Historisch Archief 1877-1940
ORÖEN^ AMS-TERPAMMËR, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
f;'
LEMMNG
LIGHTS
ABDULLA SUFERB CIGARETTES.
, .
Tben tuk te ebt MtWog PM-va* ihfcMttd BOM '_
To Muncr tffl bc tam tht aak M k* ihta «e*«a KOM,
Boi'ccc «UNtriBc oot ef M^t. bWt> ABpUUA-S B^r,
^rr> '
HANDEL EN POËZIE
DOOR WYBO MEIJER
D!
)E wisseling der tijden bracht ~- het
spreekt wel Vanzelf met zich
mede wisseling van begrippen en toe
standen. Dit is misschien het eenige
verschijnsel, dat door de eeuwen heen
«iet gewisseld heeft. Zij bracht een dik
wijls duizelingwekkend snelle vordernig
<ler techniek; zij bracht ook, en zoo mo
gelijk nóg ingrijpender, een revolutie in
de opvattingen over kunst. Niet alleen in
de wijzen, waarop de kunst zich uitte, ook
hare verhouding tot de maatschappij on
derging in hevige mate de schommelin
gen van den tijd. De kunstenaar van alle
tijden had een uitzonderlijke positie
«en on-maatschaplijke plaats in de
maatschappij. De schilder, de beeld
houwer, zij werden (worden nog veelal)
beschouwd als een apart soort van
menschen anders dan anderen
welke anderen zich dan gewoonlijk ook
als veel beter", veel degelijker ge
voelden. De letterkunde maakte
eenigszins een uitzondering, doordat zij het
meest direct met de maatschappij te
maken had, in zeker opzicht meer
afhankelijk van haar was. Vooral, waar
zij in den vorm van tooneel zich uitte,
deed dit contact zich voor en daar
ondervond zij dus het meest de veran
deringen in de publieke opinie.
Het is nog maar ongeveer een kwart
eeuw geleden, dat een familie uvan
eenige standing" het niet overeen
komstig de tradities van haar stand"
vond, wanneer n harer leden de roeping
zijns harten volgde en tooneelspeler
werd. Dat was niet ? oirbaar. Zoo'n
afvallige" promoveerde cum laude als
het zwarte schaap in de familie, over
wien men niet dan met een kleur van
schaamte, en nog liever maar heelemaal
niet meer sprak.
In mindere rrtate gold dit ook voor
den. schrijver, den schrijver van naam,
Limericks
A man by name Cyrus Q. Hope
when offered 'soft' drinks would
say " Nope,
They've not any pep?"
But hèalways said "Yep"
To a Worthington
"Sure! Cheeriope!"
wel te verstaan. Het werd, op z'n zachtst
uitgedrukt, onverstandig gevonden,
wanneer hij zijn letterkundige gaven in
dienst stelde van den handel. Men was
van oordeel, dat hij door het aangaan
van zoo'n transactie zich als- kunstenaar
encanailleerde, zijn reputatie als zoo
danig bezoedelde. De handel, zoo rede
neerde men, is te materialistisch,
om met letterkunde te kunnen samen
gaan. Burgerlijke deftigheid en tooneel,
artistiek aanzien en handel, zij waren
niet ebenbürtig".
Het is anders geworden, met de weten
schap verruimden zich de begrippen.
Tooneelgezelschappen tellen onder
hunne leden dames en heeren uit de
beste" families. Schrijvers van zeer
gevestigden naam wijden hun vulpen aan
onderwerpen van de meest heterogene
materiëele strekking. O.m. Jan Feith
deed het, mij is ontgaan waarvoor,
maar hij| deed het, M. J. Brusse deed
het voor het papierbedrijf van
vanGelder Zonen, Anna van
GoghKaulbach deed het voor zuivelproducten,
Jeanne Reyneke van Stuwe ivoor Li
berty. Voor een in 1915 door de
Kleedingmagazijnen Nederland" ? uitgegeven
boekje: Kleeding en de man" leverde
zelfs Louis Couperus een bijdrag;.
Dit zijn al 5 namen, die klank hebben;
anderen, wier namen mij voor 't
oogenblik niet te binnenschieten, deden als zij.
En waarom 'niet? De handelsman, die
voor zijn producten propaganda maken
wil, is er immers op uit, om dat in zoo
welluidend mogelijke bewoordingen te
doen. Hij betracht dat in zijn adver
tenties, in zijn circulaires, en in zijn
prijscouranten en brochures, hij verlangt
het ook van zijn reizigers, hij verwacht
van hen welbespraaktheid, stelt ze als
n der eerste eischen. Een vlotte
brochure schrijven is dikwijls niet de
sterkste kant" van den koopman, wat
is dan logischer, dan dat hij daartoe de
hulp inroept van iemand, die het wél
kan? En wat is evenzeer logischer,
dan dat hij zich dan wendt tot een
schrijver van naam? Al ware het alleen
reeds om de reclame, die er zit in het
verbinden van een bekenden naam aan
zijn bedrijf!
, Het standpunt van den schrijver is
al even goed verklaarbaar. Zijn mate
riëele positie is gewoonlijk niet zóó sterk,
of hij zal een gelegenheid om ze te ver
beteren dankbaar aangrijpen. De arbeid,
dien hij in dienst van den koopman
verricht, ligt bovendien veeleer op het
terrein van de journalistiek, dan op
dat der belletrie, een beschrijving van
of een beschouwing over een of ander
zakelijk onderwerp of bedrijf moet vóór
alles prettig-populair geschreven zijn,
laat geen dichterlijke ontboezemingen
toe. De zakenman zal hem gewoonlijk
ook veel beter honoreeren dan een uit
gever. Hij kan dien arbeid dus ver
richten zonder in conflict te komen met
zijn kunstenaarschap, hij kan door
den meerderen welstand", waarin hij
door het verrichten ervan komt te
verkeeren, zich onbezorgder wijden aan
zijn letterkundig werk, dat daardoor
slechts vorderingen maken kan.
En wanneer wij zien, hoe een bij uit
stek Hollandsch bedrijf, zooals dat van
van Gelder, Brusse inspireerde tot zijn
boekje Hoe het bosch papier wordt",
een boekje dat zoowel uit journalistiek
als. uit letterkundig en aesthetisch oog
punt een prachtstukje is geworden, dan
vallen wel alle scrupules weg en dan
kunnen wij een dergelijken samengang
van handel en letterkunde volkomen
tolereeren.
Met de poëzie is het eenigszins anders
gesteld. De dichter heeft door alle tijden
heen een veel afzonderlijker standpunt
in de maatschappij ingenomen dan zijn
collega, de proza-schrijver. Een meer
verheven" standpunt, dat hem
hooger" dan den prozaïst stelt boven het
materiëele, dat hem ook sterker dan
deze doet huiveren voor een dienst
verband met het materiëele, met den
handel vooral. De grenzen tusschen
letterkunde en journalistiek zijn vél
minder scherp dan die tusschen dichten
en rijmen. En waar, zooals bij het hier
boven genoemde boekje van Brusse (dat
trouwens een overdruk is van feuilletons
uit de N.R.Ct.) een geschrift van
materieel-propagandistische strekking
toch zijne letterkundige waarde be
houden kan, daar is voor den dichter die
mogelijkheid uitgesloten.
De dichter van naam zal, wanneer
hij overgaat tot het schrijven van
reclame-versjes" het absolute gevoel
van zelfvernedering hebben. De woorden
keuze van den dichter, de woorden
waarin hij zijn innigste ontroeringen
bezingt, en die zijn gedichten tot poëzie
stempelen, die woorden zijn voor een
reclame-rijm met zijn materiëele be
doelingen ten eenenmale ongeschikt.
Een reclame-vers in zoodanige woorden
geschreven, zou aandoen als holle
rethoriek, als hoogdravend, het zou
onecht", onwaarschijnlijk klinken en
daardoor aan het vers zelve elke reclame
waarde ontnemen.
En omdat de dichter zijn poëtische
emoties daarvoor (terecht) te goed acht
en omdat de handelsman er niets van
hebben moet", daaYom zullen wij,
naast den samengang van koopman met
schrijver, niet dien aantreffen van koop
man met dichter. Daarom ook vinden
wij het schrijven van reclame-rijmen als
een geheel op zich zelf staand beroep.
Wat niet uitsluit, dat de waarachtige
dichter, de zuivere gevoelsmensch, dit
beroep kan uitoefenen naast zijn dichter
schap. In dit verband wijs ik op onzen
Speenhoff, die, behalve al zijn zeer gevoel
volle stemmings-verzen, ook een legio
aantal reclame-verzen maakte.
Chariverius kan even worden vermeld,
met zijn bijzonder geslaagd vers voor
Delftsche Slaolie. Maar hij maakt,e na
dit vers geen andere reclameverzen.
Speenhoff's kunst is door haar aard er
bijzonder geschikt voor, omdat de taal
waarin zij geschreven wordt, zooveel
eenvoudiger ongekunstelder zoo
veel minder uiterlijk poëtisch is dan die
welke andere dichters plegen te bezigen.
Het nuchtere dagelijksch leven is hem
altijd bron van inspiratie, de over
gang", het verschil, is daarom minder
groot, hij behoeft zich minder geweld
aan te doen". Hij is de populaire dichter,
en wat wil de reclamemakende koopman
anders, wat wil ook de reclame zélve
anders dan een bedrijf of artikel
populariseeren? Ten slotte: Speenhoff per
soonlijk heeft industrieele belangen en
aspiraties. Zijn handelsdichterschap"
is dus bijna een gevolg van omstandig
heden".
De massa kreupelrijmen niet mee
gerekend, is het reclamevers, althans
voor zuiver commerciëele doeleinden,
in ons land zeer schaarsch. Ook in dit
opzicht staat Speenhoff eigenlijk alleen,
met zijn versjes voor de K-W.O. fabriek
van wollen goederen. Reclame-dichter
van beroep is Otto Zeegers, hij begeleidde
o.m. teekeningen van Diosy in een
boekje voor de drukkerij Kotting.
Wel zijn er twee philanthropische
instellingen die veelvuldig van
reclamerijmen gebruik maken, waarbij soms
zeer geestige. Vooral De Joodsche
Invalide" munt hierin uit. met
4regelige rijmpjes, waarin zij een beroep
doet op den weldadigheidszin der
menschen. En door hunne geestigheid, n
door het gebruik maken van onder
werpen van den dag zijn deze rijmpjes
zeer populair geworden. Stellig hebben
zij veel bijgedragen tot de bereiking
van het doel^het stichten van een eigen
Huis. In het voetspoor van De Jood
sche Invalide" trad Liefdadigheid naar
Vermogen"; het gehalte van hare publi
caties is echter veel minder, zooals
nabootsing gewoonlijk minder is.
Is er in reclame-kunst mode? Met dit
woord bedoel ik hier nu niet de wisse
lingen van den stijl, welke wij in re
clame-drukwerk kunnen waarnemen.
Dit is, al lijkt het er veel op, maar een
half-broertje van de chte mode. Deze
wisselingen zijn een onmiddellijk gevolg
van maatschappelijke stroomingen, óf
zij zijn het van een of andere kunst
richting. Het kubisme b.v. en ook het
futurisme hebben langen tijd ook op
het reclame-ontwerp invloed gehad, wat
trouwens heel logisch is. En deze stijl
wisselingen verdwijnen dan ook weer,
vallen of staan mét de kunst-strooming,
waaruit zij ontstonden. De oorzaken
van hun bloei en van hun verval zijn
dus gemakkelijk tastbaar. ^
Maar de wezenlijke mode, welke ik
" You ure old. F.lhcr Willnir,.* tin youd, Jij Niy '
" AU noiueiue. my lad; l gel ? YOUNCER' e.ch d«y I *
R R fiundreds of years?since the monks
Holytood firat brewed?Edinburgh has
.jen famous (or her Ale», and THE
EdinburgK Ale of to-day is that wonderful Malt
Liquor-Wrn. YOUNGER'S SCOTCH ALE.
Pure Hops and Malt?brewed with the famouj
Edinburgri Water.
in mijn vraag op 't oog heb, dat zijnd/e
verschijnselen, welke plotseling op
treden zónder dat men weet waardóór
en die even plotseling ook weer ver
dwijnen, zelfs al hadden zij in den
tijd van hun bestaan een zeker succes,
een zekere populariteit.T, Want deze
populariteit is gewoonlijk slechts een
afstraling" van de vél grootere,
waarin hunne (vermoedelijke) oorsprong
zich * verheugt, en die meestal van
langer duur is.
Men is sterk geneigd, boven gestelde
vraag bevestigend te
beantwoorden,wanneer men ziet, hoe het in Engeland in
den allerlaatsten tijd gebruik is, om bij
advertentie-teekeningen een berijmd bij
schrift te plaatsen. De oorzaak van dit
verschijnsel is niet ver te zoeken, onge
twijfeld mag men het in verband
brengen met den grooten bloei, waarin
in Engeland de humor-in-reclame zich
verheugt. Immers: uit den aard der zaak
leent bij voorkeur de humoristische
teekening zich voor een bijschrift op
rijm. Humor laat meer vrijheid van
woordenkeuze toe, meer vrijheid ook
in de wijze waarop het rijmwoord ge
vonden wordt. Juist het forceeren, juist
de absolute nonsens kan de geestigheid
vormen en verkrijgt bestaansrecht.
Humoristische teekeningen vragen bijna
om rijm-begeleiding. Een ernstig op
gevat ontwerp daarentegen zou door
een rijm aan ernst inboeten. Gezien de
aanhankelijkheid aan den ernst, de
huiver voor humor in reclame, zal dit
ook wel de reden zijn, waarom men in
ons land het humor-rijm bij advertenties
nog niet aantreft den stap, een humo
ristische teekening te geven, acht men
blijkbaar al zóó moedig, dat men tot het
doen van een tweeden stap geen moed
meer over heeft.
(Slot volgt)
OJtl