Historisch Archief 1877-1940
* 'No; 2583
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BOEKBESPREKING
* DOOR PROF. DR. H. BRUGMAN.
H. A. ENNO VAN GELDER. DeXIXeeeuw.
Leerboek der algemgene en vaderlandsche
geschiedenis van 1789 tot heden voor de
hoogste klassen van de hoogere
burger;.- school met 5 j. c. en het gymnasium.
Groningen, P. Noordhof f.
Wij zijn niet gewoon leerboeken aan te kondigen.
"Wanneer wij het een enkele maal doen, dan
«moeten daarvoor bijzondere redenen bestaan. Die
((bijzondere redenen zijn inderdaad aanwezig, nu het
fhet leerboek geldt voor de geschiedenis der negen
tiende eeuw, dat dr. Enho van Gelder onlangs heeft
^uitgegeven. Het is bestemd voor de hoogste klassen
?van gymnasia en hoogere burgerscholen, maar het kan
izönder twijfel ook goede diensten bewijzen aan de
?velen, die van de geschiedenis der vorige eeuw op de
f hoogte willen komen zonder daarvan diepe en
uitgebreide studie te maken. Want het boek van dr. van
«Gelder is goed en duidelijk en hier en daar ook
op?wekkend geschreven; het heeft weinig van de ariditeit,
*die zoovele leer- en handboeken onderscheidt of liever
i kenmerk t. Dat komt, omdat de lezer niet wordt
overt stelpt met feiten, maar gedwongen wordt zich te
be,palen tot de hoofdzaken.
Dat komt ook nog door iets anders. Dr. Enno van
'?Gelder heeft terecht begrepen, dat de vaderlandsche
^geschiedenis niet moet worden gescheiden van de
.algemeene historie. In oudere perioden spreekt dat
i-eigenlijk van zelf: hoe zou men ooit de geschiedenis
;van Philips van Bourgondië, van Karel V, van Willem
?van Oranje, van Johan de Witt, van den
Koning^Stadhouder en zelfs van den Patriottentijd kunnen
^behandelen buiten de algemeene geschiedenis om? In
«de negentiende eeuw is het contact minder veelvuldig
tgeweest tusschen Nederland en de omliggende wereld;
rzelfs krijgt men wel eens den indruk, dat het
NederUandsche leven in die dagen meer naar binnen gewend
?dan naar buiten gekeerd was. Maar dan vergete men
miet, dat van de vele stroomingen, stoffelijk en
geesteHijk, die ons volk in de vorige eeuw hebben bewogen,
?nauwelijks een enkele haar oorsprong vond in
Nederand zelf: alleen van het Calvinisme, dat in de politiek
? de Christelijk-historische of anti-revolutionaire
rich'ting werd, kan men in de negentiende eeuw wel een
?op eigen grond gekweekte plant noemen. Maar voor
het overige ondergaat Nederland zeer sterk den
in*vloed van het buitenland; het behoudt veel vreemde
?waar, voorziet het van zijn eigen stempel en voert het
«ook niet meer uit.
Zoo is ook de opvatting van dr. Enno van Gelder.
'Zoo ook kan hij eenheid brengen in de veelheid van
Handen, volken, verschijnselen. Vooral daarin wijkt hij
van de gewone opvatting af, dat bij hem het algemeene
!het bijzondere voorafgaat en dat bijzondere als het
'ware voortbrengt. Dr. Enno van Gelder ziet die
algeimeene factoren van- ontwikkeling in de geestelijke
«krachten der Europeesche menschheid. Terecht gaan
shler de geestelijke stroomingen boven de andere,
<üe de menschheid vormen. Want hoe belangrijk de
^stoffelijke verhoudingen ook mogen zijn ? dr. Enno
;van Gelder laat nergens na daarop te wijzen ten
?islotte is elke strijd een strijd der geesten, is elke
her"vprming een geestelijke hervorming en is iedere
voortuitgang een stap naar geestelijke verruiming en be
vrijding. Wie zoo de geschiedenis der negentiende
«eeuw ziet, kan ook berusten in de drukkende
over'imacht der techniek, die ook weer een der eigenaar
digste kenmerken van den modernen tijd is.
Het leerboek van dr. Enno van Gelder is dus een
<recommandabel boek en in menig opzicht ook een
^aantrekkelijk boek. Er valt bovendien veel uit te
Meeren ook voor hen, die de hoogste klassen van
gymnasium of hoogere burgerschool reeds lang
achter den rug hebben. t
i Oud Amsterdam in het laatst van de
igde eeuw. Naar penteekeningen van
L. W. R. WENCKEBACH, met een inleiding
van J. F. L. DE BALBIAN VERSTER,
: Amsterdam, J. H. de Bussy, 1926.
Men zal zich herinneren, dat ongeveer twintig
3 aren geleden de begaafde schilder en teekenaar
"Wenckebach geregeld in het reeds lang bezweken
.Zondagsblad van het ook al verdwenen Nieuws van
?-den Dag teekeningen gaf van Amsterdamsche
stadsjgezichten. Hij gaf Amsterdam, zooals het omstreeks
1900 nog bestond, maar hij zocht en vond de schoon
heid der stad uit den aard der zaak zoo goed als
uitsluitend in de oude stad. Daar eigenlijk alleen
vond Wenckebach de stille schoonheid van zoo
menige stadswijk; hier waren de grachten en grachtjes,
VANNELLE'STABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
DE DUITSCHE VREDESENCEL
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan
DE CONTROLE-COMMISSIE: .,ALLES GOED EN WEL, MAAR DIE STAART DAN!''
de bochten en stegen, de markten en pleinen, de
bruggen en sloppen, die het oude Amsterdam zoo
ongewoon aantrekkelijk maken. Wenckebach
teekende naar de natuur; hij gaf wat hij vond; oude
prenten raadpleegde hij zelden, het was wel waarlijk
het oude Amsterdam, zooals het omstreeks het einde
der negentiende eeuw nog bestond, dat hij afbeeldde
en zoo voor goed vastlegde.
Met dezen arbeid is Wenckebach begonnen in het
voorjaar van 1898. Geregeld om de veertien dagen
kon de lezer van het Zondagsblad genieten van die
scherpe en toch ook weer zoo soepele teekeningen,
die tegelijk zeer minutieus waren geteekend en toch
ook weer zoo goed en zoo fijn de atmosfeer en de
mentaliteit van oud Amsterdam weergaven. De toe
lichtingen waren van de hand van den fijnen kenner
van oud Amsterdam, die J. F. Gebhard Jr. was. Die
teekeningen trokken terecht zeer de aandacht. Het
gewone gevolg bleef niet uit; men wenschte ze in
een bundel vereenigd te zien. De directie van Het
Nieuws van den Dag gaf aan dien wensen althans
gedeeltelijk gehoor door de uitgave van den bundel
Oud Amsterdam, waarin honderd stadsgezichten
waren vereenigd. Het boekje werd in totaal in niet
minder dan 20.000 exemplaren gedrukt en verspreid.
Het is een zeer verheugend verschijnsel, dat zulk een
groote oplage zoo grif en zoo snel van de hand ging.
En het is sprekend, dat nog altijd de bundel Oud
Amsterdam antiquarisch opgeld doet.
Intusschen waren die honderd stadsgezichten lang
niet alles wat Wenckebach had geteekend. In het
Zondagsblad waren in het geheel 232 dergelijke tee
keningen verschenen. Reeds meermalen was in
engeren en ruimeren kring de wensch geuit, dat ook
de overige stadsgezichten zouden worden herdrukt.
Maar men weet.dat eerst het Zondagsblad en daarna
Het Nieuws van den Dag zelf is verdwenen. Zoo
scheen men wel alle hoop te moeten opgeven, totdat
onlangs verluidde, dat de firma J. H. de Bussy de
hand had kunnen leggen op de nog bestaande
zincoclichés en zich tegelijk het auteursrecht had ver
zekerd. Zoo is de nieuwe bundel Oud Amsterdam
ontstaan, dien wij in veler handen wenschen.
Die nieuwe bundel bevat tweehonderd platen, dus
tweemaal zoo veel als die van 1907. Niet alle afbeel
dingen, die in het Zondagsblad waren verschenen,
konden worden opgenomen. Er waren cliché's ver
dwenen, stellig voor een deel uitgeleend en niet weer
teruggegeven, zooals dat wel eens gaat. In enkele
gevallen konden nieuwe cliché's worden aangemaakt,
omdat Wenckebach zijn oorspronkelijke teekening
nog bezat. Zoo kon niet alles worden gegeven, maar
een rijkdom van oud-Amsterdamsche stadsgezichten
bezitten wij nu toch wel.
De heer De Balbian Verster schreef bij dezen bundel
een inleiding. Wij hadden wel meer gewenscht.
Waarom zijn de oude bijschriften van Gebhard, des
noods verbeterd en vermeerderd, niet opnieuw opge
nomen? De meeste stadsgezichten zijn natuurlijk ge
makkelijk te herkennen. Maar zelfs Amsterdammers,
die hun stad goed kennen, zullen zich toch nog even
moeten bedenken om te weten, waar het Vuile Wees
pad en de Kromme Tuinstraat, de Rozengang en de
Zeven Kattengang is te vinden. Waarom hier althans
niet de bijschriften behouden?
Maar ook zonder bijschriften blijft dit een aantrek
kelijke bundel voor ieder, die onze oude stad liefheeft.
Gelukkig zijn die er in onzen tijd van anders
hopelooze nivelleering nog zeer velen. En daarom zal dit
smakelijke boek wel weer als zijn voorganger spoedig
zijn uitverkocht.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID