontroering het opperste is. Hij heeft door heel
zijn leven gevoeld dat litteratuurgeschiedenis
is kunstgeschiedenis". En daarbij vond hij
krachtigen steun in zijn groote, innige liefde
voor de Hollandsche nationaliteit, voor een
krachtig volksbestaan, het weerbaar-zijn,
stoffelijk en geestelijk, te land en te zee;
zijn diep indringen in de volksziel draagt
zijn werk.
Die volksziel beluisterde hij eerst in het
lied, toen hij in 1883 als eerste doctor in de
Nederlandsche letteren zijn lijvig proefschrift
schreef over het lied in de middeleeuwen
en daar voor het eerst een volledig beeld
ontwierp van wat er trilde in het gemoed
van het volk, van de kunstelooze uiting zijner
vreugde en smart, zijn ontroering uit natuur
en leven buiten allen dwang van regel of
voorschrift. En sedert is zijn liefde gebleven
voor het lied en den volkszang door alle
tijden heen, voor wat er leefde in het volk.
Benige jaren later volgde zijn grondige
studie over onze 16e-eeuwsche litteratuur
en ook daar was het weer vóór alles^de volks
ziel die hem aantrok. De zestiende eeuw ten
onzent was door Jonckbloet verwaarloosd.
Ten Brink had haar alleen krachtig en scherp
geteekend in haar renaissancisten, typen als
een Coornhert en Spieghel, aristocratische
geesten die verwantschap openbaarden aan
de groote Europeesche stroomingen. Kalft'
haalde tal van verborgen schatten uit de
volksliteratuur naar voren. Hij schetste de
rederijkerij, die, hoe men haar ook
beoorHETBQEK
VAN DE WEEK
B^hO>^fV>g*<S^jg=jSriSpi^B1
DAGBOEUAN EEN
AMSTERDAMMER
DOOR
BARBAR OSSA
Daalderseditie deel 64
Geïllustreerd omslag van
B. VAN VLIJMEN
Prijs in linnen band
met gekleurde kopsnede
f 1.50
Uitgmvin VU HQLKEMA & WAIEKDORF, A'dim
deelen wil, een krachtige uiting was uit de
massa; hij vertelde van volksboeken en
-sprookjes, van kluchten en de lyriek uit het
volk, het geestelijk lied en de geuzenzangen,
van stichtelijk proza en reisverhalen. Gerecht
vaardigd was de bescheiden trots, waarmee
hij in zijn laatste werk, dat helaas onvoltooid
moet blijven, over zijn studie van de zestiende
eeuw getuigde: Dat boek was onrijp en
gebrekkig; maar het bracht vrij wat nieuws,
dat prikkelde tot verder onderzoek; het werd
aanleiding of oorzaak van een groot aantal
nieuwe boeken of studiën, die mij in staat
hebben gesteld, later onze letterkunde der
15e en 16e eeuw beter te behandelen dan
mij anders mogelijk ware geweest."
Breedopgezette studies over onze groote
zeventiende-eeuwsche dichters, zijn leerrijk
boekje over Literatuur en tooneel te
Amsterdam in de zeventiende eeuw" be
reidden hem verder voor tot het schrijven
zijner groote geschiedenis in zeven deelen.
En ook daar zien we de kunst voort
durend in verband met het volk; van ver
rassende nieuwheid zijn zijn hoofdstukken
over het publiek, waarvoor de kunst bestemd
was, waaruit de kunst groeide; hij het eerst
zag onze middeleeuwsche kunst in verband met
de standen, met de aspiratiën van den mensch,
die erin leefde. Ik sla hier toevallig den inhoud
op van zijn boekje over Literatuur en tooneel
in Amsterdam. Hoor wat n zoo'n hoofdstuk
geeft: De Amsterdammers bij den aanvang
der 17e eeuw. Invloed op hunne ontwikkeling
geoefend door lo. den onafhankelijkheids
oorlog; 2o de Renaissance; 3ode hervorming;
4o. den omgang met andere volken. De in
vloeden aangewezen in de literatuur.
Nationaliteitsgevoel, volkstrots en volkszwakheid
zich openbarend in de werken der
Amsterdamsche schrijvers." Zie zoo'n simpele op
gave typeert heel het levenswerk van Kalff.
Hij is geëindigd met het cosmop&Htische,
met zijn poging om inderdaad tot realiteit
te brengen, wat nog te veel enkel als theorie
bestond, de vergelijkende litteratuur-geschie
denis vanWest-Europa, en het is merkwaardig,
hoe we ook daar weer vooral den mensch en het
maatschappelijk leven in verband met de
litteratuur breed geschilderd krijgen.
De Nederlander, die zich bewust is van de
historie van zijn stam, zal Kalff steeds dank
baar gedenken als den man, die ernstig er
naar gestreefd heeft een juist begrip te geven
van de schoonheid in verband mctjhet geeste
lijk en maatschaijpelijk leven ten onzent.
J. P K i N s r N J.LZN.
GHARIVARI A
(Punch)
,,Dit geeft ons aanleiding de puntjes
op de i te zetten." (Gr.)
Eén is genoeg.
,,Zeer sterk treedt daaruit naar voren
zijn hinken op twee beenen."
(N.R.C.)
Dat is 'n klein kunstje. De ware hinker
rust niet voordat hij 't op een kan.
,,Reeds in het begin van October
zullen de eerste ingezetenen van
Enkhuizen leidingwater kunnen betrekken.''
(Onze Ct.)
Wij vernemen nader, dat zij overleden zijn.
Aan de met streng arrest gestrafte
militairen kunnen diensten worden op
gedragen, die in het arrestlokaal
kunnen worden verricht, b.v. schrijf
werk, wijzigen van regiementen en
voorschriften, enz." (N. R. C.)
Laat ons hopen, dat zij met bescheiden
heid van hun bevoegdheid gebruik /.uilen
maken.
Bij den heer Groot binnengedragen,
verleende Dr. v. d. Berg de eerste
geneeskundige hulp." (Hoornsche H.)
Toen kreeg de dokter een beurt.
Op de glibberige paden
Wat men te honren krijgt, is een
disharmonisch geluid, waaraan nog
een heelc boel gevijld moet worden,
voor men er verheugende, een mooi
perspectief openende klanken uit
krijgt." (Arnli. C,)
Neen, ons rekenen zal niet sterven!"
(üc Vac.)
Een onweerslag, onmidtlelijk ge
volgd door bliksem....
(Delftsclie C.)
Vergeefsch ! Hij was tóch te laat.
Bain mixte de vin
De maaltijd werd besproeid door
den goudgelen landwijn, waarin Olga
hem eenige dagen vroeger het welkom
had toegedronken."
(Ivans, De breede Vuile i)
/cc uitvinders
Inmiddels werd d e/.e heer door
de politie uitgevonden." (Msb.)
12 cent ^^^ . 12 car*
cty22*Z2.
Sunatra
sigacr
Een chanson moet in vorm en
taal onaanvechtbaar zijn." (O.H.C.)
Zulke germanismen bv. mag het niet be
vatten.
Het levende lijk
25 dooden, waarvan slechts een
overlevende." (Onze Ct.)
Meer oprecht dan commercieel praktisch
adverteert een firma in de N.R.C.:
Waarschuwing ! De Firma B. Smit,
kleermakerij, Houtstraat 2, verzoekt
een ieder eerst de prijzen bij haar te
vraten."
TAALVERWOESTING
14. DE DOORSNEE.
De doorgesneden mensch: hebben wij in de
dagen van Judels en Van Maurik niet het
doorgezaagde weesmeisje gehad? Zoo
barbaarsch toegetakeld nu wel niet, maar toch
wel bloederig genoeg lijkt voor het taaibegrip
de doorsnee-mensch van tegenwoordig.
Deze akeligheid won indertijd herinnert
men zich wel de min van de cordate freule
Lohman en tegenwoordig klampt hij zich
vast aan alles en nog wat. Wij hebben nu
onze doorsnee-zangers en doorsnee-koelies,
doorsnee-hanen en
doorsnee-kippen^doorsneeopvattingen en doorsnee-prestaties, ons
doorsnee-voetbal en doorsnee-tennis, ons
doorsneekindertal en onzen doorsnee-leeftijd. Wat
komt het er op aan ! De heele wereld schijnt
wel doorgesneden. Zorg dat ge met een
ander moeilijk te hanteeren woord niet te
dicht in de nabijheid van de doorsnee komt,
want dan kan er nog meer malligheid gebeuren.
Onze economiste, Mej. Mr. v. Dorp moet
onlangs gesproken hebben van een de ge
compliceerdheid van het ruilverkeer niet
doorziend ! (1) doorsnee-burger."
Wie houdt nog uit elkaar in verschil of
schakeering: gemiddeld, gewoon, alledaagse)),
over 't geheel, doorén genomen, doorgaans,
meestal"? Wie, die het lezend publiek wil
imponeeren, gebruikt eigenlijk nog n dezer
eenvoudige woorden? Doorsnee, doorsnee en
niet anders. Dat staat jentjes, dat staat
geleerd.
Toch is het een onding, een brutale ver
minking van de adverbiale uitdrukking in
doorsnede," waarvan het goede gebruik be
perkt was tot landmeten en waardebepaling.
Het voorzetsel is er uitgebroken en de
lijmkwast deed het overige. Men verwondert
zich n o i- een beetje, dat de knoeiers niet
tevens doorsneeëlijk" hebben aangedurfd
met verdere stompzinnige navolging van het
Duitsch (durchschnittlich). Maar dat ook dit
riekende ei op hun nest zal liggen, het kan
slechts een kwestie van tijd zijn.
Heel erg nieuw is, doorsnee te nemen in
een beteekenis waarvan de maker- paljas
zelf niets begrijpen zal. Zoo gat' de reeds
meermalen geciteerde Mr. van Rossem on
langs zich zelf het raadsel op van ,,de doorsnee
van de meiiscliheid", alsmede van de ziel,
die in een dubbele evolutie deze dagdijksche
doorsnee liceft overschreden". Zonder den
hals te breken, Mr. v. Rossem?
Helaas, de taal wordt maar al te dagelijks
doorsneden van de wonden, die dergelijke
ruwe proefnemers haar toebrengen.
H.
1) Bravo, snijd dóór: gaap-neno,slaa-ncnd,
zij-ncnd.
INGEZONDEN.
Aan Me;. Annie Sa/omons
N.B. (ir. Amsterdammer van l
September 1923:
Top Naeff heeft het zoover ge
bracht, dat ze zelfs wordt opgemerkt,
als -K ergens niet geweest is.
Zie Ds. Hulsman over de vergadering
van de Leidsche Maatschappij".
ANNIE SALOMONS.
Maar, Mejuffrouw Salomons,
Waarom krijg ik nu den bons
Om een simpel aardigheidje?
'k Gaf eeu indruk van 't geheel,
Noemde eeu enkel kroonjuweel
Van ons litterair partijtje.
't Is de domheid van 't publiek.
Dat u in een Nieuwsrubriek
Als ,,vergeten" heeft doen wanen.
Gij zijt immers overal,
En geen Hooge Vrouwe" zal
Ooit uw glorie vveer doen tanen.
De Onafhankelijke Vrouw"
Uw geniale zielebouw
Leef' iu alle Koninkrijken.
Ij] wie vraagt: Was jij er ook?",
Is een blinde, dien de rook
Heeft verhinderd, om te kijken.
(j. H u i. s M A N
DE FEESTWEEK
Teekening voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Wijnkoop: Dat doen ze voor mij toch nog lang .niet!"
?
per
K.L.M.
naar
LONDEN | f ,o
PARIJS l 7
BRUSSEL ? 22,50
Met inbegrip van vrij vervoer naar en van de
vliegvelden, benevens 15 K. G. bagage per persoon.
VERZENDT UWE POSTPAKKETTEN NAAR ENGELAND PER LÜCHTPOST.'
BELANGRIJKE TIJDWINST! AANBIEDING OP ALLE POSTKANTOREN!
Koninklijke Luchtvaart My. Heerengracht 13, Den Haag.
]!
UPS 2 PETERS-DORDRECHT
FABRIEK VAN
MXV/VRDEIM
BINNENHUIS
KUNST
UIT
T BINNENHUIS
TINRICHTING TOT MEUBELEERINGT
2203 "lEN VERSIERING DER WONING f? 27603
OEMENDAj?ni DIRECTEUR JAC. VAN DEN BOSCH
l MODEL GEMEUBILEERDE
(VILLA SORGH-VLIET
l BLOEM EN D A ALS C
HEWEG 148
TOONKAMERS
BECHT & DYSERINCKl
STADHOUDERSKADE)
80-81-82
T BINNENHUIS" BLIJFT VOLHARDEN IN ZIJN STRIJD TEGEN SMAAKMISLEIDING.
STIJL" IMITATIE EN AMBACHTSBEDERF IN DE MEUBELKUNST
IIIIIIIIIUIIflIlllllllllllllllllllllllllllllttllllllllllllllllllllllllll
(London Opinion)
(Punch)
(London Opinion)
7«f
xir?
if'4>
b?^"^'
/??>De dame": Het hotel-leven is toch zoo De gast: ,,lk wou dat ik hier 'n week
gegezellig. Je spreekt met menschen, waar je leden gekomen was."
anders niet over zou denken." De pension -h oudster (gevl
De dame: Ja, ik denk niet dat 't ze erg meneer....!
zal hinderen." " De gast: Ik bedoel, ik had deze viscli
liever toen gegeten dan nu."
(gevleid): O,
Waar heb je die nette hoed vandaan ?"
Smit".
Is dat een winkel of een café?"
i l'?¥\ Wlt^a^?r.
V^è^M.K^-Wê-'
Het eenige middel om zich in onze
volle balzalen een plaats te verzekeren
na den dans.
De moeder (ten einde raad): Ken
je 't verhaaltje niet van het poesje, die
aan zijn nieuwsgierigheid dood ging?"
**