Historisch Archief 1877-1940
18
Kerstnummer
rvan jongsaf, xooals anderen ademhalen en niet leven kunnen zonder
voedsel.
* * *
Heb je zooveel verdriet gehad, old chap?
Misschien niet zooveel als jij....
Dat is geen antwoord. Ben je daarom uit Frankrijk weggegaan?
Was je zóó wanhopig?
Zij vroeg hem en vroeg opnieuw. Jean antwoordde, eerst aarzelend.
Maar naarmate zij vroeg werd haar stem zachter en milder, het was Maar laat ik hier 't verhaal beëindigen, zei Jean. Wat doet
alsof zijn moeder sprak, maar een moeder die je vuriger, onstuimiger, het er ook toe wie of zij was? Je weet hoe of het gaat in dit
schijnlichamelijker beminnen kon. Haar woorden zoemden een warmte heilige milieu. Een meisje dat durft luisteren naar 't kloppen van
om hem heen, en hij vertelde heel zijn jeugd, en er kwamen zelfs haar eigen hart, wordt uitgebannen naar een doodsche stilte, waar
tranen in zijn oogen die hij liever verbergen wilde. 'Daarom bukte geen menschenstem meer wordt gehoord. Slechts weinigen zijn
hij zich, als om zijn schoen vast te maken. Maar voordat hij zijn sterk genoeg om zooals Marga weg te gaan, een ander werelddeel
hoofd had opgeheven, gaf zij hem een kus op zijn haren. te zoeken waar liefde niet verstikt wordt, en 't leven niet moedwillig
Jean kneep zijn handen samen. Dan keek hij haar recht in de oogen, wordt beroofd van elke bloem.
Zij ging met haar zuster naar Mexico, het binnenland in, en zij
leefden onder de Indianen, zooals zij later leefde op de plantage.
Toen stond hij op en drukte haar tegen zich aan en zei: Marga, De Indianen vroegen niets, verwonderden zich eerst, dan hebben
Marga, ik houd van je ! En zij antwoordde zachter dan anders: Ik zij hen misschien aanbeden-als godinnen. Ik weet het niet; ze zullen
zei je immers al dat ik ook van je hield. vandaag over haar spreken als over een legende.
Ze zaten lang zwijgend bij elkander, zonder iets anders te zeggen De zuster is gestorven toen zij een kind kreeg, en Marga heeft
i
en zij zag hem ook aan, kalm, alleen met iets lichters, iets fonkelends
in haar blik.
dan die steeds opnieuw gesta
melde woorden welke de ge
smoorde kreten zijn van een
hart dat zich voelt verzinken
in de vloedgolf van het leven.
Dan, nadat zij even van ver
moeienis haar oogen gesloten
had, zei Jean: Marga, wil je
mijn vrouw worden?
Een flauw glimlachje kwam
om haar mond; het was eigen-,
lijk de eerste maal dat hij haar
zag glimlachen, en zonder de
oogen te openen zei ze: Ik be
hoor mij zelve niet toe.
Wie dan? vroeg Jean auto
matisch, maar opeens dacht hij
weer aan het telkens noemen
van haar naam in de bungalow,
en aan de boekhouder die
gisteren zoo traag het pad afliep,
van haar vandaan. En hij vroeg
niets meer, stond alleen op,
kuste haar hand en ging haastig
heen.
Na enkele dagen kwam Jean
terug, en daarna nog vaak, maar
niet kort achtereen, want Marga
had gezegd: Bij na i ieder van de
jongens heeft evenveel verdriet
gekend als jij, en bijna ieder
heeft even groote behoefte aan
liefde, 't Is vreemd dat
menschen het nooit aan elkander
durven bekennen. En het leven vraagt zeker, ook een zakelijke
practijk; ik verlang naar je/onophoudelijk, en ik verlang naar
hen allen. Kom over veertien dagen terug. '.'?'?
En ria weinig weken wis't Jean met i zekerheid dat het hun allen
precies ging zooals hem, dat zij een nacht lang de liefste, de teederste
zuster voor hen was. Dat haar geheele ziel en haar geheele zelf open
stond voor hen, voor al hun groot verlangen en al hun kleine ver
drietjes; dat al hun hunkeren en verwachten steeds door haar gestild
werd, en allen altijd weer naar haar terugkeerden omdat nooit n
het raadsel kon ontdekken wie zij was en waarom of een vrouw zóó
rijk kon zijn en zooveel geven kon, zonder te vragen.
Een avond dat zij zeer vertrouwelijk was met Jean, had hij gevraagd:
Hou je van allen evenveel ?
Even dacht ze na, terwijl zij z'n handen vasthield. Toen zei ze:
Neen; ons hart is zonder maat. Soms gaat het plotseling zoo hard
slaan dat het klopt tot in mijn keel.
Ik weet het wel wanneer, zei Jean, en trok haar naar zich toe.'
Het was dien nacht dat zij hem ook met weinig woorden ging
vertellen wie zij was: een meisje dat beminde en beminnen moest
Nu kreeg hij ds wind van voren
de kleine, het kind van de
stam, opgevoed tot het drie jaar
was. Maar die kampen zijn on
gezond, het kind stierf, en een
mensch die uit een andere wereld
komt, kan het daar toch ook
niet altijd harden. Niemand.
Daarom is Marga toen naar de
plantage gegaan. Ik weet niet
of je begrijpen kunt hoe goed
ze voor me was, en hoe mooi ...
Ik zou het je niet verteld hebben
als je niet zoo jong was. En om
dat je uit eigen ervaring reeds
weet hoe het daar zijn kan.
Tien jaar is ze op de plan
tage geweest, toen stierf ze
plotseling aan een vergiftiging.
Dat seizoen is er voor het
eerst met verlies gewerkt, en
bij de volgende campagne was
er niemand meer van het oude
personeel. De laatsten van de
opzichters die bleven, waren een
Schot en ik.
Hoe hij het uithield weet ik
niet, en ik bleef omdat hij
bleef, want hij had een portret
van haar geteekend dat weinig
leek, maar daaronder had hij
geschreven: Wereldkind. En hij
had het in de eetzaal
vastgeprikt. Toen het op een mor
gen ook spoorloos verdwenen
was, zijn wij beiden ingerukt,
zonder dat wij 't van elkander wisten.
En nu zit je in Parijs tusschen duizende vrouwen-maskers en
treurt, zei ik.
-^ Ik treur niet, antwoordde Jean. Wie gezien heeft dat de liefde
wel eens mensch wordt, treurt niet meer. Maar ik word razend als
ik mij omringd zie door die spookachtige wezens die men dames
noemt, die zich verkoopen aan fatsoen, aan'geldzucht, aan métjier.
't Is alles even erg. Ik weet teveel mijn jongen, ik weet teveel. Ik
houd het hier niet uit.
CADILLAC
Het lelt dat de Cadillac dikwijls voor
veel duurder wordt gehouden, dan ze
In werkelijkheid l», pleit wel zeer sterk
voor de hooge plaats,die de CADILLAC
In de algemeene achting Inneemt
K. LAND E W EER
UTRECHT AMSTERDAM
Blltttraat74 ~~ Singel 430-432
MEUBELEN
i
\r\ P AOK5TO A AT
IU DE N MAAG
: V
; i.
f
ij '