Historisch Archief 1877-1940
18
De Groene Amsterdammer van 15 Juli 1933
No. 2928
Onze discotheek
I
?
K
n
Dnke Elllngton Brunswick,
Columbia en Odeonplaten
Duke Bllington, de meester van de
jazz, concerteert binnen enkele dagen
voor het eerst in ons land. Een aantal
onlangs uitgekomen platen, die een
uitstekenden indruk van Duke
Ellington's virtuositeit geven, bespreken wij
ter inleiding van zijn bezoek hieronder.
, ,Sters", een werkje van Parker,wordt
door Duke Ellington op Brunswick
gebracht op een wijze die onverbeter
lijk is. Een korte tweemaal herhaalde
introductie-frase voor piano, marimba
en gestopt koper verplaatst ons
oogenblikkelijk in een sfeer van zoo sereene
rust, is zoo af", de spanning wordt
het heele werkje door zoodanig vol
gehouden, dat ik zonder eenig voor
behoud dit een der beste
Ellingtonproducten van den laatsten tijd durf te
noemen. Barney Bigard's inleidende,
prachtig geblazene sub-tone
clarinetchorus, met den mystieken achtergrond
van gestopt koper, wordt gevolgd door
een dito trekje voor muted trompet
(Charles Williams?) met een prachtig
weefsel van klanken, in kwarten, van
het sax-team. Wat een instrumentatie.
Na een herhaling van het
aanvangsmotief, wederom voor sub-tone
clarinet, met dezelfde achtergrond van
gestopt koper, volgt dan, na een kort
coda voor sub-tone clarinet, de zang
stem, die begeleidt wordt door het
sax-team (let op de afdalend chroma
tische gangen), met een klank, als
ragfijn weefsel zoo teer; een teerheid
die nog te meer opvalt door de grillig
er op geborduurde gestopte
trompetfiguren. De eenige opmerking die ik
mij, wat betreft de overigens goede
zang, durf veroorloven is, dat we
eigenlijk geen onderstreping met woor
den noodig hadden voor een stemming
die ons al lang beheerschte. Tenslotte
de reeds door clarinet en zanger ver
werkte melodie voor gestopte trompet,
met wederom de vol sfeer zijnde ach
tergrond van het sax-team, dat ons
trouwens een prachtig afscheid bereidt.
Wat een critiek, en de opname is het
?ten volle waard.
Dezelfde plaat biedt trouwens nog
meer schoons, Swing low", een fox
trot van Jenkins en Ellington, vlugger
van rhythme, onderstreept de roem
van Ellington's sax-team, en verschaft
ons prachtige soli van Nanton, trom
bone, Barney Bigard, tenor-sax en
Hodges, alt-sax. Alle hebben mijn be
wondering, maar toch vermeld ik het
alt-sax solo'tje apart om de prachtige
toon en de feillooze techniek (Bruns
wick A. 9331).
Er is trouwens voor
Ellington-liefhebbers deze keer te kust en te keur,
want Odeon verblijdde ons korten tijd
geleden met de uitgave van opnamen,
waarvan de matrijs al van ouderen
datum is, maar die van een dergelijk
belang zijn dat een aparte bespreking
beslist niet achterwege mag blijven.
Nr. 41 van de Second new rhythm
style series" met Rocky mountain
blues" van Simmons, gespeeld door
den Duke." onder den naam the
Harlem Footwarmers", is wel de belang
rijkste er van. Het is een compositie
met een gelijk eerste en laatste deel,
een z.g. kringcompositie dus, verwant
aan Mooche" en Mood Indigo". De
aanvang is zeer schoon en" westersch"
geschreven voor trombone, trompet
en clarinet (de beide eerste gestopt),
met rhythme. Na een goede piano
introductie volgt dan een bewonde
renswaardige clarinet-solo van Barney
Bigard, met begeleiding van rhythme
(bas en drum), zeer kort gespeeld, die
het schoonste gedeelte van deze plaat
voorafgaat. Er volgt dan namelijk
een trompet-solo van Bubber Miley,
zóó teer van stemming, zóó meesterlijk
van zeggingskracht, zóó weinig stoffe
lijk, dat het nauwelijks te gelooven is
dat dit nog ooit door anderen te bena
deren zal zijn; vooral omdat de bege
leiding van piano en drum de solo
prachtig omkranst. Een bizondere,
door Nanton in hot-style geblazen,
trombone-solo zorgt dan voor de voort
zetting. Wat een attaque heeft deze
trombone-virtuoos, en wat een pracht
van een individueele" toon. Na een
korte piano-modulatie vanjden Duke"
besluit het werkje dan met het, weer
tweemaal herhaalde, aanvangsmotief
voor clarinet, trombone en trompet
(Odeon O.B. 1449).
En nu de voorioopig laatste
Odeonverrassing. Op P. O. 15 staan name
lijk twee
Ellington-compositiesJJgegrift, ook van .ouderen datum, waar
van mij vooral Blues of the
vagabond" getroffen heeft, o.a. door de
zeer suggestieve aanwending van het
reeds uit Echoes of the Jungle" be
kende glissando-effect der banjo. Bi
zondere vermelding verdienen voorts
een zeer mooi door Bigard geblazen
clarinet-chorus, dat later ondersteund
wordt door saxen, en een in de echte
blues style" gehouden trompet-solo.
De tweede Ellington-compositie
Syncopated Shuffles" begint met een
door Hodges verzorgd alt-sax-chorus,
hetgeen reeds voldoende zegt; echter
bevalt mij de achtergrond, die nog al
vaag en slordig aandoet, minder. Een
zeer hot door Barney Bigard geblazen
clarinet-chorus, met alleen rythhme,
maakt echter alles weer goed. Wat een
meesterlijke loopjes toch. Verdere
vermejding verdienen een korte piano
solo met alleen rhythme, een nog al
rauw" trompet-chorus en een mees
terlijk coda voor altsax waarmee de
plaat besluit.
Eindelijk valt er ook weer een op
name van Pletcher Henderson and
his orchestra" te vermelden. En wat
voor een \ Honeysuckle rose" een
fox van Waller en Razaf, geheel in
strumentaal uitgevoerd, bevat een
keur van soli die stuk voor stuk
bizonder zijn. Reeds, de inleiding voor
Een mooi effect wordt aan het slot nog
verkregen middels twee gestopte trom
petten en tenorsax, welke laatste de
staccato-achtige figuurtjes der ge
stopte trompetten met het beroemde
Tea for two" motiefje bescheiden
ondersteunt.
.In het volgend nummer zullen wij
de andere nieuwe platen der instru
mentale jazz-productie behandelen.
R.
Teekening Jantje
'.*.