Historisch Archief 1877-1940
16
De Groerve Amsterdammer van 9 Januari 1932
No. 2849
Buitenlandsche
waardeering
Fransche kunst-voorlichting
Men krijgt als Hollandsch criticus", naast
andere verwijten, nogal eens van onze schilders
te hooren, dat de vaderlandsche critiek zoo
zwaar op de hand is, zoo weinig vlot, coulant en
zoo akelig principieel". Neen: dan in Frank
rijk !... . Daar weet men tenminste wat den schil
der toekomt!. . . . Daar verstaat men het critisch
métier eerst met recht!
Natuurlijk leert men, ook zelfs als. .. .criticus !
graag en zoo las ik dan ook, dezer dagen, met
bescheiden en gepaste leergierigheid de inleiding
geschreven door een bekend Fransch criticus,
Thiébault Sisson, in den catalogus van de bekende
Parijsche firma Bernheim Jeune" voor een ten
toonstelling van een onzer verdienstelijke, vader
landsche moderne schilders. ... Te mijner instruc
tie verneem ik daaruit het volgende:. ..." Sedert
de magnifieke artisten-pleiade, de drie gebroeders
Maris, Jozef Israëls, Jongkind, van Gogh, Anton
Mauve, gedurende de laatste dertig jaren van
de 19de eeuw aan den hemel van Holland schit
terde, schijnt het wel, dat de Nederlandsche
schilderschool lichtelijk is ingeslapen. (!)
Zij heeft de herinnering aan het schoone am
bacht bewaard, maar zij heeft geen enkel bewijs
meer gegeven van een lust tot nieuwe verovering,
noch van een geest van vernieuwing, dingen die
haar tijdons genoemde brillante periode hebben
gekenmerkt.... Zij leeft op de schoone voor
beelden van de voorafgaande generatie waarvan
zij volgzaam en rustig de erfenis verteert: zij
brengt eerzame werken voort, die echter leeg zijn
van persoonlijkheid en karakter...."
Inderdaad: dit is.... instructief ! Niet zoozeer
echter voor den Hollandschen criticus, dan wel
voor den Hollandschen.... schilder, die, bij het
telijf gaan van de critiek" hier te lande, wel eens
een blik vol heimwee over de Zuidelijke grenzen
pleegt te werpen l
A. E. VAN DEN TOL
Beperking van Bewapening
De Internationale Confer ntie tot beperking van
Bewapening, die in Februari 1932 te Geneve ge
houden zal worden als de eerste, waar over beper
king van bewapening zal worden geconfereerd
doo" alle staten, mag niet mislukken. Maar oin te
kunnen slagen, behoeft die Conferentie, naar
leidende Staatslieden bij herhaling zelve hebben
verklaard, den steun eener duidelijke uitspraak
van de openbare meening.
Een twaalftal groote Internationale
Vrouwenvereenigingen, vertegenwoordigend ruim 45
millioen vrouwen, hebben daarom een Comitévan
Actie gevormd, dat zijn zetel heeft téGeneve, en
zich ten doel stelt, in ieder land die verlangde
duidelijke uitspraak van de openbare meening te
verkrijgen.
Voor Nederland organiseert dat Comit
daartoe op Dinsdag 12 Januari 1932 des avonds
te 8 uur, op initiatief van den Nationalen Vrouwen
raad, een groote openbare bijeenkomst in het
Koloniaal Instituut te Amsterdam, (ingang
Mauritskade).
Doel der bijeenkomst is: het houden van een
demonstratie van sympathie voor de aanstaande
conferentie tot beperking van Bewapening, als
uiting van de openbare meening in Nederland.
Zie voor verdere bijzonderheden de aankondi
ging op pag. 2 van het omslag.
LAATSTE WEEK
TENTOONSTELLING
OUD JAPANSCHE HOUTSNEDEN
Spreekzaal
Het voorstel Allmrda c.s. tot grondwets
herziening;.
Moge ik Prof. Mr. Scheltema naar aanleiding
van zijn hoofdartikel van 26 Dec. '31 de volgende
kantteekeningen ter overweging aanbieden. Het
zijn vragen.
Ie. Mobilisatie kent onze Grondwet in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone om
standigheden, onbestemde omschrijving, die Buijs l)
in '87 deed opmerken, dat daaraan nadeelen ver
bonden mochten zijn, doch dat de belangen van
den Staat'hier stellig het zwaarst wegen. Mobili
satie in die andere buitengewone omstandigheden 2)
kan dus iets anders beteekenen dan beslissen over
oorlog" of vrede".
2e. Zijn bovendien niet denkbaar en voorgeko
men, gevallen, waar mobilisatie integendeel oorlog
kan vermijden? Onder bepaalde omstandigheden
zou het voorgestelde voorschrift volgens schrijver
hiertoe kunnen leiden. Indien onder andere, doch
evenzeer bepaalde" omstandigheden het huidig
voorschrift tot dit doel voert, is dan ten gunste
van het initiatief-voorstel iets gezegd?
3e. In aansluiting met 2e: snelheid is van mobili
satie steeds een eisch; ook in de andere buiten
gewone omstandigheden (Ie). Zullen de
StatenGeneraal zonder beraadslaging met obstructie
kans beslissen?
4e. Heeft het wellicht zijn bekende, goede
utiliteits redenen, dat het buitenlandsch en eenig
ander regeerbeleid veelal slechts onder repres
sieve controle staat? En verschilt elk mobilisatie
bevel hiervan essentieel, als niet bewezen is, dat
het stellig tot vijandelijkheden voert? (vgl. 2e).
Men moet de hoeren Albarda c.s. dan ook dank
baar zijn, dat zij het initiatief voor het aan de orde
stellen van deze materie hebben genomen". Ja,
omdat dit gelegenheid biedt het bestaande nog
eens te overwegen, alvorens het te ver
dedigen.
J. P. DUYVKRMAN
CHAMPAGNE KRUG&CO
REIMS
IN KWALITEIT AAN DE SPITs!
AGENTEN FONNES & ZOON GRONINGEN
W. J. G. VAN MEURS
KUNSTHANDEL
KEIZERSGRACHT 578 - TEL 37732
l) hem citeerend, mij bewust van de klove, die hem
van weer nieuwer denken scheidt.
2) Wordt in den tekst van het voorstel, die mij nu
niet ter beschikking staat, over deze omstandigheden
gerept? Schrijver behandelt een mobilisatie van
ons leger" zonder meer.
De taak van den criticus
Ik behoor tot de belangstellenden onzer schilder
kunst en geregelde bezoekers van diverse exposities
en zou gaarne opkomen voor verschillende jon
geren die genegeerd worden en meer aandacht
verdienen dan zij krijgen, om tegelijkertijd de
attentie te vestigen op do overdreven, bijna
ziekelijke wijze, waarop sommige schilders, die toch
reeds arrivé's zijn, gehuldigd worden.
Uw resencent de heer Plasschaert schijnt tot dit ziekelijke
toe op te gaan in de werken van Permeke, die hij ons wil
opdringen als onbegrepen meesterwerken, grootsche creaties!
Zijn ophemelarij doet vooral onaangenaam aan, omdat hij in
iedere critiek van een ander beeldend kunstenaar, de naam
Permeke er door heen vlecht met een of andere bemerking,
of wel een klacht dat deze nog niet begrepen of mooi gevonden
wordt in ons land.
Ik wil hier vooral even de aandacht op vestigen, omdat die
enkele menschen die nog in deze tijden kunst koopen, bij iedere
gedachte van aankoop door dergelijke dwaas-overdreven
critiek beïnvloed worden en hierdoor het voor zoo vele jongeren,
die toch zeer zeker veel waardevols maken, nog moeilijker
wordt, dan het al is. Verdienstelijker zou het wezen van uwen
criticus den heer Plasschaert, wanneer hij uit vele dezer
jongeren, de meest talentvollen naar voren bracht en om niet
altijd weer opnieuw door alle critiek heen, de aandacht op
zijn hobby-Permeke te vestigen.
Met dank voor plaatsing,
R. VAN GELDERN
(Van redactiewegr; bekort).
Onze critici doon wook aan we k niet anders dan
het werk van do jonge talenten naar voren brengen.
Dat een onzer mode werkers, de heer Plasschaert,
hot werk van den schilder Permeke boven veel
van anderen stelt is zijn goed recht van criticus.
Indien hij objectief daarbij Ie iverk ging zou hij nln
criticus buiten zijn nubiectiere taak treden.
Juist omdat wij op velerlei .subjectiviteit prijs
stellen, hebben wij meer dan n criticus. Keil.
Vrouwen-Comit
voor Crisis-busjes
Als kleine haten maar geregeld
blijven vloeien
In zeer nauwe samenwerking inet
hei geïnstalleerde Crisiscomitéis
thans ook het Vrouwen-Comitévoor
Crisis-busjes zijn arbeid begonnen.
De presidente van dit comité, mevrouw
A. A. J. Hülsmann-Boese heeft in
een vergadering, gehouden ten huize
van de secretaresse mevrouw D. I.
da Costa-Van den Bergh een en
ander meegedeeld over de wijze van
werken. Hei comiténoodigt allen uit
den, op pag. 2 van het omslag van De
Groene Amsterdammer" opgenomen bon
in te vullen en te zenden naar het
secretariaat, Johannes Vermeerplein 9.
Men ontvangt dan binnen enkele dagen
een genummerd gesloten busje en dan
hangt het maar van de bezitster (of den
bezitter) af, of dit Crisis-busje, flink
gevuld zal worden. De busjes worden
elke maand geleegd en het comit
hoopt van harte, dat het
vrouwencomitéin dezen mooi werk zal kunnen
doen. Het is immers maar een quaestie
van centen, een queastie van het storten
van kleine bijdragen, omdat men grootere
bedragen direct aan het Crisis-Comit
Amsterdam kan zenden. Men kan
kinderen, die oud en verstandig genoeg
zijn om een en ander te begrijpen,
vragen, telkens een luttel bedrag van
hun zakgeld af ie staan. Er zijn immers
duizenden jongens en meisjes in een
groote stad, die zakgeld krijgen. Dan
zijn er de dienstboden en ander per
soneel, die ook wel af en toe eens iets
af willen staan. Als dan in vijfduizend
busjes elke maand een bedragje wordt
gestort, zullen de vrouwen telkens een
mooie som kunnen afdragen.
De Crisis-busjes worden bij de aan
vragers aan huis bezorgd, ze blijven
daar, als gezegd, een maand en worden
dan weer afgehaald. Als het bedrag
geteld is, wordt het afgedragen aan het
groote Crisis-Comité.
Er mag met deze busjes niet langs
de deuren of op straat worden gecol
lecteerd; ze kunnen worden aange
vraagd door kantoren, scholen, winkels
instellingen, particulieren.
De taak van het comitéis uitsluitend
het plaatsen van busjes, niet het
verleenen vun steun.
Behalve de genoemden hebben in
dil Comitézitting de navolgende dames:
Mevr. C. de Vhr/l-Flentrop, Merr.
A. Jloldcrt-Zuikerbcrg, Mevr. A.
Jiskoot-l'ierson, Mevr. J. C. E.
de Jong-Zei/dner, Mevr. Mr. /?'. M.
Kan-dodschalk, Mevr. (i. J. M.
Marres-d'rasé. Mevr. O. M. van
Martf-Sitlem, Mevr. H. Mendcs da
Costa-Henriques de Castro, Merr.
(i. Mtr<ïler-vun. Ogtrop.