Historisch Archief 1877-1940
No. 2551
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
B I O S C O P Y
DOOR L. J. JORDAAN
mand
CHARLES SPENCER CHAPLIN
,.The Gold Rush 7healcr Juschfnskv
ER van alle film-grooten staat
Charles Spencer Chaplin. Hij
schept geen symphonieën in
zwart-wit als Fritz Lang
hij houwt geen karakters uit
marmer als Emil Jannings
hij is geen regie-virtuoos als
Ernst Lubitsch hij weet
niets van de duistere
mineurtragiek van Asta Nielsen ....
hij is niet niets en niet
nicte vergelijken. Hij volgt geen school en hij
maakt geen school de problemen der nieuwere
film-kunst laten hem, den grouten filmkunste
naar, onberoerd, terwijl alle pogingen om in zijn
stijl te werken op mislukkingen uitloopen. Hij is
eenvoudig Charlie, het goddelijk-naive kind, tusschen
al die sterke, strevende figuren.... oneindig teer,
oneindig grillig, oneindig bekoorlijk. Zijn stille,
peinzende oogen zien den verbeten levensstrijd, de
harde realiteit, slechts met de dwalende belangstelling
van het kind hij houdt er fragmenten, flarden van
vast enkel en alleen om ze te sublimeeren tot den
heerlijk-onlogischen droom van zijn Kunst. Hij leeft
zijn eigen bonte, wonderlijke leventje h'j verdiept
zich telkens opnieuw in het eeuwig-wisselende licht
en schaduwspel van zijn fantazie. Hij speelt als een
kind met de simpele figuren van zijn verbeeldings
wereld hij gelooft in ze met een heiligen, doodelijken
ernst en gooit ze toch plotseling aller-oneerbiedigst
door elkaar hij ondergaat alle emoties met primi
tieve hevigheid en schept niettemin uit de onver
wachte verwarring van tragiek en dwaasheid den
subliemsten humor hij verrukt de eenvoudigen
van geest en ontroert den wijze zijn kunst is de
tegenspraak-zelve en toch van een superieure har
monie. En temidden van al die contrasten staat de
levende paradox Chaplin het wonderlijke, groteske
mannetje met de zotte platvoeten, het malle hoedje,
den dwazen waggel-gang.... en de stille weemoed
'van zijn tragisch masker.
Ik ken in geen andere kunst een zoo aparte, zon in
zichzelf volmaakte verschijning als Chaplin en ik
geloof ook niet, dat in de film-kunst, wier zeer karak
teristiek product hij overigens is, een figuur van die
charme en originaliteit ooit weerkeereu zal.
JF En nu heeft Chaplin naast zijn onvergelijkelijk
,,The Kid" een tweede meesterwerk geschapen in
The Gold Rush". Het was een gevaarlijk waagstuk,
de verwachtingen zoo hoog te spannen en menigeen
zal gevreesd hebben voor een teleurstelling welnu
het werk is van den aanvang af, als de zonderlinge
goudzoeker met zijn sjaal om de schouders en de
braadpan onder zijn rokspanden verschijnt tot
het einde toe, wanneer hij met een onmetelijke sigaar
en twee pelzen ov^r elkaar aan, een gulden toekomst
tegemoet gaat van n kostelijken, voornamen
humor en vooral van n boeiende originaliteit.
Welk een geniale vindingrijkheid, welk een supe
rieure geestigheid, welk een enorm kunnen ontwik
kelt dit wonderlijke kereltje, wiens gestie op niets
minder lijkt dan op die van den kunstenaar. Hoe
houdt hij den toeschouwer, met de aller-eenvoudigste
middelen onder den ban van zijn ongelooflijk be
scheiden en ongelooflijk suggestieve persoonlijkheid.
Scène na scène is een verrassing hetzij door een
prachtige vondst hetzij door verrukkelijk spel.
De in zijn symbolieken eenvoud grootsche aanhef
van den eindeloozen stroom verdwaasden, die hun
heeten gouddorst in de onmetelijke sneeuwvelden
gaan stillen, wordt plotseling afgebroken door het
beeld van den eenzamen wandelaar, die in sereene
onbewustheid van een vervaarlijken beer, welke
achter hem aankuiert, zich juist omkeert even nadat
het monster in een rotsholte is verdwenen. Wanneer
hij, waggelend en struikelend , maar welgemoed en
vol ijver achter den bergwand verdwijnt, is men
zich bewust een tooneeltje van de opperste dwaasheid
te hebben meegeleefd.
Zoo is het begin en dit eeuwige ,,bijna" dit
jongleeren met het noodlot dit gracieuze en
sublieme spelen met het onverwachte, duurt de heele
film door, zonder een oogenblik van inzinking
zonder een moment te verslappen. Zooals Charlie en
de Beer op het moment snprême", wanneer ieder
in spanning een ontmoeting verwacht, elkander
lakoniek den rug toekeeren, aldus den toeschouwer,
met zijn volmaakt onnoodige opeenhooping van
energie, lichtelijk belachelijk achterlatend zoo
wendt Charlie zich telkenmale wanneer een scène
conventioneel dreigt te verloopen, met een delicate,
nauw merkbare ironie af, die de goede verstaander
als een fijn prikje in zijn ijdelheid voelt. En dit alles
geschiedt niet een eenvoud en een natuurlijkheid, die
wel zeer het kenmerk van het genie zijn.
Maar boven alles staat voor mij de verbluffende
originaliteit van het geval. Wanneer ik hier denk
aan de scène met den beer, die de hut van de twee
uitgehongerde goudzoekers komt binnenwandelen
haastig retireert en van Charlie een geweerschot
nagezonden krijgt - - waarop deze, zander een secmule
te verliezen, ja zelfs zonder zich te overtuigen of Itij
raakgeschuten tieefl, niet ktiurtsticliti^en ijver de barden
gunt afvegen en klitur zetten?dan zoek ik tevergeefs
naar iets, wat met deze schitterende vondst ver
geleken kan worden.
En nu kom ik aan een ander belangrijk punt : het
groote beeldend ver mugcn, dat Chaplin als ieder
waarachtig film-dichter eigen is. In een volgend num
mer zal de lezer getuige kunnen zijn van een discussie
over de vraag of de film een beeldende kunst is, ja
dan neen. Welnu ??-- Chaplin, de man, die nergens een
merkbare tendeiiz toont iu die richting, blijkt hier
meer dan ooit, beeldend kunstenaar In/ intuïtie'. Wat
al deze geestigheid ----- al deze vindingrijkheid a!
deze oorspronkelijkheid - adelt tot superieure
Kunst, is de atnosfeer, de \cr-heelilin*^ die het
geheel verheft boven de zakelijke, fotografische
noteering, ledereen, die van de/e film huiswaarts
keert, getroffen en ontroerd, zal bij eenig nadenken
moeten erkennen, dat hier, naast de inventie, hoe
volmaakt ook voorgedragen nog andere factoren
in het spel moeten zijn. Een smartelijke,
diepmenschelijke humor van zoo voornaam gehalte wijst
onverbiddelijk in de richting van Steinlen's kunst d.i.
de werking van het :iri//7-inl en van de lijn. De
tragische grondtoon van het werk, die niet alleen den
nobelsten, maar ook den ovcrheerscheiidcii indruk
vormt, wordt geschapen door de optisch-psychische
werking van het beeld. De figuur-Chaplin op zich zelf is
reeds een geniaal voorbeeld van navrante karikatuur
kunst : iedere lijn, iedere toets in dit tragisch-komische
beeld is van een zeldzame optische suggestiviteit.
Eu wanneer het verloren, zielige figuurtje - - ver-ield
tot een triest, nietig silhouetje - uitstaat tegen de
onmetelijke sneeuwvlakte, dan voelt men het wijde
mededoogen, de milde melancholie in zich neer
zinken: dan is de stap van (ineedute naar Kunst
gedaan.
GRATIS TOEZ. maand: WON/NGGIDS.
Deze film zien, beteekent een artistieke ontroering
ondervinden, die wel zeer bijzonder en zeer zeldzaam
is. Het werk is ongehoord kostbaar--- maar het is het
waard ! En wij dienen ons met angst af te vragen,
hoe het gaan moet, wanneer straks de etablisse
menten, die deze superieure kunst brengen, zullen
zijn uitgeroeid, omdat er niet aan een
gemeentehegrooting getornd mag worden". Want het valt met
eenigen grond te betwijfelen, of de kunstzinnige stads
bestuurders, mitsgaders de dames en heeren, die het
blinde toeval tot kunst-commissies heeft
bijeengedreven, in staat zullen zijn, ons iets te bieden, dat
in artisticiteit en fijnheid van geest dit ..amusement"
nabij komt. . . . de Raads-debatten niet uitgezonderd^!
HM*,
<??***. ?
CU.
l CK**, l o
DE GEEST VAN HOLLAND
De geest van Holland '/.ij ge/oo/d.
ril kreun! en krenkt een e'-itieasier .
geen ui Ie lic/tl aanvaarde laster
rooit Hollands geest de kroon van l hooi d '
De gees/ van l lol land ;,s /)('/ mees/
en /.ui\erst Hollandse!) deel \'an Holland:
die geest mankt Holland tol een dol land.
n/s l /eesten vierl in eigen geest.'
De geest van Holland. \\'annl nu mei.
dal de/.e uilroep zou beduiden.
dal over Hollands lieve luyden
nog steeds Oud-Hollands geest gebiedt!
\\'anl wie in de historie lees/
van vroeger geestrijk volkskarakter.
/.iel de/.e geeslkraehf thans verzwak ter.
en zwijgt ontzei als voor een geest!
De geest van Holland. Polemiek
noeli aangeboren '/.in lol morren
word l hier gemeend, noe/i \'enster/iorren.
noeh splitsing.shisl. noeh politiek '.
\\'anl Hollands kindren zijn l>cdeesd
en \\-eten in / jnibliek te twijgen:
doeh Hollands geest /s Hollands eigen.
dan wijkt '/.ijn \Tees en geeft den geest!
De geest van l/o/land. (_jeestig/iei(J.
die s /'ransehmans lie/i/e lever kit/e/t.
wordt nimmer mei den naam belileld
waaraan dit /.angstuk /.s gewijd'
\\ ant geestigheid. (Jat geeslesteest.
is als de wijngeest. se/ierp maar vhiehlig :
maar Holland weel '/.i/n geest onkluelilig
dot h permanent. en krijgt den occ.s/'
/ Is mei de gees/. d/e gu! Ar/voor/
detor niiiver /.iehf 01 /.m i oor eenlieid.
l is mei de geest, die zieh sleehls wijdt
aan l geest/^f foeges/)ifs/e ivoorc/:
maar l is de geest, die s/eeds /;/;/// tioeien.
en vriend en \reenid lot lot beleest
wan/ tl i l :s Hollands (goede) gees/.
de geesl. uiiaro/i /.n lulpen hloeien