Historisch Archief 1877-1940
r
i?::
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht In 1877
Weekblad voor Nederland onder hoofdredactie van
PROF. MR. A. C. JOSEPHUS JITTA
60e Jaargang No. 3105
Redactie: Mr. M. KA N N, TH. M OU SS AU LT,
Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE
VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. en admlnistr : Keizersgracht 355, Arasterdam C
Telefoon 37964 - Pos tg i ro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
ROOSEVELT BEMOEIT ZICH ER MEE
PRESIDENT Roosevelt maakt een politieke
vacantie-reis. Hij heeft op dit oogenblik een
uitgezochte gelegenheid daartoe. Feitelijk is
zijn tweede termijn nu begonnen, hoewel deze tweede
ambtsperiode officieel pas in April ingaat. Iedere
vier jaar is er in dezen tijd een soort vacuüm in de
Amerikaansche politiek. Het nieuwe Congres is nog
niet bijeen. Er worden ook ditmaal enkele, overigens
minder belangrijke, wijzigingen in het kabinet
verwacht.
Een dergelijke periode is bij wijziging van
administration", wanneer in de Vereenigde Staten de
eene partij de andere in de regeeringsmacht opvolgt,
dood tij. De oude regeering kan niet goed meer met
nieuwe maatregelen voor den dag komen en de
nieuwe heeft nog geen recht van optreden. Er
gebeurt dan heelemaal niets. Dit zagen wij in de
rampzalige laatste maanden van Hoovers president
schap, toen niet alleen het politieke doch zelfs het
economische leven in Amerika door een doodelijke
verlamming bevangen scheen. Maar vandaag volgt
Roosevelt Roosevelt op en inplaats van tot onvrucht
baar wachten gedoemd te zijn, kan hij, bouwend op
zijn versterkt gezag, met grooter ongeneerdheid
over de politieke vragen van den dag spreken dan
hij dat in zijn Washingtonsche omgeving pleegt te
doen.
Roosevelt toeft nu te midden van zijn
ZuidAmerikaansche vrienden. Hij heeft van zijn politieke
vacantie gebruik gemaakt om naar Buenos Aires
te komen en daar de Panamerikaansche conferentie
te openen. Maar wat hij zei sloeg in de allereerste
plaats op Europa. Velen stak hij, met wat hij zei,
een hart onder den riem. Sommigen zal hij teleur
gesteld hebben. Wij hebben tenminste vaak genoeg
moeten glimlachen (maar eigenlijk was het alles
behalve om te lachen), wanneer wij in Duitsche of
andere nationaalsocialistische bladen Roosevelt als
een der onzen" afgeschilderd zagen. De illusie dat
deze heeren in hem een der hunnen zouden kunnen
zien, moet nu dan wel in rook vervlogen zijn. Het is
anders wel jammer van een werkelijken leider afstand
te moeten doen. Maar het kan niet anders! Hij
heeft zich voor de zooveelste maal overigens
al te duidelijk een onwankelbaar voorstander ver
klaard van democratische staatsinstellingen en van
verruiming der handelsvrijheid, en een aanklager
van de stoffelijke en geestelijke nadeelen der dicta
tuur.
De president heeft in eersten aanleg gesproken
over den algemeenen vredes-opbouw en de nood
zakelijkheid allereerst voor de beide Amerikaansche
continenten den vrede te bewaren. Maar hij zag
daarbij niet over het hoofd, dat door
oorzaken-vanbuiten Amerikaansche staten wellicht tegen hun
heiligste wil en voornemen in een oorlog zouden
kunnen worden meegesleept. En hij heeft niet
geaarzeld de vinger op de wonde plek te leggen.
Roosevelt noemde geen mogelijke aanvallers,
geen personen, geen staten, maar hij denuncieerde
den gevaarlijken geest, die uit machtswellust en ver
dragschendingen spreekt. Europa wordt ver*
scheurd door ouden haat en nieuw fanatisme." Dat
laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Hij
verfoeit de leuze dat nieuwe afzetgebieden door
verovering verkregen moeten worden en hij schroomt
niet dit een dwaalleer te noemen. Terecht ziet hij
in autarkie en bewapeningswaanzin de allergrootste
gevaren. Zoowel de economische zelf-belegering
als de methode alles aati bewapening op te offeren
moeten .op een catastrophe uitloopen en zullen er
tenslotte de oorzaken van worden dat de naties,
die daaraan schuldig zijn, onontkoombaar den dag
onder de oogen zouden moeten zien, waarop zij
de wapenen der vernieling tegen hun naburen
moeHet minste tandbederf,
indien U poetst met wat goeds, dus met
T«bc 60 ca 40 eb OOM 20 et. IVO ROL
ten opnemen op het oogenblik dat hun onsoliede
economie als een kaartenhuis ineenstort."
Men zal alle krachten moeten inspannen om deze
ramp af te wenden.
ROOSEVELT zou Roosevelt niet zijn, wanneer
hij nu bij de pakken zou gaan neerzitten. Dat
heeft hij werkelijk wel getoond bij zijn ambtsaan
vaarding in 1933 toen hij onmiddellijk begon de koe
bij de horens te pakken en drastische maatregelen
nam om Amerika er economisch weer boven-op te
helpen.
Wij vergissen ons dan ook waarschijnlijk niet
wanneer wij in de rede, die de president in Buenos
Aires gehouden heeft, de preambule zien van het
programma voor buitenlandsche politiek dat Roose
velt straks zal ontwikkelen. Hij ziet redding in
democratie en in constitutioneele staatsinstellingen,
in Godsvertrouwen, in het vertrouwen in den mensen
en in zelf-vertrouwen. Dat is uitteraard nog niet
meer dan de aankondiging van een programma
want een werkprogramma-op-zich-zelf is dit
nog niet.
Roosevelt houdt zich voorzichtiglijk buiten den
Volkenbond. Maar het is toch duidelijk dat hij nu
in Wilsons voetstappen treedt. Democratie, handels
vrijheid en ontwapening, dat zal straks de basis
zijn waarop Amerika zich met een ineenstortend
Europa (of met een belangrijk deel daarvan, dat
dan aan het einde zijner krachten zal zijn gekomen)
zal willen verstaan.
ONDER een merkwaardig gesternte hebben
Hitler en Roosevelt in de zelfde dagen van het
jaar 1933 hun leiderschap aanvaard". Maar welk
een tegenstelling! Hitler mobiliseerde ten koste
van het economische leven de geheele Duitsche bevol
king om tot n groot oorlogsmechanisme te komen.
Zelfs wanneer men het verschil in binnenlandsch
politiek aspect tusschen dictatuur en democratie
buiten beschouwing laat, kan men niet ontkennen
dat er ook voor het overige een flagrante tegen
stelling bestaat tusschen bovengeschetste politiek
van Hitler en de economische politiek van Roosevelt.
De wereld heeft mé-geprofiteerd van Roosevelt's
maatregelen. Maar de verruiming van den inter
nationalen handel is daarvan niet alleen een indirect,
maar zelfs een direct gevolg geweest. Roosevelts
minister van buitenlandsche zaken, Cordell Huil
heeft een geheele serie handelsverdragen afgesloten
die leidden tot vermindering der handelsbelem
meringen.
Nu staat Amerika weer financieel onaantastbaar
overeind. Europa kraakt. Roosevelt voelt dat het
misgaat en hij is zich er van bewust dat het tijdstip
niet ver meer is, dat Amerika zich weer met Europa
zal moeten bemoeien al is het enkel en alleen
maar uit eigenbelang.
Geeft de Volkenbond voor deze bemoeienis een
geschikt aanknoopingspunt ? Neen. Sinds dit
jaar weer minder dan ooit. Zouden de volkenbonds
maatregelen om den vrede te bewaren krachtiger
zijn geweest, dan zou er een goede kans bestaan
hebben dat Genève in Amerika op nmaal een
nooitgedachte populariteit zou hebben genoten.
Zooals de zaken nu staan is deelneming aan den
Volkenbond, of aan een eventueele bondsactie
uitgesloten. Samenwerking blijft echter mogelijk,
maar dan moet het niet gaan om een politiek van
halfslachtige en ondoeltreffende maatregelen.
Europa is dus gewaarschuwd. Voor Engeland en
Frankrijk beteekent Roosevelt's duidelijke
stellingname een geweldige moreele steun. Dat laat geen
twijfel. De steeds duidelijker stellingnanie van deze
beide landen voor hetzelfde) ideaal van democratie
dat Roosevelt belijdt, wekt aan den overkant van
den oceaan niet minder bevrediging. Voor al te
zwart pessimisme is er dan ook nog geen aanleiding
zoolang de democratische eendracht van zich blijft
doen spreken* En vooral zoolang zij onbevreesd
durft spreken.
M. KANN
PAG. 2 DE GROENE No-3WS
De liberalen en
de jeugd
FjrEKER nationaal-socialistisch blad
? enige tijd geleden een plaat, waarop K
*?j afgebeeld twee jonge liberalen, zoals dt
naar die na veel zoeken heette te hebben aange
De tekening was niet vleiend, evenmin trou
het kladje van den" jongen liberaal, dat eens
in Jantje's schrift. Maar caricaturen zijn carii
en als zodanig te waarderen. Minder is dit het
met een caricatuur, dat zich als portret a
Vooral wanneer dit uit geestverwante kring
stig is.
Er wordt tegenwoordig met de jeugd nogal gek
teerd. Ouderen van alle richtingen beijveren zich
goeds van de jeugd te spreken en zeer ostentatitf
de roepstem der jongeren het oor te lenen. Maa
gaat hiermede als met de liberalitèit van hen, we
de Genestet schreef: Wat zijn ut; liberaal!
laten ieder vrij, in doen en laten geest, entaal,
mits hij het doet als wij /" Bij voorkeiy beroept
zich op slechts die jongeren, die spreken als hij
Dat een dergelijk beroep op hetgeen leeft ii
jeugd" weinig waarde heeft, behoeft geen
Het bovenstaande kwam ons in de gedachit,
wij in de N.R.C, van 50 Nov. j.l. een uit
kring afkomstige beschouwing lazen over
jeugd tot ons te zeggen heeft". De jeugd" blijkt\
daar te beperken tot den voorzitter van het Natu
Jongeren Verbond, terwijl van de denkbeelda
andere jongeren waarvan toch ook het liberak
georganiseerd is in de Bond van Jonge Libert
geen notitie wordt genomen. Aldus wordt een
getekend niet van wat de jeugd aan de I
zeggen heeft, maar van hetgeen, volgens den
de jeugd den liberalen zou moeten hebben te z<
De werkelijkheid is, dat de liberale jeugd,
ook het goede werk, door het N. J. V. verricht, erl
de, zeker niet de bijna louter militaire interpn
nationale gedachte, zoals het N.J.V. deze
practijk uitdraagt, voor haar rekening
nemen. De instandhouding van een weer macht h
noodzakelijkheid, waarvan wij het die,
karakter geen ogenblik uit het oog kunnen
zij kan geen doel in zichzelf zijn, maar
middel tot het doel: bescherming en handhavv
ons eigen Nederlands cultuurleven. Dit in al
schakeringen te bevorderen is de primain
van iederen nationaal-voelenden burger. Dat
dering ook van het materiële welzijn der
hiervoor onontbeerlijke voorwaarde is, sj
vanzelf.
De jeugd nu heeft het volgende tot de li
en niet tot hen alteen te zeggen: zet de gretott
uit! Zoekt vooral naar wat verenigt! Han
de nationale gedachte als een wig, maar als het
dat allen taan elkander verbindt, die van
wille zijn/ De nationale gedachte is niet
maar inclusief. Niets is gemakkelijker dan
gelang van eigen standpunt, de marxisten, of
misten, of de eenzijdige ontwapenaars, of &
blikeinen, of de fascisten, of juist de niet~fo
of alleen de communisten, of alle revolutiorw
on-nationaal buiten de gemeenschap (zoals 9
zelf opvat) te bannen; moeilijker, maar
is het om allen de hand te reiken, die naar
eerlijke overtuiging ons volk naar beste
dienen.
Eenheid boven partij-verdeeldheid: ziedaar
liberale jeugd tot het Nederlandse volk heeft te
Mr. H. L. VAK
Beginnende infectie
IN de N.R.C. van 29 November komt|
volgende zin voor: Men behoeft niet
woorden van Queipa de Llano te luister*!
hij over den Russischen Jood en gezant f
Sowjet-republiek scheldt, om te weten hoe i
het Russische element in den strijd om MadriJ
een belangrijke rol speelt". Voor het
treffen wij in de kolommen der N.R.C.
combinatie van Jood" en Sowjet" aan,]
sterk naar een bepaalde mythe" onzen
riekt.
Een voorproefie van de nieuwe redactie
tenland bij dit blad, nu Dr. van Blar
aftreedt?
;( koorst
E ?N en doel van alle oud-arische religie
s-sternen was dan ook het behoud van
bloed door een reine, ras en aard-getrouwe
>vatting" is een zin uit een reeks
artii, die Het Nationale Dagblad" vanden
sboerendag in Goslar schrijft, kennelijk om
'tingen van het nationaal-socialisme
aank voor te stellen aan onze boeren.
t men werkelijk dat dit taal is die tot
Neierlandschen boer spreekt?
vertelt een ander verslag ons ook niet
[mei op dat Congres in Goslar ook nauwelijks
ziet, doch slechts boerenleiders", die
c) officieren dan op plattelanders lijken ?
<aar de Amsterdamsche
Wereldtentoonstelling
HSTERDAM heeft zeker geen reden tot
mtevredenheid over het verloop van zaken
net betrekking tot haar
wereldtentoonstellingsB:: sedert de Groene op haar manier nu veertien
k >leden daarvoor eenige meerdere belangstelling
'htusiasme in breeden kring trachtte te wekken.
j-'.egeering verklaarde zich bereid te overwegen
iet -:en gedeelte u in de devaluatie-winst tot steun
uitvoering van deze plannen zou kunnen
den bestemd.
)e :'u)2ede Kamzr nam mst groote meerderheid
mo ie aan waarbij op financieele medewerking
<f? Rigssring krachtig werd aangedrongen.
insen op welslagen zijn door een en ander
'ijk gestegen. Wat echter blijft verwonderen
t :tit de burgerij r.elue en meer speciaal uit de
'en dzr direct belanghebbenden nog steeds niet
ipo 'tane steun aan de voortrekkers wordt geboden
aniseerd, dien men zou mogen verwachten en
het 'Z'juijs zal masten leveren, dat in dis kringen
\de nemingslust aanwezig is die voor het bereiken
hè; noodige succes vereischt is.
fj, n de zaken een gunstige keer schijnen te zullen
n, het oogenblik niet gekomen, waarop allen
van deze onderneming direct of indirect iets te
iac>i .'n hebben, de handen ineen behooren te
o:: zich georganiseerd achter de initiatiefnemers
\t n ? Ds middenstand, in het bijzonder van
hou - en restaürantbedrijf met de
daarachterde ndustrie»n, alle soorten van
verkeefsonderngt :, spvortvigen, tramwegmaatschappijen,
iaa ' en schespuaartonderne'ningen, de groote
fade "icerns en 'wit niet al meer, voor die allen
w d tijd gèkomm om van hun belangstelling
'da:d te doen blijken.
M ? omitévan vertegenwoordigers uit al dis
',en >u thans gevormd misten worden om tezannn
n.: reeds geconstitueerde instanties zich voor de
'ün van het groote werk te spannen, er voor
dit alle betrokken belangen behoorlijk tot
ree-1 zullen komsn en vooral ook dat van den
\g. af vooropgesteld tvorda, dat het hier een
'Ionische en niet alleen een Amsterdamsche
bet,ft.
heeft oud-Minister Verschuur er in zijn
'e ot ons Tentoonstellingsnummer op gewezen
in'dei tentoonstellingstijd niet alleen Amsterdam
he*l Nederland zijn beste beentje voor moet
on-, den vreemdeling te boeien en van de
be' can ons kleine land op velerlei gebied te
zat alleen kunnen gelukken als zich thans
een Nationaal Comitévan geïnteresseerden
! «i -Ie hand aan den plona slaat.
'neemt daartoe Het lofwaardig initiatief?
R. H. D.
VAN ''GERUCHTEN RONDOM OEN BRITSCHEN
troon hebben wij reeds eenigen tijd geleden
melding gemaakt. De jeugdige koning
Edward zou zijn vriendschappelijke verhouding met
mrs. Simpon stellig in een huwelijk omgezet willen
zien, ware het niet dat hij hierdoor tenminste
wanneer hij niet van den troon afstand zou willen
doen zooal niet met vaste constitutioneele wetten,
dan toch met een plechtig gebruik in conflict zou
komen. Deze Amerikaansche, hoe charmant ook,
is immers niet van prinselijken bloede. De Bisschop
van Bradford schijnt den knuppel in het hoenderhok
geworpen te hebben. De Britsche publieke opinie,
die zich tot nu toe niet geheel openlijk over dit
onderwerp heeft durven uiten, doet er niet langer
het zwijgen toe. In breede lagen van het Engelsche
volk is Edward zeer populair, niet om zijn koning
schap, niet omdat hij de sportieve Prins van Wales
geweest is, maar om zijn persoonlijkheid, om zijn
menschelijk-gevoelig optreden. Toch betwijfelen wij
geenszins of 's konings onderdanen zijn dezelfde
meening toegedaan als zijn vrienden en raadge
vers. Ook bij hen schijnt nog het bewustzijn te
leven dat hun koning niet behoort te trouwen
met een commoner".
BEHALVE CONSTITUTIONEELE ZORGEN DRUKKEN
ook politieke zorgen de Engelsche regeering.
Wij hebben er de vorige week op gewezen dat Eden
nu tenminste niet langer weifelt en duidelijk
Engelands garantie voor Frankrijks onaantastbaarheid
heeft onderstreept. Intusschen is er een nieuw
Engelsen protest tot Berlijn gericht inzake de een
zijdige opheffing van de Rijnvaartacte. Nu is ook
Van Zeeland te Londen op bezoek geweest en de
woorden die Eden tot den Belgischen premier sprak,
waren even geruststellend als zijn woorden tot
Frankrijk. Inderdaad, op deze wijze kan wellicht
nog veel rampspoedigs voorkomen worden. Men
kan zich nu voor gewaarschuwd houden.
Spanje vormt ook al een bron van vele zorgen.
Eden overweegt nu den landen die het non-inter
ventie a ccoord geteekerid hebben ook.de vraag voor
te leggen of het geen aanteveling verdient wanneer
zij de vrijwilligers", die tot hun nationaliteit be
hooren, uit Spanje terugroepen. Geen vreemdelingen
meer onder beide strijdende partijen ! Het lijkt
moeilijk uitvoerbaar en er zal nog wel veel water
door de Middollandsche Zee stroomen voordat met
de verwezenlijking van dit denkbeeld ook maar het
eerste begin zal worden gemaakt.
WAT ER IN DUITSCHLAND GEBEURT IS HOOGST
onduidelijk. Het geheele volk wordt gemo
biliseerd in den strijd voor. . ja voor w4t ? Wij
kennen slechts n soort mobilisatie, maar
Duitschland mobiliseert voortdurend. Wij zijn echter bang
dat dit de soort mobilisatie is, die etymologisch met
het Engelsche woord mob" verwant is. De massa
dat zijn de arbeiders, die met rasse schreden
hun bestaansvoorwaarden slechter hebben zien
worden en langzamerhand tot wanhoop zijn ge
dreven wordt nu zoet gehouden met een alge
meen verbod van prijsstijging. Wij kennen de uit
werking daarvan. De wetten der economie laten
niet met zich spotten. Het resultaat hiervan is on
afwendbaar, een verdwijnen van de aanwezige voor
raden. En in het gunstigste geval een rigoureuse
distributie naar mondjesmaat. Dus: honger. Het
Duitsche volk kan veel en lang uithouden, maar op
den duur moet dat tot groote ontevredenheid aan
leiding geven. Wij zijn nog niét aan dit stadium toe,
maar het nadert onafwendbaar. Daar nu ook in de
wereldpolitiek den Nazi's niets meer mee-loopt
(Mussolini houdt zich afzijdig, Eden slaat met de
vuist op tafel en de Kleine Entente sluit zich nauwer
aaneen), is het begrijpelijk dat Hitler's bewindslieden
het eigen volk beginnen te vreezen. Zij weten welke
ontberingen Duitschland nog te wachten staan.
Vandaar de mobilisatie" om in critieke uren de
groote massa onder den duim te kunnen houden.
Maar wat dan?
DE NEDERLANDSCHE LITERAIRE EN POLITIEKE
wereld is danig in opschudding gebracht door
de bevestiging van het bericht dat het tot een breuk
is gekomen tusschen de N. Rotterdamsche Courant
en haar buitenlandschen redacteur Dr. van
Blankenstein. Er waren reeds eerder geruchten over deze
aangelegenheid in omloop, waarin Duitsche druk
als directe of indirecte oorzaak voor dit uiteen-gaan
werd verondersteld. Inderdaad heeft Dr. van
Blankenstein in zijn overzichten en artikelen niet ge
aarzeld, waar hem dit noodig voorkwam, ronduit
te wijzen op de gevaren die telkens uit Hitler's
PAG. 3 DE GROENE No.3105
optreden ontstaan. Zijn buitengewoon groote kennis
van zaken (waarvan ook De Groene vaak heeft
geprofiteerd) gaf hem daartoe boven alle anderen
het recht. Zijn politieke overzichten zijn echter
zóó wei-gefundeerd, dat hem geen gebrek aan
objectiviteit verweten kan worden. Vandaar dat de
verdedigers van de gevaarlijke Hitleriaansche poli
tiek (en deze verdedigers vindt men ook ten onzent)
op andere wijze tot ondergraving van Van
Blankensteins positie hun toevlucht moesten nemen.
Havenbelangen", Nederlandsche handelsbelan
gen" zouden er mee gediend zijn wanneer er een
einde kwam aan zijn invloed bij dit gezaghebbende
blad dat werd het motto. Naar aanleiding van de
opheffing der Rijnvaart-acte en de geneigdheid van
sommigen hier te lande om te prijzen, wat
Berlijnsche heeren wijzen, en te schermen met 'het
argument van belangen", schreven wij verleden
week in ons overzicht reeds dat men dit argument,
dat er natuurlijk geen is, te Rotterdam vaak hoort.
Het is een verkeerde en gevaarlijke redeneering en
de Nederlandsche Pers diende in te zien dat zij
door toe te geven aan druk, zich bloot stelt aan mér
druk. Zoo gaat het steeds in de wereld.
MINISTER OUD WORDT 50 JAAR OP DEN
VOORavond van St. Nicolaas. Hoezeer het met zijn
persoonlijke wenschen zou strooken voor Sinter
klaas te spelen, hij heeft in de laatste jaren als
minister van Financiën veeleer Zwarte Piet met
de roe moeten zijn. En omdat men van hem weet,
dat hij het financieele beleid van de regeering als
een onverbiddelijke noodzakelijkheid voelt, waar
onder hij zelf wel het meest lijdt, moet iedereen hem
waardeeren in de toewijding en onwrikbare trouw,
waarmee hij op zijn post staat; ook zij die meenen,
dat een andere economische politiek de crisisgevolgen
ons volk niet zoo scherp zouden hebben getroffen,
als zij nu gedaan hebben. De trouw aan zijn
vroegeren partijleider mr. Marchant heeft hem niet
weerhouden, met hem te breken, toen hij meende
dat deze op ongeoorloofde wijze zijn overgang naar
het Katholicisme verborgen had gehouden. Dezelfde
moeilijkheden die mr. Marchant tot een geestelijken
ommekeer dreven, waren ook zijn deel, en zijn snel
en vroegtijdig grijs worden is een teeken, dat zij
hem niet licht hebben gewogen. Maar bij hem
hebben zij niet tot ommekeer, maar tot verdieping
van zijn geestelijk bezit geleid. Zijn trouw is thans
gewijd aan onzen premier. Dat dit wel eens tot
spanningen in zijn partij aanleiding moet geven,
spreekt wel van zelf. Maar mr. Oud is te onafhan
kelijk naar overwegingen van populairiteit om niet
zijn eigen weg te gaan, als hij dit'noodig acht. Bij
alle zakelijke punten, waarop ook wij van tijd tot
tijd met hem van meening verschillen, is het goed
dat er zich eens een gelegenheid aanbiedt om uit te
spreken, dat wij hem tot de nobelste figuren in ons
politieke leven rekenen.
BIJ DE BEGROOTING VAN FINANCIEN HEEFT
minister Oud wel enkele niet onbelangrijke
concessies moeten doen, doch in de hoofdzaken
heeft hij zijn systeem kunnen doorzetten. De ge
meenten, die onder hun hooge werkloozenlasten
zuchten en niet voldoende uit het
werkloosheidssubsidiefonds krijgen om aan hun verplichtingen
tegenover hen onder dezen crisisgeesel zuchtende
inwoners te voldoen, zullen nu op drie manieren
geholpen kunnen worden; al naar hun financieele
positie zullen zij hiervoor bijdragen krijgen a fonds
perdu, als voorschot of als rentedragend voorschot.
Dit heeft voor de gemeenten twee nadeelen, bij de
dekking uit het subsidiefonds vergeleken, ten eerste
worden zij nu gedwongen den buiténgewonen dienst
met deze lasten te bezwaren, zoodat zij nog lang
na het einde der crisis zullen blijven te kampen heb
ben met financieele moeilijkheden en afhankelijk
heid van het rijk; en ten tweede werd algemeene
twijfel geuit aan de mogelijkheid tot verdeeling in
deze drie groepen volgens objectieve maatstaven,
waardoor een goed financieel beleid gestraft dreigt
te worden met zwaardere lasten. De minister
heeft nu de kwestie van de rente voorloopig in het
midden gelaten. De volgende regeering kan dat
dan bekijken in verband met den economischen
toestand en de adviezen van de commissie-Kan.
Ook op een ander punt heeft de minister nog een
concessie gedaan. Het octrooi van de Nederlandsche
Bank, zal in verband met het onderzoek over de
ognG K f U Q O T U~t
la CQuie première quatife
l
i
T
Ml' :