Historisch Archief 1877-1940
P'!
:i« ^.
f
'?-1
CONSTANT \
W^&:'^'
'"!$*:? "Si,
.v;?».>'??< '.
Tentoons
collectie-Sch
Stedelijk Mu
In een vijftal beneden-zalen van
het Stedelijk Museum is gedurende
de zomermaanden tijdelijk de ver
zameling muziekinstrumenten van Dr. D. F. Scheurleer, uit het Museum Scheurlee
in den Haag, geëxposeerd.
*"' Het is een wereld op zichzelf, wat men hier bijeen vindt. De zalen doorgaand, beleeft mei
een geschiedenis van den mensch en het muziekinstrument, die voor den goeden beschouwe
boeiend is als een cultuurgeschiedenis.
Eerst vertoeven wij temidden van de horden der primitieve muziekinstrumenten, de muziekinstrurnentei
der primitieve volken, opgesteld en opgehangen als exotische wapens, veel trommen,
vooral trommen, kleine.en reusachtig groote, van kalebassen of van hout, met
dierenvellen overspannen, lange en korte speeltuigen met snaren van boomvezels, tegen den
wand opgehangen als waren het lansen of pijlenkokers. Het ia Afrika, wat men hier aantreft,
een naakt, primitief Afrika, ook in zijn muziekbeoefening. De koning der instrumenten is de
groote signaaltrom, de telegraaf van het Afrikaansche oerwoud, die over groote afstanden
berichten" doorgeeft, doch ook de muziek vertegenwoordigt bij plechtige gelegenheden:
de tamtam. Als een eerste muzikaal lichtpunt" merkt men in deze barbaarsche instrumenten
wildernis de zanza op, het z.g. neger-piano'tje, het klankinstrument, dat vaste
toonhoogteverschillen heeft, bestaande uit verschillende ijzeren staafjes, met de vingers neer te slaan.
Ook het binnenste van Aziëbergt nog de meest primitieve muziek, doch van iets voornamer gehalte wat betreft de versiering
'der instrumenten. Opvallend^ zijn de reusachtige Thibetaansche priesterhoorns, hier aanwezig en tegen de zoldering
opgehangen. . -?#'-?-'
In Indiëzijn slag- en snaren-instrumenten nog wel primitief; maar meer muzikaal genuanceerd. De Javaansche
gamelan is, door inlandars bespeeld, een klankorkest niét een eigen betoovering, dat men in het landschap zelf
moet ondergaan: het is geen podium-muziek. Voor-Indië, Arabië, Perzië: het is het strijkinstrument, dat hier tot
grootere ontwikkeling komt, kemangeh, rebab, vina, enz. Maar nog altijd blijft de trom overheerschen. De fluit
vindt in China een land van ontwikkeling. Maar ook hier domineeren de metalen slaginstrumenten, de gongs, met
hun zware stem. i
Eerst in Europa begint de werkelijke ontwikkelingsgeschiedenis van het muziekinstrument. Terwijl
in Afrika en Aziëfeitelijk geen ontwikkeling voorkomt en de muziek door de eeuwen heen op een
zelfde peil van beoefening blijft staan, valt het in Europa op, reeds
in de Middeleeuwen, dat men de ontwikkeling der muziek wil door de
ontwikkeling van het instrument. In het Europa van vroeger zijn het
niet de slaginstrumenten, die naar den voorrang streven, maar de
blaasinstrumenten, die in grooten
getale en in groote variatie
beginnen voor te komen.
Daar het nog niet mogelij k
was door ventielen de
toon
f