Historisch Archief 1877-1940
vraag of deze bank niet in een staats
orgaan moet worden omgezet met een
termijn drie in plaats van vijf 'aar op
zegging kunnen worden opgezegd en
de verdeeling van het reservefonds is
onder aandrang van de Kamer ook wat
ten gunste van den staat gewijzigd. Op
het punt van den belastingdienst, van
ouds de specialiteit van dezen minister,
heeft mr. Oud echter al zijn plannen
ongewijzigd kunnen handhaven.
HET DEBAT OVER BU1TENLANDSCHE
zaken vertolkte allereerst den wil
van de groote meerderheid van ons
volk om den Volkenbond, ondanks alle
. bezwaren, niet den rug toe te keeren.
Ook 's ministers denkbeeld, om na de
Abessijnsche mislukking het Handvest
van de sanctieverplichtingen te ont
doen, in de hoop daarmee den Bond
weer universeeler te maken, ondervond
zooveel bezwaren, dat de minister dit
niet meer voor de opinie van het
Nederlandsche volk kan laten doorgaan.
Daarnaast werd speciaal op een zoo
goed mogelijke verstandhouding met
onzen naasten buurman, België, aan
gedrongen. Er waren zelfs sprekers, die
betreurden dat de kwestie van het
Maaswater bij het Permanente Hof
van Internationale Justitie aanhangig
was gemaakt. Maar mr. Joekes en
minister de Graeff hebben duidelijk
aangetoond, dat het voorleggen van
een juridisch geschil ae n een deskundig
en onpartijdig rechtscollege geenszins
een bezwaar hoeft te zijn voor hartelijke
betrekkingen. Althans wanneer men
over en weer gespeend is van nationale
minderwaardigheidsgevoelens. Ons an
dere buurland, dat zich niet voor den
internationalen rechter zal laten slee
pen", zou op een dergelijk geval natuur
lijk anders reageer en; het geeft de
voorkeur aan het eenzijdig opzeggen
van verplichtingen, wanneer het meent
dat deze wijziging vereisehen. Minister
de Graeft sprak zeer correct, maar
onmiskenbaar duidelijk uit, dat hij
deze methode van buitenlandsche poli
tiek niet waardeert. En zijn opmerking,
dat daarbij zeker 99 van de honderd
kamerleden aan zijn zijde staan was
even iuist als geestig: hij sprak het uit
als een gewone spreekwijze, maar ieder
een keek naar mr. Westerman, die in
zijn aanval op onzen gezant in Berlijn
plus Hitlerien que Hitlér" was ge
weest. Ook in dit opzicht liet de minis
ter zich voor een diplomaat duidelijk
uit: op den partijdag in Neurenberg zou
onze' gezant, indien hij daar niet met
vertegenwoordigers van 24 andere mo
gendheden had ontbroken, redevoe
ringen hebben moeten aanhooren, die
indruischten tegen de opvattingen van
ons eigen volk.'"
DE ONDERWIJSBEGROOTÏNGj GAF
aanleiding tot het berijden van
een heele stokpaardjes-manege, waar
onder tamelijk bejaarde beestjes: de
leerstoel der homoeopathie, de spelling,
de aansluiting van middelbaar en
hooger onderwijs, de bezuiniging en con
centratie bij het bijzonder onderwijs;
maar als nieuwelingen kwamen daarbij
ditmaal de tandartsenopleiding en het
w bijbelonderwijs op de lagere schoei.
"Wat het eerste onderwerp betreft, er
heerschen in Utrecht inderdaad on
houdbare toestanden, mede door het
overgroote studentental, en een com
missoriaal onderzoek is dan ook gaan
de. Het bijbelonderwijs, op sympathieke
wijze door den liberaal Louwes aan de
orde gesteld, is inderdaad een dringend
vraagstuk geworden. Het is ontstellend
hoe weinig de iongere generatie soms
van de hoofdmomenten uit den bijbel
weet; daarmee wordt haar niet alleen
aansluiting op waardevolle bouwstoffen
voor het innerlijk leven onthouden,
maar worden ook de grondslagen der
West-Europeesche cultuur ondermijnd.
En al valt het moeilijk in dezen veel
te dwingen, in meer dan n opzicht
zou zoowel door het initiatief der on
derwijzers als door
regeeringsmaatregelen dit onderwijs nog zeer bevorderd
kunnen worden.
PROTESTANTEN IN SPANJE
TERWIJL in landen als Rus
land, Italiëen Duitschland de
revoluties der laatste jaren een
bepaalde ideologie deden zegevieren,
is tot op heden de Spaansche revolutie
vol vragen gebleven. Toen na de
abdicatie van Koning Alfons de
Spaansche republiek in 1931 geloofs
vrijheid erkende, ging er een zucht
van verlichting door de protestante
wereld, want het royalistische en
clericale Spanje had tot dusver niet
slechts geen geloofsvrijheid gewaar
borgd, maar bovendien het leven van
het kleine hoopje Spaansche protestan
ten zooveel mogelijk beperkt. De
protestante kerken mochten geen to
rens hebben, niet aan de straat staan,
geen opschriften dragen, waaruit het
protestante karakter zou kunnen blij
ken, om van andere knellende maat
regelen maar te zwijgen.
De mannen die deze revolutie maak
ten zijn eigenlijk met de Girondijnen
der Fransche revolutie te vergelijken.
Zij vormden een partij van deels
radicale, deels socialistische politici
en filosofen, die in het moderne
Frankrijk het voorbeeld van een
sociaal-politieke revolutie zagen. Wat
ideologie betreft was het moderne
Fransche positivisme en scepticisme
weliswaar voor het Spaansche volk
niet bruikbaar: dit was eeuwenlang
door de katholieke kerk opgevoed
en het katholieke geloof bevredigde
zijn geestelijke behoeften voor een
groot deel. Een groot aantal leiders der
revolutie stonden derhalve niet vijandig
tegenover het Katholicisme. Zoo zegt
Alvaro de Albornos in zijn boek La
politica religiosa de la Republica" uit
drukkelijk, dat de republikeinsche
leiders Spanje noch
ontkatholiseeren", noch dechristianiseeren" wilden.
Zij wilden veeleer den staat van
eiken theologischen invloed bevrij
den" en hoopten, dat zoowel de kerk
als de staat hun voordeel zouden
doen met deze bevrijding, die noch een
onrecht, noch een aanval op het gods
dienstig bewustzijn is, maar slechts
een afschaffing van de privilegiën
van n kerk. Ook een andere
kant van de ideologie der Spaan
sche republikeinen wijst erop, dat
de strijd tegen het clericalisme en
Jesuitisme niet een strijd tegen de
katholieke Kerk beteekende. Een deel
hunner zijn nl. Erasmianen, die een
zeer gezienen leider in den bekenden
Don Giner de los Rios hebben. Erasmus
was voor hen de moderne katholiek,
die zijn kerk trouw bleef, hoewel hij
binnen de kerk den strijd tegen
uitbuiting en bijgeloof en voor vrijheid
voerde. Dat president Azafia een
radicaal-socialist is, verhindert hem
niet, voor deze godsdienstige richting
te voelen; anders had hij niet licht
het beroemde boek van George Borrow
The bible in Spain" vertaald.
Het is dus te begrijpen, dat de
Spaansche protestanten de revolutie van
1931 met groote sympathie begroetten.
De afkondiging der godsdienstvrij
heid was echter voor de Spaansche
protestanten meer een hoop dan
werkelijkheid, zoodat zij uitdrukkelijk
toepassing van de wet op de gods
dienstvrijheid en erkenning door de
regeering moesten eischen. Zij vormen
slechts een kleine groep; tellen niet
meer dan 6.000 avondmaalsgangers.
Bovendien vormen zij in het geheel
geen eenheid, maar hooren tot een groot
aantal verschillende kerken, secten en
zendingsgroepen.
De protestante erfzonde der ver.
splintering openbaart zich in Spanje op
noodlottige wijze. »
fNNDERTUSSCHEN onderging de
Vw/ eerste revolutieregeering hetzelfde
lot als de Gironde: zij werd door de
Jacobijnen opzij geschoven; de ideolo
gie der Spaansche revolutie verschoof
steeds meer naar links. Anarchistische
PROF. Adolf Keiler, ten onzent
ook bekend door zijn boeken,
o. a. De onbekende God" is een
der bekendste voormannen van de
eenheidsbeweging der kerken en is
thans directeur van het Centraal
Bureau voor Kerkelijke Hulpacties
te Genève. Als zoodanig heeft hij
het bericht doen verspreiden, dat wij
voor drie weken in het Oog der
Wereld" hebben opgenomen, waarin
bericht werd, dat in het door de rebel
len bezette deel van Spanje de
protestanten worden vervolgd en hun
voorgangers gedood. Aangezien wij
over een dergelijke houding, die voor
een partij welke tegen de godloosheid
strijdt" op zijn zachtst gezegd merk
waardig is, in onze neutrale liberale,
katholieke en zelfs in onze protestante
pers geen enkel bericht hebben aange
troffen, hebben wij Prof. Dr. Keiler
om een nadere uiteenzetting gevraagd,
welke wij hierbij kunnen afdrukken.
en communistische elementen kregen
macht. Deze moet men niet op n
lijn stellen met het bolsjewisme.
Ideologisch houdt het verband met het
overdreven individualisme, volgens
Mada riaga zoo kenmerkend voor den
Spanjaard , en met de verschrikke
lijke sociale ellende der landarbeiders,
die ook de revolutieregeering niet
heeft kunnen opheffen.
Tegenover deze tendens naar links
stond een reactionnaire tendens, die in
Don Gil Robles een demagogisch
leider vond. In den huldigen burger
oorlog zijn derhalve een groot aantal
tegengestelde krachten over de twee
fronten verdeeld. Aan den eenen kant
de republikeinen, de radicalen en socia
listen, de Erasmianen, Krauseanen
en positivisten, aan welker jaspanden
zich echter ook de communisten en
anarchisten vasthouden. Aan den an
deren kant het conservatieve element,
dat niet de monarchie of de vroegere
macht der kerk wil herstellen, maar
slechts de gematigd-sociale en
nietclericale republiek, die tegenover een
internationale anarchie de nationale
belangen verdedigt. Dat zich aan een
dergelijke partij der orde ook de
monarchale en clericale verwachtingen
moeten vastklampen, spreekt wel van
zelf.
Men moet deze scheiding der
geesten" kennen, om te begrijpen
waarom het kleine en eeuwenlang
onderdrukte groepje protestanten meer
van de revolutionnaire republiek ver
wacht dan van een nationalistische
tegenrevolutie. Aan den anderen kant
bleek reeds, dat de groote massa
van het Spaansche volk eenvoudig
nog niet rijp is voor de ideeën van de
revolutie van 1931. Een eeuwenlange
scholing door de katholieke kerk
en verdrukking door de monarchie
is niet door revolutionnaire procla
maties uit te wisschen. Weliswaar
moet gezegd worden, dat de Spanjaard
volgens kenners van naam als
Madariaga en Orta Gonzalez'niet collectief
en monarchaal denkt, maar individua
listisch en dat Alvaro de Albornoz
kan getuigen, dat Spanje een land is,
dat tot cynisme toe ongeloovig is".
THANS beheerscht de haat Spanje
en vernietigt het volk zich zelf
in den burgeroorlog. Deze richt zich
ten deele ook tegen de kerk. Honder
den katholieke kerken zijn door
communistische en anarchistische ben
den verbrand, priesters, monniken en
nonnen zijn vermoord. Tegenover
deze gruwelen kan uit de geheele
Christelijke wereld slechts n
algemeene afschuw staan. Hierin
vereenigen zich Protestanten en Katho
lieken tot n protest; zij zien een
gemeenschappelijk christelijk erfdeel
bedreigd door den haat tegen het geloof,
die tegenwoordig door de wereld gaat
Deze gruwelen zijn het werk van
onverantwoordelijke benden en indi
vidueele fanatici, die van den burger
oorlog gebruik maken. Tot nog tor
hebben zij de protestante kerken en
geestelijken niet aangetast, hoewe
ook hier en daar gepoogd is protestant*
kapellen in brand te steken en domi
nees lastig te vallen.
Men vraagt zich echter af wat het
lot der Protestanten zal zijn, als dt
opstandelingen overwinnen. Zijn ei
geen represailles te duchten, nu velt
protestanten sympathie hebben getoond
voor de oorspronkelijke regeering ir
Madrid en een program, dat hur
vrijheid in het vooruitzicht stelde!
Zal generaal Franco zooveel mach?
en tucht kunnen doen gelden, dat zijr
overwinning niet bevlekt wordt dooi
dergelijke gewelddaden als door onver
antwoordelijke groepen uit het andere
kamp bedreven zijn? Zal generaa
Franco zijn belofte van godsdienst
vrijheid en bescherming der kerken
getrouw blijven? Dit zijn veront
rustende vragen, te meer sedert bekene'
is geworden, dat de aanhangers var
Franco het herstel van die geloofs
vrijheid toezeggen, die vóór 1931
heeft bestaan. Als dit werkelijk het
plan van generaal Franco zou zijn, zot
de verontrusting maar al te gegronc
zijn.
In de laatste weken dringen boven
dien berichten uit het door Francc
bezette gebied in het buitenland door.
die dringend opheldering vereisehen
Sinds de gruwelpropaganda in der
wereldoorlog is men op zijn hoedt
tegen het eerste het beste gruwel
verhaal. Maar thans wordt niet alleei
door de Madrileensche krant Infor
mationes" (12 October), maar ook ui'
betrouwbare particuliere bron bericht
dat een groot aantal protestante predi
kanten, wier namen en standplaattet.
worden genoemd in he< door de rebeller
bezette gebied reeds zijn 'doodgeschoten
dat hun kerk in Jerez in brand is gesto
ken, dat vooraanstaande protestanten
zijn verdwenen of worden bedreigd
Het is generaal Franco's eigen be
lang, dergelijke berichten grondig m
te laten gaan en aan de wereld, di
vraagt of deze geruchten waar zijn
opheldering te ge\en. Zij zal zich nie
laten afschepen met de verklaring, da
dergelijke predikanten doodgeschote:
zijn wegens politieke activiteit. Even
als in Rusland heeft de godsdiensthaac
in de huidige wereld zich reeds t«
vaak op politieke gronden beroepen.
En het is aannemelijk, dat de notoir/
wreedheid, waarmee de Spaansch?
burgeroorlog wordt gevoerd, bij alt'
partijen heerscht. Christelijke werell
mag dan ook het Internationale Rood;
Kruis dankbaar zijn, dat het beiaj
partijen tot gematigdheid, tot steua
aan gijzelaars, vrouwen en kinderer,
en tot steun aan de kerken opriep.
De laatste berichten van de
Spaat.sche protestanten spreken niet allee,i
van vervolging, maar ook van mater
eelen nood. Deze nood heerscht ia
de protestante gemeenten in Madrid e a
Barcelona, zoowel als in de door c e
rebellen bezette steden. Een spoedige
hulpactie door hun geestverwante!
in het buitenland is noodig. Wai.t
indien al het medelijden met h-t
ongelukkige S*paansche volk algemee ;i
is, wij hebben een bijzondere veran
woordelijkheid voor een groepje
ve~drukte en hongerende Protestanten
in Spanje.
PROF. ADOLF KBLLF.R
Ru we handen
HEEFT DE CIVETKAT GESPROKEN?
Hedendaagse spookhistorie
HET proces Lambert versus Levita, waarover
heel Londen en half Engeland een week
lang heeft gesproken en dat de voorpagina 's
van alle kranten van vette koppen en de portretten
der voornaamste betrokkenen heeft voorzien (als
ik zeg alle kranten zonder ik natuurlijk The Times
uit, die ook door het sensationeelste proces niet in
zijn eerbiedwaardige tradities wordt geschokt en die
dus het geval in de kleine letters van het Rechtbank
verslag droog en zakelijk behandelde) het proces
Lambert-Levita dus was eigenlijk maar een dood
gewone nare zaak: van intriges onder het hogere
personeel van een omroepmaatschappij (de radio
schijnt een vruchtbaar terrein voor intriges te zijn),
van roddeltjes over en weer, van vertrouwelijke
gesprekken die werden overgebriefd en een typiste
die meneer X vertelde wat meneer Y door de tele
foon over hem had gezegd aan mevrouw Z. . . enzo
voort. Ontdaan van alle bijkomstigheden (die de
rechter aanleiding gaven op zeker ogenblik tot de
jury te zeggen: Ik vind het ontzettend dat we hier
onze tijd moeten verdoen aan het kleinzielige ge
harrewar tussen deze lieden") kwam de zaak hierop
neer:
De heer Lambert is redacteur van The Listener
(de engelse Radiobode) en heeft bovendien een be
langrijke functie bij het British Film Institute
hij is dus zo iets als meneer Vogt en meneer van
Staveren samen en in elk geval een belangrijk man.
In het bestuur van het Film Institute zat ook Lady
Levita, echtgenote van Sir Cecil Levita, een
gepensionneerd hoofdofficier. Toen de heer Lambert eens
moeilijkheden had met de directie van de B.B.C, (de
engelse omroepmaatschappij), die bezwaar maakte
tegen zijn dubbele functie, wendde hij zich op aan
dringen van Lady Levita tot Sir Cecil, die tussenbeide
kwam en bewerkte dat de kwestie in het voordeel
van de heer Lambert werd opgelost. Tussen Lambert
en de Levita 's was dus alles koek en ei. Dit veranderde
echter toen de heer Lambert een tweede protégévan
Lady Levita uit het Film Institute wegwerkte omdat
hij hem van fraude verdacht. Lady Levita werd boos
sn Sir Cecil begaf zich naar een hooggeplaatste func
tionaris bij de B.B.C, en sprak: Die Lambert is vol
slagen gek, die moet er uit bij jullie !" De B.B.C.-man
loorde hem aan «i ging vervolgens naar de heer
Lambert: Dat en dat heeft Sir Cecil van je ver
teld." Lambert vroeg opheldering en verontschuldi
ging. ,,Ik zal er over denken," antwoordde Sir Cecil.
Hiermee niet tevreden diende Lambert na enige
?veken een aank'acht wegens belediging en
.antasting van zijn goede naam in. Sir Cecil
ing naar de directie der B.B.C, en zei: Als
jllie niet zorgt dat Lambert zijn aanklacht
itrekt, krijg ie geen cent meer van me."
ir Cecil is rijk aan geld en invloed, dus gaf
.'.e B.B.C, haar employéte verstaan dat hij uit
? 'andelen kon gaan als het proces tegen Sir Cecil
< oorging. (Zo fs de wereld.) Het proces is toch
? oorgegaan en Sir Cecil is veroordeeld tot
be» .ling van 7500 pond sterling nog altijd iets
; ieer dan een halve ton in onze munt,
waarnee naar nederlandse begrippen de schade De
c'e de heer Lambert heeft geleden behoorlijk Cef.
v-rgoed is.
Was dit nu de moeite waard om er zoveel vette
l tters aan te besteden? Heeft het engelse publiek
z ch over dit onverkwikkelijke ruzietje opgewonden ?
Neen, de openbare belangstelling ging uit naar
\ .-el iets anders.
Sir Cecil had gezegd: Lambert is gek." Waarom
v*s Lambert gek? Omdat hij geloofde in Gef, de
.'rekende civetkat van het eiland Man, het
bei «mdste en tevens het geheimzinnigste ttier uit heel
l t Verenigde Koninkrijk. Het proces
LambertI vita ging helemaal niet over de heren Lambert
t Levita en de interne strubbelingen in de B.B.C.
fc'.-t ging over Gef.
veel rondgezworven doch ook veel gelezen; hij kent
verschillende talen, waaronder Russisch, Arabisch,
Hindoestani en Jiddisch. In de oorlogsjaren heeft
hij zich uit zijn zaken teruggetrokken om op Man
te gaan boeren. De crisis in de landbouw heeft ook
hem getroffen en op het ogenblik heeft hij het vrij
armoedig. Hij streeft echter niet naar verandering
en vindt blijkbaar het leven nog zo kwaad niet.
Mevrouw Irving is een imposante verschijning
met een paar felle ogen. De bezoeker heeft weldra
door dat zij feitelijk de baas in huis is.
Het derde lid van het gezin is de jongste dochter,
Voirrey (de oudere kinderen zijn sinds lang ge
trouwd en wonen elders), een intelligent maar
zwijgzaam en eenzelvig meisje van zeventien, dat
wat in de huishouding helpt en over het eenzame
eiland rondzwerft.
De rust van dit vreedzame gezin werd in Septem
ber 1932 (Voirrey was toen dertien) verstoord door
een wezelachtig dier, dat zijn aanwezigheid ken
baar maakte door allerlei wonderlijke geluiden.
Weldra bleek het een meester te zijn in het nabootsen
der geluiden van andere dieren. Dit bracht vader
Irving op het denkbeeld, of het misschien ook
menselijke woorden kon nazeggen. Het geheim
zinnige dier bleek een ijverig leerling, want na
enige weken konden ze hele gesprekken met elkan
der voeren....
In October kwamen de eerste berichten in de
pers. Begin 1932 was het geval reeds zo belangrijk
geworden dat de Manchester Daily Despatch een
verslaggever naar Doarlish Cashen zond. In zijn
reportage lezen we:
De geheimzinnige mens-wezel van Doarlish
Cashen heeft vandaag tot mij gesproken. Ik heb de
merkwaardigste geschiedenis onderzocht die ooit
over een dier bekend is geworden, een geschiedenis
die op het hele eiland geloof vindt, en ik weet niet
wat ik er van moet denken. Heb ik werkelijk een
wezel horen spreken? Ik weet het niet, maar wat
ik wel weet is dat ik een stem heb gehoord waarvan
ik me niet kan voorstellen dat een mens ze zou
kunnen voortbrengen; dat de lieden die zeggen dat
dit de stem van de vreemde wezel was me normaal,
eerlijk en volkomen toerekenbaar schijnen; dat het
onwaarschijnlijk moet worden geacht dat zij maan
den lang een bedrog zouden volhouden dat geens
zins gemakkelijk is en hun niets opbrengt, enkel
maakt dat er over hen wordt gesproken; en ten
slotte: dat anderen dezelfde ervaring hebben gehad
als ik."
De wezel, die zich ontpopte als een soort civetkat
(?mongoose, de beroemde indische rattenvanger
DE geschiedenis van Gef gaat terug tot het jaar
1931. Volgens eigen zeggen is hij geboren op
7 Juni 1852, maar vóór September 1931 heeft hij
n;oitiets van zich laten horen, zodat de eerste 79
ja -en van zijn veelbewogen leven als praehistorie
n eten worden beschouwd. Historisch wordt hij pas
a;., hij verschijnt op Doarlish Cashen, een zeer
eenza ne, zeer sombere, ietwat vervallen boerderij, ge
le en op het hoogste punt van het eiland Man in
d» Ierse Zee. .
?Ooarlish Cashen wordt bewoond door een eigen»
as -dig gezin. Déheer en mevrouw Irving zijn om
en bij de zestig en hebben betere dagen gekend. De
ft<:n is handelsreiziger geweest en heeft niet alleen
familie Irving, vader, dochter en moeder, die alle drie zweren bij
(De illustraties op deze pagina zijn uit Price-Lambcrt: The
haunting of Cashen's Gaf).)
en slangendoder, Ricky-Ticky-Tavy uit het ver
haal van Kipling), verhoogde inmiddels zijn pres
taties. Hij gaf blijk van helderziende vermogens,
wierp zijn gastheer en gastvrouw huishoudelijke
voorwerpen naar het hoofd maar ving ook konijnen
voor hen, en toonde zich een onberekenbaar, doch
voor het overige zeer menselijk dier. Slechts n
ding deed hij niet: zich vertonen. De Irvings zagen
af en toe een glimp van hem. Mevrouw Irving had
eens gelegenheid Gef (hoe hij die naam kreeg weet
niemand meer) over de kop te strijken toen hij in
een donkere hoek op een balk zat, waarbij hij haar
speels in de vinger beet.
IN Februari 1932 ontvangt Harry Price, directeur
van het parapsychologisch laboratorium, ver
bonden aan délondense universiteit, een brief van
een spiritistische dame die de Irvings heeft bezocht
en in Gef een geïncarneerde geest ziet. Of Price het
geval wil onderzoeken ?
Hij kan zelf niet gaan, maar op zijn verzoek komt
kapitein Macdonald, een kritisch en voorzichtig
man van wetenschappelijke standing, de Irvings
bezoeken. Gef blijkt zeer schuw te zijn. Macdonald
hoort hem herhaaldelijk spreken, echter nooit als de
/?/rmi/fV. /?»«.??.-»*_<»-?- -?- ? ??? -
Doarlish Cashen, de eenzaam gelegen boerderij op Man
waar Gef rondspookt. Op de voorgrond Gef zelf, naar
een tekening die volgens zijn aanwjjzlgingtn is ver
vaardigd en door hemzelf is goedgekeurd....
de vreemde geluiden voortbrengt. Hij is echter ge
neigd aan te nemen dat hier meer dan een hallu
cinatie in het spel is.
In Mei 1935 bezoekt hij Doarlish Cashen opnieuw.
In de tussentijd heeft Gef honderd uit gesproken en
gezongen, ook in vreemde talen, en allerlei mense
lijke handelingen verricht. Van zijn doen en laten
heeft Irving nauwkeurig aanteekening gehouden;
Harry Price heeft een dossier van honderden blad
zijden betreffende Gef verkregen. Wat Macdonald
hoort is ook ditmaal onbevredigend.
In Juli-Augustus van hetzelfde jaar gaat Price
er zelf op af, samen met R. S. Lambert van de B.B.C.
Gef blijkt verdwenen te zijn en komt eerst na hun
vertrek terug!
In October brengt Macdonald een derde bezoek
aan de eenzame boerderij. Uren lang hoort hij spre
ken, lachen, bonzen op ruiten en panelen; voor
werpen worden heen en weer geworpen, enzovoort.
Een en ander wordt aan Gef toegeschreven. Indien
een ander het doet: de onderzoeker kan er ondanks
de scherpste controle niet achter komen.
Op 6 November bezoekt een verslaggever van de
News Chronicle de Irvings. Gef laat zich niet horen,
hoewel hij die morgen nog heeft gesproken en de
vorige dag zijn 218de konijn voor mevrouw
Irving heeft gevangen....
NU is het natuurlijk zeer gemakkelijk te
reggen: Onzin''! Maa r wie dit doet zal moeten
verklaren: hoe het mogelijk is dat de Irvings (die
een normale indruk maken en als betrouwbaar
bekend staan) van 1931 tot heden een reeks
avonturen samenflansen waarvan het dossier
honderden bladzijden beslaat, zonder dat zij in
woord of brief elkander of zichzelf ooit tegen
spreken, behalve een enkele maal op een zeer
ondergeschikt punt; ?
hoe het komt dat van de honderden lieden die
Doarlish Cashen in die tijd hebben bezocht, onder
wie journalisten en wetenschappelijke onder
zoekers die het er om te doen was het raadsel
op te lossen, weliswaar nooit iemand een objec
tief bïwijs van Gef's bestaan heeft gekregen, maar
evenmin ooit iemand heeft kunnen constateren dat
(laat staan hoe) hij bij de neus werd genomen;
waarom de Irvings deze mystificatie zijn begon
nen, die hun niets opbrengt dan wat gerucht en die
hun thans, nu ze de boerderij zouden willen ver
kopen, zelfs tot groot nadeel is (geen boer koopt een
huis.waar het spookt").
Het ene lijkt nog wonderlijker dan het andere.
Is het vreemd dat een aantal ernstige lieden in Gef
zijn gaan geloven?
Kennisname van de gegevens, o.a. uit het boek
dat Price en Lambert aan deze geschiedenis hebben
gewijd, leidt echter m. i. niet tot die conclusie (waar
toe de auteurs zelf ook niet zijn gekomen: Lambert
heeft tijdens zijn proces tegen Sir Cecil Levita ont
kend dat hij in Gef geloofde; Price heeft in zijn boek
,,Confessions of a Ghost Hunter" zijn ongeloof vrij
duidelijk laten blijken). Het lijkt mij inderdaad aan
nemelijk dat de Irvings, zij het onbewust, bedrog
plegen en dat we hier te doen hebben met een
opmerkelijk massa- (sociaal-) psychologisch ver
schijnsel (collectief waansysteem) dat ons herinnert
aan de massa-hallucinaties te Beauraing.
Hoe men het ook bekijkt, het geval is
psycholoPAG. 4 DE GROENE Ne. 3105
.- ..,..^k..?..j« »^. to.cn, Muur noou ais ae noe men het ook bekijkt, het geval is
psycholofamilie Irving voltallig aanwezig is. Bijgevolg kan gisch interessant en het laatste woord is er zeker nog
hij niet met zekerheid zeggen of niet een van hen niet over gesproken, YGB FOPPHMA
PAG. 5 DE GROENE Ne. 3105
t t