Historisch Archief 1877-1940
2fo. 2660
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JULI 1928
FEUILLETON:
De Jenettebloem en de
nieuw' kunst
door A. Thiry
WIE in dien tijd van de Jenette
bloem" sprak, sprak van zelfs ook
over Mijnheer Francois. Toen hij kwam,
lag ze zoo goed als op sterven en zonder
zijn kunsten was ze onvermijdelijk het
putteken in gegaan. Want ze was oud,
danig oud, en naar menschelijke schat
ting opgeleefd ook, de oude, lamme
Jenettebloem".
Naar het te lezen stond in heur
verbruinde, ribbekens-papieren kronijken
was ze gesticht in 't begin van de jaren
vijftienhonderd en ze had drie honderd
jaren lang, als Kamer van Bhetorijken,
een bloei van welsprekendheid gekend,
welig en kleurig gedrapeerd in zijde
en fluweel, met pijpers-musijk en
tromgeroffel erbij als ze zwaarbeladen
met kransen en bekers op processiestap
weerkeerde van de landjuweelen.
Maar met de Fransche Revolutie
was ze ziekskes geworden, en toen was
ze a la vapeur bergaf gegaan. Wat
rhetorijke" was hadden de leden zoo
stillekens aan vergeten en ondanks
heur schoon, zestiend-eeuwsch verga
derlokaal boven in De gulden Hant",
vol van herinneringen aan heur vroe
gere glorie, was ze ten slotte ontaard
tot een doodgewone tooneelsocieteit,
zoowat de slechtste van de stad.
Voor een zaal, de eene helft leeg en
de andere gevuld met slapers, gaf ze
jaarlijks een houterige, taaie ver
tooning van 't een of 't ander pen
sionaat-stuk, gaf nadien aan heur
leden een souper van gestoofd konijn,
deelde aan den arme wat broodkaarten
uit, en daarmee had ze voor een jaar
heur devoerie gedaan. Dit in afwach
ting dat ze van kortasemigheid en
verdere bloed-verkarnemelking het
putteke zou ingaan en heur antieke
souvenirs uit het gezellige lokaal met
de bruine balken en de groene ruitjes
zouden worden uitgedragen naar 't
stille kerkhofachtige Stedelijke Mu
seum in de Mechelstraat.
Maar zooals het meer te zien is in
't leven, op dat critiek moment ge
beurde er iets dat dit oude, in elkaar
zakkende geraamte weer plots overend
bracht en heur jandorie! op eenige
jaren tijds weer fleurig en levenslustig
maakte als een eerste jonkheid. En
dat kwam door Mijnheer Franpois.
Eenige Jenettisten hadden het in
hun bol gestoken dat zij ook, precies
lijk de andere tooneelkringen, een
tooneelmeester hoofden te hebben.
Daarover werd een beetje heen en
weer gepraat, 't een peeke was ervoor
en 't andere er tegen, doch ten slotte,
omwille van hun eeuwenoude ecu-,
besloten ze naar zoo iemand op zoek
te gaan.
Ze zochten in Antwerpen rond,
daarna in Mechelen en in Leuven,
maar 't was in Brussel dat ze eindelijk
hunnen man-van-pas vonden.
Hij heette Mijnheer Francois en was
vele jaren komediespeler geweest.
Doch laatst had hij een erfenis binnen
gestreken en leefde peiselijk zijn pijpje
smorend op een klein buitengoed aan
de vijvers van Molenbeek.
't Was een kort, dik, bewegelijk
ventje, een echt bolleken kwik, met
een papig, peinzeud-geheven
Chesterton-gezicht, kleine oogskens achter de
wiebeling van een gouden pince-nez,
en spierwitte, wollende leeuwen-ma
nen. Altijd was hij in redingote en een
zwart-zijden artisten-lavalière vloeide
lijk een wolk over zijn fluweelen vest.
Helder en ver-dragend lijk een klok
was zijn stem, en al was hij inde zestig,
hij kon nog springen en gesticuleeren
lijk eenen van twintig. Eiken Maan
dag-avond kwam hij over om de
repetities te leiden en hij was niet
gemakkelijk, want ze duurden soms
zonder oponthoud tot twee uren van
den nacht.
't Zou te ver voeren om hier de
treffende anecdotes aan te halen, die
over hem verteld werden en nog veel
verder om den vernieuwden bloei der
Jenettebloem" te volgen. Op eenige
jaren tijd werkte hij heur aan den kop
van het tooneelleven in de kleine stad
en al die schoone stukken die hij haar
deed instudeeren, lijk De Bultenaar"
of De Geheime Liejde der Gravin,"
De Brooddraagster", De
Voddenra-per van Montmartre", De
Verstooteling uit het bosch van Montreuil",
,,De Wraak van den Kolonel" enz. enz.,
ze moesten in n seizoen tot tien
keeren toe gespeeld worden voor ' ^
geestdriftige, nooit-verzadigde lief
hebbers en liefhebsters van romantiek
en huilpartijen, die telkens het ,.
Vredenberg" vulden tot .in do hanebalken.
En niet alleen in de stad verhoogden
ze hun roem. Mijnheer Frangois bracht
zijn mannen naar concours, 't heele
land door, en. van overal keerden ze
terug met eerste prijzen, met medalies
en diplomas, en de secretaris kreeg nu
op n jaar meer werk met de archie
ven bij te houden dan vroeger op tien.
De andere tooneel-sociëteit en smol
ten onder die stijgende glorie weg als
sneeuw in de zon. Want ze waren
weldra niet meer te tellen, al de loden
die ,,salut !" zegden en overliepen naar
de .Tenettebloem. Alleman wilde er
nu lid van zijn. Er was immers zooveel
kans om ook eens kunnen mee te doen
in een van die geweldige sensatie
stukken met hun twintig, dertig
rollen, gezwegen nog van 't gemak
oin voor een nietsmandalle mee naar
concours te gaan en om goeie koop
voor zijn heele familie aan kaarten te
geraken !
Ja, 't waren weer glorieuze tijden
voor de Jenettisten ! En daarbij te
mogen zeggen dat dit nog maar een
begin was ! Want wie wist er waar
Mijnheer Francois hen nog heen zou
voeren, naar welke toppen van roem
en victorie !
II
Doch, schoon liekes duren niet lang,
niet-waar? 't Is triestig, maar 't is nu
eon keer zoo. En dat moesten die felle
mannen die daar zoo to pralen en te
pronken stonden, gereed om do heole
tooneelwereld te veroveren, algauw
ondervinden.
't Was eenige dagen na 't feest van
Mijnheer Francois' tienjarig
tootieelmeesterschap, zoo rond den twaalven
als De Gulden Hant" gewoonlijk vol
zit van noen-borrelaars, dat Fikske,
de depêchendrager, daar hijgens en
geheel ontdaan met een telegram
kwam binnengevallen.
Hier zie. ..." stotterde hij moei
lijk, ,,. . . .leest. . . . maar ge moet er
ni van verschieten. . .. Mijnheer Fran
cois is dood !"
Allee !. . . . zei de baas, ,.Ge droomt
snotneus!.... Laat eens zien!" En
hij greep naar 't blauw papierke,
scheurde het rap open. Twintig n
ieuwsgierige koppon verdrongen zich dade
lijk rond hem om 't ook to /Jen en
warelij k daar stond het.
Op een weerlicht was de stad ervan
vol en uit alle straten kwamen bleeke
menschen naar 't lokaal goloopcii om er
meer van te w eten. "H ap werd het.)
onetten-bestmir samen geroepen, eonige
mannen vertrokken met don trein
van kwart-over-twee naai' Molenbeek
om inlichtingen on 's avonds wist
heel de stad er alles van: gisteren nog
zoo gezond als 'n vischkoii, had om
zeven uur nog een fermeii sou por
genomen van paling in 't groen, was
gaan slapen on do/.on morgen had zijn
meid hom dood in zijn bod gevonden.
Wie 't hoorde rilde ervan.
Heel de Jenctteblociit, mot aan don
kop de omsluierdo vlag en een ge
huurde muziek om doodsmarschon te
spelen, was achter 't lijk. Ook do
besturen der andere
tooneol-maatschappijo.n waren erbij. Kii nadien
kreeg hij nog oen. ploohtigo doodemis
in Sinte (Jommai-uwkerk. Kr kwamen
ellenlange artikelen en treurgedichten
over Mijnheer FranQois in allo lokale
gazetten on aan .lof van den Endo
werd opdracht gegeven om oon schoon
borstbeeld van hem to boetseeren.
Een bronzen afgietsel ervan zou
boven zijn graf worden onthuld, on
een plaatsteren zou in hun v<rv-/'-'uind
vergaderlokaal een eereplaats krijg m
op oon pieferstaal vlak achter don
voo]'7,itlers7.etel.
'fVn t' n van rouw logden '/A;
veertig ( ?aS''-!l \.]]<. repetities on
veigaderingei,' Kt il u eerst nadien be
sloten ze er ii'tj, - in te maken .jiu
voor Mijnhoer i'Va'n.'ois een w;:a: ?<>?'?£<-.1
opvolger te r/,ot ken.
Maar 't leek wel of dat nioi n;xx)ig
zmi zijn dezen keer. Van vóór dien tijd
om was, zonder advertenties in de
tooneelbladeu, /.onder eenige
briefschrijverij, kwamen er zich al tien,
twaalf voor dat postje aanbieden. Kn
eens den rouw geheven, konden do
Jcnettiston dadelijk beginnen mot al
die liefhebbers een exaamken al' te
nemen iu de edele toonoolktmst.
't Was oon moeilijke karwei, diekeus '.
Om met do handen in hot haar te
geraken ! Wa,nt. 't moet gezegd, 't
waren allemaal nogal rappe gaston.
D'een namen het op vfeor den do/.e,
d'ander voor den. giiulscho. en 't
scheelde; geen baai' of dooi- al dat
wikken-ou-wegeii-on-keereii was er in
de Jonettebloem nog ruzie gekomen !
Doch op 't lo.sto. na veel on lange
discussies overeutegou en hevig
tafelgelonk werden ze 't gelukkiglijk toch
eens en op oen plechtige algemeeno
vergadering viel do keus toen op
iemand uit: Tomsehe.
't Was oen kort. dik. postuur. Zoo
van verre gezien trok hij wel een beet je
op Mijnheer Francois. maai' hij was
jonger on vinniger en als go hem 7,00
aan den gang zaagt leek hij meer op
oen dansmeester dan op een
oomediespelor. Xijii gezicht was broed on. bleek
met schuino-staando, rap-pinkende
oogskons die ongedurig van links naai'
rechts schoten, eu zijn dun. haar lag
plat op zijnen schedel geplakt lijk bij
oon koetsier, /ijn naam was Theo van
Elewijek.
't Heette dat het een geloerde vent
was, iemand van aan/ion in. zijn strook.
Hij dirigeerde eenige
toonoolmaa.tschappijcii in 't Land van Waes, maar
zijn grooten roem haalde hij van zijn
tooneelmeesterderij bij de studenten
van 't klein seminarie leSint-Xiklaas
en bij die van 't college 1o
Dendormonde. Die speelden onder zijn leiding
stukken van Vondel, on. peinst eens!
daar kwam de bisschop van. («ent in
eigen persoon naar kijken ! Daarbij
had hij een uitspraak 7,00 fijn on afge
werkt, dat men hem, als hij fluisterde.
op twintig meter afstand nog heel
goed kon verstaan. Hij kon zelfs, mot
zijn mond vlak vóór een kaarsevlam.
de heele I\_i<r<txK'n-rx c«n. ('«>i?v(i?ri
uitgalmen, zonder dat het vlanmr
oenen seeond bewoog '.
't Eerste waai til' o dozen .Mijl'
Theo bij d'.- .leriettisten begoi
mot loss,-n over de historie \
tooiiod en ook over dictie.
beerde hen do i[uintessi
Sofokel. Kuripiod. M.irieke
wege. Moiière on Shake
't vrstaiul te Ir-ongeii
ook hoe /.e Ijini 'tomba'
gebruiken. Hij ('vvoriglu
te koopen o' er uitsi
moesten Ze bannen r<
en. soepel ^jon te nr
een beul" n-mle k
boiiespele ? h>'| do
ment.
't \V i, v,.or u
llogal ene" \ ooi
of l).l de M-,.i l
loer -n *>\ er a
da.irl vi.j mot lui
in. 11 ia,'i t s van
SCl nel;. beV
TUI .'-u i lint udi
F];m<;<iis, Ma.
,,^\ it wild er
ui> i wetten !
bisschop va»
hen zou ki
zoude!' i
va.ardeii
\\.-J.H) van
s1 onu 'n
rollen, v ''<:
steil !lit ','>!<,
i ie i-ojx (i t
ie.1": Mijnheer Theo .
l, ? ' e;. voor helu u,><j
Ji i : ,id or soms bij te
n/.|7. :..n lijk oen werkpeeru
k -il iets V'iór/ego'en \vas een kleintje
e' M at moeite kiiO-i" '.,.:?.'. ?(??
;-1udi>\ .L g-'ing el' gebaren! 't SI»,:; i!e
.lenottiston mot bewondering.
Drie maanden duurden do repeti
ties. Toon vond b ij dat het or door kon.
Soe v au Halen haalde niet zijnen ver
huiswagen de kostuums on de decors
uit Sint Niklaas, die 7.0 voor de ge
legenheid gratis voor niet in bruikleen
kregen, van 't klein-seminarie aldaar.
Kil alzoo. eind November, op oen
Maandagavond kon de vertooniug
doorgaan.
..Xu zullen we hier eens lnt.cn zien
wa,t kunst is! Kunst met oen groot e
K!" sprak mijnheer Theo tot het
.lenettisteiibesUiur en hij stak ecu van
geestdrift bovendo vuist hoog omhoog.
Heel de doftigheid van de kleine stad
was present in. 't ..Vrodeuberg'': de
deken met zijn pastoors on paters, en
daarbij de burgemeester, schepenen.
notarissen, doktoors en renteniers met
hun madams 011 hun groot e kinderen:
ze zaten, heeleiiiaal van voren, op den
oersten rang. Achter heil on boven op
de galerij propte rumoerig het gewone
theaterpubliek dat naar ouder ge
woonte woergekonieii was met vier
zaknousdoekou on een pond hollen
om 't huilen te verzoeten, on dat niets
anders ducht of 7,e gingen weer iets
te zien krijgen lijk .. l ie Vorstootoling".
maar dan in antieke kostuums en dus
vool sohooïter.
Maar och ! wat trokken 7.0 allemaal
gi'ooto oogeu als 't gordijn omhoog
rolde ! Een kaal. schomor-donker
tooneel met een borveput waartegen
een jongen in een. rooden mantel lag
te slapen on van weerskanten, ervan
oou rodje van zes witgola/baarde
processie-engelen, die met luiogobaren
naar den slaper wezen, en dan al te
samen op een, lijsen. lariggorokkou be
gonnen te doelanieeren.
(Slot volgt)