Historisch Archief 1877-1940
SCHOOL EN LEVEN
J. Riemens-Reurslag
DE werkloosheid der
jeugd wees heen >iani- ecu
groote leemte, die onze op
voeding tot heden vertoont, alsof
het doel van het leven is enkel on
alleen ? arbeid te kunnen verrichten. ')
Deze .arbeid neemt bij de opvoeding
van de intellect ueele jeugd nog een
veel en veel grootere pi wit s in,
??vreemd genoeg niet als doel. tnaiir
als middel. Dat wil zeggen, dat de
opvoeding er minder op gericht w.'
straffe, nauwgezette,- consequente
werkers te vormen, dan wel dat hét
doel is het bereiken van een diploma.
dat alleen door assidu werken ge
haald kan worden.
? In liet algemeen wordt aange
nomen, en wordt'ook van de ver
onderstelling uitgegaan, dat de school
is ingericht.voor kinderen met
middelmatigen aanleg. Br; .T.- Luning Prak,
dio c'est Tart de gro'nper les
ehiffres door het intensief
bestudeeren van statistieken tot allerlei
merkwaardige gegevens is gekomen,
komt tot een geheel andere conclusie.
Hij onderscheidt op elke inrichting
van onderwijs, Van lagere school af
tot universiteit toe, drie groepen van
leerlingen.
De eerste groep omvat hen, die
zonder moeite déschool afloopen,
dat is dp groep van. het gave succes.
De tweede groep behaalt ook
liet'vereischte diploma, maar niet zonder
.én tot zes keer te struikelen. Dit is
de groep van het .lapwerk. De tierde
groep is dégroep van de uitval.
Zelfs bij de lagere school het is
haast onbegrijpelijk. is het percen
tage succes en lapwerk even groot,
beide 40, n de. uitval bedraagt 20.
Bij H.B.S. en gymnasium is het
succesprocent 30, bij universiteiten ook.
*) Zie De Groene van as Me i, f>ag. 14.
Ru\v geschat kunnen we dus deze
verdeel ing maken, dat van elke drie
leerlingen van oen bepaalde inrichting
van onderwijs er n vlot het eindpunt
behaalt, n het eindpunt behaalt
mot moeite en n uitvalt.
De terreur van het diploma
WAT bi-toekoiit dit «lies nu? Dit
betoekent bij een dalende econo
mische draagkracht dor ouders oen
ontzettende belasting en opoffering,
juist torwille van de groep lapwerk.
aan wier .diploma's de maatschappij
thans niet de minste behoefte heeft.
D«t betoekent zeeën en zeeën van
kinderleed, duor slechte repetities,
door blijven zitton, door angstige
kwartieren in wachtkamers voor don
uitslag van een examen, angst, die
zoo diep indringt in de ziel, dat
zestigjarigen or nog van kunnen drooinen.
Dat bot eekent minderwaardigheids
gevoel, remming en ongeschikthoid'
voor later werk. Dat beteékent, dat
We langzamerhand kunnen spreken
van de terreur van het diploma.
Deze terreur van het diploma, waar
onze generatie zoo aan gewend is,
dat.ze het als een normaal verschijnsel
ziet, is toch nog maar een uitvinding
van jonge datum, en het is belang
wekkend, deze kwestie in historisch
verband tébezien. De tg*d van om
streeks 1800 kende soms wel oen
examen voor de universiteit, maar
het slagen voor dit examen gaf alleen
maar een soort testimonium, dat de
examinandus een knappe jongen was;
studecren mocht hij evengoed, ook
als h|j was gezakt. Fröbel bijvoorbeeld
had enkel maar lager onderwijs ge
noten en heeft later gestudeerd.
Spencer, die leefde in het midden
van de negentiende eeuw, had een
mooie jeugd gehad van algemeene
vorming, Hij voelde zich aangetrokken
De mode van morgen
ei* n buulri'itt «/rmi tce
een /«?<?<?</ rom/i/f/ i/t w/i :«?/? <//<»/?/<?
klcnrcnnnnbintilh- lichtblauw en
kiiHlnnjcbmin. D f ja/urn ///<?/ //??/
moderne ttdniotjv t-n lintxjiit'nloicn
hultt is c/icnblnuic, tic driekwart
imintcl h tjfritit en heeft P//CH revertt
i-n vit e n geroerde drii'kieurt munteen.
De miinlel in tiuk ilraui/bmir over
nmtrre liijfniHHcntle fu {Kinnen.
\'uor de eai-tinlie in een Imitiilaatti
luimen irij lereiut een teil linnen
tiiilleiir. leunen n wntral hel jnttjt'
ninnerki'lijk in run unit. De nluilinif
ilienl ult-clils ah rerttieriny en hel
mutlel is zee r t/etu illeenl. Ken
/><?drukte sijdrn blouse in beiyr. siciirl
en yroen ntirdt eronder netlruijen,
rerder een bijzonder ilallvune zicurlv
Htroiihoeil en tin soo yclicfde
tweekle.uriijc samcrttehornen in teil en
swart.
do»u* sociologische. philosophiHcho en
«nik U'chnisflio Htudios. werd eei^t
hiilpiimlerxvijzer on kroeg toon een
aanstelling als ingenieur bij het
aanleggon van do lijn Londen
Ciloucoslor. Hij vond oen instrument uit
om de snelheid van machines te nieten
en kreeg' toon het toezicht op den
aanleg van de hoelo lijn. Door deze
betrekking werd hij in staat gesteld
veel fossielen te verzamelen, waardoor
hij geologie gingstudeeren en interesse
kreeg voor do evolutie-theorie.
Vanwege do steeds voortdurende
malaise kon hij zijn betrekking als
spoorweg!ngeniéur niet houden r dat
kwam dus ook toen voor. In de tijden,
dat hu' werkloos wafe, bestudeerde hij
plantkunde en begon te publiceeren.
Daardoor werd hij redacteur van The
Kcoiiomist, en een bekend schrijver
op sociaal gebied.
Dit was alles omstreeks 18-10.
Ook toen was er een tijd van depressie,
maar een universeel man als Spencer
kon van hot oone beroep in het andere
overgaan, waar nu voor elk niet alleen
ze ven jaar v» torst ud iegevraagd worden,
niunr waar men ook zonder diploma
onmogelijk inkomt. ,Met opzet heb
ik.'-uitvoerig hierbij stilgestaan, om
te wijzon op hét groote verschil van
do opvoeding van nog geen eeuw
geleden, die werkelijk tot einddoel
had Freie Bahn den Tttchtigen",
met het stijf aangetrokken keurslijf
van in elkaar pussende diplomaatjes
on diploma's, waar nu elke jongere
in geperst moet worden.
Ik zal niet zeggen, dat niet de
meeste kinderen zich daar gemakkelijk
in schikken. Men staat er'versteld
.van, hoe groot het aanpassingsver
mogen van do mensch is, en hoe
men de kinderlijke geest knedon
kan, maar hot zijn vaak de voor «K
maatschappij moest waardevollen, die
niet gemakkelijk in hot gareel loopon.
die zich niet laten kneden, die «U
schoolbanken van vier tot vier «-i,
twintig jaar niet kumu-n verdragen, t-i.
die terecht komen bij do proep uit vul
Vaak vinden deze hot is alp-met
bekend wel hun weg in het l«vi>i.
hun initiatief doet hun een wei
ontdekken. Het zijn lang niet alloma
de nummers n vnn do klasse, d ?
in het leven naar vuren komoi.
schoolknapheid en
gaan niet altijd samen.
W
Een school voor het icv<
I A AR ik nu naar toe wi de i*lu
volgende. Met de groo»o wvrk
loosheid van de intellectucele jcut«i.
ongeveer de helft der afgestudeeidri.
is het meer dan ooit geboden,
eonc-;z'uds na te gaan, aan welke bercepcn
in de toekomst behoefte zal beftau-i
en dit is eigenlek «-eu regeering' ?
taak anderzijds te trachten, zocvei-l
mogelijk den aanleg \an een kind
Ubepalen, door alle bestaande iniddt ton
en dit is een zaak van de outicts
en de school. De leerlingen van de
groep succes hebben geen
In den slaapwagen
I
gegeven en zullen geen moeite gev-n.
ze zullen ieder diploma kunnen )?<?
machtigen, en de weg naar het U-MM
zal voor hen alt g"d open blaan. IHMHI ...
de groep lapwerk en de groep uitv.il.
Is het eigenlijk wel gewet t tel.
deze kinderen onder do terreur van.
het te bereiken diploma te laten leven.
er zooveel kindergeluk. zoovee) goM
aan op te offeren, hun ee.n intellectuele
opvoeding te geven waarbij de
menscliwording geheel in het gedrang komt?
Zou thans niet de tg* 1 gekomen v.ijn
om langzamerhand a ui dit alho.-r
schende diploma de g» hoorzaamhi-u
op te zeggen?
De selectie van lage«i scl«.»ol naai
H.B.S. of gymnasium /.al <-p grtv <l
van de nieuwere psyholugio v-»;
fijner kunnen geschied, u. Pan zuil* n
er dus direct een grootere
kinderen overbleven, du- i
baar onderwijs kunne)) en ilan
grot p
out
niet mogen volgen. Is het nu niet «Ie
tijd, een school voor het leven op te
richten, waar gemeenschapszin woult
aangekweekt en werklust, waar ond
-twezen wordt, wat een ontwikkeld
mensch van onze tyd weten nu>*'t.
en niet mér, waar alle ballast
boord wordt gegooid en waar, d. -«r
een gezonde en zeer sobere
levciswijze, de jonge mensch voorbci-i<l
wordt voor een eenvpudig leven.
Voor die beroepen, waar diplon.i'.*
en dus lange studie voor noodig te>
zullen er voldoende gegadigden zijn.
Maar zy, die uitvallen, of die de eind
paal halen met opoffering van lam
jeugd, zij zullen met een mimfrr
intellectueele opvoeding meer gedii ml
zijn en beter berekend voor de
roepen, -waar zij toch nu ook meeval
in terecht komen.
Beide belunghebbundei* : iliuui juJi.i}.
pij en jongeren zullen er bij winn -n.
BROER TJES
LS kemphanen vlogen ze elkaar
den heelen dag aan.
Moeder ~ Freek plaagt- 'me'
soo .'"... ....
Moeder, Guus heeft mijn knikkers...
(teef op, akelige jongen." En dan, ruk,
?fiats, daar rolden se weer vechtend over
den vloer. Freek, groot en blond niet
stevige vuisten, had een onuitgesproken
minachting voor kleinen Guus, die don
ker en tenger was. Vechten kon-ie niet.
Maar slim was-ic uèl. Eigenlijk hem,
Freek, een beetje te slim a/. Dat was
juist het onuitstaanbare. ?
En tóen kwam het heuglijke moment
dat Guusje voorzitter werd van de stek
tenclub. Freek liep geen stelten en had
dus geen kans. Maar Guus deed het ''<*
te beten op s*n jongens" en op s'»
meisjes", wat een héele kunst was.ow
die steltenclub kwam Freek niet
«:'!7<bruid. Om je suf te lachen...., (Ur
inaal meisjes waren het en maar "?*
jongetje: Guus. Moest je ook zin f«
hebben, hoor. Hij, Freek, zou féeslilfl
voor zooiets bedanken /"
J6, ze hebben 't jou niet een* <)(?
vraagd", snerpte- Guus. En «(??«!'?
vochten ze alweer.
Maar toen kwant de dag, 'dat (?'"'"
luid-snikkend thuis kwam, zijn sifitfH
achter zich aanslepend. Wat was er 0'
schied? Hij was geplaagd door de-rro
welijke leden van de steltenclub, dlf »'rt'
r leerden van vier tot acht jaren.
Ze hadden- hem. voorop laten
omdat hij voorzitter was en de
K kan aiet slapen. Twee slaap
middelen hebben niets .geholpen.
'/oodm do trein stilstaat, ga ik
ui ? middellijk zachtkens undcr y.e il naar
|ii-t land der drooinen: heel
voorzi/htig, op z|jn teenen, komt de slaap
iiiderbij. Maar het geratel van den
U ««in verjaagt hem weer. Kr zijn
incnschen, die beweren, dat het bij
Ii>'ii juist andersom gaat: dat het
t--raas der wentelende wielen hen in
.l.mp wiegt en het ophouden der be
weging hen daaruit weer wakker rukt.
i dan volgt onvermijdelijk het geval
v; n den molenaar, die dadelijk wakker
\\ «rd, zoudm de molen uphield te
d<aaien. Ik haat dien molenaar en.
uil niets meer van hem hoorcn.
Op het oügenblik is hut tien uur
it den avond, en morgenochtend om
ii'-gen uur zijn wij pas waar wij wezen
n-oeten. Dus nog elf kwade uren.
Merkwaardig: zoodra ik het licht
u'idraai, worden alle geluiden veel
si -rker; het Ujkt wel. alsof het gehoor
s< lierper wordt, zoodra het de
conn. i-rent ie van het gezicht niet meer
t« vreezen heeft. Dus kan het licht
b g ven b randen.'I k lig met wgd open
iMgim te kijken naar wijn pantalon.
«? aan een haak hangt te slingeren.
C-uu zij dank, een station 2 Buiten
ut speciale, honderd maal beschreven
jtemmengeroes; een brok
eeuwiguiiveranderiyke spoorwegpoëzie. Onze
conducteur verheugt zich ongetwijfeld
i»ver de afwisseling, die elk stoppen
van den trein hem bezorgt: het hapje
fiissche lucht, het gesprek met de
sUitionsbenmblen. lig* is een geschikte
en heeft mij in de coupéalleen
platen. Vermoedelijk zou ook zonder
u,n hulp het bovenste bed leeg ge
bleven zijn, maar hij deed alsof het
ii id weet wat voor moeite gekost
i<eft om het vrij te houden. Velen
aveu de voorkeur aan het bovenste
l)i d, maar daar is het warmer, en
ut naar boven klauteren langs het
kl'ine trapje is ongemakkelijk en
l mt belachelijk. Daarentegen heeft
in-n beneden de angst te doorstaan,
tlit het bovenste bed zou kunnen
tliorzakken. O. hoe heerlijk is het,
al de trein stilstaat. De pantalon
litmgt dan in kalmeerende rust aan
l< 'i haak, niets klettert, niets dreunt.
iii-'ts rammelt, en het wordt mij
w» nderiyk stil-behagclijk temoede;
grond wordt zacht, zacht als satijn:
In' is zoo heerlijk er in weg te zinken,
il< dingen lossen zich op, hebben
''H gewicht meer; hun vormen
vervloeien als bouwsels uit snveuw
in zonnewarmte.... en dan komt er
«? i ruk en wij rijden verder.
In de volgende coupéspreken er
iv.oe met elkaar. Vaak, wanneer het
««?was van den trein voor nkele
unden een eentonig sleepend
karakt< '? aanneemt, kan ik de stemmen
li'ioren, Een ervan behoort aan ren
?nn Cegeit\\ oordigster van het zwakke
g» slacht en ik geef mij over aan fanta
sieën van beminnelijke
Hlaapwagonavoiitiircn. Hoe men in een
slaapwagen tot avonturen komt kan ik
mij hoegenaamd niet voorstellen.
Hoe laat ? Drie uur in don morgen.
Xog zes uur. De stemmen in de coup
hiernaast zijn reeds lang verstomd.
Ik moest noodig even over het gang
pad; de conducteur zat in zijn hokje
en dronk bier. Het was koud buiten.
beweerde hij. en wij hadden ver
traging. Hij woont in de stad waar
wij aankomen, in een huurkazorne
in een der voorsteden: als deze reis
ten einde was. had hij achttien uur
vrij; dan ging het dezelfde route weer
terug. Zoo'n nacht kruipt voort als
een slak. niet, conducteur? Dat valt
wol mee. vond hy\ Zoo nu er» dan
dutte hij een halfuurtje in zijn
dieastvertrek, en als de trein stopte, ont
waakte hij daardoor onmiddellijk
net als de molenaar, die....
Merkwaardig gevoel, in een bed
te liggen en meegevoerd te worden
door den naeht.
Het is erg warm in de coupé, maar
wanneer ik het raampje open. komt
liet lawaai met volle kracht naar
binnen, en de koleiismook erbij. Het
hoofdkussen i? een vormelooze. gloeien
de iiwsrwi. Xuudiii ik er mijn hoofd
op leg. hoor ik het kloppen van mijn
slapen. Ik wentel mij om en om in
mijn bed. als een kip aan het
braadspit. maar een houding, die eenige
oplucht ing belooft, kan ik niet vinden.
en hoe levendiger ik mg een
golvendkorenveld voorstel, de» te vroolijker
Word ik. Wjj zijn weer in een station.
Iemand gaat buiten langs den trein
en slaat met een hamer tegen de
wielen (spoorwegpoëzie). Ik probeer
het met tellen, bij de vijfhonderd
raak ik weer in het korenveld ver
zeild, waarin ik thans maankop laat
groeien, want van maankop naar
slapen is een oude, voor de hand
liggende associatie. Er zijn menschen.
bedenk ik mij bitter, die in den trein
even goed slapen als t huh. Zoodra
de tiein zich i i beweging zet, sluiten
zij de oogen, en als zij ze weer opslaan.
zijn zij waar zy* wezen moeten. En
er zijn anderen, die ook niet kunnen
slapen, maar daarbij aan de koste
lijkste dingen denken, terwijl ik in
mijn slapeloosheid ben als een dier
in zijn kooi, dat niets doet dan.
met leegheid in kop on hart.
tussuhen'de tralies heen en weerloopen.
En plotseling staat er iemand voor
het bed. de conducteur, en zegt, dat
het thans meer dan tijd is. Hij had
al herhaaldelijk naar binnen, gekeken.
maar mijnheer was niet wakker te
krijgen geweest. Maar ik geloof, dat
hij dat maar zegt uit goedhartigheid,
om mg het gevoel aan te praten, dat
ik goed geslapen heb. Want daarvan
hangt, heel wat af .voor de besluiten
en handelingen van den wakenden
monsch !
ALFKED POLO AR
,ide was er op stelten achteraan
yeko»?< n en toen had Muriun hem met haar
?ftïen getrapt en Noortje had er om
yeken en toen hadden ze hem allemaal
K- «'menlijk uitgesliept. En dat liet hij
k niet doen door at die alendige
I
i
PAG. M DE GROENE No. 3027
Freek kwam binnengeslenterd, ram
mend van de knikkers in z'n zak. Hij
*«?/ hokkie'yeknard" tot hij de anderen
«(/< s van beteekenis had afgewonnen,
.Vr,<i tcas er geen aardigheid1' meer aan.
B» .icaarom brulde Guus zoo?
''oen hij de, waarheid vemant, liep
Fr< ek weer naar buiten.' Hecht naar de
;>/</;?, waar de leden van de steltenclub
n»</ onmatig veel plezier hadden om het
**il van hun voorzitter. Freek,
breedywhouderd en met-stevige
sportkousenplantte er zich midden tusschen.
.?Wie'.van.jullie.-U Mariuri?"
Ikke l" zei een uitdagend ding niet
Zwarte poney, haast tot op haar neus.
Zoo. Pats, nou die fa voor jou l"
Marian kreeg een onzachtzinnigen duw
te incasseeren en vlood jammerend*
n ddt is voor .Noortje t" Noortje
kreeg een tweede uitval te verwerken.
Dat is, omdat jullie Guus zoo ge
plaagd hebben, snap je. Guus is mijn
broertje en jullie, meiden, mogen dolblij
zijn dat-ie voorzitter van jullie snert'
club wil wezen. Maar nou doel-ie het
niet meer. O, zoo T- .
Breed stapte Freek weg, ndgeoogd
door de verschrikte kinderen. Dien dag
hield de steltenclub op te bestaan.
Een kwartier later vochten Guus en
Freek weer. '
J. d. B.-v. S.
Een groote brief
Deze brief brengt U veel wetens
waardige bijzonderheden omtrent het
ideale behangsel
het eenige behangsel, dat gegaran
deerd kleurecht is en afwaschbaar.'
Directe toezending van dezen
grooten" brief volgt gratis en franco door
af d. S. van Rath & Doodehëefver,
Hoofdvestiging Prinsengracht 730-736,
Amsterdam. Vraagt U dezen brief nog
heden aan!
s
*x
j vV
Allén de gordel La Néa", volgens Dr.
Fz. Glénard geconstrueerd tot leniging en
voorkoming van de door hem ontdekte
ziekte, de entéroptose, heeft door zijn sa
menstelling uit een «lastlsch weefsel van
drie verschillende krachtzönes, vari onder
naar boven afnemend, dia uitwerking,
alsof bij het dragen ervan de bulk met tle
handen wordt opgehouden. Deze eigenschap,
noodzakelijk voor eiken steungordel, Is bij
La Néa", van blij venden aard (zet zich
niet naar het lichaam).
La Néa" Is dus de gordel voor diege
nen, die tijden aan verzakking van organen
?5^T*V*V- ln d« buikholte, ook is hij een voor behoed
middel tegen vermoeienis bij langdurig staan
of gaan, of bij beoefenen van sport. Hij zit
gemakkelijk en kleedt slank.
Hij herstelt het figuur,bij uitzetting na het
kraambed. ; .
La Néa," Is bij de meeste H,H. Medici bekend. Raadpleegt daarom Uw
Hulsarts of speciaal-Arts, omtrent dezen gordel. .
La Néa", is voorhanden In rose en beige:
Breedte
20 C.M.
25 c.M.
30 c.M.
F. 10.5O
13.50
. -15.
: daiwrttr. w, uinicinttr. 78, Mzttiricti 80.
HOTTOWW-ÜTIECIIT- RIJHE6EI? MIMLEm? BIEDI-TILBÜIfl
J.
?KROP
hieraan)
?dat hij
URE,
!?-,
t
ei u
eea
t e« n
Hfdt
ZOl
n. -t4
eéi
derdie
noj
palijk
liet
rer
:en
«i
2n
en
ui
ar
.t.'
O
s
»
?
b ,
PAG. 15 DE GROENE No. 3027