Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 1 Juli 1933
No. 2928
Uut Ui e t kladschrift van Jantje
Dramatische kroniek
Henrik Scholte
Wilde's Salome in liet
Kostverlorenpark te Zandvoort
Er zijn menschen, die Zandvoort plegen te
beschouwen als een achterbuurt aan zee. Zij hebben
groot ongelijk. Er zijn in Zandvoort attracties,
die men elders ter wereld te vergeefs zal zoeken.
Er is bijvoorbeeld een soort badkuip op het strand,
eigenlijk een teil voor de familiewasch. Het is
ongeveer hetzelfde als wanneer men midden in
de Alpen een kunstmatige heuvel zou aanleggen.
Het is zeer juist gezien, want er zijn menschen
die naar de zee gaan zonder er van te houden
en zij moeten toch ook op tijd gewasschen worden.
Dan zijn er verder tal van attracties, die niet
in den Baedeker staan en men kan een heelen
dag zich amuseeren zonder in Zandvoort ook maar
een streepje van de zee te zien. Men heeft er ook
duinen en een openluchttheater en het origineele
is, dat men net doet of die duinen er niet zijn en
op de plaats, waar de natuur om waarlijk
openluchttooneel schijnt te roepen, in een duinpannëtje
zoo beschut, dat men denkt dat het toch zomer
is en met een achtergrond zoo liefelijk, dat de
elfen uit den Midzomernachtsdroom achter de
duindoorns verscholen schijnen, daar bouwt men
een completen schouwburg zonder dak, hetgeen
eigenlijk toch wel iets anders is dan een openlucht
theater. Daar vertoont men, opdat de menschen
zich niet al te veel zullen amuseeren en vooral
aan den ernst van het leven en de gevaren van een
slecht geleide jeugd zullen blijven denken, een
loodzware tragedie, waarin alles tien maal op maat
en rijm gezegd moet worden zonder daarom n
keer geloofwaardig te zijn. Dat speelt men op zoo'n
melodramatische manier, dat het als parodie
onovertroffen is, maar als men lacht, roepen alle
menschen kss !, hetgeen de fazanten opschrikt
en niet goed is voor den familie-zin van de konijnen.
Men moet ook niet lachen in de open lucht en
aan zee, het is beter dat te doen op l Januari
bij den Gijsbrecht".
Boekdeelen zijn er vol geschreven over de geringe,
maar niettemin duidelijk omschreven mogelijk
heden van het openluchttheater, en er is geen
plekje in ons land, dat niet tenminste eenmaal
dienst gedaan heeft als speelterrein voor onze
arme, des zomers hulpeloos, als een slak zonder
KUNSTZAAL
VAN LIER
DOORLOOPEND
TENTOONGESTELD
ROKIN 126 =
AMSTERDAM
BEZICHTIGING VRIJ
KUNSTWERKEN VAN
J O N Q E HOL.LANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS
huis rondlooperide acteurs. Des te verwonderlijker
is het daarom, dat sinds een korten glorietijd
van Verkade op F/ankendaal niemand meer op
de gedachte gekomen is om in de vrije natuur
tooneel te spelen met aanpassing van het spel,
het decor en alle omstandigheden aan de plaats,
waar zij speelden. De heer Anton Verheyen heeft
twintig jaar in alle lustoorden van ons land
gestaan en hij komt thans, op een oogenblik,
dat men toch werkelijk voor Zandvoort wel iets
had kunnen doen, met een spel, dat er net uitzag
als een huis, waarvan door een cycloon de wanden
weggeslagen waren. Tegen den achtergrond, tegen
den onvergelijkelijken achtergrond van het
Ho!landsche duinlandschap, waar nog de laatste
nachtegalen tusschen de vele pauzen van den don
derenden tekst doorzongen, bouwde hij een
decor, zoo vlak, zoo houterig opgesteld als een
schiettent of als een vroolijke keuken. Het was
Judea en dat moest men gelooven. Er stonden
palmen tusschen het duirigras en zij leken vergeten
stoffers uit de rommelkamer, dat moest men niet
gelooven. Opdat het vooral maar tooneel zou zijn
was er een voetlicht, als zat men stalles en omdat
in het stuk over de maan gesproken werd, zeer
veel over de maan, welke aldoor Freudiaansch
ge nterpreteerd werd, en aangezien er dien dag
geen maan was, moest' er een gemaakt worden:
een lampje op zij, dat rood werd, wanneer Herodes
zei Hoe zeer rood is de maan vandaag" en niet
op tijd wit, als Salome het tegendeel beweerde.
Achter een soort van eerepoort stond een
gramofoontje, waar men een verkeerde plaat opzette
toen het ballet moest dansen (want er was
expressievelijk ballet in opdat het vooral maar opera
zou zijn). Voor het begin wandelde een meneer
door Judea, nam zijn hoed af en zeide dat het thans
in Zandvoort om de hooge kunst ging, waardoor
het laatste beetje van de in de openlucht toch al
zoo moeilijk te concentreeren illusie verloren was;
er waren gedienstige Zandvoorters, die na afloop
leelijke bloemen aandroegen als had de natuur
er daar niet genoeg en betere, en men miste slechts
het gordijn, dat zakte en de engelenbak boven
ons hoofd.
* *
*
Het spijt mij, dat ik over deze goedbedoelde
onderneming zoo slecht en zoo hatelijk moet
schrijven, maar het is belangrijk genoeg. Het is
daarom belangrijk omdat er iets verspeeld werd,
omdat tenslotte een. mislukking als deze ons het
zomerleven aan onze eigen kust tegenmaakt en
omdat het de laatste en waarachtige kansen
ruïneert, die onze spelers hebben om buiten het
seizoen emplooi te vinden. Waarom kan men
aan de Zuidkust van. Engeland en langs de heele
Oostzee, in de bosschen van het Teutoburgerwoud
en op de Liuieburgerheide, waar het des zomers
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
toch waarlijk ook geen onbekommerde
Hollywood-hemel is, wel openlucht-tooneel zien, dat
tenminste anders is dan het slechtste tooneel
binnenskamers, zuiver verstaan naar den aard
van het spel in de openlucht en naar de te ver
onderstellen aandacht van den in god's vrije
natuur behagelijk rondwandelenden toeschouwer?
Ik vraag mij trouwens af hoe men op de gedachte
kwam om nu juist Salome" te spelen, een stuk,
waar 20 jaar geleden een zeker soort aestheten
en Libertyjuff rouwen voor op de knieën _ heef t
gelegen en waar Bouteris zijn klankrijkst proza
nutteloos aan verspilde, een stuk dat toch niets
anders is dan een zwoele fantasie van heel burger
lijke genoegens, dichterlijk verdraaid en pathetisch
opgeschroefd. Een beroepsdanseuse in een dans
salon die een netten ouderen heer, die er met zijn
vrouw zit, om de kastoren hoed van een midder
nachtzendeling op den achtei grond vraagt, wdk
voorwerp dan a la jardinière opgemaakt op een
dienbord van den eersten of den tweeden kellner
wordt opgedragen onder toepasselijke opmerkingen
van den eersten zatladder en den tweeden
zatladder.... dat tenminste zou de letterlijke trans
positie zijn van wat thans in de hooge dreven
van een overleefde poëzie ongenietbaar geworden
is en ongenietbaar bleef in het akelig chargeeren
van den wild gebarenden Jules Verstraete en in
het ijle, leege en als een schim vertolkte spel
van Lily Green. Ja, als men bij wijze van her
leving van Paul Morand's 1900 de ..Salome"
nog eens streng traditioneel en met groote,
doorleefde emphase gaf, een soort galmend gezang
en dan waarlijk met de muziek van Strauss,
misschien dat men dan nog zou kunnen voelen
wat Wilde in zijn tijd wilde scheppen, zonder
gelijk thans door den schoonen schijn tot
op den mageren draad te zien. Maar ook dan
op een historisch tooneelfeest in een wel besloten
en goed-verwarmden schouwburg, maar in
godsnaam niet in de openlucht, waar de vrije
wolken van zee uit overheen varen en een frissche
y.waluw zegevierend over de duintoppen scheert