Historisch Archief 1877-1940
S f~*\ TT T T f\ T? TJ> T T T?1 TVT
CHl.LlJrLJKlJ.IiJN
#lu
wnsche Gezantschapsgebouw
"t
rechts: China, Engeland, Frankrijk,
Griekenland, Noorwegen, Nederland,
lustraties zijn gedeelten van de
Hier worden gereproduceerd:
en Polen.
tórom moet de stillevehschilder, wil hij veel
beqfken, veel van zijn geheim dragen binnen den
teinen, bewegingloozen vorm of hij moet in
?ia zwier, die zeker is en smetteloos, de kleur als
vrisch gebruiken, en een melodie ons geven,
het stilleven alleen de aanleiding was.
? zqa dus onmiddellijk twee soorten van stille
vens; die waar de kleur den zwier heeft der ge
slaagde melodie, en die waar, door stof in den
vorm uit te drukken, wij een innigheid genieten,
die alleen ontstaat door langen en vertrouwe
lijken omgang. Minder zwierig zal daar de kleur
zijn maar van een rijker flonkren vol, als
waar de kleur weer na.ar 't eigen huis weerge
keerd en daar in stilten en eenzaamheid rijp en rijk
geworden als lang-belegen wijn. In die kleur zal het
geheim zijn van h3t wassen tot den meest
voortreffelijken staat; volledigheid heeft steeds iets
van hst ondoorgrondelijke; ge vraagt altijd: waar
ving hot aan om tot zulk einde te geraken ?. . . .
Hoe rijk was toch het hart, dat aan doode dingen
zulk durend leven meegaf op zóó weinig doek ?....
Er is in drie appelen van Suze Robertsen zulk
leven, maar is het in het werk van LucievanDam
van Isselt ? Wanneer ik het werk in enkele woorden u
moest kenschetsen zou ik, zeker naar aanleiding
van deze tentoonstelling, zeggen: er is daar veel
minder hart dan koele gratie; er is daar een gratie,
die gemakkelijk zich geeft, omdat zij niet traag
eerst was, toen zij welde uit de innerlijke bron.
Het werk is hier meer een aangename conversatie
over de schoonheid, dan schoonheid ten eenenmale.
Er is te weinig vasthouden van de dingen hier;
het penseel kent 's harten haperingen niet. Daardoor
ontstaat een eentonigheid, die voor mij een ken
merk is van deze tentoonstelling; er is geen
winst tegenover vroegere uitingen maar onge
twijfeld een verlies al bleef het werk, zóó heet
dat beschaafd; maar.... de beschaafdheid kent
te weinig schakeering; het
oog zag te uiterlijk en draal
de niet lang genoeg over de voorwerpen, die het
toch moest bezielen, wilden zij wezentlijk voor ons
bestaan.
Er is hier te veel, met weinig drang en, schijnbaar
merkwaardigerwijs, is Lucie van Dam van Isselt
in haar specialiteit de witten" juist het armst,
in de donkre schilderijtjes is zij beter ! Maar is
dit zoo'n merk
waardigheid?
Wanneer wij aan
nemen dat de
haastigheid de
innigheid over
won, en dat is
zóó, waar zou zij
dat eerder kunnen
doen dan juist
met die kleur»
waar zij zich het
meest in thuis
gevoelt ? Heiwerk
is als een te snel
impro viseeren
over een bekend
thema. Er is hier
te veel. P.