Historisch Archief 1877-1940
;:
Centaur en Bacchante
~\ E kunsten hebben in alle perio
den naar vrijmaking gestreefd en
naar de vervulling van een roeping
binnen de eigen categorie en eigenlijk
zijn de werken uit de Casa die Misteri
te Pompeji de eenige herinnering
aan .den tijd der Romeinsche schil
derkunst dat het wandvlak den
schilder arbeid gaf die hij, der bouw
kunst nog dienend, aanvaarde. Want
zoo zeker, en zoo vroeg als de beeld
houwkunst der Grieken zich van de
verbintenis met de bouwkunst had
los gemaakt, even zoo vroeg en even
zoo zeker had de schilder in Grieken
land, er naar gestreefd zich ongebon
den uit te leven binnen de
omslotenheid van het kader der schil
derij .
Dit weten wij niet alleen uit een
inscriptie op Delos en uit woorden
van Plinius, maar in de Casa delle
Vestali te Pompeji, b.v., werden de
schilderijen, i.c. stillevens, tegen de
wanden geschilderd alsof zij er hingen
opgehangen aan touwen, terwijl de
geopende deurtjes, die ze blijkbaar
ter bescherming er voor aaojasachten,
afgebeeld zijn als wierpen zij schaduw
op den muur.
't Is of het huis der Vettii speciaal
gespaard werd om ons te leeren hoe
geheel uitgegroeide schilderijkunst de
oudheid gekend heeft, om ons in de
schilderijen van Dedalus en Pasifae"
of in de marteling van Ixion" te
laten zien zoowel door de opvatting
van het onderwerp, als door de vol
ledige beheersching van vorm en kleur,
licht en donker hoe zich de
ontwikGRIEKSCHE SC
De Grieksche Schilder en
Portretten van Terentus Neo en zijn irouw
keling der Grieksche schilderkunst had
voltrokken.
De belangrijkste inlichtingen om
trent de groote schilderkunst, wij
schreven dit in een vorig artikel,
vinden wij in de copieën door
Romeinschen schilders vervaardigd tegen
de muren te Pompeji, die in den
z.g. vierden stijl beschilderd zijn.
Voor groote iigurale wandschilde
ringen is in dezen stijl geen plaats, al
treedt een enkele maal, zooals op den
wand van het huis van Pinarius
Cerialis, uit het droombeeld van een
fantastisch theater portiek Iphigenia
als kwam zij in Taurus uit een paleis.
Maar haar figuur is weinig waar
achtig en als eene actrice teekent zij
zich af op 'n illusionistisch decor.
Deze figuur van Iphigenia en ook
de andere figuren uit het drama als
Orestes en Pylades zijn afkomstig van
een beroemde schilderij van
Timomaco, waarvan een betrouwbaar uit
ziende copie ten deele bewaard bleef
in het Museum te Napels uit de
Casa del Citarista te Pompeji.
De figuur van Iphigenia is tége
schonden om haar volledig te ge
nieten hoewel er genoeg overbleef om
te zien dat zelden een edeler draperie
door een nobeler gebaar werd ge
dragen. Maar de mannenfiguren zijn
voorbeelden van een zoo rijk uitge
groeid beeldend vermogen, dat men
niet weet wat meer te bewonderen, de
uitdrukking van geestesleven dat zich
bijna tegenovergesteld uit in Orestes
en Pylades of het schuiven van het
licht over de fraai gemodelleerde
leden dezer beide mannen.
Maar indien wij ^p-if onze bewon
dering geven aan die kleine fries
versieringen waarin de kunstenaars
met opvallend frissche toets
amouretten, vaak op zwart fond neerzetten,
dan zijn 't toch eerder de mytholo
gische scènes als de Centaur door
eene Bacchante beteugeld" of de
Nereïde die den zeetijger laaft", die
ons boeien. Wie denkt er niet aan
Tintoretto's zinnelijke vaart als hij de
courbe volgt van het weelderige
vrouwelichaam op den rug van het
fabeldier.
Dit alles vinden wij besproken en
gereproduceerd in het voortreffelijk
DOOR Hl
werk dat in 1929 te Milaan uitkwam
over de Pittura Ellenistico-Romana"
door G. E. Rizzo.
In ons vorig artikel (in No. 2771
Orestes e.
Fragment van de schilderij in t
van dit weekblad) hebben wij ge
tracht van Rizzo's belangrijke studie
't een en ander mede te deelen.
Maar 't kan de bedoeling van
dit tweede artikel niet zijn den voor- _
treffelijken tekst van Rizzo verder te
analyseeren, maar wel de reproducties
der werken met u door te bladeren
om U het geloof te geven, of het te
versterken, in de grootheid der an
tieke schilderkunst.
Wilden wij het onderwerp met u
indringend behandelen dan zouden
wij moeten schrijven over de wijze