Historisch Archief 1877-1940
l
ONTGOOCHELING
Ontvettingspillen en zware
lichamelijke oefeningen, zeide dokter
Warhooft, mogen slechts worden toege
past na een ernstig deskundig onder
zoek naar de lichamelijke en geeste
lijke gesteldheid van het individu.
Talloos zijn de gevallen in mijn
practijk waarbij joviale, aangename
menschen diepe teleurstellingen heb
ben ondervonden, ja zelfs vervielen
? tot grimmigheid en misdaad, ten
gevolge van onbesuisd gebruik van
patentgeneesmiddelen of door de zelf
kwelling van te zware lichamelijke
inspanning.
Ben enkel voorbeeld in den vorm
van eene weemoedige herinnering,
die ik bezit aan n, wiens levenspad
glad en vol vreugde was, tot het
oogenblik aanbrak, waarop hij het
noodlottig besluit vatte om een ander
te worden dan degene, die hij tot
vreugde van zijn omgeving was.
Dit oogenblik viel op een avond
in October, en niemand, die hem
dien avond heeft mee gemaakt, vroo
lijk en vol eetlust en dorst als hij Was,
heeft kunnen beseffen wat er toen
in hem omging, behoudens dan drie
porties kreeft, vier hoeken pudding en
al hetgeen daaraan vooraf was gegaan.
Zij, die dien avond hebben over
leefd, weten nog thans aan het
haardvuur, in lange winteravonden
En aan zijn rechterzijde..
Melchior Steelink
Tcekeningen J. F. Doeve
tot hunne kindskinderen te gewagen
van de stemming, die nimmer meer
sindsdien een zoo innig evenwicht
ademde tusschen streelende verzadi
ging en sprankelend genot van den
geest. Zij worden nog bleek, en hunne
stemmen trillen wanneer zij, in een
diepe zucht, realiseeren dat toen, voor
niemand zichtbaar, de geest van ver
derf en vernietiging mede-aanzat, die
ach hoe spoedig het levensgeluk
zou vernietigen van hem, die de
vroolijkste was, de hongerigste, de
dorstigste en de luidruchtigste
Hendrik Barvoet..
En de luisterende kleinkinderen zet
ten groote, bange oogen op, en grij
pen grootvaders sidderende,
blauwdooraderende hand, als hij, na dien
zucht, en starend in de haardvlammen,
fluistert:
Hendrik Barvoet vrede zij
zijne assche. ...
En dan is er niets dan het theewater
dat het eeuwige refrein zingt van
de eeuwigheid en de
hooge gas-tarieven. ..
Hendrik Barvoet
had den huiselijken
vrede [gevonden aan
tafels, beschenen door
vriendelijk, vroolijk
licht: ronde tafels met
de sporen van
duizendenronde
glaasjes, vier
kante tafels,
sneeuwwit ge
dekt, waar hij
aanzat, of be
kleed met vlek
kerig groen,
waar hij in
hemdsmouwen,
en met een stok
in de hand om
heen kon
loopen. .. tafels.. .
tafels, zonder <$
die ne waar
aan de Man, die
als hoofd van een gezin zijne Beste
mming eindelijk heeft gevonden, zich
met ijver en liefde zet: de tafel van
vermenigvuldiging. . . .
Maar dien avond dan was de tafel
geheel anders: ze was gesierd met
rood en groen en wit, en de drink
glazen lieten geen ronde sporen achter
op het smetteloos damast, behalve
dan, omstreeks Hendriks bord, een
komeetvormige afteekening van bour
gogne, welke hij aanstonds met zout
had doen verbleeken tot een schuchter
rose. . . .rose als de blos, die op zijn
wangen gloeide.
En niet alleen door de voldoening
van zijn lichaam met een overdadig
maal. Het Bruiloftsdiner ter eere van
nicht Antoine, die het huwelijk niet
open oogen ingegaan was met Petrus
Yerdoner. Want flonkerden daar
niet, aan zijn rechter zijde, helderder
en blijder nog da,n de kaarslichten,
twee oogen, wier glans slechts ge
temperd werd door een pluim van
cigarettenrook, op ongeregelde tijden
opstijgend van tusschen twee roode
lippen ?
En behoorde dit alles niet toe aan
Ernestine de Haas, die hij gekend
had toen zij nog, naar den aard der
schuldelooze kinderen, hem eens in
het stadspark had toegeroepen: Vet
te carbonade.... !" ... .Ernestine,
die hij, want zoo grillig is het lot,
in veertien jaren niet had terugge
zien. .. .
Zij was nu twee-en-twintig, en ook
hijzelf was in de kracht van het leven:
nauwelijks vier en vijftig. Maar even
min als het hare, werd zijn aangezicht
door een plooit je ontsierd. Alleen een
c?Si
Vette carbonade l! !"
kniesoor zou de opmerking kunnen
maken, dat zij de plooien, sporen
van een leven dat haar den geheelen
dag, en dikwijls nog tegen het
morgengrauwen in aanraking bracht met de
gezegende, frissche buitenlucht, door
uitwendige middelen verdwijnen liet,
terwijl bij hem, integendeel, eene
krachtige verzorging van het in
wendige de huid strak en gespannen
liet staan. ft«#
Het zal zoo omstreeks de derde
hoek pudding geweest zijn, en op
het oogenblik, dat hunne handen
elkander vluchtig aanraakten bij het
blusschen van een in teere kleuren
met bloemen beschilderd perkamenten
kaarsenkapje dat in vollen vlam stond.
dat hij het hoofd, dat verre van ont
sierd werd door bisschopsmijter van
crêpe-papier, tot haar overboog en
sprak: Jaren zijn voorbijgegaan sinds
den dag, waarop het u vermaakte
mij in de stadstuin carbonade te
noemen. . . . Ach, wat weet een kind
van het leven. . . . ? het speelt en
zingt en zegt en doet datgene wat
het meest voor de hand ligt. . . . ",-S|
Hier knikte zij peinzend en wischte
inmiddels met onnavolgbare gratie een
kwak rumsaus van haar avondkleed,
die gespat was van den lepel in zijn
betoogende hand.