Historisch Archief 1877-1940
h
i-* '.
'f- ?
l'Kunst en critiek
Kr ia iets niet in orde met onze kunstcritiek.
Iemand zijn levensonderhoud ontnemen, is wet
telijk verboden. Maar iemands geestelijke en stof
felijke levensmogelijkheden uit den weg ruimen
gebeurt in de dagbladcritiek dagelijks ongestraft.
Niemand schijnt daartegen op te komen. Buiten
staanders weten van die zaken gewoonlijk niets,
zouden ze misschien niet eens gelooven.
Zeker, de critiek heeft haar rechten, Maar dan
moet het werkelijke critiek zijn en geen jour
nalistieke beunhazerij, die haar eigen onwetendheid
«n ondeskundigheid achter mooie praatjes en vlot
geschrijf verbergt. Uit een lange reeks van feiten
noopten mij de volgende gebeurtenissen, die de
verslagen' van den heer Werumeus Biining betref
fen, tot publicatie:
Een voorbeeld van de partijdige critiek (partij
dig wegens de doorzichtige relaties tot een ander
blad als waarin deze critiek verscheen) waaraan
<teze verslaggever zich waagt, is te vinden in een
Artikel, dat enkele weken geleden in de Groene"
verscheen. De strekking van dit artikel was blijk
baar niet om over Kurt Jooss te schrijven, doch
andere dansartisten in het zonnetje te zetten.
"Weinig ter zake wordt 'hier o.a. Yvonne Georgi's
kunst grootscher genoemd dan die van Jooss.
Mijn «leerlinge, Attie van den Berg, werd op
31 Mei jl. door Werumeus Buning in de Telegraaf
geprezen als een der allerbeste jonge Nederlandsche
?danseressen, die gratie, temperament en goede
scholing bezit en bovendien pittiger choreographie
laat zien dan de knappere, maar zoutelooze van
haar leermeesteres. Mijn ensemble wordt het
beste in Nederland genoemd. De groep behoefde
?echter een bekwaam regisseur. (De regisseur, die
taar in drie jaar tijd vermocht te vormen, kon
inpakken en naar huis gaan). 6 October jl. gaf
Attie van den Berg van mijn school uit een dans
avond tot afscheid voor haar vertrek naar Essen,
?waar zjj bij Kurt Jooss een vrijplaats verwierf.
In zijn critiek op deze uitvoering miste Attie van
den Berg, volgens Werumeus Buning, dansdrift,
scholing en goede choreographie. Er bleef van een
der allerbeste jonge Nederlandsche danseressen
geen stuk heel. De inhoud dezer critiek was in
hooge mate onzakelijk. Uit deze, elkaar tegen
sprekende, critieken blijkt duidelijk dat Werumeus
Buning zoo weinig zeker van zijn zaak is, dat hij
geen recht tot spreken behoort te hebben. Gebrek
aan deskundigheid geeft hij trouwens, persoonlijk,
toe.
Tot f dusverre deze voorbeelden van deze zon
derlinge uitoefening van critiek. Maar nu in het
algemeen gesproken: wat beteekent de waarde
bepaling der hedendaagsche dagbladpers voor een
kunstenaar? Is zij een wezenlijke beoordeeling
of een minderwaardige opkamming óf afslachterij,
al naar mate het den criticus in zijn kraam te pas
komt?
Ik oefen sinds vijf en twintig jaar mijn vak uit.
"Vijftien jaar in Holland, tien jaar in het buiten
land. Met hart en ziel werkte ik aan mijn school,
^waaraan ik steeds de beste onderwijskrachten
verbond. Met de verschillende door mijzelf ge
vormde Jensembles toonde ik de dansregie te
beieerschen. Nu komt Yvonne Georgi en Werumeus
Buning haast zich te schrijven: Het zal voor
den Nederlandschen dans een levensbelang zijn
dat de groep (een ensemble, gevormd uit de leer
lingen der verschillende Amsterdamsche
dans«oholen) onder haar leiding nieuw werk vindt....
de grondslag werd gelegd voor de toekomst van
?een Nederlandsen ballet". Voor dit laatste werkte
ik succesrijk met de overgave van mijn leven.
Is Yvonne Georgi's werk beter dan bet mijne?
Het ligt. volstrekt niet in mijn bedoeling Yvonne
'Georgi's werk te misprijzen. Zij is een danseres
van standing en heeft een verzorgde, gedistingeer
de choreographie ten tooneele gebracht. Dooh
ik acht het oordeel dwaas en onrechtvaardig,
dat mijn praestaties voorbijziet in de termen:
Het is het begin van een nieuw hoofdstuk in
de historie van den Nederlandschen dans, dat
dezen avond een Nederland sch ballet danste, dat
men zich van velerlei richting en opvatting onder
-de leiding stelde van een beproefde choreografe,
«n slaagde."
Waar blijft de Wagnervereeniging met haar
belofte, om den Nederlandsche leidsters van
dansscholen ieder een beurt te geven? Waarom krijgt
, Yvonne Georgi twee beurten na elkaar? Want
?ook de verzorging van het Tannhauserballet
-werd haar opgedragen.
Deze toestand wordt oogluikend toegestaan
door de danscommiasie, een college waarin de
danscritici van Handelsblad, Telegraaf en Volk
zoowel als de Heer Cronheim, als gedelegeerde
van de Wagnervereeniging, zitting hebben. Ter
loops zij hier nog opgemerkt, dat de leden der dans
commissie, die verscheidene'malen als opdracht
gevers der danseressen fungeerden, onder die
omstandigheden bezwaarlijk haar critici konden
zijn. De commissie zag daarin echter geen bezwaar.
Wordt het niet tijd, dat de kunstenaars de
ondeskundige critiek uit hun zalen en studio's
weren? Wijlen Alexander Schmuller heeft hiertoe
den moed gehad. Een kunstenaar heeft het hart
van zijn publiek noódig en moet zich dat kunnen
veroveren met wat hij te brengen heoft, zonder
de tusschenkomst van den criticus. Lukt hem dit
niet, dan zal hij door leege zalen genoodzaakt
zijn af te treden. Dat is een harde, maar eerlijke
zaak. Het aftreden door de ondermijning eener
slechte pers" is een wantoestand.
Ik beroep mij op alle artisten, die met mij
meevoelen. Gaarne zal ik ze ontvangen, ten einde
met hen een uitweg uit den heerschenden toestand
te zoeken.
LILY GREEN
Nieuwe Spiegelstraat 5.
Muziek
Constant van Wessem
Het verhaal van den vos
Ik heb op dien avond in den Hollandschen
Schouwburg, tot stand gekomen op het initiatief van
de Vereeniging voor Hedendaagsche Muziek, met
medewerking van het Utrechtsen Kamerorkest,
het meest de goede bedoelingen der uitvoerenden
gewaardeerd.
Van Strawinsky" had het al heel weinig. Noch
technisch noch ideëel. Het had iets braafs, wat
Strawinsky het laatst van alle eigenschappen
heeft. Van zijn muzikaal. rauw en heel weinig
liefelijk balletstukje Benard" bleef niet veel
anders over dan een beminnelijk buitelend en
springend samendansje van dieren uit een
kinderxnatinee. En de muziek overstemde dusdanig
hetgeen door de sprekers" gezegd en gezongen
werd, dat men ook niet het Nederlandsen kon
hooren, waarin Nijhoff den tekst van Strawinsky
had overgezet en dat wel wat anders vertelt dan
wat ze daar op het tooneel vertoonden. Het
bleef vriendelijk en genoegelijk en aardig om te
zien, de vos had soms zelfs momenten, dat hij
waarlijk vos werd, maar Strawinsky" was het
niet.
Het Utrechtsen Kamerorkest onder leiding
van Kees Hartvelt opende met de Ragtime
waarin Strawinsky het jazz-verschijnsel" muzi
kaal (of wil men alleen: rythmisch?) samenvat.
Hartvelt dirigeerde het stram, alsof hij beduiden
wilde Wat ook val, de maat sta pal", wat nog
zoo gek niet was, want zoo dirigeerde Strawiasky
later de ingewikkeldste rythmen van zijn Sacre"
ook (het werd eenvoudig als het ei van Oolumbus !)
Doch het leek nu meer een droog schema van het
stuk dan het stuk zelf.
Tot besluit ging Les Noces", de Russische
boerenbruiloft, thans in concertvorm. Ik heb
deze muziek, ongelukkigerwijs moet ik wel zeggen,
een paar maal te Parijs gehoord en kwam er iedere
Van links naar rechts: f,
Storm, Joh .Sternheim, B. Rooyaardi
Carpentier Alting en Nett Knoo
maal als betooverd vandaan: deze muziek heeft
een magie, die, anders dan de Sacre", die als
electrische schokken werkt, tot in de diepte van
het'gemoed natrilt. Het is voor mij eigenlijk het
volmaaktste werk van Strawinsky. Maar onder
de uitvoering in de Hollandsche Schouwburg
heb ik mij verveeld, ik miste al bij de eerste
inzet, die zoo fel en hard kan zijn als alarmklokken
tot wat voor een fataliteit schept Strawinsky
in zijn muziek gewone menschelijke handelingen
om! dat onzegbaar ontroerende, waarop ik
bij iedere auditie opnieuw met spanning wacht.
Ik wil niet ontkennen, .dat er gewerkt \vas en
dat alle uitvoerenden hun best deden. Maar het
bleef nuchter als de een of andere brave cantate,
waarvan men correct de noten zong zonder zelf
er een deel van te worden. Lag het aan de niet
genoeg dwingende directie van Hartvelt? Bier
had een Monteux als dirigent moeten staan.
Die kent het geheim Strawinsky". Maar zoo een
vindt men niet overal.
Dramatische kroniek
(Slot van pag. 10)
Daarentegen waren er vele rollen, die werkelijk
creaties van onze eigen acteurs werden. Carpentier
Alting, reeds machtig naar voren geschoten met
zijn leeraar uit Eindexamen", zag men nimmer
zoo scherp, zoo echt en tot in elk detail doorvoeld,
als in dezen tot een wanhopig wrak uiteengeslagen
Russische cognac-prins, Cruys Voorbergh had. de
prachtige, sprankelende en immoreele
zakenvirtuositeit van den kleinen loozen conferencier
en chansonnier Krah, die op het misbruikte, maar
argeloos gebleven deerntje Toni (maar wat is dit
nog 'heelemaal een geclicheerde, litteraire figuur
uit het Duitsche expressionisme !) minstens even
biologeerend werkte als Uhle's
mystisch-verheerlijkte sex appeal". Deze rol van Toni was trouwens
een sterk persoonlijk succes voor Georgette
Eagedoorn, een rol, waarop men van haar gewacht
had en waarin zij dan ook alle charme en vragende
jeugd legde, die haar eigen is.
In den Grooten Schouwburg te Rotterdam heeft 15 December
opvoering plaats gevonden van het lustrumspel van. het Rotterdams
Studentencops: De Havenstad, van Victor E. van Vriesland. J.
reedersvergadering uit het eerste tafereel