Historisch Archief 1877-1940
Hiectuigen, geen.
Ihemische strijdrr
? eventueele vija:
oderne wapene
fomp bijten op
eldspraak van
l W ij helpen h
[runt zijn wij er
'iidaagsche
schrijver
* flet Alg. Ha
nheid van de
fistelijke dem
d.
voo
,onma:
i". E
rdi|
l van
l van
r-f
iV
?
y
oo
z<
k
h
i *?* *
ei todh
leJti&aar,
r *ft'W
[vox|e>,
l?
l weten da
Baarde h
leenchim
ontorikk
het b<
Ie ree
Ett
l de
ooi
ing 'tot
?eM sle*
it?ei
teur voor Economische Zaken, die voor
een bespreking met Colijn is komen
overvliegen, heeft b.v. slechts enkele
woorden over zijn hoofdstuk kunnen
hooren wisselen.
DE STAATSCOMMISSIE VOOR DE
ONDERWIJSCONCENTRATIE is
thans geïnstalleerd: het is alleszins te
wenschen, dat zij er in slagen zal de
onderwijsbezuiniging-door-middel-vanhet-tegengaan-van-versplintering, wel
ke bij het aftreden van minister
Marchant in zulk een onevenredige ver
houding voor openbaar en bijzonder
onderwijs was blijven liggen, zal weten
te vinden op een wijze, die het beginsel
der pacificatie handhaaft en rechter- en
linkerzijde beide kan bevredigen.
Een tweede delicate kwestie, die
onder het bewind Marchant geen voort
gang heeft gevonden is het door de
commissie-Bijleveld uitgewerkte voor
stel uit het rapport-Welter tot lagere
salarieering van kloosterlingen-onder
wijzers. Dit rapport is ook nu nog
geheim, maar het schijnt wel zeker,
dat de commissie, waarin ook katho
lieken zaten, unaniem voorstandster van
een verlaging was. Dit is trouwens niet
zoo vreemd: in het buitenland wordt
zulk een afzonderlijke regeling overal
door de katholieken aanvaard; in
katholieken kring is hier en daar ook
wel ontstemming over de bevoor
rechting vatt kloosterlingen-leerkrach
ten boven R.K. leeken bij het bijzonder
onderwijs, welke hiermee gepaard
gaat; en tenslotte wordt in de R.K.
sociologie aan het behoefte-element
in het loon een groote waarde toege
kend. Het gebruik van dit laatste
argument bij den aanval van den R.K.
Suring op de gehuwde ambtenares is
trouwens voor Mr. Boon de aanleiding
geweest, deze kwestie weer aan het
rollen te brengen. Bovengenoemde
redenen zijn sterk genoeg om, zonder
een zweem van anti-papisme, déze
bezuiniging van twee . drie millioen,
in een tijd waarin zooveel offers ge
bracht moeten worden, noodig te
achten.
DE N.S.B, deed deze week veel van
zich spreken, maar vermoedelijk
met weinig propagandistisch effect
De twee Eerste Kamerleden werden
door minister Slingeberg resp. wegens
een domme en een onbehoorlijke vraag
afgestraft; de bisschoppen van Roer
mond en Den Bosch hebben een laatste
ernstige vermaning tegen het lidmaat
schap van de N.S.B, en een uitdruk
kelijk verbod van het lidmaatschap
van derzelver Raad van Katholieken"
uitgevaardigd; minister Colijn en an
deren hebben gewaarschuwd tegen de
onverantwoordelijke N. S.
B-propaganda voor emigratie naar
NjeuwGuinea; de berechting van de Duin
dorp-relletjes bracht weinig verheffende
kanten van de colportage-tochten met
Vova" aan het volle daglicht. Maar
het minst prettige voor Mussert en zijn
vrienden moet toch wel wezen, dat de
zoo luid toege-houzee-de
N.S.B.-sigarenwinkel betrapt is op nauwere
relaties met de Duitsche nazi's en wel
met het onwelriekendste element daar
van, het Stürmer"-antisenutisme, dan
het hoofdkwartier pleegt te erkennen.
De heer Boon (wiens
meeningsverschillen met zijn partijbestuur hem blijk
baar niet in zijn activiteit hinderen)
heeft in zijn vragen aan minister Van
Schaik bekend gemaakt, dat deze
neo-pornografie in een kamertje achter
den winkel door de
winkeliers-N.S.B.functionarissen aan alle vragers met
voldoende arisch" uiterlijk werd
verkocht.
Dat er voor deze ontdekking en
daarmee samenhangende onthullingen
allerlei methoden noodig zijn geweest,
die aan contraspionage doen denken,
is geen verheugend teeken voor de
Nederlandsche politieke verhoudingen.
Maar de N.S.B, is de laatste die zich
daarover mag beklagen.
Uit De Groene van 16 Juni 1895
LOHMAN EN KUYPER
DE oneenigheid tusschen
de beide deelen der
a n t i - revolutionnaire
partij, de groep der conser
vatieve en die der democra
tische leden, heeft zulk een
hoogte bereikt, dat de buren
op de stoep komen staan,
bevreesd dat het krakeel tot
handtaste- lijkheden zal lei
den.
De Standaard, en het is
haar geenszins te misduiden,
meent verstaan te hebben,
dat de Nederlander haar voor
verrader heeft gescholden.
De Nederlander, minder be
dreven in het gebruik van beeldspraak
dan een polemische natuur nuttig is,
heeft dadelijk erkend, dat zij het zoo
erg niet bedoeld had, maar de Stan
daard houdt voet bij stuk en ant
woordt: die excuses neem ik niet
aan. Duidelijk was in het ongeval op
zee verklaard, dat Dr. Kuyper, zonder
scheepsraad te houden, op eigen gezag
en in strijd met de scheepspapieren,
EEN ANDERE VLAG, EN WEL DIB DES
VIJANDS, NAAST EN VOOR DE
NEDERLANDSCHE LIET HIJSCHEN".
De ruzie is zoo hevig dat een der
buren al eens even aan de deur heeft
getikt, om gehoor te krijgen, in de hoop
de twistenden tot rede te brengen. Och,
zoo riep het Centrum hun toe: Houdt
toch op, ge brengt onze geheele buurt,
het christelijke kwartier, door uw
rumoer in opspraak. En zoo sprekende
richtte het vooral het woord tot de con
servatieven ....
Welnu, dat de heer Lohman eer
hardhandig, dan handig verdient te
heeten, is bekend. Jammer genoeg dat
hij, nu de huisvrede eenmaal verbroken
is, zóó moeilijk zich bedwingen kan om
zich heen te slaan desnoods met voor
werpen, die in het hoekje van den
haard moesten blijven staan, raak
of mis. Maar aan den anderen kant
moet opgemerkt worden, dat de
hardhandige man tot drift geprikkeld is, en
al moge hij zich in zijn drift komen te
ontgaan, tot de eerlijke menschen be
hoort gerekend te worden, steeds be
reid in oogenblikken van bezinning zijn
gebrek aan zelfbeheersching te erken
nen en te betreuren. Kan ik het helpen,
zoo hooren wij hem dan verzuchten,
dat mij het bloed kookt? Man kan er
zich wel over verontwaardigd betoonen,
«IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIUIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllfe
Nu er in onze dagen weer sprake Is van
hereenigtngspoglngen der Anti-Revolutionaire en der Christelijk-Hls~
torise/ie partij', i's het interessant een artikel te herlezen
uit den tijd dat de kloof tusschen beide groepen zeer
diep was. interessant niet het minst, omdat de posities
zoo sterk verschoven zijn: van onderstaand hoofdartikel
uit J895, dat wij deze week in onze jubifeum-serie op
nemen, is de voor dien tijd volkomen juiste conclusie:
de sp/ij'tzwam tusschen deze geestverwante groepen is de
Democratie. Hoe Is bij de jongere generatie de toestand
veranderd! Nu hooren wij bij de Christefi/k-Historischen,
waarvan een aantal jongeren thans De Nederlander"
red/geert, veeleer vooruitstrevende geluiden.
iets oneerlijks, iets om
lijks, dat is jammer
daad ! Aan zoo iets mr t e«
einde komen. Laat da
't laatst geschied zijn in <je
Nederlandsche, indeQ rjste.
lijke en in de Onchris;
pers.
?klIlllltlllMllinniHIHIIIIIIMIIIHHIUMIUIIIHmHIIIIIIIIIHIIHHMIIIIIIIHIIIIIIIIIIUIIIMIIIIIIIIIIU?
dat wij met krachtige, soms wellicht
te krachtige woorden, tegen al deze
voorstellingen opkomen. Maar wat rest
ons anders, tegenover een tegenstander
die zijn lezers voortdurend de feiten,
die hem evengoed bekend zijn of door
hem vooraf kunnen worden geveri
fieerd, onjuist voorstelt? Die steeds in
gebreke blijft, zoo niet zijn dwaling te
erkennen, althans de tegenspraak mee
te deelen?"
Ziedaar een verklaring van
beteekenis. Lohmans hartstocht wordt ge
wekt door tweeërlei: ie door de on
juiste voorstelling, die Dr. Kuyper van
bekende en door hem te kennen feiten
geeft, 2e door zijn gewoonte om niet
alleen geen schuld te belijden, maar
zelfs de tegenspraak niet mede te dee
len. Wat nu die voorstelling der feiten
betreft, zij kan te goeder trouw zijn;
deze blijven buiten beschouwing; maar
het niet erkennen zijner dwaling, na
een onomstootbaar bewijs, en wel het
ergst nog, het niet eens opnemen der
tegenspraak, is een immoreele daad. Dit
moest niet Voorkomen in de pers, aller
minst in de Christelijke pers, die de
moraliteit een hemelsche wijding geeft;
want hierdoor daalt die pers tot be
neden heidensch peil....
Dat twee heroën als Lohman en
Kuyper in blinkende harnassen legen
elkaar optrekken en hun scherpe
zwaarden kruisen, neen dat is niet iets
in strijd met vroeden zin en wijs beleid.
De beginselen zijn gezalfde koningen,
die geen weerstand dulden.... Maar dat
in dien onvermijdelijken kamp, onder
nomen door twee Christen-oversten,
van weerskanten de klacht kan rijzen,
de gegronde klacht: daar is in de wijze
waarop gij mij aanvalt en u verdedigt,
OM de manier, w iar0p
de leider der r ;iser,
vatieve en de leider il r d{.
mocratische antirevol
nairen elkander weer
trekken zij de aandacl * van
geheel Nederland op zie ...
Waarlijk oppervlakki, b*.
schouwd, bestaat er alle reden to ver.
wondering, tot verbazing zelfs.
Beiden n in het geloof; s-men
ontwerpers van n staatkundig pro.
gram, aanvoerders derzelfde ; utij,
beiden dragende den bijbel na; f de
Volkssehool, beiden er op uit Mi erva
te doen buigen voor de Openb. ing.
Wat mag er geschied zijn ? vraagt uen,
dat men hen zoo plomp ziet bc» en?
Het raadsel is gemakkelijk <» t«
lossen. Dat is de kracht der Demo*, mie.
Welk een overeenstemming des geestes
er moge bestaan, de verkoeling kan
niet uit blijven, waar aan de wr der
gelijkheid van rechten, die de nii'.uur
heeft afgekondigd, door den eei
oor wordt geleend, terwijl de i
haar loochenen wil.
De democratie dwingt de kt k'n
zich naar haar te schikken en elke
kerk, die in tegenstelling met den . auj
van Rome, of met het calvinism»
Dr. Kuyper, zich tegen hare e
verzet, straft slechts zichzelve
verkwijning, eindigende in een
zamen, smadelijken dood. Wai :eer
de kerken nog een tijdlang de d
nocratie kunnen weerstaan, de poli eke
partijen blaast ze uiteen en on,ver.
Nu zelfs Lohman en Kuyper mr'ten
scheiden, klinkt het, meenen wij,
krachtiger dan ooit door hét kat h o .eke
protestantsche en ongeloovige N
land: de dagen uwer eendracht
geteld. De democratie eischt u op
haar streven.... ge zult u nv
verklaren voor of tegen haar, wan
conservatief-democratisme, of een
raal-radicalisme, een samengaan
verdedigers en van bestrijders
volksrechten en der volksbela gen
heeft geen toekomst meer.
het
ider
var.
hen
met
\ng
ier:ijn
oor
ten
een
:bevan
der
Teekeninc van Joh. Braakènslek In D* Groene van 23 Juni
IN DEN POL/T/EKEN RESTAURANT
Dr. Schaepman: Kom, loop er nu met hee/emaaf uit!
PAG. 4 OE GROENE Ne. MM
HET ZWAARD ZIJ DE ZIEL VAN DEN SAMOEIAI
MET deze woorden bond in zijn laatste levens
jaar, in 1616, de stichter van het Tokugawa
Shogunaat, lyeyasu, de Japansche ridder
schap tot n gesloten stand van krijgslieden samen.
Buiten deze kaste mocht geen Japanner de beide
?i Baarden dragen: het lange bestemd voor den vijand,
! e c korte voor het hara-kiri wanneer de nederlaag
tten andere keuze Het. De Samoerai werden de
nvicht waarop door de eeuwen heen het shogunaat,
,n naam wel voor den goddelijke n keizer, het
Japanc hèrijk feitelijk zelf regeerden. Zij vormden de af*
£ i sloten eenheid die twee en een halve eeuw iederen
v: »emden invloed van buiten en vooral van het
\V ->sten wist te weren.
En nog, na twee en een halve eeuw, zijn het de
S, moerai, is het het leger, dat het land tenslotte
lieert omdat dit alleen den rechten weg van den
\ i ijgsman" kent, die door geen ander gekend kan
vorden. Zij immers kennen de traditie waarin Japan
f root werd.
Het verzet van de krijgsmanskaste teekent zich
:nds 1926 af als een roode stippellijn. Telkens een
? , oord. Hooge regeeringsambtenaren, die het traditio
nele streven trachtten te weerstaan, werden ver
moord. Het ligt volkomen in de lijn van het
Japan?;,-he denken, om hierin geen on-eerbaar ,,moorden"
rt zien. Bij het beoordeelen van alles wat daar ge
schiedt moeten wij in het oog houden, dat we de
Japansche gebeurtenissen nooit naar westerschen
;'maatstaf mogen beoordeelen.
De technische efficiency van het militaire Japan,
' t uiterlijk vertoon van westersche uniformen, mag
i.as niet op een dwaalspoor brengen. Juist daar leeft
,'.- oude traditie. En een Saionji of een Takahashi,
??.ie de oude volksdracht trouw bleef, vergeeft men
ruet dat hij het Westen" vertegenwoordigt.
Na de gewelddadige doorbraak van deze
om: uring door den Amerikaanschen admiraal Perry
;?? 1853, trad in 1868 het shogunaat terug door alle
i acht weer in handen te leggen van het centraal
.zag van den Mikado. Een vormwisseling, zooals
> < meerdere zouden volgen. De Genro, de Raad der
Ouderen, gaf voortaan het dooi slaand advies bij
.-?et vormen der opvolgende regeeringen, gaf de
nchtlijnen aan waarlangs de van alle kanten gretig
ioge:.iomen Westersche begrippen in het Japansche
-taatsleven zouden worden omgewerkt naar
Japan?i.-hen geest. De sterke nationale basis, in meer dan
-. ht eeuwen door de shoguns gelegd, bleek een
vrucht>are bodem waarop in drie kwart eeuw een
overge.- .men Europeesche staatstechniek een wereldmacht
jn doen groeien, die heel het wereldgebeuren voor
ellicht zeer nabije toekomst om den Pacific schijnt
'. zullen samentrekken. Gepantserd door de van het
esten overgenomen machtsmiddelen vindt Japan
eigen geest de kracht zijn bestemming te volgen,
>lgens eigen traditie.
f "R is reden bij de jongste berichten uit Tokio
fJ2 deze grondstroomingen van het Japansche
volks- en staatsleven te blijven onderkennen. Het
.' -ipansche probleem heeft voor Westersche oogen
ispecten die den Japanner niet het eerst opvallen.
'n dezen tijd van economischen chaos zijn wij
eneigd ook voor het Oosten die factoren het eerst
? o tellen die voor ons van het meeste gewicht
schijnen. Dan zien wij hoe Aziëvan een markt waar
?e Europeesche kooplieden de goederen weghaalden
? en strijdplaats werd voor de producenten van heel
>'e wereld met Japan als machtig concurrent. Dan
ten wij hoe de fenomenale bevolkingstoewas van
;apan het een uitweg móét doen zoeken naar
uiten de grenzen van het eigen tot iederen
vier? anten meter ontgonnen en bebouwde land. De
apansche expansiezucht is dus volgens Europeesche
?egrippen volkomen logisch. Maar de geschiedenis
'er volkeren pleegt zich nu eenmaal niet langs de
lijnen der westersche logica te voltrekken en een
gewelddadig ingrijpen in den gang van het politieke
even in Japan, zooals reeds bij herhaling de laatste
lecennia gebeurde en waarvan ook nu weer de
lerichten komen, vindt zijn verklaring niet in de
>erste plaats in economische nooden.
De drang naar expansie, die eerst Korea, daarna
landchoürije, nu weer Buiten-Mongoliëonder
leerschappij bracht, kwam maar zeer ten deele
"egemoet aan al die economische moeilijkheden
waarmee ook modern Japan te kampen heeft. Door
de eeuwen heen en ook nu nog is het in de eerste
kruq brut....
een -uorsUU/ke cdampacine.
plaats Bushido", de weg van den krijgsman, waar
langs het Japansche volk voortstroomt. Op dien weg
zal nu zelfs de eerbied voor den laatste der Genro's
wijken, voor den ruim 8o-jarigen Saionji, die als
welhaast eenige van zijn volk den geheelen opgang
heeft meegemaakt van kleinmacht tot wereldmacht,
maar die naar .den zin der Samoerai teveel
begoocheld bleek door de bekoring van het westersche
regeeringssysteem met partijen. Door zijn toedoen
kwam in Mei 1932 de nu gevallen Saito aan het
hoofd van een concentratieregeering volgens het
naar westersche begrippen volkomen redelijke com
promis van partij-inzichten, een systeem dat echter
niet past op den rechten weg van den krijgsman. Op
dien weg was zeker geen plaats voor mannen als
Okada en zeker niet voor Takahashi, figuren die de
Westersche inzichten van staatsbeleid zoozeer in
zich hadden opgenomen, dat voor hen het leger
op de tweede plaats werd geschoven.
Daarmee was het lot bezegeld. Nooit zou het
zwaard zich laten wegdringen. Verantwoordelijkheid?
Begrooting? Verfoeilijke westersche begrippen
evenzeer als groot-kapitaal en parlementair stelsel.
Japan wil groot zijn. Het is zijn roeping om Azi
te beheerschen.
Zoo worden nu als eischen der rebellen" ver
meld: afschaffing van het parlementaire stelsel,
herstel van de feudale rechten der ridderschap,
nationalisatie der groote vermogens maar bovenal:
opnieuw in het midden van het staats- en volks
leven de Mikado als hoofd van het leger.
Toen Hideyosho, de geniale strijdmakker van den
hiervoor genoemden lyeyasu, de voor zijn keizer
heroverde Japansche gebieden bezocht sprak hij
voor het beeld van den eersten shogun Yoritomo
(overl. 1199) de volgende woorden: Gij zijt mijn
vriend. Eens hebt gij alle macht in Japan bezeten
zooals ik die nu bezit. Gij een edelman, ik een zoon
van den donkeren akker, slechts wij beiden waren
daartoe geroepen. Maar mijn uitein
delijk doel is, niet alleen heel
Japan te beheerschen, neen, ik wil
verder en mij wagen aan de verove
ring van China. Wat denkt gij hier
van, gij mijn groote broeder ?"
Mr. P. H. W. F. TELLEGEN
Rechts: Takahashi,
de Grand O/d man
van Japan, het
meest betreurde
slachtoffer der
jongste woelingen»
Uiterlijk een man
van traditie, was
hij in werkelijkheid
een stuwende
kracht van het mo
dernisme in zijn
vaderland.
PAG. 5 OE GROENE No. 306*
***VJ
$ttf
* /*.
Boven: Generaal^
Sadao Araki, on4
donks zijn moderner
uniform een der
dragers van de tra-.J,
ditie der Samoerai .fu
Hij vertegenwoor-ffi
digt de werkelijke^
macht in Japan, des,'
macht van het£
leger
m'i.
i
? R
l J