Historisch Archief 1877-1940
l"...
De Jokeivverzamelaar
l
t
jy
'A
We zaten in de bar van de Johan
de Witt", die zijn weg zocht door den
Indischen. Oceaan: Lange veld, de be
stuursambtenaar, Nelissen. van de
Overzeesche Handelsbank, Paul en ik.
En we zouden ons partijtje gaan
beginnen.
Nelissen had om nieuwe kaarten
geroepen, want men speelt alleen
prettig met nieuwe, gladde kaarten.
die door de vingers glijden.
Onder het praten legde hij de joker
terzijde en schudde het spel.
Ik maakte
een praatje"}
Je permit
teert? vroeg Paul
en nam de [joker
op om die zorg
vuldig in zijn por
tefeuille te steken.
Ik had hem al
bij een eerdere ge
legenheid dat ge
baar zien maken.
Verzamel jij
jokers..? vroeg ik
r hem.
Hij keek me
even aan en knikte
toen:
Inderdaad..
ik verzamel die
dingen.
11 Toen nam hij zijn
kaarten op en we
begonnen zwijgend
te spelen.
Gedurende die
reis heb ik Paul
nog verscheidene
malen een Joker
zorgvuldig in zijn
portefeuille zien bergen.
Een tijd lang plaagden we hem~er
mee, maar aangezien hij daar nooit
op inging was de aardigheid daar
spoedig af.
Paul was een wonderlijke vent.
Niemand wist precies wat hij in Indi
ging uitvoeren en als men er hem naar
vroeg haalde hij de schouders op.
Hij wist het nog niet. Hij zou nog
wel eens zien. .
Nooit kreeg men een gedecideerd
antwoord.
Dat jongmensch, zei
de een, reist voor zijn pleizier.
Kwaadaardige tongen be
weerden, dat hij wel wat
op zijn geweten zou hebben.
Ik mocht hem echter
graag. Hij had een cynische,
wat weemoedige wijze van
praten, die me achter zijn
rustig uiterlijk hevige
gemoedsbewegingen deed ver
moeden.
Naarmate we Indiëdichter
naderden werden de
menschen aan boord meer in
beslag genomen door hun
persoonlijke aangelegenhe
den. Officieren en ambtena
ren ontvingen telegrafisch
bericht omtrent hunne be
stemming en de rgesprekken
bewogen zich meer en meer
om promotiekansen.
Temidden van dit alles en
de voorbereidingen tot het
debarqueeren, kwam Paul
wat geisoleerd te staan.
Hij had daarginds niemand
die hem afwachtte, had geen
bepaalde ambitie en geen
reisdoel.
Op den laatsten avond,
Hans Netto
Teekeningen J. F. Doeve
toen er gedanst werd, vond ik hem
alleen bij de reeling staan.
Ik maakte een praatje met hem en
opeens vroeg hij me waar ik heen ging.
U hebt een sympathieken indruk
op me gemaakt, zeide hij. Het is voor
mij een prettig idee, dat u in Indi
bent en misschien hoort u nog wel
van mij.
Ik verzekerde hem, dat ik hem, zoo
mogelijk en naar mijn beste kunnen,
zou helpen en toen lachte hij weer zoo
cynisch en zeide dat ik nooit last van
hem zou hebben....
Niemand behoeft last van mij te
hebben, zeide hij met zekeren nadruk
en meer was er niet uit hem te krijgen.
Den volgenden morgen was het
roezemoezig aan boord en ik had
nauwelijks gelegenheid om Paul nog
de hand te
drukkenTemidden van mijn werkzaam
heden, die zich hadden opgehoopt,
had ik geen gedachte meer voor
dien medepassagier
over gehad. Soms
vroeg ik me plotseling
af waar hij gebleven
kon zijn en met name
eens in de soos, toen
nuttige kaarten zijn, die men uit
het spel kan weggooien, behalve bij
hasard... .
Veel dank voor uw moeite. . . .
Daaronder volgde Pauls'
handteekening.
Nog was ik in stomm e verbazing
toen ik den volgenden dag in de
courant las, dat Paul zich ergens in
een binnenplaats-hotel van het leven
had beroofd.
Volgens belofte stuurde ik het
briefje met de zonderlinge bijlagen
door naar het opgegeven adres.
Per keerende mail ontving ik een
tragischen brief van den verslagen
vader.
Viel er
een dozijn
\jokers uit]
we een nieuw spelkaarten aanbraken.
Het scheen wel, dat Nelissen die
zelfde gedachte gevoeld had, want
zoo terloops vroeg hij:
Zeg, heb jij nog ooit iets gehoord
van dien gekken vent, die altijd de
jokers opspaarde?
Maanden gingen voorbij. Toen
bracht de post me op zekeren dag een
dikken brief. Toen ik dien opende
viel er tot mijn verbazing een dozijn
jokers uit. Verder bevatte de enve
loppe niets dan een kort briefje, dat
als volgt luidde:
Waarde Heer, Ik beloofde U, dat
U nooit last van me zoudt hebben
en ik breek die belofte thans voor
de eerste en laatste maal. Wees zoo
goed en stuur deze kaarten naar
het volgende adres: (volgde het
adres van een notaris in Gelderland)
en bericht hem, dat jokers
onPaul, schreef deze, na dank
betuigingen voor mijn intermediair,
was een vreemde jongen. U weet waar
schijnlijk, dat we hem naar Indi
hebben gestuurd wegens hooge
speelschulden. Hij had beloofd zijn leven
te beteren en werk te zoeken. Blijk
baar is hij daar niet in geslaagd. Wat
kan hij met die jokers bedoeld
hebben ?
Ik heb den brief niet beantwoord.
Er was geen aanleiding toe, want
Paul had me nooit eenige confidentie
gedaan, behoudens dan, misschien, in
die rare geste om de jokers, de gemin
achte grappenmakers in het serieuse
kaartspel, die anderen kortweg uit
het spel gooien, met zooveel piëteit
te verzamelen. Dat moet hem, nadat
de familie hem verstooten had, tot een
obsessie zij n ge worden. . Hij ontfermde
zich over zijn lotgenooten.