Historisch Archief 1877-1940
Commentaar verder
overbodig
?R f A het meer heftige dan overtuigende Es ist
/ Y nicht wahr" van den Heer Mussert in het
U.D., onmiddellijk na onze publicatie van
het gesprek tusschen hem en den Heer A. M. Brou
wer, verbeidde men met spanning het eerstvolgende
nummer van Vova. Een persoonlijk woord van
verantwoording van den Leider" in eigen kring
mocht men daarin althans verwachten. Niet alleen
het belang van de zaak zelve maar ook de verre van
gunstige ontvangst, die het eerste simpele démenti in
de pers bereid was, gaven daartoe reeds alle aanleiding.
Bovendien was er nog de merkwaardige tegenstrijdig
heid in de uitlatingen van den Heer Mussert zelf en
die van zijn schildknaap den Heer van Geelkerken,
waarop de heer Brouwer hier reeds de vorige week
wees, en die wel eenige opheldering vereischte. En
ten slotte was er van andere zijde op gewezen, dat het
verslag van den Heer Brouwer controleerbare feiten
behelsde, die hem moeilijk anders dan uit den mond
van den Leider" zelf bekend konden zijn; zoo wees
b.v. de Maasbode op de mededeeling omtrent 's Heeren
Musserts mislukte pogingen om een Bisschop voor
zijn zaak" te interesseeren.
De eenige vertrouwen-wekkende vorm van demen
teering ware bovendien een korte uiteenzetting van
de meeningen, die de Leider" ten aanzien van de in
het verslag van den Heer Brouwer" aangevoerde onder
werpen dan wel de zijne noemt, zoo mogelijk met ver
wijzing naar vroegere uitlatingen of een vaste gedrags
lijn, die aannemelijk zoude maken, dat niet pour
besoin de la cause zoete broodjes werden gebakken.
Vova bracht echter niets van dat alles.
De Leider" zelf deed er maar liever het zwijgen
toe en de Redactie van zijn orgaan meende te kunnen
volstaan met het volgende mislukte grapjasserijtje,
dat slechts de verdienste heeft, dat het den laatsten
twijfel omtrent de vraag aan welke zijde in deze het
gelijk is bij lederen ernstigen beoordeelaar wel zal
hebben weggenomen :
TEGEN DE N.S.B. MAG ALLES
Een gefantaseerd interview"
NA HET MISLUKTE REFERENDUM
ZOOALS MUSSERT
NIET SPREEKT
Een porsgosprok ais
prikkelleotuur
WEER EEN GEFANTASEERD INTERVIEW"?
Mr. G. A. Boon, Lid 2de Kamer
Denn was man schwarz auf weiss besitzt
Kann man getrost nach Hause tragen.
DE Heer Brouwer heeft van zijn gesprek met
den Heer Mussert aanteekeningen gemaakt,
die hij onmiddellijk na zijn terugkomst aan
de redactie toonde. De uitlatingen lagen geheel in
in de lijn van den Heer Mussert, maar op papier
doen zij nu niet bepaald aangenaam aan. Op 24
Juli noemt Volk en Vaderland" het gesprek
van den eersten tot den laatsten letter fantaisie en
veronderstelt liefelijk, dat de geheele redactie van
,,De Groene" den Heer Brouwer heeft opgedragen
eens wat te fantaiseeren over een interview, dat
niet plaats had. De veronderstelling onteert den
beleediger, niet de beleedigden.
Van het onderstaande zal echter moeilijk een
désaveu kunnen worden gegeven.
Kort geleden promoveerde aan de Universiteit
te Giessen Dr. Dr. Helmut Otto, die van de juridische
faculteit den doctorstitel in het kwadraat ontving
voor zijn dissertatie over Die flamischen und
hollandischen Nationalbewegungen". Natuurlijk wilde
de Heer Otto de Nederlandsche Nationaal Socialis
tische Beweging, waarover hij in het blad van zijn
gouwleider Florian ,,Die Volksparole" onder den
titel Hou Zee" reeds een geestdriftige beschrijving
had gelezen (?Jede vorüberziehende Gruppe grüsste
ihren Führer mit dem vonder NSB. bernommenen
deutschen Gruss") uit eigen aanschouwing leeren
kennen en dies begaf hij zich ter verzameling van
gegevens voor zijn proefschrift in Augustus 1935
naar het Hoofdkwartier der N.S.B, te Utrecht.
Daar hem werd medegedeeld, dat Ir. Mussert op
dat oogenblik in Niederlandisch-Indien in einem
grossangelegten Propagandafeldzug von
Versammlung zu Versammlung" vloog, moest hij zich
tevreden stellen met den Steil vertreter des Führers"
den Heer van Geelkerken. En wat teekende Dr. Otto
uit den mond van Mussert's plaatsvervanger op?
Tagtaglich stromen immer mehr Anhanger zu
unseren schwarzroten Fahnen. Der Geist unserer
Leute ist glanzend, und dass wir auf dem rechten
Wege sind, beweist uns das Geheul der jüdischen,
liberalistischen und marxistischen Grossstadtpresse.
Aber allen Gewalten zum Trotz marschieren wir !
Auf unserer Seite steht das Militar mit seinen
Offizieren; in einem Fliegerlager waren 95 % der
Stimmen für uns. Auch die staatliche Polizei in den
Grossstadten ist auf unserer Seite; wahrend die
regierende Königin unseren Bestrebungen gegenüber
uninteressiert ist, begeistert sich die Kronprinzessin
Juliana für unsere Idee. Ihre gesamte Umgebung
sind Nationalsozialisten !"
De bedoeling is duidelijk: Gij, Duitsche Nazi's,
maakt u zoo warm over Oostenrijk, Danzig en
Memel, bedenkt toch dat in het stam verwante
Dietschland het geheele leger, het korps vliegeniers
en de politie onze broeders zijn." Is grooter mis
leiding en leugen denkbaar? Maar veel ergerlijker
is wat gezegd wordt over ons Koningshuis. Onze
Koningin zou niet het minste belang in de Bewe
ging" stellen. Och neen, onze Koningin, van wie
ieder, die met Haar in aanraking komt, weet dat
Zij altijd met intense belangstelling alles
medebeleeft, wat in Haar volk omgaat, zou zich niet voor
staatszaken interesseeren ! Maar de Duitsche Nazi's
kunnen, zoo vervolgt de Heer van Geelkerken, ge
rust zijn: de troonopvolgster en Haar geheele om
geving zijn allen vurige nat ionaal-socialisten. En
dit zegt de leiding van de Partij, die zich beroemt
op haar z.g. Oranjeliefde en die zich niet ontziet
met dergelijke leugens het Vorstenhuis in den
politieken strijd te betrekken.
Ook over het einddoel van de N.S.B, lichtte de
Heer van Geelkerken den Heer Otto in: Unser
Fernziel besteht in der Errichtung des
GrossDietschen Reiches, zu dem auch die Flamen in
Belgien und Nordfrankreich gehören."
EEN teer punt bij het interview was het
Jodenvraagstuk. Weliswaar is de Ariërparagraaf"
een der weinige programmapunten, die de N.S.B.
niet van de Duitsche moederpartij heeft overge
nomen, maar ik heb onlangs twintig bewijzen
van het anti-semitisme der N.S.B, geleverd. Toch
zeide dezer dagen Ds. van Duyl op zijn
propagandareis in Indië, dat de N.S.B, volstrekt niet anti
semitisch is. Ach ja, in Indiëis het naar voren
brengen van het rassenvraagstuk ietwat gevaarlijk,
want Herr Otto erkent, dat het moeilijk is dit te
sterk op den voorgrond te brengen, omdat in
Holland seit 300 Jahren Mischehen mi4 der
Kolonialbevölkerung geduldet und als vollgültig anerkannt
werden." Daarom is 't wenschelijk in Indiëniet met
het begrip Mischlinge" aan te komen.
De Heer van Geelkerken onthult echter in het
interview nog eens het ware standpunt der N.S.B.:
Wir bedauern, dass uns von Deutschland in letzter
Zeit Judenfreundschaft und andere schone Dinge
vorgeworfen werden. Gewiss, wir haben keinen
Arierparagraphen und haben Juden in unsere
Reihen aufgenommen; das besagt aber nicht, dass
wir Judenfreunde sind und ich kann Ihnen verraten,
dass die 150 Juden, die wir unter unseren 54000
eingeschriebenen Mitgliedern haben, sich in unseren
Reihen nicht sonderlich wohl fühlen. Eine Anzahl
von Ihnen ist in letzter Zeit auch schon wieder
ausgetreten."
En verder: Sie werden begreifen, dass wir uns
unter diesen Umstanden nicht auf das Rasseprinzip
festlegen dürfen. Auch bei uns in Holland gilt der
Grundsatz: Die Politik ist die Kunst des Möglichen!"
Für uns geht es darum, zunachst einmal die Macht
im Staate zu erobern."
Het is heel duidelijk: In Holland moeten wij
daarmede voorloopig wat voorzichtig zijn, maar,
Duitsche Nazi-broeders, maakt u niet ongerust,
als wij eenmaal de macht in handen zouden krijgen,
dan spelen wij het met de Joden op uw manier ook
wel klaar.
Dit interview, te vinden op pag. 78, 79 en 80 van
de dissertatie van Kameraad Dr. Dr. Helmut Otto
en eerbiedig Meinem Gauleiter Pg. Staatsrat
Friedrich Karl Florian M. d. R." opgedragen, zal
men moeilijk weer kunnen beantwoorden met: Es
ist nicht wahr".
rflIHiiiniiniittiiiiiiiiiiiiiiiuiuiuuiiuiiliiiiuiuiiiiiii
IIUUIIUIUIIIIIIIUI
DE heeren zaten naar \vekelijksche
gewoonte bij elkaar en keken
elkaar aan.
,,Wat nu?" zei er een, en de anderen
herhaalden: Wat nu?"..
,,Laten we het maar ronduit zeggen,"
zei een ander: ,,het is een sof!" Dat
beteekent op zijn Amsterdamsch, dat het
heelemaal niets is, volkomen niets.
,Ja," zei numero drie, ,,het is een sof,
een reuzesof. Nauwelijks 24 pCt. van
de biljetten is teruggekomen; nog geen
kwart heeft meegedaan en we hadden
ze nog wel zoo zorgvuldig uitgezocht. De
N.S.B, heeft het spel van te voren door
zien en deed niet mee. En nu kunnen
we wel spreken van een overwinning
van het democratisch volksfront, maar
we weten zelf ook wel, dat dat maar
larie is."
Allen keken kwaad naar Anton M.
Brouwer, die het zaakje georganiseerd
had en voor het fiasco de verantwoorde
lijkheid droeg. Ze hadden gehoopt twee
vliegen in n klap te slaan: een , ?.over
winning" op de N.S.B, te organiseeren en
door de reclame voor het ,,referendum"
de oplaag van de Groene wat omhoog te
drukken. Maar het was mislukt en
het was zijn schuld.
Anton M. Brouwer voelde onder die
blikken het bloed naar zijn hoofd stijgen.
Maar hij \ermandc /ich. Hij moest een
uitweg vinden.
,,Heeren," stamelde hij, ,,heeren, ik
heb nog iets. \Ve zijn nog niet heelemaal
verslagen. U weet, dat ik toen bij Mus
sert ben geweest om te vragen of hij
mee deed. Als we daar eens een inter
view van maakten."
De heeren keken wat minachtend,
maar er zat toch wel iets in het idee.
,,Heeft Mussert je iets van belang ver
teld ?" vroeg er een. ,,Nee, dat niet," zei
Anton M. Brouwer, maar ik kan er toch
wel wat van maken immers."
,,Nou, laten we dan eens kijken wat jij
er van maakt!" zeiden de heeren.
Wat Anton M. Brouwer er van heeft
gemaakt, heeft men in het laatste num
mer van de Groene kunnen zien. Een
compleet interview.
Het is alleen maar jammer, dat er
geen woord van aan is. Maar dan ook
heelemaal geen woord. Over de heeren
Van Asbeck en Pollema is met geen
woord gesproken. De mededeelingen, die
Mussert aan Anton M. Brouwer zou
hebben gedaan over de politieke toe
komst van ons volk, de Kerk en het
Germaansche volkskarakter zijn volko
men uit zijn rooden duim gezogen. Het
i's van de eerste letter tot de laatste
letter fantasie. Zelfs dat Anton M- Brou
wer onder het gesprek aanteekeningen
zou hebben gemaakt, is onwaar. Het is
cén aaneenschakeling van pertinente
onwaarheden.
Toen Anton M. Brouwer met zijn
interview" bij de heeren kwam, keker
die elkaar opnieuw aan. ,,Kerel", zei er
een, ,,hoe kan je zooiets belangrijks nu
drie volle maanden onder je houden?
Snap je dan niet, dat we dat prachtig
tegen de N.S.B, gebruiken kunnen!" De
anderen glimlachten....
Maar toen was het de vraag:vat doen
we er mee ? Het is een vaststaande wet
yan fatsoenlijke journalistiek, de proef
van een interview aan den geïnterview
de voor te leggen ter goedkeuring. Dat
weet elke redactie. En de heeren konden
op hun vingers narekenen, dat dit
gefantaseerde interview" van drie
maanden oud de prullemand in zou
gaan. Zouden ze.. .. ? Konden ze.. .. ?
,,Ben je gek," zei er een, ,,zet hét er
in. Van de N.S.B, gelooven ze alles en
tegen de N.S.B, is immers alles geoor
loofd. Het is veel te mooi om het niet
te plaatsen.
We slaan nu drie vliegen in n
klap.
Ten eerste is 't een goede wraak
neming voor het mislukte referendum.
Ten tweede kunnen we er reclame
mee maken. Zet een groot portret van
Mussert op het omslag: Mussert spreekt,
net als op de N.S.B.-biljetten. Je zult
eens zien, hoe de nummers wegvliegen !
Ten derde maken we politiek eeri
goede beurt. Die marxistische uitdruk
kingen volksverdommers" en land
verraders", die Brouwer er over de
katholieke geestelijken in gezet heeft,
doen het 'm wel bij de Staatspartij. Dan
kan de S.D.A.P. bij monde van
Kleerekoper moord en brand roepen over dien
gemeenen anti-papistischen Mussert; De
Maasbode geeft A.B.K. weer een pluim
pje daarvoor en als straks S.D.A.P.
en R.K.S.P. aan de macht zijn, hebben
wij een wit voetje. En dat kunnen
we best gebruiken met dat anti-semitismc
in Oostenrijk."
Hij had alleen Mussert nog iets
vuils over de S.D.A.P. óók kunnen
laten zeggen", merkte een ander op.
,,Dan was het vollediger geweest. Maar
het kan zoo ook wel. Laten we het
maar nemen."
Aldus werd besloten. Het portret van
Mussert kwam op het omslag en het
interview" er in. De kranten namen
het over en riepen schande over die
gemeene N.S.B.
Anton M. Brouwer zal wel promotie
maken....
Jt^
De reportage van de week
HET DORP DER ZINNELOOZEN
PAG. 4 DE GROENE No. 3007
}
DRIEDUIZEND krankzinnigen loopen rond
in Gheel, een kleine plaats in de Belgische
Kempen.
Waarom? Omdat de heer Damen, die zoo om
streeks het jaar 600 Ierland regeerde, een schobbejak
was.
Die snoode vorst had namelijk het plan, zijn doch
ter Dymphna te huwen. Zij voelde daar niets voor
en haar biechtvader had ook overwegende bezwaren.
De kuische Dymphna en de pater staken de zee over
en gingen in het Vlaamsche land, in Gheel, wonen.
Maar d; heer Damen liet 't er niet bij zitten; hij was
beleedigd en bovendien vertrouwde hij dat uit
stapje van zijn achttienjarige dochter niet. Dies trok
hij naar Vlaanderenland en sneed, gelijk in dien tijd
gebruikelijk was, eerst het hoofd van zijn dochter
en daarop dat van haar pater af. Waarna hij voldaan
naar Ierland terugkeerde om daar verder te
regeeren.
Dymphna werd begraven en eenigen tijd later
wist men te vertellen, dat krankzinnigen aan haar
graf weer normaal werden. Een stroom van zinne
loozen trok naar Gheel. Zij genazen niet allen, maar
de bevolking verleende hun gaarne gastvrijheid
tegen een matig prijsje
In 1852 maakte de Belgische staat aan alle won
deren een einde, door er een staatsinstelling van te
maken. Nu wordt de leider van de Rijkskolonie
voor Zwakzinnigen door den koning der Belgen be
noemd; hij regelt de gezinsverpleging en is in Gheel
een machtig man.
We loopen met den geneesheer-directeur door
het stadje. Een vijftiger, Nederlander van ge
boorte, stevent op ons af, drukt ons de handen
zegt in n adem:
Geweldig druk, dokter, heele stapels gedichten
moet ik op papier zetten. Is die meneer ook dokter?
O journalist. Komt goed uit, want ik heb in
het Handelsblad een artikel van Nijpels gelezen. Die
beweert dat Dollfuss dood is. Weet u er iets van?
Mascagni trekt er zich in elk geval niets van aan,
want die heeft van avond in Milaan een uitvoering
van een nieuwe opera. Gaat u mee er heen? Nou,
dag heeren, ik moet er van door. En als u in Hol
land terug bent, informeert u dan vooral naar wat
die Nijpels wil uithalen met Dollfuss...."
Hij loopt haastig door. We huiveren even, ondanks
onszslf.
Op gezlnsbezoek
ALLE woningen herbergen patiënten; ze worden
regelmatig bezocht door een wijkverpleger of
n der zeven gïstichtsgeneesheeren; dr. Sano, de
chef, houdt van tijd tot tijd inspectie. Hij wordt met
onderscheiding ontvangen, primo omdat hij een
alleraardigste oude heer is, secundo omdat hij nu
eenmaal alles te zsggen heeft.
Bij ons eerste bezoek treffen we het. De patiënt
maakt geen zinneloozen indruk. Hij zit de Nieuwe
Rotterdammer echter van 9 Decembar te lezsn
en begint een vrij normaal gesprek. Maar als we op
het punt van vertrekken staan, neemt hij den dokter
apart en vertelt hem, dat het hem wel zal lukken,
die leening van tien millioen francs los te krijgen....
De man was vroeger lid van de directie eener ban
kiersfirma in Zuid-Holland; nu sluit hij nog met
iederén, met den suikerbakker en den leerlooier van
Gheel, enorme financiësle transacties af.
Een arbaidershuisje, eenvoudig en proper. Een
nerveus doend vrouwtje loopt ons al in de gang
tegemoet en zegt dat die marinier haar weer lastig
valt. Hij zat vannacht ondsr haar bad en prikte met
een sabsl door de matras heen. Zou de dokter niet
eens naar den minister willen schrijven? De genees
heer reageert niet onmiddellijk, en een oogenblik
later is d- patiënte 't blijkbaar al vargeten. Ze komt
nu met haar boakje aandragen, waarin dr. Sano
PAG. 5 DE_GROENENo.30S7
zijn paraaf zet. ledere verpleegde heeft zulk een
register, waarin allerlei persoonlijke bijzonderheden
opgeteekend staan. Aan de hand van de datums
kunnen we ons ervan overtuigen, dat de controle
inderdaad regelmatig plaats vindt.
Meneer X zit te huilen als we bij hem komen; hij
heeft er zoo'n spijt van, een poging tot vluchten te
hebben gedaan. Er tracht nogal eens iemand weg te
komen, maar in negen en negentig van de honderd
gevallen wordt hij teruggebracht. De kosten van de
terugreis moet hij dan zelf betalen en dat houdt
velen terug Meneer X heeft dus spijt, om de
vlucht en om de centen. Hij zweert zware eeden dat
ie het nooit weer zal doen. De dokter gelooft hem
toch wel op z'n eerewoord?. De dokter knikt. Een
uur geleden heeft hij ons op z'n bureau het bewijs
getoond, dat meneer X een nieuwe poging om weg
te komen voorbareidt....
Het is mosilijk, heel moeilijk te wachten totdat je
behoort tot de honderdtwintig patiënten, die per jaar
ontslagen worden.
Er zijn er natuurlijk ook, die hier zóó zijn ingebur
gerd, dat ze niet weg zouden willen. In een huisje wa
ren twee vrouwen, een imbeciele uit Schagen en een
zinnelooze uit Antwerpen. Toen de vrouw des huizes
stierf in het kraambed van haar negende kind, was
de oudste van het stel amper twaalf jaar. Toen heb
ben die twee zwakzinnige vrouwen vier jaar lang
het huishouden geleid. We hebben de kinderen ge
zien; het zijn stevige, gezonde meiden en jongens
geworden. Dacht men nu, dat zulke vrouwen nog
ooit in een andere omgeving zouden willen komen?
Het zieligst zijn de kinderen, die hier in verple
ging komen, en waarvoor ook een school bestaat.
Negentig procent van dezen hebben syphilitische of
aan alcohol verslaafde ouders gehad. Zij hebben
geen jeugd. Ze teven alleen, maar daar is ook alles
mee gezegd. Want het leven glijdt over deze
stumperfjes heen, zonder dat zij het kunnen aangrijpen.
Zij wórden geleefd....
De kerken van Gheel
DE ontvangst in de katholieke kerk is verre van
hartelijk. Bij den ingang staat namelijk een
jongeman, die zich Petrus waant te zijn, en hij heeft
ernstig bezwaar om dr. Sano en ons in zijn particu
lieren hemel binnen te laten. We loopen door, maar
Petrus rent ons achterna en schreeuwt: Waar was
je bij de hoogmis, hè? Nou kom je er ook niet in.."
In elk andere godsgebouw zou dit lawaai natuurlijk
een opschudding van belang veroorzaakt hebban,
n JNIOIICK irmiHiuu * m IEKIUII
CUpl. K*ptta*l
PI.
1.700,000,1.a710tt,~
P*ndbrl«v«n . . . . 14.10t.000,
Hypoth«k«n ......
lB.4t4.ttO,0« Dlr. i Mr. ft. J. VAN XMST» Mr. J. P. VCRtTKIVCN
maar hier niet; in Gheel is men er aan gewend dat
de kerk vol zinneloozen zit!
En de vriendelijke pastoor toont ons de kerk,
waarbij we aan de weet komen dat er ter nage
dachtenis aan Dymphna, den lezer welbekend, een
vereeniging bestaat ter bevrijding van de krank
zinnigheid". Voor n franc per jaar krijgen de leden
na hun dood n plechtige plus vier gewone missen.
In het protestantsche kerkje zijn alleen Neder.
landers vergaderd. Ze luisteren naar het stichtelijke
woord van den predikant, en genieten van het
schoone, doch ietwat vervelende harmoniumspel van den
man die zoo schitterend: Een karretje op den
zandweg reed" kan zingen. We blijven er een poos,
en bij het afscheid drukt een oud vrouwtje, dat al
meer dan dertig jaar vertelt dat ze morgen" naar
Amsterdam teruggaat, ons de hand.... En of we
haar morgen maar even aan het
Weesperpoortstation willen opwachten.
De merkwaardigste sociëteit van Europa is zonder
twijfel de Van Disselkring in hotel Het Lam". Daar
zitten de patiënten, die in Holland geboren zijn,
bijeen. Ze lezen in boeken die onze grootouders al
een tikje ouderwetsch vonden, ze bladeren in tijd
schriften uit de jaren van Willem III. Van tijd tot
tijd gaat iemand aan de piano of het harmonium
zitten, en als hij dan in werkelijkheid musicecren
kan is het meegenomen, want een concert van een
goedwillende die geen noot kan spelen is heusch zo
zeldzaam niet.... Daar brengen ze hun tijd door,
onze landgenooten, wier afwijking door de anderen
niet wordt opgemerkt omdat die anderen evenmin
normaal zijn.
Deze soos" is hun eenige afleiding, naast de
bioscoop, waar voor n franc films te zien zijn die
voor twee jaar in Amsterdam draaiden....
Historisch gegroeid
ZOO leven in Gheel zevenhonderd Nederlanders.
Zoo leven er drieduizend Belgen, Nederlanders,
Turken, Franschen en Spanjaarden.
Gheel leeft van deze menschen. Zooals Eindhoven
zijn gloeilampenindustrie en Kampen zijn
sigarenindustrie heeft, vinden de inwoners van Gheel hun
bestaan in de zinneloozenindustrie. Welke laatste
buitengewoon bloeit.
We matigen ons uit den aard van de zaak geens
zins een oordeel aan. Deze materie is bijzonder in
gewikkeld. Maar n ding staat wel als een
paal boven water: alleen in een armelijke omgeving
als in de Belgische Kempen, waar het hart van den
modernen tijd niet klopt, kunnen menschen bereid
gevonden worden, deze patiënten in hun gezin op
te nemen. En zelfs in Gheel zijn er nog rangen en
standen men kan er verpleegd worden in arme
lijke arbeiderswoningen en in mooie heerenhuizen;
't hangt er maar van af, of men zes dan wel twintig
gulden in de week op tafel kan leggen.
Dat is Gheel.
Het stadje waar een imitatie-Hitler woont en een
pseudo-Mussolini, waar gravin Mareillon
d'Armentoire, die eigenlijk juffrouw Willems heet, grandi
oze tuinfeesten organiseert, waar het dwaze nor
maal en het normale dwaas is. )P
LEO PH. STORK
Een verpleegde /n Gheef voor de bioscoop
w
t
?
\