Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 4 Maart 1933
No. 2909
De Heksenketel
De verkiezingen een farce?
De ketting der gebeurtenissen loopt in
Duitschland 'sneller af dan degenen vermoedden, die daar
op de klok keken, op het uur, waarop de tegen
woordige rijkskanselier werd benoemd.
Het was Von Papen, met achter zich de kliek
der Pruisische grootgrondbezitters, die Hitler in
het zadel hielp. Het doel was om in Duitschland
de orde, die niet ernstiger bedreigd werd dan
anders, te bewaren met instandhouding der
feudale rechten. Dat laatste was in het bijzonder
daarom zoo moeilijk geworden, en nu alleen nog
maar met behulp van den fascistischen sterken
arm mogelijk, omdat niet alleen de loop van zaken
de economische onhoudbaarheid der agrarische
idealen drastisch had aangetoond, maar ook
omdat het bleek, dat enkelen, en juist de grootsten,
op onbillijke wijze geprofiteerd hadden van den
steun, waarvoor het geheele Duitsche volk had
geofferd.
Tot zoover de oorzaken der huidige situatie.
Of Von Papen de fascistische geesten, die hij
opriep, ook bezweren kan?
In vele opzichten doet de mentaliteit der reactie
niet zoozeer denken aan de geesteshouding van
vóór '48, als aan een regressie tot den 30-jarigen
oorlog evenwel met omgekeerde motieven
en idealen. Men zou het zoo kunnen uitdrukken:
wér verzet zich het protestantsche tegen het
katholieke Duitschland, maar met dien ver
stande, dat het nu het Protestantisme is (niet
als religie natuurlijk) dat zich tegen het voort
schrijden van den tijd verzet. Het Noorden tegen
het Zuiden.
Deze grens gaat volstrekt niet precies op. Er
zijn genoeg niet-reactionaire protestanten in
noord-Duitschland. Er zijn veel protestanten
in zuid-Duitschland, om niet eens te spreken
van de joden, die met de politiek van het Centrum
meegaan. De tendens van de Centrum-politiek
is echter nationaal en het is zeer goed mogelijk,
dat het Centrum de eenige oplossing ziet in oen
samengaan met de rechtschen. Dat zal ook van
den uitslag der verkiezingen, die Zondag gehouden
worden, afhangen. Deze ontwikkeling werd
echter lang tegengehouden door de politiek
zelf van de nazis, door hun Kulturkampf. Indien
de agrariërs en industrieelen de Hitlerianen
hierin tot rede kunnen brengen na de ver
kiezingen zal dat slechts mogelijk zijn ten koste
van belangrijke agitatorische activa der
nationaalsocialisten. Zij zullen dan hun ultra-irrationeele
verheerlijking van het Deutschtum en hun anti
semitisme moeten opgeven, en zelfs, terwille
van een samengaan met de roomschen, in een
zeker internationalisme moeten berusten. Maar
dat behoort nog tot de dingen, die wellicht ?
komen zullen.
Intusschen is de heksenketel aan het koken
en het verzet tegen de nationale dictatuur stijgt.
Een overstelpende reeks maatregelen,
spreekverboden, inbeslagnemingen van kranten en
arrestaties heeft de voorbereiding van de ver
kiezingen tot iets belachelijks gemaakt. Opvallend
is daarbij de houding van het
gouvernementHitler tegenover de sociaaldemocratische partij.
De brandstichting in het rijksdaggebouw is hem
wonderwel te stade gekomen. Men zou op het
eerste gezicht zeggen: wanneer ontdekt wordt
dat intrigen van een revolutionaire partij hier
aan ten grondslag liggen, is het juist maatregelen
van tegenweer te nemen. Maar waarom tegen
de sociaal-democratie?
Dat Hitler dat zou wenschen, is duidelijk. Maar
alle gronden ontbreken. Zelfs een plausibele
reden voor welken
sociaal-democraat-op-eigenhoutje ook. (Want ze handelen soms op eigen
houtje; maar ter zake.. ..) Ongetwijfeld doet
dat verdacht aan. Wanneer men de oude rechts
vraag, cui prodest, welke partij heeft er belang
bij, toepast dan kan men slechts antwoorden:
of de communisten, of de Hitlerianen. En dan
geeft het optreden der nationaal-socialisten, die
deze gelegenheid aangrijpen om tegen beide roode
fracties op te treden, ernstig te denken. In het
oude Eusland waren provocaties geen zeldzaam
heid en waar in Duitschland toch al dergelijke
methoden worden toegepast, mag men deze
mogelijkheid niet uitsluiten.
Maar hoe dan ook, en wie dan ook de aan
stichters van het kwaad mogen zijn met de
terreur komt ook de reactie, het verzet. Zal dat
verzet ernstig genoeg zijn om tot uiting te komen ?
C f zal dat eerst geruimen tijd na de verkiezingen
blijken? Zal het geheel uitblijven? Ziedaar allemaal
vragen, die voor geen andere beantwoording
vatbaar zijn, dan het beloop der dingen zelve
geven zal.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat ernstig verzet
uitblijft. Juist de Centrumpartij, wij zinspeelden
daar reeds op, heeft geen groot belang bij verzet
tegen een groeiend fascisme. Het Katholicisme
verzet zich niet. Het begint" niet. En wanneer
van links ernstig verzet uitblijft en de
vakvereenigingen-als-een-geheel zich niet tegen deze
dictatuur verzetten, is het, zooals gezegd, niet
uitgesloten dat het Centrum omdraait en
voor wat, hoort wat de roomschen na het
plukken van eenige politieke vruchten hun plaats
in een nationaal" bewind innemen. In Duitsch
land hoort men nu nog vaak het verwijt aan
Brüning's adres, dat hij indertijd niet is begonnen
het nationaal-socialisme in zijn kabinet een plaats
in te ruimen. Dan zou alles niet zoo'n vaart
geloopen hebben. Dit verwijt lijkt mij onrecht
vaardig. Het was niet mogelijk. Juist de
Hitleriaansche Kulturkampf" verhinderde een dergelijk
heterogeen samengaan. En in de toekomst zal
het alleen mogelijk zijn, als van nationalistische
zijde begonnen wordt met een toontje lager te
zingen. Dat zou kunnen gebeuren; en dan zal het
gevolg zijn: een bevestigd fascisme met een naar
Italiaansch voorbeeld uitgewerkt en diep in de
vakbonden ingrijpend corporatief staatswezen.
Wie kan zeggen of het Centrum niet juist daarin
de eenige nog bereikbare oplossing en het heil
van den staat zal zien?
Het verdient wel eenige toelichting, waarom
aan de sleutelpositie van het Centrum zooveel
gewicht wordt toegekend. Om drie redenen.
Met links is geen samengaan voor Hitler mogelijk
dan blijft theoretisch alleen nog het Centrum
over. In de vakbeweging vertegenwoordigen de
christelijke vakbonden een groote macht
en het kan zijn nut hebben die macht te
mobiliseeren. En tenslotte het Centrum beteekent
het Zuiden, de Bondsstaten.
Maar juist in het Zuiden is de kans op verzet
op dit oogenblik het grootst.
Tweeërlei verzet is mogelijk. Een verzet van
de arbeiders en een afscheiding van het Zuiden.
Maar men moet deze beide mogelijkheden niet
zien als een entweder, oder." De solidariteit
tusschen de vakvereenigingen is grooter dan die
tusschen de officiëele partijen. Wanneer morgen
in Berlijn, in het Industriegebied, aan den Rijn en
in heel het Rijk de vakvereenigingen, tot het
uiterste gebracht, hun politieke verdeeldheid zullen
overwinnen, tóch in verzet komen, en stakingen
en onlusten verwekken, dan is het waarschijnlijk
ijdele theorie om 071 een tegenstelling tusschen
christelijke en roode arbeiders te rekenen. En dan
weet het Centrum wel, waar het staat. In dat
geval zijn alle theorieën lucht.
Op dit oogenblik heeft de nationalistische
Hetze zich echter zóó grondig van de breede
massa meester gemaakt, dat zelfs de
niet-Hitleriaansche arbeiders met den eersten den besten
tamboer-majoor meeloopen. Maar stijgende prijzen,
blijvende armoede en tartende terreur kunnen
hierin een ommekeer brengen. En herstelde
solidariteit.
Dat dat alles zoo snel in zijn werk gaat, is niet
zeer waarschijnlijk. Maar niemand kan vooruit
zien. Alleen het initialief zal nooit van do zijde
van het Centrum komen.
De andere nog mogelijke wijze van verzet is
die van de Souvereiniteit der Bondsstaten.
Er is een latente strijd tusschen de Beiersche
regeering en de Rijksregeering. De Rijksregeering:
kon niet onmiddellijk krachtens de laatstelijk
uitgevaardigde noodverordering in de bonds
staten bevelend optreden. Wél in Pruisen, door
middel van de commissoriale regeering. Maar
elders niet. Wilde zij b.v. een krant in Beieren
verboden hebben, dan moest de Rijksregeering
dat aan de Beiersche vragen. En die had het recht
aan zulk een verzoek geen gevolg te geven en bij
het rijksgerecht in beroep te gaan. Aan dezen
toestand tracht nu de laatste
noodverordeningeen einde te maken door te decreteeren, dat
de landen gedwongen kunnen worden de ver
ordeningen van het rijk ten uitvoer te leggen. De
Beiersche minister-president Held is toen ijlings.
bij Hitler verschenen om op de onwettigheid
hiervan te wijzen. Een compromis is daarop ge
volgd. De Beiersche regeering was zoo beleefd
de bevelen uit te voeren en verbood eenige bladen.
Maar slechts de communistische. Haar werd nu
niet meer verzocht de sociaaldemocratische pers.
te verbieden.... Maar dat is een voorloopig uit
den weg gaan der moeilijkheden. Hitler wil de
geheele macht hebben en Held wil zijn
landsrechten niet uit handen geven, maar slechts naar
vrij inzicht aan verzoeken uit Berlijn voldoen.
De landsregeeringen van Beieren, Würtemberg eu
Baden zijn in voortdurend overleg. En wat nog
meer beteekent: de monarchistische gedachte
groeit er hoorbaar en ziend eroogen. In München
spreekt men oveiKönir/ Rudolf. En op het
redactiebureau van een zeer links staand blad verzekerde'
men mij daar dezer dagen dat, wanneer morgen het
koninkrijk der Wittelsbachers uitgeroepen zou
worden, de geheele sociaal-democratie zou mee
doen. En dat is geen praatje. De prinsen van
Hohenzollern encanailleeren zich om geen
anderereden met het II itlcriaansch gepeupel, dan om
k weer mee te kunnen doen, als de koninklijke
standaard elders geheschen wordt. Een ijdele
speculatie, want deze heeren lust het Zuiden
in het geheel niet meer en een
onherroepelijkeafscheiding zou er het gevolg van zijn.
Tot nog toe zijn de pogingen om het koninkrijk
uit te roepen afgestuit op niemand anders dan
Rudolf Wittelsbach zelf. Op raad van de kerk
naar men aanneemt. Maar mocht de dictatuur
der Borussen ondraaglijk worden, hetzij zóó.
dat de noodmaatregelen de constitutioneele rechten
der Bondsstaten op al te beleedigende wijze
aantasten, waarna de landelijke regeering zélf
in verzet komt hetzij zóó dat de arbeidersmassa's
in beweging komen, dan is het in het Zuiden
van Duitschland aan geen twijfel onderhevig
of men neemt er weer tot een monarchistischen
regeeringsvorm zijn toevlucht.
Zoo zijn beide vormen van reactie tegelijk
mogelijk, een arbeidersverzet en, om deze beweging
op te vangen en een basis van legitimiteit te geven f
een monarchistisch verzet.
Gebeurt dat, dan valt alles in eens om. Precies
als in 1918.
ONS GRATIS
JEUGDNUMMER
werd op veler verzoek in een
kleine oplage herdrukt, zoodot
wij weder aan de aanvragen
kunnen voldoen. Voor nieuwe
abonné's is dit Jeugdnummer
kosteloos verkrijgbaar. Vul
daartoe den bon in op pagina 3
van het omslag. Voor
nietabonné's is de prijs n gulden
per exemplaar