Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2466
Teekening voor de Amsterdammer" door Wybo Meyer
DE TOONEELWERELD
DE TWEE V'S IN DEN STADSSCHOUWBURG.
Verkade en Verbeek zijn den Stadsschouwburg
ingetrokken en hebben het seizoen geopend met
Goldoni's Waaier". Top Neaff heeft in de vorige
Groene" haar meetfing over stuk en spel reeds
gezegd. Ik kan er dus het zwijgen toe doen, al moet
mij de opmerking van het hart dat wat de recensent
van het Volk" schreef over onze teveel schrijvende
acteurs, die publiek en pers vóór de voorstelling
trachten te suggereeren hoe belangrijk en hoe mooi
het gekozen stuk is, in elk opzicht juist is.
Eén vorig geslacht van tooneelspelers kon ter
nauwernood zijn handteekening zetten. Het tegen
woordig geslacht daarentegen is zeer litterair
geworden en speelt al op het papier, voordat het
tusschen het bordpapier en het linnen staat. Daar
zit een gevaar in, vooral voor het Vereenigd
Tooneel", waar de zeer litteraire mevrouw Ranucci
Beekman vermoedelijk een overwegende rol gaat
spelen. Dirk Ver-beek zal daartegen krachtig moeten
handelen, wil hij niet in strijd komen met wat hij
mij dezer dagen schreef:
Naar, onze meening moet de Amsterdamsche
Stadsschouwburg, dien men den eersten schouw
burg van ons land mag noemen, zijn een represen
tatieve. Wij bedoelen daarmede, dat de vaste
bespeler van dien schouwburg zooveel mogelijk
aan de wenschen van een groot publiek moet vol
doen. Wij bedoelen daarmede niet het zoeken van
den grootst gemeenen.deeler, maar als ik in de
rekentaal mag doorgaan meer het kleinst
gémeene veelvoud. M.a.w.: Pailleron's Wereld
waarin men zich verveelt" moet evengoed op het
repertoire voorkomen als Jenseits" van
Hasenklever, al is de kans lang niet uitgesloten, dat een
deel van hen, die voor het eene stuk voelen, de
liefhebbers van het andere stuk nu niet direct
minachten, maar hen er toch niet hooger om schat
ten zullen.
Representatief willen wij trachten te zijn óók
door zoowel een luchtig blijspel-van-goeden-huize
voor amusement te brengen als een stuk van
O'Neill voor hen, die den tooneeldirecteur vragen:
wachter, wat is er van den dag?
Wij lezen veel, niet alleen stukken, maar ook
over stukken, en we gaan veel zien. Op die wijze
willen wij trachten ons te hoeden voor eenzijdig
heid. Ik heb in Berlijn Toller's Maschinenstr
mer" gezien zoo goed als in het ThéStre
Franc.ais" nog eens een voorstelling van Hugo's
Hernani" en mijn geweten is volkomen gerust, als
ik zeg dat ik me niet gebonden acht n van die
twee stukken naar hier te brengen.
Om het brengen van zulk een representatief
repertoire mogelijk te maken, moet een directie
kunnen beschikken over goede medewerkers en
zoo kom ik vanzelf tot punt twee van ons program:
allen die iets willen en iets kunnen in de gelegenheid
te stellen iets te doen. Vandaar onze vele regisseurs:
Verkade, Bets Ranucci, Van Dalsum, Lobo,
Gimberg, v. Kerckhoven, Kloppers. Er schuilen
onder de jongeren vele krachten, die totnogtoe
weinig of geen gelegenheid kregen zich te uiten.
Wij willen hun die gelegenheid geven, al zullen wij
daarbij zelf de teugels in hand (laat ik hopen in
vaste hand) houden.
De materieele positie van onze geëngageerden
hebben wij getracht zoo goed mogelijk te maken.
Het contract van het Vereenigd Tooneel" zal
zijn het model-contract van de Ned. Tooneel
Kunstenaarsvereeniging; het geeft een verbintenis
van 12 maanden, met een maand vacantie. Voor
zoover wij weten zal het Vereenigd Tooneel het
eenige gezelschap zijn, dat zulke contracten heeft.
Wij willen er ernstig naar streven om de verbinte
nis bij het Vereenigd Tooneel" voor den
tooneelkunstenaar te maken tot de beste verbintenis,
welke hij in artistieken en materieelen zin in Neder
land kan aangaan.
Natuurlijk is Heyermans': in de tooneelwereld
beslist de theaterkas" in dit opzicht wel. van 't
allergrootste gewicht. En zeker is het, dat de resul
taten eener tooneelexploitatie afhankelijk zijn van
heel veel omstandigheden, die een tooneeldirecteur
niet kari dwingen. Wij hopen echter dat een beleid
volle exploitatie goede resultaten zal opleveren".
Laat ons het schoonste hopen ! De Stadsschouw
burg is een beest*' om te exploiteeren ik denk
nu niet speciaal aan de gemeentelijke bemoeiingen,
die het er niet gemakkelijker op maken en de
eenige, die het er bolwerkte, was het oude
Neerlandsch", dat het geluk had voor een zeer zacht
prijsje den schouwburg te kunnen bespelen en tal
van voorrechten genoot, waarvan het voornaamste
was dat het heer en meester op het Leidscheplein
bleef, terwijl de tegenwoordige bespeler zelfs niet
huurder" is, doch slechts ingebruiknemer".
Hier, bij Het Vereenigd Tooneel", zal veel
gevergd worden van het zakenbeleid van Dirk
Verbeek. Verkade is een schat van een acteur",
maar een gezelschap langs stevige banen te leiden,
kan hij niet en het zal zijn compagnon niet weinig
hoofdbreken kosten, het roer recht te houden.
HET ONWAARSCHIJNLIJKSTE EN MINST
VERWACHTE !
En Royaards? Hij is, sinds hij den Stadsschouw
burg den rug toekeerde, twintig jaar jonger en
opgewekter geworden. Ik heb geruimen tijd met
hem zitten praten over zijn plannen en het doet
goed den harden werker zoo geestdriftig gestemd
te zien.
Het onwaarschijnlijkste en minst Verwachte,
is werkelijkheid geworden, zoo zei hij. Men heeft
mij een groot bedrag ter beschikking gesteld voor
den bouw van een nieuwen schouwburg. De grond
zal door de gemeente, hopen we, in erfpacht
worden gegeven. Welk terrein het zijn zal, is nog
niet bepaald. Het wordt een schouwburg voor
800 850 zitplaatsen, maar met een ruim tooneel
en goed gemachineerd en met uitmuntende licht
installatie. Hoe lang de bouw duren zal? Ik weet
het nog niet. Ik zocht een solied, betrouwbaar
bouwmeester met wien te redeneeren valt, geen
wildeman, die bij den bouw vooral experimenten
zou beoogen. Ik meen er een gevonden te hebben.
Hoe lang het duren zal voor we klaar zijn? Over
haast werk is gevaarlijk, al heeft in dit land waar
alles te langzaam pleegt te gaan, een eisen van
spoed ook groote voordeelen. Zoo ziet ge dat er
nog heel wat in de lucht hangt, maar het goede is
toch, dat de bouw verzekerd is, dank zij de edel
moedigheid van een vriend, die voorloopig niet
genoemd wenscht te worden. De schouwburg
wordt voor mij. Dat is ook een verheugende
bizonderheid. De kosten van den bouw zijn zoo,
dat het gebouw rendabel kan worden gemaakt
zonder dat het vóóraf een paar keeren over den
kop zal moeten gaan.
Maar de nood van het tooneel, cijfert ge dien
geheel weg?
Er wordt wanhopig veel gezwetst over dien
nood, alsof die nood eerst van gisteren zou datee
ren. Betweters meenen te weten hoe dien nood
toestand te beteren valt. Ze zwammen over te
hooge entree-prijzen en over kunst met een kleine
en met een groote K. Aan al die scribenten kan
men slechts op n manier de pen uit de hand slaan,
n.l. door een rendabel te maken gebouw als
tooneelleider zoodanig met een gezelschap te exploiteeren,
dat het publiek er de kosten van dragen wil en van
dragen kan. Het publiek nu, dat in goede
tooneelspeelkunst belangstelt, is in ons land bitter klein
en het is ook in Amsterdam beperkt. Hiermee
dient dus rekening te worden gehouden. Van een
volkskunst staan wij vandaag den dag nog even
ver af als wij bij de oprichting der Koninklijke
Vereeniging er af stonden en ook Teirlinck zal ons
die volkskunst, die theaters vraagt voor 5000 toe
schouwers, voorloopig nog wel niet brengen."
En het repertoire in den Hollandschen
Schouwburg?
Ik begin met het Grand Guignol-genre. We
hebben het hier in Holland nog nooit goed gezien.
Een enkel n-actertje, daar bleef het bij. Je moet
den atmosfeer scheppen en dat hoop ik te bereiken,
al is de Hollandsche Schouwburg geen ideale plek
om te werken. Maar ik ben tevreden. Tevreden
over het schitterende vooruitzicht in de aller
naaste toekomst mijn eigen schouwburg ,
tevreden dat ik weer mezelf zijn kan en ik heb met
genoegen geconstateerd dat het publiek nog steeds
vertrouwen in mij heeft, getuige de wijze waarop
het reageert op mijn bekendmaking van de voor
waarden van mijn abonnementsvoorstelling.
En zoo begin ik met nieuwen en goeden moed."
* *
*
OOM Guus".
Hij heet eigenlijk heel plechtig August T. C.
Kiehl, maar zijn ware naam is oom Guus. Zoo kent
ieder aan het tooneel en zoo kent Watergraafsmeer
hem, waar hij een der populaire buurtfiguren is.
Hij viert in October zijn gouden jubileum als
tooneelspeler en stond dus al op de planken toen
het overgroote deel van het tegenwoordige geslacht
nog geboren moest worden. Zijn grootste triomfen
als acteur liggen dan ook in een ver verleden, maar
zij waren zoo stevig, dat hij nu nog altijd als een
der drie beroemde K's uit Prot's bloeitijd i
Kreeft, Kelly en Kiehl geëerd en bewonderd wordt.
Tusschen het fijn-comische van. Kreeft en het
straatjongens-comische van Kelly, stond Kiehl
au beau milieu" en hem was de niet gemakkelijke
taak tusschen deze twee uitersten het evenwicht te
bewaren. Dat hij hierin slaagde, pleit niet alleen
voor zijn spelcapaciteiten maar in nog sterkere
mate voor zijn intelligentie en hier hebben wij een
der hoofdeigenschappen van den gouden jubilaris.
Vandaar dat hij ook zulk een bizondere regisseur
is, die in den grootsten Schmiere-rommel en
Kiehl was vaak gedoemd daarin zijn heil te
zoeken ! nog een zeker cachet aan de voorstelling
wist te geven, haar voor al te grove effecten, te
barre smakeloosheden te bewaren.
Een intelligent man, een muzikaal man en boven
al een braaf man, die ruimschoots verdiend had
dat het hem in zijn bedrijvig leven meer naar den
vleeze ware gegaan. Dat hij op den dag van zijn
gouden jubileum daarvoor ruimschoots vergoeding
moge vinden in een algemeene en warme belang
stelling !
* *
500ste VIOLIERS".
Wij kennen uit de laatste twintig jaar een half
dozijn groote successen van oorspronkelijke stuk
ken in onze tooneelwereld: de meer dan duizend
opvoeringen van Op Hoop van Zegen", de
sinds Zaterflag, vijfhonderd van de Violiers", de
eveneens in de honderden loopende van Dolle
Hans", de honderden voorstellingen van van
Riemsdijk's meesterwerken en tenslotte het over
weldigende succes van De Jantjes"..
Bij Heyermans en Fabricius is het groote aantal
opvoeringen voor een niet gering deel te danken
aan de vertolkers der hoofdfiguren, die er zoo mee
samengegroeid zijn, dat het moeilijk valt zich een
ander in die rollen te denken. Mevrouw de Boer
is Kniertje" en Brondgeest is Dolle Hans"
en zij zullen dit blijven. De Jantjes" danken
hun succes aan een gelukkige combinatie van gevoel
en humor, toegediend in een hoeveelheid, die
juist beantwoordde aan wat er in het Amsterdam
sche volk leeft en de triomf van ,,de Violiers" is
eveneens minder aan de vertolking te danken, dan
aan het menschelijke dat Willem Schürmann in
al zijn hoofdpersonen wist te doen leven.
Royaards heeft al heel wat moeten hooren dat
hij zoo weinig Nederlandsche stukken speelt,
maar als hij er een op zijn repertoire neemt, laat
hij het niet meer los, telkens blaast hij het nieuw
leven in en houdt het aldus in eere.
Van de vier acteurs die Mark Violier gespeeld
hebben, is mij Saalborn het liefst als de echtste"
degene die den ramscher in al zijn goed en kwaad
het scherpst gevoeld heeft en van de Esthertjes
die ik zag, is mij die van Enny de Leeuwe in het
geheugen gebleven als het eenige, waarachtige
jodinnetje en de dochter van Mark.
Zoo houdt Royaards de nagedachtenis van
Willem Schürmann levend.
Van der Lugt gaat Op Hoop van Zegen" spelen
in een omgeving den auteur waardig. Zou het nu
niet op den weg van Royaards liggen dit andere
sterke stuk van Heyermans Schakels", op te
voeren, temeer waar hij een ideale Marianne heeft
in Magda Janssens en de rol van Pancras Duif
voor hem zelf groote aantrekkelijkheid moet hebben.
BARB'AROSSA