Historisch Archief 1877-1940
Geestelijk leven
De reportage van de week
en
fcSt!
-dfcl
steunt, geen direct nut en de
industiieele opleving bereikt slechts
enkele groepen arbeiders en heeft
pas grooter effect wanneer er een
duidelijke werkverruimingspolitiek van
overheidswege bij komt. Hierop is
echter ook door de heer en Goseling,
Joekes en de Geer en zelfs door den
heer Bierema aangedrongen, maar het
is den socialisten niet geheel en al
kwalijk te nemen, dat zij na de
ervaringen met het Werkfonds (waar
van nog steeds maar nauwelijks
zeven millioen werkelijk zijn uitge
geven) wat sceptisch gestemd zijn.
Hoe dit zij, laat men in ons land
beseffen dat het vóór alles noodig is,
dat de achteruitgang van arbeiders
kracht en geestkracht in ons volk tot
het minimum beperkt wordt en er, nu
er weer wat geldruimte is, maatregelen
genomen worden om zooveel mogelijk
steunt Bekkenden weer werk te geven.
Het heeft betrekkelijk weinig zin
er over na te kaarten of dit niet veel
eer had kunnen gebeuren, en dit is
bij de debatten in de Kamer ook niet
in sterke mate gebeurd (al heeft de
heer Albarda wel even moeten ant
woorden op den ook op dit punt zeer
zelfbewusten toon van de Memorie van
Antwoord der regeering) Onzegroote
pers heeft in dit verband van
bankroetierspolitiek gesproken, maar datzelfde
heeft zij ook gezegd bij het optreden
van Roosevelt, op wiens herkiezing
een beurshausse is gevolgd
OVER DE TOEKOMSTIGE
REGEEringsvorming is des te meer ge
sproken. Betrekkelijk plotseling is in
de laatste maanden het begrip coali
tie weer op komen duiken tot vreugde
der rechtsche splinterpartijen, tot aan
merkelijke verbazing der linkerzijde.
En zelfs tot eenige verontwaardiging:
van de S.D.A.P. omdat daarmee toe
komstidealen omtrent samenwerking
met de Roomschen den bodem in wordt
geslagen; van de liberalen en
vrijzinnigdecmoraten, die zich hierdoor wel wat
erg als Mohren" gaan voelen, die hun
schuldigkeit getan" hebben en nu
wel kunnen gaan. Men kan de motie
ven voor dergelijke aspiraties natuur
lijk zoowel klein als groot zien. Men
kan er een, tamelijk wankele, specula
tie in zien om ,,de schaap j es bij elkaar
te houden". De merkwaardige actie
van baron Van Wijnbergen, wiens po
litieke rol men algemeen uitgespeeld
achtte, geeft inderdaad reden te veron
derstellen, dat op een samengaan met
de S.D.A.P. een poging tot afscheiding
van het conservatieve deel der staats
partij zou volgen. En Mr. Goseling's di
plomatieke woordenkeus, wanneer hij
zich over de toekomstige
regeeringsvorming uitlaat, is een tweede aanwij
zing dat het bijeenhouden der politiek
ongelijksoortige elementen minstens
even moeilijk is als in Molens' dagen.
Bovendien zijn na de devaluatie een
aantal punten van verschil tusschen de
katholieke en protestantsche partijen
vervallen en draait de A.R. blijkens
het nieuwe ordeningsrapport ook mee in
de richting van katholieke en i
ong-christelijk-historische gedachten hierover.
Het is ook grooter te zien, n.l. dat in
de geestelijke verwarring onzer dagen
alleen een in de diepste geloofsgronden
wortelende basis sterk genoeg is, om
de verantwoordelijkheid voor de koers
bepaling van ons landsbestuur te dra
gen. Maar dan vragen de overtuigde
Christenen in de linker partijen zich
toch wel terecht af waarom hun stem
en hun steun niet mogen meespreken.
En als men op de afwijkende schakee
ring in het Christendom
vanhetmeerendeel hunner wijst dan kunnen
dezen terecht de minstens even groote
schakeeringen binnen het Christendom
der coalitie daar tegenover stellen.
En zij kunnen dit met te meer recht
doen nu mr. Goseling in treffende
woorden naast positief Christendom
ook een concreet Christendom als basis
voor een regeeringsprogram eischte.
DE
KERKEN. UI El UI. -ACHTER"
En als het avond geworden was, kwam
hij met de twaalven. En als zij aanzaten
teide Jezus; Voorwaar ik zeg u. dat
een van u, die met mij eet, mi] zal ver
raden. En zij begonnen bedroefd te
worden en de fin na den ander tot hem
te zeegen: Ben ik het? en een ander:
Ben ik het? Uit: Markus 14
IN koele, juridische zinnen heeft de
Synode van de Gereformeerde Ker
ken uitspraak gedaan in zake het
lidmaatschap van C.D.U. en N.S.B.
Er is geen plaats voor leden onzer
Gereformeerde Kerken in organisaties die
van onschriftuurlijke dwalingen uitgaan
als daar zijn: het leidersbeginsel",
de nationalistische totalitaire
machtstaat en de anti-militai:istische ver
werping van den oorlog in eiken vorm".
Hiermee werden de leden van de N.S.B.
en de C.D.U., die kerkelijk gereformeerd
zijn, geplaatst voor de beslissing te kie
zen tusschen het lidmaatschap van hun
politieke partij en het lidmaat zijn van
de Gereformeerde Kerken. Niet in eens
echter wordt men afgesneden van 4e
kerk, wanneer men volhardt in zijn dwa
ling. Neen, eerst is er een vermaning
van kerkeraadswege, daarna ,,de af
houding van het Heilig Avondmaal".
En ten slotte als logische consequentie
de volledige excommunicatie. Bij de
uiteindelijke excommunicatie wordt
een formulier gebruikt waarin staat
dat degene die geëxcommuniceerd
wordt door de gemeente is ,,te houden
als de heiden en de tollenaar, naar het
bevel van Christus, die ze^ in den he
mel gebonden te zijn, al wat zijn die
naars binden op de aarde." Zoo is het
einde van de koele zinnen door de
Synode gebruikt: het afsnijden van
een C.D.U.er of N.S.B.er van de ge
meente van Jezus Christus door het
machtwoord van een kerk.
HET hoogtepunt van de Christelijke
godsdienstoefening is de viering
van het laatste avondmaal. De christen
gedenkt daar wat Jezus heeft volbracht
voor hem als verloren mensch. Het
avondmaal als gedachtenisfeest is door
Jezus zelf ingesteld, toen Hij voor de
laatste maal met zijn discipelen bijeen
was voor zijn dood. Markus vertelt dat
bij die gelegenheid een verrader onder
de discipelen aanwezig was: Judas.
Maar Jezus weerde den verrader niet,
hoewel hij wist wie het was. Het is voor
een kerk niet geoorloofd meer te doen
dan Jezus Christus. Wanneer Hij de
verrader toelaat die Hij kent dan
kan de kerk niet iemand weigeren van
wie zij niet eens zeker is dat hij een
verrader is. Deze kerkelijke
avondmaalstucht is niet bijbelsch. Wanneer
Paulus terwille van de orde, dronken
en overhongerige menschen ernstig
waarschuwt, dat zij zóó niet het ge
dachtenisfeest mogen vieren, dan is
dat heel iets anders dan bovenvermelde
kerkelijke tuchtuitoefening.
IS het afgezien van deze uiteenzetting
waarbij wij de procedure van de
Gereformeerde Synode volstrekt ver
werpen niet verheugend dat de gere
formeerde kerken zich hebben uitge
sproken in een tijd van buitengewone
verwarring ook in het sociale en poli
tieke leven?" Wij .geven gaarne toe dat
de N.S.B, in zijn geheel bezien een
groot gevaar is voor ons volk. Professor
Schilder geeft in zijn brochure Geen
duimbreed" een vaak meesterlijke uit
eenzetting van het karakter van de
N.S.B. Hoewel hem ontgaan schijnt te
zijn dat brochure V veel meer gebouwd
is op de volksgedachte van het Duitsche
nationaal-socialisme, terwijl brochure
III in het algemeen gesproken de
Italiaansche staatstheorie naar voren brengt.
Maar de bestrijding van de C.D.U. kan
ik minder meesterlijk vinden. Dat
Barthianen en vrijzinnigen lid kunnen zijn
van deze beweging lijkt mij geen be
zwaar, integendeel l
'5
Is het voor de Anti-revolutionneiren
niet verheugend dat zij steun ontvan
gen uit allerlei bevolkingsgroepen?
Dat de beginselverklaring aanleiding
kan geven tot misverstand is begrijpe
lijk. Kan het programma van de
AntiRevolutionnaire partij, speciaal .wat de
godsdienstige formuleeringen betreft,
dat niet? Dat wij ons leger nog niet
moeten afschaffen, geef ik gaarne toe.
Maar zal er geen ruimte zijn voor men
schen die daar anders over denken?
Met een beroep op de Nederlandsche
Geloofsbelijdenis, ontstaan in een tijd
dat er van mosterdgas, vliegtuigbom
men, ziektebacillen nog geen sprake
was, is men er niet af. Integendeel, een
kerk heeft zeer ernstig het verschil van
vroeger en nu in het licht te stellen.
En dan late zij de gewetens vrij!
DERHALVE juichen wij het toe dat
de Gereformeerde Synode heeft
gesproken, zooals zij deed? Wij maken
alleen maar eenige kantteekeningen.
Ons inziens heeft de kerk inderdaad
te spreken. Te spreken tot de onderda
nen, want zij hebben leiding noodig.
Te spreken tot de overheden, want zij
moeten Gods recht handhaven. Maar
zooals het niét moet, daar zijn wij nu
zoo langzamerhand wel van overtuigd.
Wij houden graag onze vrijheid van
godsdienst, vrijheid van opvoeding. Wij
verdedigen gaarne onze Christelijke"
politieke invloed. Dit alles wordt be
laagd, dat weet een ieder. Maar is er in
de heele wijde maatschappelijke wereld
geen enkel ander vraagstuk? Is ons
volk niet in verbijsterende mate mate
rialist? Alles afhankelijk stellend van
den koers van den gouden gulden ? Is de
thermometer van onzen welstand niet
de beurs? Is ons volk niet in ontstellende
mate egoïstisch in den arbeid? Werkt
de een niet oneindig te veel en de ander
oneindig te weinig? Is ons volk niet
in ontstellende mate uit op het particu
liere voordeel? Het eene derde wil
leven ten koste van de andere twee
derden. Is er geen werkloosheidsvraag
stuk? Geen arbeidersvraagstuk? Geen
boerenvraagstuk ?
Waarom zwijgt de Gereformeerde
Synode, wanneer het er op aankomt
om positieve bijbelsche richtlijnen te
geven ? Is zij bang in conflict te komen
met de regeerende partijen? Maar
neen, dat mag geen angst zijn. De kerk
heeft een profetische taak. En de over
heid moet in een vrij Christenland
luisteren naar de boodschap van de
kerk en de kerken.
Waarom laten de Gereformeerde ker
ken ons volk en vooral de jeugd in den
steek ? Hebben zij zich overgegeven aan
een conservatieve politieke instelling?
Maar neen, dat mag niet l De kerk heeft
een Bijbel als uitgangspunt. En de
Bijbel is toch als geen ander boek be
gaan met het lot van verdrukten en
ontrechten!
ZOO keuren wij de kerkelijke pro
cedure van de Synode af. Maar
los daarvan kan ons ook het spreken
van de Synode niet bekoren. In dezen
tijd is het zeker noodig dat de kerk
spreekt. Maar anders dan de Gerefor
meerde kerken hebben gedaan. Wan
neer de kerk spreekt toone zij, dat zij
hart heeft voor de nooden van ons volk
Zij valle ook de harteloosheid en afgo
dendienst in eigen kring krachtig aan
Zij spreke ook en vooral positief.
Nu de Gereformeerde kerken dit nie'
hebben gedaan, is ook hun negatieve
spreken hoe meesterlijk het ook op
sommige punten is geformuleerd
van weinig waarde. Want in dit oordeel
is dan de liefde afwezig. Daarom zai
het ook zeer weinig uitwerken.'
Bij het laatste avondmaal vroeger
de discipelen op Jezus' gezegde, dat et
n was die Hem verraden zou, zich
angstig af: ben ik het, ben ik het?
Dat is een vraag die iedere Christen
en ook iedere Chrtstengemeenschaj
zich dagelijks in deemoed moet afvra
gen. Ook de schrijver dezes.
ANTON>M, BROUWEI
F AU S T EN TOS C A MET 1200 P.K
?
Overpeinzingen aan boord van Hr. Ms. O 12
/EMAND die hart heeft voor een
machine moet een goed mens zijn.
Dierenliefde kan ten slotte
J>erusten op sentimentaliteit, zelfs op
een onbewust sadisme. De liefde van
een man voor een machine is zuiver.
Er ligt een wereld van verschil tussen
een machine die enkel maar ,,goed
verzorgd" wordt en een die met liefde
wordt verzorgd. Je hoort het in het
brommen van de motor, je ziet het aan
het glanzen van elk verborgen onderdeel.
De man die hart heeft voor zijn machine
haalt uit een oude rommelkast mér
dan een ander uit een Model 1937.
Een onderzeeboot is van voor tot
achter n gróte, ingewikkelde machine.
Er is geen plekje aan boord waar men
kan staan zonder een machine-onderdeel
aan te raken zodra men zijn hand
uitsteekt. Men leeft er hart aan hart
met de machine.
Er is bij de onderzeedienst een
wisselplaquette, dit jaar voor het eerst
uitgereikt, die wordt toegekend aan de
boot die de snelste radioverbindingen
tot stand weet te brengen. Op 't ogenblik
hangt ze in de O 12. Misschien gaat ze
een volgend jaar naar een andere boot.
Maar ergens in de O 12 hebben ze een
zilveren plaatje gespijkerd waarop ge
graveerd staat dat zij de eersten zijn
geweest die de plaquette hebben gekregen.
Omdat ze trots zijn op hun machine.
In de machinekamer van de O 12 is
alles shipshape. Natuurlijk. De diesels
zijn tot in de puntjes verzorgd. Natuur
lijk. Maar als u er binnenkomt ziet /
dat vooraan de platen en assen mi
grote zorg zo zijn geschuurd dat ? hi
licht er een speels reliëf in tekent, e
dat de machinist in sierlijke oliever j
letters de namen van zijn Hevelings
opera's op de motoren heeft geschilderd
Faust op de ene, Tosca op de anden
De liefde van een man voor zijn machin<.
Men heeft de duikboot wel eens ee\
barbaars wapen genoemd. Begrijpelijk
Maar de mannen van de onderzeedien:
zijn het tegendeel van barbaren. Ze zij i
zelfs geen vecht jassen. Ze zijn vóór al1< >?
technici die hart hebben voor hun moe;
machine. En als ze een vijandelij/ a
duikboot tegenkwamen zouden ze h t
liefst er naast gaan liggen en bij elka r
aan boord kruipen en zien wat de e< i
beter had dan de ander en een zwa e
technische boom opzetten en een beet e
opsnijden uit trots op hun eig< t
machine waar ze nu eenmaal hart vc r
hebben.
Zézullen het niet doen, als het zo < r
zou komen. Ze zullen die andere macht' e
naar de haaien sturen als ze kunnci,
en naar de haaien gaan als het mo ??
En dat zal dan een barbaarsheid
zijn
maar de barbaren zitten ergens andt s,
tussen papieren en brandkasten m
sschien
m elk geval niet tussen Faust .'n
Tosca, die hun donderend lied zinden
ah de O 12 uitvaart, de Noordzee
<>pYGE FOPPEMA
PAG. 4 DE GROENE No. 3102
bij het hoorspel
Erich Kdstner
OP zekeren dag kreeg ik een uitnoodiging.
Voor twaalf uur 's nachts. Om in eender
groote omroepstudio's de opvoering van
een radiohoorspel zoo'n populair acoustisch
tooneelstuk bij te wonen. Het is werkelijk erg
de moeite waard," zei de regisseur. U kunt op de
eerste verdieping bij den luidspreker gaan zitten.
In de studio zelf zoudt u er te weinig van begrijpen.
Want daar is het altijd een ontzettende rommel."
Maar die rommel zou ik nu juist zoo graag
zien," zei ik. Ik zou graag met de acteurs, de
inspiciënten, de musici, de geluidverzorgers en met
u chter de coulissen van het hoortooneel willen
zijn om het hoorspel bij wijze van spreken te zien /"
Goed, als u dan met alle geweld wilt.. .." En
het mocht.
VIJF minuten na middernacht kwam ik in de
studio, vond na eenig vragen den weg naar
het tooneel" en vond in een lange gang alle mede
werkers reeds bijeen: acteurs, actrices, den regisseur
en zijn staf, de inspiciënten (in hemdsmouwen), de
acoustische tooneelknechts en de coulissen. Want
ook een hoorspel heeft coulissen noodig. Niet om
te zien, maar om te hooren. Met andere woorden:
een tafel vol met schellen en bellen, gongs om het
einde van een scène aan te duiden, morsetoestellen,
windmachines, een trommel met erwten om regen
te maken, schrijfmachines, een harmonium, stukken
blik voor treingeluiden, claxons en hoorns, een
plank op den vloer om hoorbaar" te loopen, zoodat
de luisteraars weten dat er iemand komt of weggaat.
Deuren om dicht te slaan, telefoons, lucifers (als
een acteur tegen een ander zegt: Mag ik wat vuur
van u?" willen de menschen dat toch ook hooren!)
een vogelgetjilpdeskundige, een grammofoon, een
orkestje heelemaal aan het einde van de gang,
sloten om open en dicht te doen, gordijnen waarmee
een studio grooter of kleiner gemaakt kan worden
naar gelang de acteurs in kamers, zalen of op straat
spelen, kopjes, lepels, glazen. Een onoverzienbaar
materiaal! Een rommelkamer tusschen moderne,
bijna elegante vertrekken.
De hemel beware je, wanneer op het goede
oogenolik het theelepeltje er niet is om te rinkelen of het
?rlas om kapot te vallen l Of wanneer de man met
len regentrommel bij ongeluk zijn instrument
cheef houdt, waardoor het plotseling begint te
egenen, juist als een der opvoerenden verkondigt:
.Hoe heerlijk schijnt de zon!"
Anderhalf uur lang had ik gelegenheid mij ervan
;<: vergewissen met welk een nauwkeurigheid de
ispiciënten en hun helpers weten te werken. En
c zag ook, hoeveel inspanning en oplettendheid
r voor die nauwkeurigheid noodig is. Er mag geen
?oord gesproken of zelfs maar gefluisterd worden.
wintig menschen, verdeeld over twee vertrekken
i over de gang, die die vertrekken verbindt, en
der heeft een tekstboek in zijn hand waarin de
gisseur met rood en blauw potlood geënsceneerd"
eft, en ieder wacht op bepaalde wenken, wenkt
v rder, wenkt nog eens, voert wenk-bevelen uit I
I'-'.ar tusschendoor loopt de chef-inspiciënt met den
i icrofoonstandaard in zijn hand, nu eens hier, dan
f' ar, om de geluiden, het gemurmel, de kreten, zelfs
k t straatrumoei- op te vangen, nu eens zacht, dan
v er hard, zooals de regisseur dat hebben wil. De
kruq brut....
een, \)orsfeljjke cfmrnpogne/
Boven: de laatste voorbereidingen voor het hoorspel.
De fotograaf is er in geslaagd tets, van de spanning
in de studio op de foto vast te /eggen. Rechts: /iet
hoorspel in vollen gang. Wat u hier ziet is geen
hartstochtelijke discussie, maar de weergave van
een vuurwerk met behulp van roteltjes, toeters, een
klapperpistool en zonderlinge sisgeluiden.
regisseur zelf zit al dien tijd in zijn geïsoleerde cel,
hoort door de radio wat er buiten zijn cel gebeurt,
geeft door het raam gewenkte bevelen, stuurt zijn
zendboden naar de inspiciënten om te zeggen, dat
de regen den volgenden keer beter moet zijn, of
naar de actrice X, dat zij luider moet spreken of
effectvoller snikken. En ondertusschen hapt hij in
zijn broodje met kaas, omdat hij den geheel en dag
al gepraat en ingestudeerd en gewenkt heeft.
VAN de tweede microfoon stellen zich intusschen
de spelers voor de volgende scène op. Het rate
len van den trein wordt weggewerkt, de gong klinkt.
Het gesproken woord gaat verder. Een inspiciënt
zit bij de naaimachine, omdat een van de actrices
eigenlijk behoort te naaien totdat de andere zegt:
Komt eens hier zitten l" Maar hoe kan een vrouw,
zelfs als ze het kin, naaien en tegelijkertijd haar
mond dicht bij de microfoon houden en fluisteren?
En dus naait de inspiciënt.
Dan komt de held van het drama over de plank
op den vloer aangestapt, zoodat de luisteraars
kunnen hooren dat er iemand aankomt. En nu
ontspint zich de een of andere hartstochtelijke
scène voor de microfoon. Precies als op een
schouwburgtooneel, hoewel hier niemand het ziet. Maar
hoe moet een vrouw weenen als ze daarbij haar
handen niet kan wringen ? En hoe moet een minnaar
teedere woordjes fluisteren als hij Haar niet in zijn
armen neemt en dicht tegen zich aanklemt? Merk
waardige aanblik: die gebaren en omarmingen en
verwarde haren, die in kramp verwrongen gezichten
voor een klein marmerblokje, dat in een metalen
ring opgehangen is en elk geluid de wereld in zendt!
f- Daartusschendoor wenkt de inspiciënt, een gezant
van den regisseur sluipt voorbij. De
vogelkwinkeleerder komt in actie. Weer een ander legt een plaat
op de grammofoon en wacht gespannen op een
teeken.
Fnuikend voor de sfeer ? Niet in het minst! Ik
was er volkomen in, en liep geestdriftig van den
wind naar den regen, van een eenzaam huis naar
de wilde bar, hoewel de dingen er, uit den aard der
zaak, rijkelijk kolderiek uitzagen.
Het boeiendste en ook ingewikkeldste waren
twee scènes: een in het filiaal van een bank,
waar schrijfmachines ratelden, telefoons rinkelden,
employés nummers afriepen, wSthtend publiek
met luider stem sprak en dicht bij de microfoon
twee hoofdrolspelers geheimzinnige gesprekken
voerden. En de andere scène, spelend op straat,
waarbij de hoofdrollen" in een auto plaats namen
en langzaam toeterend tot aan het hek van het
studiocomplex reden, het avondrumoer tegemoet.
De inspiciënt stond op de treeplank van de auto
en hield de microfoon in den nacht, en arbeiders
rolden de lange metalen kabel van den microfoon
standaard op, zoodat er geen ongeluk kon gebeuren.
Tenslotte was iedereen trouwens ik, de
oorlogstourist, ook doodop. De drang om te weten, hoe
dit gedirigeerde mengelmoes van muziek, stemmen,
machines en huisraad als totaal geluidsbeeld had
gewerkt, veroorzaakte een bijna pijnlijke spanning»
Totdat de dramaturg, die de opvoering van zijn
hoorspel thuis had gevolgd, den regisseur opbelde
en zei dat het geweldig was geweest.
Waarop iedereen opgelucht was, een sigaret op
stak en vermoeid naar huis ging.
LANGZAMERHAND WORDT HET TIJD
om aan St. Nico laas te denken. En u af te vragen wat u oom Ko (die niet rookt)
en tante Toos (die meent dat ze alles heeft wat haar hart begeert) en zooveel
anderen zult geven. Sta ons tóe u bij dit probleem te helpen. Wij lieten, speciaal
voor De Groene, een aantal reproducties maken van een schilderij van Vincent
van Gogh: Het Korenveld, uit het Stedelijk Museum te Amsterdam. Formaat
42. x 36 cm; offsetdruk in 9 kleuren; het mooiste wat de reproductietechniek
kan bereiken. Deze plaat kunt u cadeau krijgen.... n geven: zie hiernaast.
U behoeft ons slechts een briefkaart
te zenden . met naam en adres van
uzelf en van een nieuwen abonré,
door u aangebracht, alsmede f 10.
voor het nieuwe abonnement 1937,
en u ontvangt beiden zulk een kost
bare reproductie. (Inderdaad kostbaar,
want als deze platen in den handel
komen kosten ze op zijn minst f 7.50
per stuk.) De nieuwe abonnékrijgt
bovendien al letot l januari nog verschij
nende nummers van De Groene gratis.
PAG. 5 DE.GROENE Ne. 3101