Historisch Archief 1877-1940
HET PARLEMENTAIRE STELSEL
iiliiiiiiiiiMliiiiiiiMiHiiiimiiiiMiiiiiiiiiiiimilihiiiiiiiiiiiiiMliiliiiiiiiiiii,,,
lllllllllll'llllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllHIIHHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIII
Wanneer de heer Mussert ooit een meer
derheid mocht krijgen in ons parlement*
sol de Koningin naar ons staatsrecht niet
aanstondsverplicht zijn hem met de kabinets
formatie te belasten.
MEN twist omtrent den omvang, het
rechtskarakter en de waarde van het parlemen
taire stelsel, maar men is het er niet altijd over
eens, wat onder het begrip parlementaire stelsel"
moet worden verstaan. Het is dus noodzakelijk dat
begrip nader te omlijnen.
Het constateeren van de aanwezigheid van een
parlementair stelsel in een land, wanneer de burgerij
in staat is door middel van een parlement haar
denkbeelden omtrent het staatsbestuur in het
openbaar te doen kennen, is aan het begrip een zoo
algemeene omschrijving geven, dat bijna ieder land
een parlementair stelsel zou hebben. Ook Rusland,
Italiëen Duitschland.
Voegt men aan de begripsomschrijving de eisenen
toe, dat het parlement in vrijheid moet zijn gekozen,
in vrijheid moet kunnen beraadslagen en dat het
een zekeren reëelen invloed op het staatsbestuur
moet kunnen uitoefenen, dan is het begrip nog
altijd zoo ruim genomen, dat er practisch heel
moeilijk mee valt te werken. Men zou dan ook
moeten aannemen, dat Zwitserland en de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika een parlementair
stelsel hebben.
Een nog enger en scherper omlijnd begrip parle
mentaire stelsel, dat voor het staatsrecht en de
staatkunde doelmatiger is, krijgt men, wanneer men
aan de genoemde eisenen toevoegt, dat het parlement
een overwegenden invloed móet hebben op het
staatsbeleid. Aan dien eisch beantwoorden de
regeeringsstelsels van Engeland, Frankrijk, de
Skandinavische landen en Nederland.
Kenmerkend voor dit begrip parlementaire
stelsel en ik gebruik het woord in de volgende
beschouwingen uitsluitend in deze beteekenis
is in de eerste plaats de ministerieele verantwoorde
lijkheid, in ons land in 1848 in de Grondwet opge
nomen. Dat beteekent, dat de ministers voor het
geheele regeeringsbeleid, dus niet alleen voor hun
aandeel in de wetgevende macht, maar ook ten
aanzien van de geheele uitvoerende macht, verant
woording schuldig zijn aan het parlement. Tevens
behoort tot het parlementaire stelsel, dat de
ministers, die uitdrukkelijk het vertrouwen van
het parlement verloren hebben, hun ontslag moe
ten indienen. In de derde plaats, dat het staats
hoofd bij de keuze van zijn ministers rekening moet
houden met de samenstelling van het parlement.
THORBECKE ontkende, dat het parlemen
taire stelsel in dezen omvang in Nederland
rechtens gold. Hij noemde dat: particulier Engelsch
gewoonterecht. Buys noemde deze regels, waarvan
hij niet ontkende, dat zij in zijn tijd werden toege
past: politiek, geen staatsrecht.
Oppenheim en Struycken daarentegen leerden,
dat deze gewoontes in navolging van den
Engelschen schrijver Dicey spraken zij veelal van
conventions" deel uitmaken van ons staatsrecht,
welk recht derhalve naast het wettelijk recht een
gewoonterecht kent.
Ik sluit mij bij deze schrijvers aan, op dezen
grond, die ook zij voor hun opvatting hebben aan
gevoerd, dat het staatsrecht een onvolledig en
zelfs een onjuist beeld van de geldende regels van
ons staatkundig stelsel zou geven, indien het zich
bepaalde tot de in de wet belichaamde regelen.
Maar ik zou meer dan deze schrijvers er den
nadruk op willen leggen, dat de regels van gewoonte
recht een geheel ander karakter dragen, dan wette
lijke regels.
Wettelijke regels kunnen, op enkele uitzonderin
gen na, slechts door een nieuwe wet veranderd wor
den. Gewoonterechtelijke regels veranderen lang
zamerhand naarmate de gewoontes zich wijzigen.
Terecht leerde Struycken, dat niet iedere gewoonte
SPAAR VOOR EEN
EIGEN HUIS
Sluit een Bonwspaarcontract bij de
N.f.HipothaciireBouwkBs?H)lios"
WEVERSTRAAT 40, ARNHEM, TEL. 22289
_^?.Voor een huis van b.v. f 6000.?,
waarVoor ongeveer f 1500.?gespaard, betaalt U gedurende
20 jaren ongtveir f 25.?per maind, waardoor Uw huis
dan schuldyrij is. Eigenaarslasten en renteverlies
over Uw f 1500.?? niet inbegrepen.
als recht moet worden beschouwd. Een gewoonte
wordt naar zijn opvatting eerst gewoonterecht,
wanneer zij aan deze twee eischen voldoet, dat zij
langen tijd heeft gegolden en dat zij door de publieke
opinie als recht wordt aanvaard.
Men moet het parlementaire stelsel in Nederland
als gewoonterecht en als deel van het staatsrecht
aanvaarden, doch er zich goed lekenschap van
geven, dat het gewoonterecht gemakkelijker kan
veranderen, dan het wettelijk recht.
ONZE Grondwet verklaart, dat onze Koningin de
ministers benoemt, zonder haar bij die keuze aan
eenige regels te binden. Het gewoonterecht vult
dit voorschrift aan met den regel, dat de Koningin
bij haar keuze rekening moet houden met de samen
stelling van het parlement. Wanneer echter het
parlement niet in staat is en geruimen tijd niet in
staat blijft, een meerderheid op te leveren, die een
bepaald regeeringsbeleid voorstaat, dan raakt het
gewoonterecht in onbruik en loopt het gevaar op
den duur te vervallen. Men kan dat betreuren,
zooals ik doe, en men kan het toejuichen, zooals de
fascisten doen, het feit zelf kan men geloof ik
niet ontkennen.
Ónze Koningin heeft zich gedurende de bijna
veertig jaren van haar regeering streng aan de
regelen van ons wettelijk en van ons gewoonte
rechtelijk staatsrecht gehouden. Zij pleegt, wanneer
dat eenigszins mogelijk is, parlementaire kabi
netten te vormen, doch als dat niet mogelijk is,
benoemt zij een extra-parlementair kabinet. En
bij die laatste keuze is zij uiteraard vrijer.
Zoolang het parlement niet in staat is een meer
derheid op te leveren, die bereid is mede de verant
woordelijkheid te dragen voor een bepaald regee
ringsbeleid, doch slechts een meerderheid, die
alleen eensgezind is in het negatieve, in het ver
werpen van een bepaald regeeringsbeleid, vervalt de
gewoonterechtelijke regel van het staatsrecht, dat
de ministers moeten worden aangewezen in overeen
stemming met de samenstelling van het parlement.
Want geregeerd moet er natuurlijk in ieder geval
worden. The King's business must be carried on.
LAAT mij dezen gedachtengang mogen toe
lichten aan een voorbeeld, dat slechts theore
tische waarde heeft, omdat het geval zich ver
moedelijk nimmer zal voordoen.
Stel dat de Heer Mussert met zijn vrienden een
meerderheid krijgt in .ons parlement, is de Koningin
dan verplicht hem met de kabinetsformatie te
belasten? Geldt op dat oogenblik dan nog de regel
van ons staatsrechtelijk gewoonterecht, dat de
Koningin haar ministers moet benoemen, rekening
houdende met de meerderheid van het parlement?
Ik beantwoord die vraag ontkennend.
Laat ons als maatstaf ter toetsing van de geldig
heid van dezen regel onder die omstandigheden
Struycken's bovengenoemde criteria nemen, dat
de regel langen tijd moet hebben gegolden en door
de publieke opinie als recht moet worden aanvaard.
Hoogstwaarschijnlijk zal men op dat oogenblik
kunnen constateeren, dat het gedurende langen
tijd niet meer mogelijk is geweest parlementaire
kabinetten te vormen en het feit, dat de geest
verwanten van den Heer Mussert, die principieele
tegenstanders zijn van het parlementaire stelsel,
een meerderheid hebben gekregen in het parlement,
zal bewijzen duidelijker dan zulk een bewijs ooit
anders te leveren zou zijn dat de publieke opinie
dezen regel van het parlementaire stelsel niet
langer als recht aanvaardt.
De Koningin is derhalve volgens ons staatsrecht
vrij een ander dan den Heer Mussert met de kabinets
formatie te belasten.
Maar als de Heer Mussert en zijn meerderheid
dan alle begrootingen verwerpt, ten einde het
kabinet tot aftreden te dwingen?
Dan zou de eerste daad van .den Heer Mussert
derhalve moeten zijn de methodes van het parle
mentaire stelsel toe te passen, die hij zoo zeer
verafschuwt. Kan men dat van hem verwachten?
Maar zelfs wanneer dat gebeurt, heeft de Konin
gin, indien zij geen vertrouwen heeft in den Heer
Mussert, nog n rechtsmiddel te haren dienste: zij
kan het parlement ontbinden. En de kiezers zullen
dan uitspraak hebben te doen over de vraag, of zij
vertrouwen hebben in iemand, die zich laat ver
kiezen, ten einde het parlementaire stelsel te ver
nietigen, en die zelf tot het uiterste toepassing van
het door hem zoo verfoeide stelsel eischt.
Wanneer de meerderheid van de kiezers dan nog
niet wijzer is geworden, verdient zij niets beters,
dan dat de Heer Mussert met de kabinetsformatie
wordt belast. A. C. JOSEPHUS JÏTTA
PAG. 2 DE GROENE No.3062
De
HET anti-semitisme is thans officieel
Nederlandsche politiek ge in t r od
De Leider heeft gesproken en de
gediskwalificeerd. Zij zijn voor hem geen
genooten. Voor zoover zij hem hand- en
diensten hebben bewezen of slechts een
den nering uitoefenen en niet aan de vt r.
hunner rechten schuldig staan, zulle:
worden geduld. Aan de overigen is venu
aangezegd. De huidige regeering, die h-n
gelijkgerechtigd volksdeel behandelt.
zich schuldig aan joden-lijmerij en is d
tevens veroordeeld.
Moge ons volk de wijsheid gegeven
zedelijke verontwaardiging, die door een
lijke verzaking van de roemrijkste on/er
landsche tradities gewekt moet worden,
dwingen en den ons aldus toegeworpen
schoen niet op te nemen, opdat niet het ;
sche vraagstuk", dat van nationaal Nederl
standpunt ten onzent evenmin bestaat
Katholiek of een Friesch vraagstuk, zal
tot een als zoodanig in de Nederlandsche
aanvaard strijdpunt. Ons geheele politieke!
zou daardoor bezoedeld worden met de s:
thans nog slechts kleeft op het vaandel
scheurmakers, die voorgeven de volkseeni
willen dienen.
Dat zou bedroevend en zinloos zijn.
Het anti-semitisme is een sociaal -iel
schijnsel, een symptoom van psychische
ten. Het is niet een politieke of sociale
ging, op voor discussie vatbare feit-n
bouwd, maar wordt door verborgen drifi
conflicten in de psyche van zijn belijders
en draagt dientengevolge een dwangmatig
rakter. In den strijd der meeningen kar het
overwonnen worden.
Bovendien is de bestrijding van de uit ng
nutteloos zoolang haar oorzaken blijven
i en zij zich derhalve in den een of anderen
joch weer moet openbaren.
ijle d? inhoud van de waanvoorstellingen
{paranoia-lijder van volkomen secundair
r is, zoo is het van ander dan groeps-egoist
nt ook van weinig beteekenis wie
uit[ijk het slachtoffer zullen zijn van de
agresdriften van het nationaal-socialisme, de
sten, de Joden, de intellectueelen of de
fiet[Hoofdzaak is, dat er zulke slachtoffers
zuljjn, en dat wij ons dit realiseeren.
(t wezenlijk belang van uitspraken als thans
erallen ligt in haar symptomatisch
karak2tj kunnen er toe bijdragen, waar die nog
bestaan de illusie te verstoren, dat ons
; lar de de excessen, die zich elders hebben
edaan, bespaard zullen blijven als de
begelegenheid mocht krijgen haar
plan: volvoeren. Zij kunnen, voor wie het nog
vist, duidelijk maken hoe deze nationale"
ging zich dwangmatig steeds sterker
idenert niet het Duitsche Nazi-dom, welks
Juss-politiek door den Leider thans zelfs
cherTiing wordt genomen tegen het
overi|in zijn krijgszucht gevenereerde Italiaansche
ne, 'ictgeen een schoone belofte voor de
Nederland inhoudt.
at on:.- hopen, dat het weldenkende deel der
i in er n en ander aanleiding zal vinden niet
uchklooze discussies met lieden, die zich
hebten geplaatst en steeds meer plaatsen
i den kring van hen met wie men nog van
hten wisselen kan, maar tot krachtdadig
en naar een saneering van den socialen en
lischen voedingsbodem van ons nationale
, opiiat daarin giftige splijtzwammen als
in menigte opschieten niet langer zullen
en t;oren. D.
|
i
iimiiiiimiiimiiiimmiiiiiiimiMitiiiii hiiimiimmiiiiiimiHiit '^?iiiiiiiiii.'iiiiiMiiiiimiiiHiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiNMiiitiiiiiiiiii
De Regeerm Rotterdam
E
.i en
tn\
Dii\
moti
./rul
cn\
/<M
A' is een ernstig' conflict aan
gekomen tusschen de 'regeer ing
gemeentebestuur van Rotterdam.
meente kan voor kasgeldvoorzieningcn
meer bij particulieren terecht B. en II'
dat keurig netjes uit met de ivoorden, dn' dc\
markt van terughoudendheid blijk geeft t
dus op het Rijk aangewezen. In de laai !
zijn reeds voor 30 millioen voorschotten >
Thans dreigt de regeer ing haar hulp met i Uf;
stop te zetten, tenzij de gemeente in zeer i IK
mate bezuinigt.
De gemeente j's niet in gebreke gebL
6 December j.l. den dag na Sint
Xickonden B. en H', .aan de rigeering beried
voor ruim 3 millioen en in Januari d.
reeds voor 51/, millioen was bezuinigd.
1^'geringe prestatie voor wie met de moeiii
der gemeentelijke financiën bekend is. 7''
bedraagt echter ruim j millioen.
De regeering is echter tot dusverre '>>i
maatregelen niet tevreden, omdat deze IUM
oordeel nog niet in een redelijke vcrhonJi
het tekort staan. Tot dusverre is de regeer
B, en W. van Rotterdam in een nota
gemeenteraad ntededeelen, in gebreke
precies aan t'c geven, welke maatregelen zij
of wat in haar oogcn een redelijke verhi'
Wat moét van dit geschil gezegd worst»
Ieder, die geld aan een ander leent e>'< d
niet doet als philantroop en a fortiori i.cn'M
bovendien werkt met het geld van anderen,
zich bij ieder crediet rekenschap geven va): dl
lijkheid, of het geld kan worden terugbetaalt
credietgever, die dat nalaat, is niet
verhouding tusschen Rijk en gemeenten is
\ wat f e gemeentefinanciën betreft nog een zeer
Ier:, omdat er geen enkel volkomen billijk
te edenken valt voor een juiste verdeeling
het belastinggebied tusschen Rijk en ge
iten c i evenmin voor een juiste verdeeling van
ten, -He gedeeltelijk op het Rijk en gedeeltelijk
ge», centen rusten. Evenwel deze materie ist
et G' k niet op volmaakte wijze, in de wet
W.
principe kan men derhalve aan het Rijk de
fydhcid, nog sterker de verplichting, niet
gw nm strenge waarborgen te vergen.
da^dijksch bestuur van Rotterdam beklaagt
j bitter over, dat het Rijk zijn wenschen niet
prcf.: teert..O f het echter in het gemeentebelang
y», dat de Regeering volkomen de leiding
|H«HC;I en precies alle posten, waarop en
daarop bezuinigd moet worden, zou
aanwiitig ik te betwijfelen. Laat het gemeente*
\M het daarop aankomen, dan heeft het zich
Ikomen uitgeschakeld.
hei echter, waar de grondslag van de eischen
Wering billijk is en het gemeentebestuur een
\pool: mate van tegemoetkómendheid hee.'t
t, niet het best te zijn, dat deze materie onder
gen door den Minister van Binnenlandsche
en den burgemeester van Rotterdam werd
? Die heer en zijn immers sinds vele jaren
l vrienden. Een Fransch spreekwoord zegt,
oede rekeningen goede vrienden maken (les
\comptes font les bons amis)* Men zou ook
zeggen, dat goede vrienden gemakkelijk
een rekening kunnen opmaken.
A.C, f. J.
DE PETROLEUMSANCTIES zijn en marche"
En er is niet veel meer, dat ze zal tegen
houden. De deskundigen-commissie te Genève
heeft twee subcommissies benoemd, waarvan de
eene statistische gegevens moet verzamelen en de
andere de speciale opdracht heeft, de kwestie van
het vervoer nader te onderzoeken. Daarin zijn de
volgende landen vertegenwoordigd:
Groot-Brittannië, Nederland en Noorwegen.
In tegenstelling met de mseste politieke vraag
stukken, is dit er nu eens een, dat minder ingewik
keld is, dan het lijkt. Op te verwaarloozen uitzon
deringen na geschiedt het petroleumvervoer onder
de vlaggen van vier landen: Noord-Amerika, Enge
land, Nederland en Noorwegen. Dit zijn de staten die
over tankvloten beschikken. De rest is
bijzaak.Wanneer dus het vervoer verboden wordt en de tanksche
pen de Middellandsche Zee vermijden, dan is daar
mee feitelijk de sanctie in werking getreden.
Dat zou n oplossing zijn. Er zijn ook andere
oplossingen mogelijk. Het zou kunnen zijn dat een
vervoerverbod dat vrijwel alleen op drie Volken
bondsstaten rust, niet geacht wordt van genoeg
importantie te zijn, om een Amerikaansche mede
werking aan dit verbod mogelijk te maken. Wel
neemt men te Genève aan dat in ieder geval een
algemeen leveringsverbod daar voor zoo gewichtig
zou worden aangezien, dat de neutraliteitswetgeving
daarbij aangepast zou worden. Het lijkt dus waar
schijnlijk, dat men bïide tmthodes zal combineeren,
waarbij de eene de wettelijke en formeele basis voor
de te treffen sanctie zal vormen, en de andsre (het
vervoerverbod) de belangrijkste uitvoeringsmaat
regel zal blijken.
EN ITALIË? Wij hebben steeds gezegd, dat het
bluf was, al dat gedreig met een Europeeschen
oorlog als antwoord op petroleum-sancties. De
Groote Fascistische Raad, die Dinsdagnacht bijeen
gekomen is, blijkt begrepen te hebben dat men, om
met geweld iets te willen halen", ook in de
materieele mogelijkheid moet verkeeren daar de hand
op te leggen. En aangezien er in het gebied van de
Middellandsche Zee nu eenmaal geen olie in beslag
valt te nemen zelfs gewapenderhand niet
zullen de Fascisten zoo goed zijn deze ernstig drei
gende sancties niet als casus bulli te beschouwen.
Wel als een hoogst onvriendelijke gebaar" en
men stelt dan ook allerlei tegen-actie s in 't vooruit
zicht. Zelfs misschien uit den Volkenbond.
Of dat in deze omstandigheden wel zoo ernstig
zou zijn? Wij betwijfelen het. Een sterk Genève is
meer waard dan een Volkenbond die alles in het
werk moet stellen om zijn ledenlijst voltallig te
houden, zoozeer zelfs dat men opstandige leden des
wege zou gaan ontzien.
Er is echter een ander aspect aan deze zaak. En
wel, dat tusschen de regels door Italiëdreigt zich
solidair te zullen verklaren met de Duitsche aspi
raties. Aspiraties, wel is waar, die niet officieel zijn
uitgesproken, maar die toch neerkomen op ver
anderingen in de kaart van Europa, zoo niet tevens
van de Overzeesche Gebieden.
DE DIPLOMATIEKE BESPREKINGEN TE
PARIJS laten aan duidelijkheid dan ook niets
te wenschen over. De keten der wederzijdsche veilig
heid wordt weer vaster gesmeed dan ooit. Leefde
Barthou nog maar! Die was tenminste niet gewoon
er doekjes om te winden. Naar onze opinie
laboureert men daar aan het euvel dat het praktische
vredeswerk te weinig naar den letter van het Volken
bondsverdrag wordt aangepakt (sanctie-politiek) en
het theoretische vredeswerk (diverse
veiligheidsverdragen) te veel. Barthou deed dat simpeler. Hét
grapje van die twee diplomaten, waarvan de een
opperde: Laten wij een non-agressieverdrag slui
ten!", en de ander antwoordde: Tegen wie?"
teekent de situatie. Diverse stelsels van verdragen
worden in elkaar geklonken: Locarno,
FrankrijkRusland, Donau-pact, Oost-Locarno" (of wat daar
van over is), en het komt toch alles op n ding
neer.... ouderlingen bijstand tegen een Duitschen of
Duitsch-Hongaarschen aanval.
Het doel is toch om de overmacht zóó evident te
maken, dat den prospectieven aanvaller de lust reeds
van te voren vergaat? Welnu, dan is het ook maar
beter om het beestje bij den naam te noemen. De
feiten veranderen er toch niet door. En men kan
zich dan hoeden voor teleurstellingen zooals het
Front van Stresa" gebracht heeft, dat uit louter
incongruentie uit elkaar viel (al slijt wijlen deze
alliantie op papier nog een onbekommerd leven).
FAO. J DE GROENE N».
omdat n van de leden Italiëniet in
waarheid het eenig mogelijke grondbeginsel aanvaardde,
dat tot geordend samenleven der staten leiden kan.
Aan Italiëheeft men, als garant van den
MiddenEuropeeschen vrede, niets meer. De Oostenrijksche
regeering blijkt dat ingezien te hebben. Kanselier
Schuschnigg oriënteert zich na zijn Praagsche reis op
de Kleine Entente. In deze wereld niets voor niets:
het gevolg van den steun voor Oostenrijk, de tegen*
prestatie ervoor, is dat de kwestie van het herstel
der monarchie voorloopig voor onafzienbaren tijd"
is uitgesteld. De brave Starhemberg blijkt in het
Europeesch concert, ondanks zijn monarchistische
opvattingen, de harmonie dan ook niet te willen
verstoren. Na de plechtigheden te Londen had hij
Steenockerzeel willen bezoeken. In plaats daarvan
toog hij naar Parijs om deel te nemen aan de be
sprekingen, die zich groepeeren om Flandin.Litwinof,
Titulescu en Aras, den Turkschen minister van
buitenlandsche zaken.
Wel verscheen, tot aller ontsteltenis, de preten
dent Otto van Habsburg ook te Parijs, maar de
Quai d'Orsay zorgde er voor, dat dit geen politiek
bezoek kon worden. Starhemberg keerde ook nog
denzelfden avond naar huis terug.
ZWITSERLAND is opnieuw opgeschrikt door
een politieken moord. Een Zuid-Slavisch stu
dent van joodschen huize, Frankfurter geheeten,
schoot te Davos den Duitschen nationaalsocialist
Gustloff neer. Jaren geleden werd op Zwitsersch
gebied de communistische gedelegeerde Worofski
door een zekeren Conradi vermoord. Maar dat was
in zooverre een ander geval al was het toen ook
een wraakoefening tegen een verfoeid systeem"
dat Conradi een Zwitser was. De moordenaar van
Gustloff was geen Zwitser; hij maakte van de gast
vrijheid van het Eedgenootschap misbruik om zijn
voornemen ten uitvoer te kunnen brengen. Dat is
ongetwijfeld een verzwarende omstandigheid. Het
lag zeker niet op zijn weg, om zich met dezen kam
pioen van het nationaal-socialisme in te laten. Of
de Bondsraad, die reeds vaak wenken gekregen
had om dezen Hitleriaan over de grens te zetten, in
zijn plicht te kort geschoten is, is een andere
kwestie. De Zweedsche regeering maakt in zulke
gevallen korter metten.
Wij kunnen dergelijke gewelddaden niet scherp
genoeg veroordeelen, om het even of zij door een
nationaal-socialist gepleegd worden, of door een
gezworen tegenstander van dit regiem. Sterker nog:
de bestrijding van het Hitlerianisme is de bestrijding
van het bruut geweld. Wie het geweld niet als argu
ment aanvaardt, mag niet zijn toevlucht nemen tot
het revolver.
EEN ENGELSCHE KERKSTRIJD in den zin
als de Duitsche, is ondenkbaar. Toch is ook in
dit land, dat een speciale vaardigheid heeft moeilijke
theoretische vragen door een handige practische
oplossing op zij te schuiven, de eeuwige spanning
tusschen kerk en staat niet opgelost, al geven deze
vragen niet meer aanleiding tot dramatische ge
beurtenissen.
In den loop der geschiedenis is de macht van den
Paus, toen de Anglicaansche kerk ontstond, over
gegaan op den Koning en van den Koning op het
Parlement. Dit begon in de vurige eeuw echter
groote bezwaren op te leveren, toen het Parlement
ook Schotland en Ierland ging vertegenwoordigen.
Wel bracht de wet van 1919 verbeteringen, maar die
bleken nog onvoldoende waarborgen voor de kerke
lijke geloofsvrijheid te bieden, toen het Lagerhuis
in 1928 het nieuwe gebedenboek verwierp. De com
missie onder voorzitterschap van Lord Cecil, die de
verhouding tusschen kerk en staat hierna nog eens
opnieuw heeft onderzocht, heeft thans haar rapport
gepubliceerd. Hij heeft een zeker toezicht van de
voorzitters van Hooger- en Lagerhuis ook voor de
toekomst aanvaard, om de positie van Staatskerk,
die zij van zoo heilzamen invloed acht op het
Engelsche openbare leven, te kunnen behouden. Toch
KLEAIAN-BERGHUIJS
SPUI 1.
Prima Anthracietkolen
BRECHCOKES.
TELEFOON 42211?42186.
»t
V