Historisch Archief 1877-1940
HV8426
Zaterdag 82 December
A°. UB8
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van a W. KERNKAMP
Redacteuren i H. BRUGMANS, TOP NAEFF, O. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
Secretarte der Redactie t C F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij roornitbetaling. Per No. f 0.25. \ \ Redactie en Administratie; Keizersgracht 333. Amsterdam | | Advertentiën 10.75 per regel plus 20 cent disposïtickoatcn j
Bericht aan inzenders
e
l
A
Ondergeteekende verzoekt uitdrukke
lijk, brieven en stukken, die voor hem
bestemd zfln in zijn kwaliteit van hoofd
redacteur van de Amsterdammer", niet
te adresseeren aan zijn particulier adres
te Utrecht, maar aan de Redactie van
de Amsterdammer", Keizersgracht 333,
Amsterdam.
KERNKAMP
INHOUD: I. In den doofpot gestopt door
Prof. Dr. O. W. Kernkamp Tijdgenooten,
door Dr. W. O. C. Byvanck 2. De over
heid waakt, teekening door Jordaan
Leerplicht-evoluties, door C. O. Roos Astro
nomische fragmenten, door Aërobates
3. Vol au Vent, door Hans Ludificor
5. Voor Vrouwen: Bloemen en feesten, doorElis
M.Rogge Bijkomstigheden,door Annie
Salomons Uit de Natuur, door Dr. Jac P.Thijsse
6. Th. A. Steinlen t, door A. Plasschaert
Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert
Amerikaansche brief, door Dr. Hendrik
Willem van Loon, met teekeningen door den
schrijver 7. Annie van Ees als Boefje, teeke
ning door B. van Vlijmen Twee boekjes
over Björnson, door C. Bienfait De Mo
derne beschaving, teekening door Oeorge van
Raemdonck Vers,door Mr.Francois Pauwels
8. Muziek in de Hoofdstad, door Constant
van Wessem Schilderkunstkroniek door
A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus Dra
matische kroniek, door Top Naeff, met tee
keningen door B. van Vlijmen 9. Op den
Economischen Uitkijk, door Jhr. M. H.
Smissaert Dierstudie, door H. Verstijnen 10.
De Prediker, door Lodewijk van Deyssel
De onbekende gevangene, door Joh. Luger
Bali, teekening door J. Q. Sinia Boekbe
spreking, door Prof. Dr. J. Prinsen JLzn.
II. De crisis, teekening door Joh.
Braakensiek Charivarius, door Charivaria Taai
verwoesting, door Dr. C. F. Haje Kroniek
van den Dans, door J. W. F. Werumeus
Buning 12. Brieven uit Soetoekoekianda,
door Babarossa Onze consuls, door Ellen
Forest Uit het Kladschrift van Jantje
Buitenlandsche humor, door Charivarius
Omslag: Onzinnige geschiedenissen, door
G. A. Willinge?Damrubriek, red. K-C. de
Jonge.
Bijvoegsel: Kerstmis 1923, teekening door
Jon. Braakensiek.
IN DEN DOOFPOT
GESTOPT
In Le roi des Palaces" van Henry
Kistemaeckers zegt het kamermeisje,
dat tot over de ooren verliefd is op den
held van het stuk, den almachtigen
,«,*?»,*'
TjyDGENGOTEN O
KANGAROE
Eerst na de lange inleiding over Australië,
na de schildering van het personeel van den
tweeden rang, daagt plotseling en nauwlijks
aangekondigd de hoofdpersoon van
Lawrence's romanop:de Kangaroe. Jack Callcott, die
zoo graag de maat van Lovat Somers zou
willen zijn, heeft de afspraak gemaakt om
zijn vriend bij Benjamin Cooley in te lei
den. Men noemt hem den Kangaroe, omdat
zijn uiterlijk en houding, het smalle hoofd,
de dicht bij elkaar geplaatste oogen, hem op het
dier doen lijken.
Heeft hij iets dierlijks in zijn persoon?
Neen, eerder staat hij ver boven de gewone
menschensoort. Hij is er bovenop door zijn
advocatenkantoor, vertrouwt Jack aan zijn
vriend, wanneer zij samen het elegante kwar
tier van den chef der verbondenen betreden.
Kangaroe wacht hen daar af met een fijnen
lunch in den trant der allereerste restaurants.
Voordat hij hem nog had gezien, was Somers
er al zeker van bij zichzelf, dat hij zich niet
zou laten imponeeren; het had hem een strijd
gekost, want hij voelde zich in de wereld ge
heel geïsoleerd en hij had behoefte aan warmte,
maar zich geven met lichaam en ziel, zooals de
Australiërs het verlangden, daartoe was hij
niet in staat.
Toch, hoe sceptisch gezind, hij kon de
charme niet ontwijken die van den gastheer
uitging. Hij was leelijk en vreemd, niemand
kon het ontkennen, maar het gezicht, zoodra
de man met overtuiging begon te spreken,
had een gloed van vriendelijkheid die het
onweerstaanbaar mooi maakte. Er lag een
Joodsche trek over, en Somers moest denken
aan de ervaring bij een Joodschen vriend op
gedaan, den eenige van wien hij wist dat hij
geheel onzelfzuchtig handelde, tegenover den
geen dien hij vertrouwde; zoo zag hij ook
Kangaroe, zorgzaam als Jehova voor zijn uit
verkorenen, maar, in 't gevoel van zijn almacht
portier van het hotel Palace Francais,"
in een oogenblik van verrukking tot
haar aangebedene: ,,je bent een genie !
je brengt het nog eens tot president van
de Republiek!"
Maar hij bedankte daarfeestelijk voor.
Waarom? j'aime trop Ie pouvoir".
Die overweging zou hij niet hebben
kunnen laten gelden om gesteld dat
het stuk in ons land gespeeld had en
het kamermeisje hem, met zijn di
plomatiek talent, voorspeld had dat hij
nog eens minister van buitenlandsche
zaken zou worden ? ook dit ambt,
als niet strookende met zijn
heerschersneigingen, ter zijde te schuiven.
Want een minister van buitenland
sche zaken in Nederland is, zooal niet
machtiger dan, toch stellig even mach
tig als een portier van het Palace
Francais". Wanneer de laatste zich
zelfs door den president van den raad
van administratie der Sociét
anonyme des Palaces Francais" niet op zijn
kop laat zitten, dan mag de eerste het
toch zeker wel vertikken, zich ter ver
antwoording te laten roepen door een
lid van de Tweede Kamer.
Dit is de vorige week gebleken, toen
de Kamerleden de extraordinaire
wintervacantie, waarvan zij sinds het nu
reeds in het grijs verleden liggende be
gin der kabinetscrisis genieten, een
oogenblik moesten onderbreken om
het schoenenwetje te helpen verlengen
en, en passant, ook de interpellatie
van den heer van Ravesteyn in den
doofpot te stoppen.
Dit Kamerlid had verlof verzocht
tot het richten van vragen aan de Re
geering in verband met het vertrek
van den gewezen Duitschen kroon
prins".
Maar hij kreeg nul op het request.
Dank zij de voor deze gelegenheid
weder vast aaneengesloten rechtsche
meerderheid. Waarbij zich, van links,
alleen Mej. van Dorp en de heer Braat
voegden.
De 55 dames en heeren, die tegen de
inwilliging van het gevraagde verlof
stemden, hebben het niet de moeite
waard geacht, die stem te motiveeren.
Het zou la mort sans phrase" geweest
zijn, wanneer niet de Voorzitter der
Kamer voor enkele phrases gezorgd
had.
Zooals reeds meermalen gebeurd is
bij de behandeling van een verzoek om
een interpellatie te mogen houden,
bracht de heer Kooien daarover een on
gunstig praeadvies uit en hechtte de
Kamer daar haar zegel aan.
Volgens den Voorzitter was er geen
reden om het verzoek van den heer van
geweldig en onverbiddelijk tegen wie hem weer
stonden. Hij verlangde geloof. Voordat ik u
kende, heb ik u liefgehad",' zeide hij eens
tegen Somers.
Hij wilde overweldigen door zijn liefde.
Ik hen in de wereld, zoo verklaarde hij zijn
zending, om den druk van de menschen weg
te nemen, waaronder zij te midden van hun
beperktheid lijden. De stuwkracht van het
leven die ik in het hart der menschheid wil
doen groeien, wijst hun verscheiden wegen
aan, en zij weten niet welken weg te kiezen;
dan ben ik, niet hun broeder maar hun vader,
inwiens hart zij hun twijfel uitstorten,en uit het
gevoel in mij put ik het orakel dat hen uit hun
verlegenheid redt. Ik wil herstellen wat de
katholieke gemeente belooft te geven, maar
zonder vaststaande leerstukken en zonder
uitzicht op een andere wereld. Het is hier dat
ik de menschen wil gelukkig maken.
Orde zal er heersenen, want zonder regel is
er geen vrijheid; maar waarom zal die regel
een strikte rechte lijn wezen waaraan men zich
moet stooten? Het veranderlijke mag recht
van bestaan hebben, zooals in de natuur
telkens wisseling is .
Somers kon toegeven dat, onder een bevol
king van geringen omvang, zooals er in Austra
liëvoorkwam, de persoonlijke invloed van
een groot warm hart zich zou laten gelden,
maar hij aarzelde met zijn erkenning....
Wat denkt ge van Kangaroe?" vroeg hem
Jack Callcott, toen zij na het eerste bezoek
samen het huis verlieten.
Ik ben mijn denken voorbij," was Lovat's
antwoord.
Ja, dat idee geeft hij je, wanneer hij 't er
op heeft begrepen," was jack's opmerking:
hij zet je een hart onder den riem, wanneer
je borst zoo hol is als een oud rnosterdbük.
't Is een wonder, die Kangeroe en hij blijft
maar voortdurend een wonder".
Ja, hij is een wonder voor me," moest
Somers beamen.
Hij liet niet los, de Kangaroe, nu hij een
maal zijn greep had uitgeslagen. Den volgen
den dag noodigde hij Lovat en zijn vrouw tot
een diner in de stad en Harriet,die in den
beginne had gemeend van Kangaroe jaloersch
te moeten zijn, omdat hij haar den echtgenoot
dreigde te ontnemen, kwam geheel onder zijn
bekoring, ja, ik geloof dat Lovat een beetje
jaloersch werd van Kangaroe.
Ravesteyn in te willigen.Het standpunt,
dat de Regeering innam, was immers
bekend; de minister van buitenland
sche zaken had, bij het bezoek van de
gezanten der verbonden Regeeringen
op 10 November 1.1., medegedeeld door
welke motieven de Regeering zich had
laten leiden; een communiquéhiervan
was aan de pers verstrekt; waarom zou
de minister dit in de Kamer nog eens
moeten herhalen? de zaak was afge
daan; geen enkel landsbelang vorderde,
dat zij weer aanhangig werd gemaakt.
Bij deze argumenten" bleef het.
De meerderheid der Kamer schijnt ze
zoo krachtig te hebben gevonden, dat
zij het overbodig achtte er nog een
enkel aan toe te voegen.
Wat heeft de heer van Karnebeek op
10 November, den dag van het vertrek
van den gewezen Kroonprins, tot de
gezanten gezegd?
Dat onze Regeering de bevoegdheid
miste om zijn vertrek te beletten.
Nu kan men het daarmee eens zijn of
niet.
Wij hebben hier herhaaldelijk te
kennen gegeven, dat wij tegen dit stand
punt niets hebben in te brengen. Wij
schrijven het volgende dus niet uit
spijt, dat de Regeering den gewezen
kroonprins zijn hielen heeft laten lich
ten.
Maar niet iedereen denkt daar zoo
over. En gaat het aan, een Kamerlid,
dat aan den minister nadere inlichtin
gen wil vragen, te verwijzen naar een
communiqué, dat aan de pers is toege
zonden? Ontslaat dit een minister van
den plicht, zijn beleid te verdedigen
tegen kritiek, die daarop wordt uitge
bracht?
Bovendien, de heer van Ravesteyn
had aangekondigd, vragen te willen
stellen in verband met" het vertrek
van den gewezen kroonprins.
Ook al zou hij, evenals de Regeering,
van meening zijn geweest, dat dit
vertrek niet kon worden verhinderd,
dan nog bleef er ruimte voor andere
vragen, die er verband mede hielden".
Voor deze vraag bijv.: wanneer de
Regeering het zooeven genoemde stand
punt innam, waarom bleef zij dan den
gewezen kroonprins bewaken"? Welke
Nederlandsche belangen vorderden dat?
Waarom kon hem, in de laatste jaren
althans, geen vrijheid van beweging
worden toegestaan? Waarom moest hij
juist op Wieringen blijven?
Voor andere vragen ook, waarvan
niemand zou kunnen ontkennen dat zij
met het vertrek in verband" stonden.
Voor vragen als deze: uit hetgeen be
kend is geworden over de reis van den
gewezen kroonprins op 10 November,
blijkt dat die reis heeft plaats gehad met
voorweten en goedvinden van onze
Rebeering; dit is volkomen in den haak,
daar zij immers de bevoegdheid miste
om het vertrek te beletten; maar heeft
de minister van dit voorweten ook doen
blijken aan de gezanten, die hem op
10 November kwamen bezoeken? Het
communiquézwijgt daarover.
Heeft de minister dan, terwijl hij
wist dat op het oogenblik van dit be
zoek de gewezen kroonprins dicht bij
de grens en misschien reeds er over was,
dit aan de gezanten verzwegen? Zoo
ja, waarom? Had hij hun dan vroeger
niet reeds te kennen gegeven, op welk
standpunt onze Regeering zich stelde?
Wisten de verbonden mogendheden niet
dat, wat ons betreft, onze gast kon ver
trekken zoodra het hem behaagde?
En zoo de minister wél aan de gezan
ten heeft gezegd, dat de vogel, dien zij
in de kooi wilden houden, reeds ge
vlogen was, waarom is hiervan dan niets
medegedeeld in het communiqué?
Inderdaad, ook voor wie van meening
zijn, dat onze Regeering terecht heeft
verkondigd, dat haar de bevoegdheid
ontbrak, het vertrek te beletten, blijven
er nog een aantal vragen te doen, alle
in verband" met dat vertrek, en die
niet beantwoord zijn door het communi
qué.
Waarom mocht de heer van Rave
steyn dan zijn interpellatie niet hou
den?
De voorzitter der Kamer heeft uit
drukkelijk geconstateerd, dat hij niet
had gezegd, dat redenen van staat"
de bespreking van de zaak verboden;
de heer Troelstra, die in de commissie
voor de buitenlandsche zaken iets
meer had vernomen dan het publiek,
gaf te kennen dat alleen redenen van
futielen aard tegen een openbare be
spreking konden worden aangevoerd;
bovendien stond het den heer van Kar
nebeek altijd nog vrij, op het hem
passende moment de redenen van
staat" te laten aanrukken.
En er was eenige haast bij het geval.
Want de heer van Karnebeek is demis
sionair. En wat meer is, hij treedt af.
Het geheele Kabinet, en elk zijner
leden afzonderlijk, heeft verklaard te
staan of te vallen met de vlootwet.
Zij zijn er mee gevallen. En niemand
hunner kan dus aanblijven, tenzij hij
die verkaring inslikt en daarmee te
kennen geeft, dat zij alleen als dreige
ment bedoeld was.
De heer van Karnebeek gaat dus
heen. Daarom moest men zich haasten
zoo men van hem iets meer wilde
verOns Kerstnummer.
Of hij al zijn best deed, hij kon zich niet
onttrekken aan den magnetischen invloed van
den gewijden man,die in de nieuwe wereld een
nieuwen adem van verbroedering onder de
men schentot krachtig leven wou brengen, die
een aristocratie van edele geesten schiep,
zonder onrecht te doen aan het beginsel der
democratie. Hij was op liet punt zich gewonnen
te geven en aan Kangaroe te melden dat hij
zijn geesteskrachten in zijn dienst wou stellen
om mee te helpen bouwen aan de gemeente,
die onder zijn leiding een republiek zou stich
ten op den zedelijkcn grondslag van liefde;
hij zou den reddenden vriend aannemen als
den Paus-stedehouder der goddelijke wereld
macht. . .
Maar dan
Dan kwam uit het diepst en liet cigenst van
zijn pijnlijke ziel een weerzin op tegen die leus
van opofferende liefde; was dat wel meer dan
een woord waaraan de wereld zich eeuwen na
eeuwen bedwelmd had, zonder daarmee den
natuurlijken grond te raken? De oude
vóórChristelijke, heidensche bodem leefde nog in
zijn aard, de donkere goden gevoelloos, de
plotseling opschietende en weer verdwijnende
begeerten. Zie, het was bij hem zooals aan het
strand van den Pacifieken Oceaan, (waar hij
gewoon was te gaan, deze latere dagen) de
zeemeeuwen die met zekerheid van instinct
zich uit de lucht neerstortten om hun prooi
uit de diepten van de golven te grijpen, n
uitschietende flits en n triomf. Zoo moest
de begeerte zijn van den mensen, zonder
mystiek, zonder redencering. Koel op zijn
tijd, ongevoelig als wat in het water leeft,
rein van al wat zich wil aanhangen
Lovat Somers moest die gesteldheid van
zijn geest aan Kangaroe gaan ontdekken, om
met hem op zuiver terrein te staan, en
--tegenspraak van den menschenaard :?mis
schien had hij zich nooit zoo verbonden
aan hem gevoeld als op 't oogenblik dat hij het
tot een breuk wou laten komen, want hij was
zich vo! bewust van de, eigenaardige goedheid
en van de macht van den man.
Hij vojicl hem onvoorbereid, afgetrokken,
uit ziin humeur, als een beer in zijn hol. Dat
maakte Somers kwaadaardig; daar het gesprek
niet wou vlotten, begon hij met aanmerkingen
op de menschen van Australiëals leenden zij
zich niet tot eenig vast plan, zij waren niet
meer dan los en hol materiaal.
Kangaroe maakte zich boos. Wat, kent gij
hen?" beet hij den bezoeker toe. Het is een
genereus ras. Waarom wilt gij op hen vitten?
Zijn zij los, des te geschikter worden zij om
een vuur uit hen te stoken, zij zijn niet als
de natte lucifers van Europa".
Hij verhief zich op eenmaal uit zijn stoel,
pakte Somers bij zijn schouders en schudde
hem, alsof hij zijn hoofd af wou laten rollen.
,,Ik geef er niets om wat ge zegt. Vuur zal
het zijn; waar vuur is, daar is ontwikkeling en
waar het vuur liefde is, daar is vernieuwing en
schepping. Het zaad van het vuur, dat ik wil
strooien. Vit niet op mij, als gij met uw
ouden, Europeeschen vochtigen geest geen
vlam kunt vatten, ik kan het wel".
Somers staarde hem aan in zijn toorn: gepas
sioneerd was Kangaroe, mooi geworden als een
god, en in de ziel van zijn bezoeker rees de
behoefte om zich door hem te laten dragen,
waarheen? wat deed het er toe, hij wou zich
«even; het duurde een oogenblik; dan was het
voorbij.
Zij gingen aan het disputeeren. Maar Kan
garoe maakte een eind aan de discussie, hij
stond op van zijn stoel en zich buigend over
Lovat heen, riep hij hem toe:,,Ik
zaluontlooveren en van den daemon bevrijden die in
u huist; weet ge dan niet dat ik u liefheb?"
Lovat weerde het aandringende lichaam af.
Kangaroe's stem die eerst bijna dreigde, werd
zacht, werd tecder. Mijn ziel schreeuwt om u",
zeide hij en legde de hand op zijn schouder.
Ik ken uw god van liefde niet," riep Lovat
hem toe, het is een god van karton1'.Kangaroe
liet zijn hand varen, en Somers verliet zijn
stoel: Ik ga heen," zeide hij, en zonder om te
zien verliet hij koud de kamer.
Daarbuiten nam de sterrennacht hem op. Het
leek hem wel of in dit werelddeel de dag voor
hem een illusie was en de nacht tot hem dalend
van den hooge zijn eigenlijk thuis; de Melkweg
schitterde voor hem uit met een geruis van
licht; het was zijn weg.scheen het,en het ge
beurde van den dag zonk weg.
Waarlijk, terwijl Lovat Somers begon te
merken dat hij aan de Australiërs geen illusies
over zichzelf mocht geven, waaraan hij toch
niet in staat was te voldoen, kwamen hem
daarentegen de wenschen der partijen in
Sidney te gemoet, alsof ze maar gewacht
Ons Kerstnummer is thans
verzonden aan alle abonnés van
,,De Amsterdammer" Weekblad
voor Nederland.
Dit Kerstnummer is voor
nietabonnés a f l.?verkrijgbaar in
den boekhandel, aan de kiosken
in de steden en op de stations.
Wij reserveeren een klein getal
Kerstnummers voor hen, die
zich als nieuwe abonnéaanmel
den. De prijs van de Groene Am
sterdammer met gratis Kerst
nummer is f 10. per jaar. Zij die
zich heden reeds als abonnéop
geven voor 1924 ontvangen het
Kerstnummer 1923 gratis, bene
vens de nog te verschijnen num
mers in 1923.
Van Holkema en Warendorf,
Amsterdam.
fiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiii
nemen dan wat hij in het communiqu
had gezegd. Zijn opvolger is niet gehou
den het beleid van den voorganger te
verdedigen; zal daar ook niet in alle
finesses mee bekend zijn..
Maar de Kamer heeft het anders ge
wild. Bij partijstemming heeft zij ge
weigerd de interpellatie toe te staan.
Wanneer er in de Kamer rechts tegen
links wordt gestemd over een onder
werp, dat geen beginselen raakt, is er
altijd iets niet in den haak. Zoowel bij
rechts als bij links. Dan wordt er door
sommigen op commando gestemd. De
heer van Karneb|ek had klaarblij
kelijk laten weten, dat hij van de in
terpellatie niet gediend was. Effect
van de mededeeling: rechts stemt
unaniem tegen, links (op twee na) vóór.
Verwerpt rnen de veronderstelling,
dat de interpellatie op bevel van
hooger hand is afgelast?
Dan zal men een andere verklaring
moeten zoeken voor het feit, dat bij
een stemming over zulk een in de neu
trale zone gelegen onderwerp,
regeeringsmeerderheid tegenover oppositie
staat.
Het is mij niet gelukt ze te vinden.
KERNKAMP
hadden op zijn komst om op een vervulling te
hopen van wat zij noodig achtten.
Het hoofd van de Arbeiderspartij verlangde
zijn hulp.
Somers had noch sympathie voor de soci
aal-democraten, noch voor den man die hun
intellectueele leider was; maar hij werd aan
gedaan bij het hooren der vraag van het
hoofd. Hier ook was het een gemoedsverlangen
dat hem tegemoet kwam. De partij kon niet
strijden enkel voor verbetering van loon, want
het was niet een geldquaestie welke de arbeiders
dreef sinds zij een meerderheid in den staat
hadden verkregen, zij hadden een beginsel
noodig voor hun strijd, zij wilden een
broederbond vormen, het moest een band zijn
tusschen kameraden die een nieuwe gemeenschap
zouden vormen.
Somers was de man dien zij hadden uitge
kozen om voor hen in hun blad het woord te
voeren.
Hij wendde zich tot Kangaroe en deelde het
onderhoud mede. Hem opperde hij den raad,.
de werklieden eerst te laten begaan en als zij
verwarring hadden gesticht, dan met zijn
grootscher plan voor den dag te komen en
zijn gezag te laten triomfeeren.
Ge zijt een kind," verweet hem de ander,
en een kind dat den goeden weg niet op wil.
Zoo dom zijt ge toch niet om niet te begrijpen,
dat, wanneer men eenmaal den dam verbreekt,
het water niet weer tot zijn grenzen kan
terugkeeren".
Laat het gaan waar het naar toe wil, wat
geef ik er om !" riep Somers. Nog eens wilde
Kangaroe hern tot zich trekken, maar Somers
hield vol,
Wie niet voor mij is, is tegen mij", waar
schuwde de Australié'r. ,,lk heb mij in u ver
gist, het best is dat ge Australiëverlaat. Ge
kunt me hier geen kwaad doen, ik waarschuw
u ook het niet te probeeren. Nu wilde ik gaarne
alleen zijn".
Lovat vertrok; hij voelde den grooten man
achter zich zooals hij het gevaarte in zijn rug
had gevoeld, dien avond toen hij, voor 't eerst
in Australië, ^en schrik van de wildernis
achter zich aan had voelen sluipen. En het was
een ontkomen Voor hem, toen hij de deur van
het huis achter zich hoorde sluiten.
W. G. C. B Y V A N C K
W-'