Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 4 Februari 1933
No. 2905
a
i,"
IJsvermaak II
Melis Stoke
Teekeningen Harmscn van Beek
Verdere psychologie van
het schaatsenrljden
Ik kan u berichten dat zich, na mijne vorige
uiteenzetting omtrent het ijsvermaak, mijn kijk
op het schaatsenrijden nog weer aanzienlijk heeft
verdiept en verbreed. Een lange periode van vrijwel
onafgebroken vorst heeft mij de gelegenheid gege
ven mijne medemènschen en mijzelf te bestudeeren
tegen den achtergrond van onder het nulpunt afge
koeld water, en de conclusies waartoe ik gekomen
ben zal ik trachten hier uiteen te zetten.
Br heeft zich ontegenzeggelijk een verheugde
stemming van ons meester gemaakt, die niet alleen
uitdrukking vond in de drukpers, die dag in dag
uit verscheen met opgetogen verhalen omtrent de
gelegenheid tot tochten maken, en voorts met be
richten omtrent gestremde vaarten, opgeheven
ponten en verbindingen waar de pret tusschen de
regels door scheen, maar zelfs tot in het hart van het
zakenleven, de beurs, waar de handel een dag vrij
wel stil heeft gestaan terwille van de huldiging van
iemand die schaatsenrijders had begeleid en waar
te midden van steeds dalende fondsen
temidden van de steeds dalende fondsen een
gansche schaats van bloemen van de galerij werd
neergelaten.
Dit alles bewijst dat de ijstoestand buitengewoon
prikkelend en opwekkend werkt. Ik weet nu ook
hoe dat komt. Ik heb menschen, die ik in verre van
benijdenswaardige materieele omstandigheden weet.
zoo vroolijk en opgewekt achten zien rijden alsof
ze het gemiddeld dividend van hun aandeelenbezit
noteerden. Ik heb mannen, die ik reeds lang gewend
was eenigszins bezorgd en gebogen, langs de straten
te zien sjouwen, plotseling vederlicht en pijlsnel
zien voortgaan, zonder dat het hun de minste
moeite scheen te veroorzaken.
Hierin nu zie ik den sleutel tot het verschijnsel
van algemeene vreugde. We waren er gewend aan
geraakt langs den zoo muilen en zwaar
begaanbaren levensweg voort te baggeren, we hebben mi
al jaren lang geklauterd en geploeterd om op de
afbrokkelende gronden van ons bestaan tenminste
een beetje hoogte te houden....
En ziet nu deze nieuwe ervaring: voor ons uit
lag vlak en uitlokkend, glad en zonnig, de baan..
de wereld open. We behoeven slechts een paar
ijzers onder de voeten te binden en we glijden en
zwieren met een elegance die verbazend afsteekt
voel ik mij weer op eenzelfde
sociaal niveau
met het klauteren, krabbelen en sjouwen dat ons
een tweede natuur was geworden.
Het beeld van de bevlagde ijsbaan waarover de
muziek klinkt en aan welker boorden 7.00
ruimschootsche gelegenheid is tot rust en inwendige
versterking is een plotselinge bevrijding uit de
benauwenis van deze tijden.
Het natuurverschijnsel verschaft ons de gele
genheid tot een illusie; we kunnen nu waarlijk zijn
wat we zoo gaarne zouden zijn: licht en zwierig.
gemakkelijk zich bewegende menschen, wien het
gladjes en prettig afgaat in de wereld. Vandaar de
haastige opoffering van arbeidstijd aan het
ijsvermaak .... vandaar de tot in de scholen zich
manifesteerende drang tot vacantie op mooie namid
dagen, vandaar de eerlijke blijdschap aan de beurs
waar tenminste n dag de schijn niet behoefde te
worden opgehouden van een kwasi opgewekt doch
in wezen zoo totaal verpletterd en daardoor neer
drukkend handelsverkeer.
En vandaar ook de klaarblijkelijke haast van de
couranten, trouwe spiegels van ons zielsleven, om
ons op de hoogte te houden van alles wat er op het
ijs gebeurt, van de namen van hen die het snelste
of het fraaiste hebben gereden en van alle verdere
gelegenheid tot deze vederlichte lichaamsverplaat
sing door het land.
Het toppunt van illusie vormen de
gecostumeergeklauter en geploeter
die ik vrijmoedig snertkerels noem
de ijsfeesten. Een gecostumeerd feest immers biedt
reeds op zichzelf den mensch gelegenheid om nu
eens een enkele maal in zijn uiterlijk te
demonstreeren wat hij zoo graag zou willen zijn. De naar praal
of roem smachtenden kleeden zich dan als mar
kiezen of veldheeren. liomantische naturen kiezen
het uiterlijk van Mexicanen of struikroovers, en
zij die naar het canailleuse genre haken vinden
voldoening in hun verkleeding als apache. Derge
lijke demonstraties nu te voet en in de balzaal
hebben in de practijk wel eens te lijden van een
zekere krampachtigheid en ongemakkelijkheid van
bewegen. Maar op het ijs vervalt die laatste rem.
Het minimum van remmende wrijving tusschen
schaats en ijslaag verschaft den demonstrant de
losse vrijheid in ruime mate. In een paroxisme van.
vreugd kunnen de markiezen en veldheeren, Mexi
canen, struikroovers en apaches zich zwierig ver
plaatsen, en in die vervoering vervalt elke
redelijkedisharmonie tusschen de illusoire voorstelling en.
de wijze van voortbeweging.
Ikzelf die, sinds de 'eerlijk opgebiechte ervarinj
gen in het vorig nummer van dit blad, niet zoo>
aanzienlijke vorderingen heb gemaakt als ik wel
zou willen, vorm te midden van dit alles een in
hoofdzaak beschouwelijke factor. Ik beschik over
het minimum van vaardigheid dat vereischt is
omzonder rechtstreeksch gevaar voor de medege
bruikers van de baan, mij op die plaatsen te be
wegen waar ik mijn observati&n kan voortzetten.
En daarbij speelt het restaurant een rol van
beteekenis.
Daar immers, aan de tafels waar snert en
warmedranken worden geserveerd, voel ik mij aanstonds
weer op eenzelfde sociaal niveau met de mannen
die zooeven nog, door hun buitengewone vaardig
heid, zoo angstwekkend ver boven mij schenen te
staan. In wetenschappelijke kringen noemt men
zoo iets een inferiority complex. Maar ik verzeker
u dat het geen pretje is om allerlei lui, waaronder
er zijn die ik vrijmoedig snertkerels noem, zoo
maar te zien rondzwieren met de mooiste en liefste
vrouwen aan de hand en ze krullen te zien slinge
ren, terwijl ik mij in een vrijwel lineaalrechte lijn.
voortbeweeg, zonder eenige zwierige franje of ver
leidelijke pronk-tierelantijnen. Dat is om helsch te
worden. Het schouwspel dat ik naast die halfgoden
oplever, zooals ik me daar wat geëchauffeerd en.
stellig zichtbaar behoedzaam langs de baan ver
plaats, wordt pas gewroken wanneer we weer met
zijn allen uit de illusie en op den beganeii grond
terug zijn.
Ik voel dat baantjesrijden als een soort duel met
ongelijke wapenen van het mannetjesdier met zijn
natuurlijken (zie het d ierenrij k) drang tot pronken
tegenover het andere geslacht. En ik heb mij dade
lijk ingeschreven voor de kunstijsbaan teneinde
gedurende vriezen en dooien ruimschoots gelegen
heid te krijgen tot het ontwikkelen van een vaardig
heid die vereiscllt wordt om, lieve lezeres, straks met
een adembeklemmende krul om u heen te flitsen.
in minder dan een fractie van een seconde pal te
staan, en u vriendelijk de hand te bieden teneinde
met u de lichte verten tegemoet te zwieren.
tesamen gedragen op de wieken der illusie van.
een vederlichten levensgang....
50 c.M. BREED PER MTR.
Fi.i.20
DE55IN5
ZONEN