Historisch Archief 1877-1940
i >;
i V
-l t!
il
.il H
iü,'
f
jrqene Amsterdammer
eekblad voor Nederland
Kleine Adver tentiën
50 cent per regel
Aanbieding
vóór Woensdag 10 uur
ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA
Redacteuren: L J JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN
M. KANN. ? Secretaris der Redactie: C F. VAN DAM
KEIZERSGRACHT 355, AMSTERDAM C.
Telefoon 37964
Postgiro 72880
Gem. Giro G. 1000
OPGERICHT IN 1877
No. 2814
ZATERDAG 9 MEI 1931
Heeft het Liberalisme een toekomst?
DEN lOen April j.l. vierde de Liberale
Staatspartij ,,De Vrijheidsbond" haar tien
jarig bestaan. Bij die gelegenheid hee.*'t Prof. Mr.
<X W. de Vries een in dat gezelschap luid toege
juichte rede uitgesproken over ,,De historische
roeping van de liberale gedachte."
Belangrijker dan de vraag, die dat
herdenkingsfeest natuurlijk in de eerste plaats aan de orde
stelde: vat heeft de liberale gedachte in het ver
leden voor Nederland beteekend, is de vraag,
waarmede de feestredenaar zich in de tweede
'plaats heeft bezig gehouden: welke toekomst is in'
Nederland voor het liberalisme weggelegd?
Bij het beantwoorden van die vraag dient men
scherp te onderscheiden, wat de hooggeleerde
feestredenaar vermoedelijk met opzet voortdurend
uit het oog heeft verloren: de liberale gedachte op
zich zelf beschouwd, en het liberalisme belichaamd
in een politieke partij, die met opzet geen andere
toevoeging wenscht aan haar naam, dan de ne
gatieve leuzen van ,,het liberalisme" en de
vrijheid".
De liberale gedachte op zichzelf is ..zoo oud als
do wereld" het kan den spreker onmiddellijk
worden toegegeven en zij zal ook in de toekomst'
in een land als het onze, waar zij in het verleden
diep wortel heeft geschoten, en in het heden leeft
in de geheele burgerij en in bijna alle politieke
partijen ??zij het ook niet in alle politieke partijen,
op dezelfde wijze en in gelijke mate van hooge
waarde moeten worden geacht.
Indien het gevaar bestond, dat die liberale
gedachte uit het oog zou worden verloren, zou er
alleszins reden bestaan, dat alle burgers in ons
land, in wie die gedachte leeft, te hoop ziinden
loopen, teneinde haar gezamenlijk de overwinning
te bezorgen.
Zoo sterk leeft echter die liberale gedachte in
ons land zelfs in de partijen der rechterzijde en
in de S.D.A.P., dat er voor een dergelijke antir
liberale overheersching vooralsnog niet het minste
gevaar aanwezig is. :
Op het eenige terrein, waar dat gevaar
eenigermate bestaat, dat van de verdeeling van den
zendtijd, erkent ook de Roomsch-katholieke
Minister van Waterstaat, dat het gewenscht zou
zijn, dat er een algemeene omroep zou zijn.
Men kan het echter niet eens worden omtrent.de
wijze, waarop een algemeen program tot stand
moet komen.
* *
' :*
Men moge volmondig de gi-oote waarde van de
liberale gedachte voor het maatschappelijk leven
in ons land, in het verleden, het heden en de toe
komst, erkennen ik wensen bij de verdediging
van die stelling in geen enkel opzicht bij( den
feestredenaar achter te blijven ik stem echter
geenszins in met zijn meening, dat er in óns
land reden van bestaan is en een toekomst zou
zijn weggelegd voor een politieke partij, welke
die liberale gedachte zonder eenig verdere
aan? wijzing in haar vaandel schrijft. ,
Die liberale gedachte laat zich vereenigen met
een zeer vooruitstrevende en een zeer behoudende
politiek ten aanzien van de belastingen en de
sociale wetgeving, om mij tot deze beide gebieden
te bepalen. Wanneer alle burgere van Nederland,
die liberaal" voelen, in dien zin, dat de liberale
gedachte in hen leeft, zich tot n groote politieke
partij zouden vereenigen en gezamenlijk bij de
stembus de overwinning zouden behalen, dan
zouden de overwinnaars onmiddellijk na hun over
winning onderling in een hopeloozen strijd over het
te verwezenlijken program gewikkeld worden,
omdat hetgeen hen bijeenhoudt slechts een
neyatieve gedachte is en het aanvaarden van de re
geering zou vereischen de formuleering van een
pos it ie f p rogram.
Telkens als Prof. de Vries in zijn feestrede
concrete plannen wil formuleeren, is hij gedwongen
uiterst vage uitdrukkingen te, gebruiken, of
schrijft hij in het credit van ,.de" liberale staats
partij beginselen en denkbeelden, die misschien
als de vrucht van ,.de liberale gedachte" kunnen
worden beschouwd, doch die allerminst het
monopolie zijn van ..de" zich bij uitstek liberaal"
noemende partij.
Welvaart als een algemeene zaak voor allen",
zoo mogelijk verheffing van het cultuurpeil van
de breede massa", i,erkenning van de zedelijke
grondslagen van de Tien geboden" en handhaving
vau de constitutioneel parlementaire monarchie
verbonden aan het huis van Oranje-Nassau",
dat zijn allemaal zeer schoohe denkbeelden, die
een in feestelijke stemming verkeerende vergade
ring met applaus zal begroeten, maar zij zijn niet
het monopolie van de" liberale partij en op deze
vage beginselen alleen kan geen
regeeringsprogramnia worden gebouwVl.
Karakteristiek voor deze feestrede is wel de
uitdrukking, die wordt gebruikt, wanneer de
, methode wordt aangegeven, die grondslag moet
zijn bij de sociale wetgeving: de overheid late
de regeling van de verhouding tusschen
bedrijfsgenooten over aan die bedrijfsgenooten." Men
kan uit die formule evengoed afleiden, de
wenschelijkheid van een stelsel van bedrijf Braden
overeenkomstig de denkbeelden van Prof. Veraart,
als de leer, dat de overheid op dit gebied zich van
iedere tusschenkomst heeft te onthouden.
Wie het voorrecht heeft Prof. de Vries en zijn
geschriften te kennen, weet zeker, dat deze
laatstgenoemde leer geenszins zijn instemming
heeft. Had de spreker echter een positieve, concrete
formule gebruikt, om zijn gedachten ten aanzien
van de sociale wetgeving weer te geven, hij zou
het applaus niét hebben geoogst, dat in dit gezel
schap juist door de vage formuleering werd'uitge
lokt1.
De liberale gedachte" is een kostbaar goed,
waaraan ons land veel heeft te danken en die,
gelukkig, diep wortel heeft geschoten onder onze
geheele burgerij.
Wanneer 'het gevaar bestond, dat die liberale
gedachte zou worden verdrukt en verwaarloosd,
dan zou er alleszins reden zijn, dat alle burgers
van Nederland, in wie die'gedachte leeft, te hoop
zouden loopen, ten einde haar gezamenlijk de
overwinning te bezorgen. ' '
Die liberale gedachte op zich zelf draagt een
negatief karakter. Zij verzet ^ich tegen dogmatiek,
INHOUD:
1. Mr. A. C. Joscphus Jitta, Heeft het Liberalisme
een totkomst?
2, Dr. Jan Romein, Vlootmanoeuvre.
3. Constant van Wessem, Muziek. Joh.
Braakensiek, Frankrijk's politiek isolement.
4. Joh. van Aalten, Groene Twijgen, teekeningen door
Harmsen van Beek.
5. Cornelis Veth, Paleis-Raadhuis. L. J. Jordaan,
Paleis-Raadhuistoestanden.
6. Dr. R. Feenstra, Tikblaadjes.
7. A. Piasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst.
8?9 L. J. Jordaan, Met Mengetberg in de klank
film-studio.
10?11. O. Simons, Het Mirakel van Verdun.
13. Mr. H. Scholte, Tooneel. .Mr, Frans Coenen,
Kroniek.
15. C. A. Klaasse, Ome geldmarkt.
16. Dr. C. F. Hajc, Taaischut.
17. Alida Zevenboom, Croquante Croquetjes. Uit het
Kladschrift van Jantje.?Charivarius, C/iariVaria.
19. B. C. L. van der Velde, Schoon Andatiisié.
20. Letterraadsel.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De etnige
Hollandsche spel.'r die succes heeft.
tegen monopolie en tegen onderdrukking. Zij laat
zich even goed combineeren niet een vooruitstre
vende, als met een behoudende politiek.
De ..liberale gedachte'' van ..vrijheid" was het
ideaal van de voorstanders van de bijzondere
school, evengoed als zij het ideaal is van de soci
alisten, die de verdrukte klassen der maatschappij
tot vrijheid willen voeren.
Met evenveel recht als de Vrijheidsbond zouden
de partijen der rechterzijde en de S.D.A.P., om
van andere partijen nog maar te zwijgen, zich
liberale" partyen kunnen noemen, omdat .hun
ideaal der vrijheid in hun partij sterker leeft, dan
in andere partijen»
Men moet wenschen en men mag vertrouwen,
dat er , in Nederland voor de liberale gedachte
een schoone toekomst is weggelegd.
Doch een politieke partij, die, met opzet in haar
vaandel uitsluitend die liberale gedachte heeft
geschreven, geeft zich naar mijn oprechte over
tuiging aan een illusie over, wanneer zij meent,
dat op dit oogenblik in Nederland zulk een partij
nog een toekomst heeft.
De liberale gedachte" i heeft een toekomst,
maar een partij, die ziqh alleen liberaal" noemty
zonder eenig ander praedicaat, niet.
? ' t ,
A. C. JOSEPHUS JITTA