Historisch Archief 1877-1940
Letterkundig leven
MONTHERLANT en de REDELIJKHEID
Essayistische romankunst
riuzfeK
Benry de Mon t h er Iaat s Iie* Jeune*
fllleat Pitiépottrle» femme* (Gr»*
?et. Parijs)
IN nauwelijks twee maanden werden
van Montherlant's boek 80.000 exem
plaren verkocht. Met dit getal is de
kring van belangstellenden in goede
litteratuur, ook in Frankrijk, ver over
schreden. Het blijft een hachelijke
onderneming, eenig verband te willen
leggen tusschen een aantal exemplaren
en de beteekenis ervan. Bij roo'n po
ging zou het onderwerp van Monther
lant's nieuwe romans zeker geen klaar
heid kunnen brengen. De verhouding
tusschen een libertijn en les jeunes
f illes" is een onderwerp, waar in Frank
rijk jaarlijks tientallen romans over
geschreven worden. Bovendien is
Montherlant een van de laatste schrij
vers in Frankrijk, die ook maar n
stap in de richting van den publieken
smaak zouden willen doen. Mijn zaak
is: mij natuurlijk te ontwikkelen en mij
niet door wat het ook zijn mag in uw
richting te laten afdrijven" (?Petite
Infante de Castille"). Eerder dan ervoor,
schrijft Montherlant tegen het publiek:
Een man, die dien naam waardig is,
veracht den invloed, dien hij uitoefent,
in welke richting ook, en aanvaardt
dezen slechts als het losgeld voor zijn
bezetenheid zich te moeten uitdrukken.
Het is wegens een fatsoenlijke opvat
ting van de menschelijke natuur, dat
men weigert leider te zijn". Duidelijker
zou Montherlant zijn stelling niet kun
nen afbakenen dan in de passage
Humilité" uit het voortreffelijke artikel
van Costa in Les jeunes f illes".
Minstens zoo belangwekkend als het
onderwerp op zichzelf is de manier,
waarop Montherlant zijn onderwerp
behandelt, en de persoonlijkheid, die
meent dit onderwerp zoo en niet anders
te moeten behandelen. In de eerste
plaats valt zijn breuk met de
conventioneele gladde compositie van den
Franschen roman in het oog. Les
jeunes filles" experimenteert in dit
opzicht het meest, doch ook Pitiépour
les femmes", waarin de climax, de
voortreffelijke keukenscènt, in den
aanvang van het boek valt, is in dit
opzicht een doodzonde tegen de ge
bruikelijke code. Als men per se
rubriceeren wil, zou men deze boeken mis
schien het best essayistische romans
kunnen noemen. De afwisseling van
de brieven en feiten als de advertenties
uit Le plus beau jour", het artikel van
Costa, gaan lijnrecht in tegen de logi
sche traditioneele conceptie van den
roman, doch eerder dan het verhaal op
zichzelf te storen vormt het er een inte
greerend onderdeel van. Hier is dus
geen sprake van het maniertje, dat de
Ehrenburgen en de Feuchtwangers
onherroepelijk tot schrijvers van den
derden rarig stempelt.
In Les jeunes filles" evenals in
Pitiépour les femmes", domineert
in Costa de luciditeit van den libertijn,
die in Service inutile" schreef: Wie
u zijn liefde geeft, ontneemt u uw
vrijheid" en De genegenheid, die men
voor een wezen heeft, verhindert niet
dat ge dat wezen niet zijt."
Zelfs in zijn meest gepassioneerde
oogenblikken, verlaat deze helderheid,
versterkt door de ervaring dat het be
reikte onherroepelijk vernietigt, Costa
niet. Integendeel, juist dan laat deze
helderheid zich in haar grootste scherp
te gelden, b.v. in de scène met Solange,
na het gesprek in het atelier met Andrée
in Pitiépour les femmes", wanneer
Costa denkt ook al spreekt hij het
ditmaal niet uit: Eens zal ik mij zelfs
uw gezicht niet meer herinneren. Ik
behoor tot het vagebondenras der man
nen. Eens zal ik van anderen houden...
Misschien heb ik zelfs wel geen
oogenSlik van je. gehouden, lieve kind...."
Niets is gemakkelijker, dan hieruit
een matelooze verliefdheid jegens zich
zelf of pose af te leiden. Niets lijkt mij
minder juist dan een van deze conclu
sies. Costa's houding is die van den
man» die het theater" in deze dingen
veracht en daarom de Lorelei niet zingt
en niet wil hooren zingen. Zoowel bij
zijn afweren van de zielige Andrée
Hacquebout die behalve een zie
lige ook nog een wraakzuchtige jonge
dame blijkt te zijn als bij zijn aanval
op Solange Dandillot, betracht hij een
strikte redelijkheid. Zelfs het steeds
terugkeerende onderschrift bij de brie
ven van Andrée: cette lettre est restée
sans réponse" vormt daar geen uitzon
dering op. Met zijn eruditie op dit domein
zou Costa ongetwijfeld moeten glim
lachen om de naïeve Angel-Saksische
formule van D. H. Lawrence:
Youcan't make love with a cold heart".
Alsof dit op commando warm zou kun
nen worden en wat het voornaamste
is: blijven l Men is, helaas misschien,
niet naïever dan men is en niet ieder
een kan boschwachter worden.
EN toch geloof ik niet, dat de
teederheid van Costa in de voortreffelijke
keuken scène uit Pitiépour les fem
mes" voor Solange minder behoeft te
zijn, dan die van Mellors voor Lady
Chatterley in de ietwat ostentatieve
bloemenscène in den regen in het bosch.
Doch al worden Lawrence's Mellors en
Montherlant's Costa gescheiden door
hun zeer uiteenloopende opvattingen
omtrent den vorm van hun liefde, in
wezen is er een punt, waar de
AngelSakser en de Latijn elkaar naderen.
Dit blijkt in hun gemeenschappelijken
weerzin tegen de vrouw met kuren,
de vamp, Ia femme chichis" en hun
warm pleidooi voor de natuurlijke
vrouw.
In beide boeken van Montherlant
vindt men uitstekende bladzijden vol
kritiek op de doode bourgeois-milieu's,
zooals de beschrijving van het interieur
bij de Dandillots en de wandeling met
Andrée in de buurt van de Avenue
Marceau. Zouden zij opnieuw hun
verschrikkelijken tocht beginnen door
die straten, waar slechts apothekers en
bloemenwinkels waren (een symbool,
misschien, voor de heerschende klas
sen. Noot van den schrijver,)". Blad
zijden, die tegelijkertijd van een rede
lijkheid getuigen, die men humaan zou
kunnen noemen, wanneer het woord
humaan" door het misbruik van zal
vende ethici niet zoo'n slechten klank
gekregen had !
Ik heb allerminst de toewijding van
een messias jegens mijn naaste", heeft
Montherlant eens gezegd, maar ter
zelfder tijd: Men gelooft, dat ik van
de woestijn houd: ik houd niet van
haar, omdat zij zonder menschen is".
Indien men het werk van Montherlant
beoordeelt van zijn eerste min of meer
oorlogszuchtige romans Le songe" en
Les bestiaires" af, over Fontaines
du désir" en Les célibataires" tot
Les jeunes filles" en Pitiépour les
femmes" toe, dan moet men erkennen,
dat hij zich heeft weten te bevrijden
van bepaalde jeugdaanstellerijen uit
den tijd, dat hij zich liet
photographeeren voor een litterairen almanak in
stierenvechterscostuum. Zelfs al moet
men erkennen, dat hier en daar, b.v.
in het gesprek met Andrée in de atelier
scène in Pitié", de stierenvechter soms
om den hoek komt kijken. Montherlant
verdient op 't oogenblik tot de knapste
jongere schrijvers in Frankrijk gere
kend te worden en men ziet met span
ning uit naar het slot van deze trilogie
Au bord de l'abime".
J. GANS
Geleend
dichterland
Jan Campert: Verwilderd Land
schap (H. P. Leopold, *? Gravenhage)
D E indruk van verwildering, welke
het landschap dezer gedichten
op den argeloozen lezer maakt,
wordt verklaard, zoodra men de pijn
lijke ontdekking heeft gedaan, dat het
meerendeel der verzen uit dezen bundel
de herinnering oproept aan velerlei,
dat men van elders reeds sinds lang
kent en heeft verbonden aan de namen
A. Roland Holst, Werumeus Buning en
Marsman, om enkele anderen, die in
meer of mindere mate hebben bijge
dragen tot het gevarieerd aspect van
dit dichterland, eenvoudigheidshalve
ongenoemd te laten. Men vraagt
zich af, of Campert's vers: Ik schrijf,
soms weet ik niet eens wat ik heb
geschreven", wellicht letterlijk moet
worden opgevat, doch dan zou daarop
de mededeeling hebben moeten volgen,
dat hij maar al te goed weet wat hij
heeft gelezen. Buning's In Memoriam
Patris" vindt zijn weerklank in het slot
van Campert's Een Graf"; hetzelfde
gedicht van Buning, dat den dichter
blijkbaar gaat biologeeren zoodra het
motief van het sterven zijn verbeelding
beroert, leent hem ook in In Memori
am Sororis" een paar formuleeringen,
terwijl Karel van de Woestijne er een
beroemd geworden versregel aan toe
voegt, zij het met een geringe wijziging.
Een der onvergetelijke verzen uit
Bunings's bundel In Memoriam":
De oogen die het hart zich heeft gekozen
Zijn zorgeloos en diep en donker als de
rozen
treft men in Bloemen" van Campert
in staat van verwildering aan: de
rozen zijn gemetamorfoseerd tot
jasmijn en anjers, maar zij zijn niettemin
door dit hart verkozen". Als Verlaine
sterft, stoffeert Campert het vers, dat
het einde van dezen rampzaligen dich
ter evoceert, met een kamer, een tafel,
een bed", alle de sterk-suggestieve
rhythmische eigendommen, die Mars
man in De laatste nacht"
eerstehands mocht gebruiken voor: ,,de ka
mer, het raam en het licht".
Ik moet het requisitoir staken. Het
verschijnsel is echter belangrijk, omdat
het symptomatisch is voor Campert's
poëtische onoorspronkelijkheid niet
alleen en allereerst, maar vooral omdat
het volkomen overeenkomt met de
psychische geaardheid van den dichter,
zooals die uit den inhoud en den toon
zijner verzen blijkt. Wars van alle ver
toon, evenzeer echter afkeerig van al
wat naar stoutmoedigheid zweemt op
het gebied der litteratuur, zonder liefde
of duidelijke waardeering voor de po
gingen, die in den loop der jaren zijn
ondernomen ter vernieuwing van het
poëtisch leven op velerlei wijze,
heeft Campert in prijzenswaardige be
scheidenheid naar de mate zijner
gaven het werk gedaan, dat hem lief
was. Zonder eenigen twijfel iemand
met dichterlijken aanleg, schreef hij,
zonder eerzucht, maar met rustige en
hartelijke toewijding, zijn gedichten,
die, n naar den vorm n naar de
daarin uitgedrukte levensvisie,
ouderwetsch-romantisch en weinig schok
kend of aangrijpend waren. Beter dan
hijzelf het schrijft in Voorjaar" kan
men bezwaarlijk het kenmerkende van
zijn natuur aanduiden: een ontvan
kelijk hart", dat naar de warmte
hunkert". Een passieve natuur, die in
haar ontvankelijkheid openstaat voor
invloeden; een hart, dat in eenvoud wil
liefhebben en gekoesterd worden; een
leven, dat zich meer bekommert om
de plaats, waar het lichaam zal worden
begraven als het gestorven is, dan om
den dood zelf, die geenszins een kwellend
probleem aan zijn menschelijk be
wustzijn stelt. Uit zachtzinnige
mijmering, waarin een tragisch accent een
enkelen keer detoneerend optrekt;
uit vage noties omtrent aftochten, ver!
loren sporen en rijken, waartussen
een eeuwig water stroomt; uit onklare
voorstellingen en metaphysisch ta^en,
ontstaan dan deze verzen, die Mnu
strompelend onrhythmisch, soms met
telkens dezelfde woorden verschi nen
(beraad, verraad, is een rijm dat >rri.
tant vaak terugkeert), maar bij uit.
zondering door hun beschroomden een.
voud ontroerend en door een rijker
geschakeerd taalgebruik treffend kun.
nen worden (?Tegen den avo.id";
en vooral: Overnacht," hela..s «
de titel een barbaarsch germanisne).
De gedichten, waarin de zachte van.
hoop en de vermoeide mistroostig tiefo
om de vergankelijkheid van al wa het
leven als een kostbare gave had bekofd,
wijken voor den toon van vervuiling
door een nieuw gevonden liefde en van
bevrediging, even mild als die van
zijn wanhoop en even weinig door.
dringend als die van zijn ontgooch- ing,
onderscheiden zich door een held :rder
vorm, een vaster formuleering var het
gevoel en afwezigheid van de zoo be
angstigende reminiscensen. (Sonnetten
oppag-,33 en 37.)
D. A. M. BINNEN DIJK
Bibliografie
Joaeph Roth: Belchte eines
'lorders' * (Allert de Lange, Amsterdam)
TOSEPH Roth neemt in de
hedenl daagsche Duitsche litteratuur een
/ geheel aparte en bijzondere {iaats
in. Niet alleen door zijn
voort-effelijke stylistische kwaliteiten, maar ook
om de motieven en problemen, c'ie hij
in zijn boeken behandelt. Misschien
is zijn half russische, half jooischt
afkomst een verklaring voor hè* feit
dat hij, hoewel hij Katholiek is Roth
is een bekeerling) zoozeer doe het
schuldprobleem wordt gekweld.
De mensch leeft bij hem ondtr den
doem van het kwaad, dat hen. van
buiten af belaagt, en waartegtu hij
slechts zelden bestand blijkt. :)it is
ook het thema, waarop het nieuwe
boek is gebouwd. Het eigenaardige is,
dat Roth het kwaad niet als er n be
standdeel van de menschelijke i ;ychc
beschouwt, maar als een kracht uiten
haar die er voortdurend op i :t is,
bezit van haar te nemen. Hi gaat
zelfs zoo ver, dat hij het duiv Ischc
element gestalte geeft in de 'iguur
van JernöLakatos. Maar hi-rdoor
heeft het kwaad een gedeelte va i zijn
macht verloren. Bovendien heef Roth
het zich door deze personificat ? wel
gemakkelijk gemaakt. Lakato kan
n.l. door den auteur telkens wanneer
hij het duivelsche element wen.- ht m
te schakelen om zijn verderf'ijken
invloed op den Mörder" te doen
gelden, ten tooneele worden ge oerd,
terwijl bij een innerlijke opvatting
van het kwaad een subtieler e::
psychologischer behandeling onn isbaar
was geweest.
Ondanks dit bezwaar heeft hèboek
zeer veel kwaliteiten. De uitb» Mding
van de hoofdpersoon, den verm-enden
moordenaar, die als spion vanhc'
vooroorlogsche Rusland in zijn lam: en jn
Parijs zijn geheimzinnig verd rfelijk
werk volvoert, de sfeer van ht - Rus
sische eethuis, de persoon v* i d*0
schrijver die met andere stan.,asten
een nacht lang naar de le\ onsge
schiedenis van den illegalen zoc i van
een Russischen grootvorst(den 3V'order)
luistert, de atmosfeer van Parijs na
dien nacht het is alles sch rp en
uitstekend beschreven en het .naakt
ook dezen roman tot een wa<'idevol
boek. H.
KUNSTZAAL VAN LIER
ROKIN 126 ? AMSTERDAM
Doorloopend TentoonetelHnge»
BECKMESSER EXIT
Willem Pijper
PAG. 8 DE GROENE No. 3105
DR. Joseph Goebbels in de ver
gadering der
Reichskulturkammer: Wij hebben niets
onbeproefd gelaten om de kunstcritiek
op den eenig juisten weg, dien der
kunstbeschouwing, terug te brengen.
AU' pogingen daartoe zijn mislukt.
Ik heb derhalve aanleiding gevonden
in een decreet van heden de heele
kunstkritiek te verbieden."
De Federatie van Ned.
Toonkunstenr .rsvereenigingen aan de directie
d(, N. Rott. Ct., dato i Nov. 1936:
Na, naar wij vernemen, aan uw blad
et-. vacature ontstaat door het aftreden
v£,i den heer Landré, moge het ons
ve.gund zijn, uw aandacht te bepalen
bij de wenschelijkheid en de
mogelijkhe i, als diens opvolger iemand te
bt oemen, die noch als componist,
m. h op eenige andere wijze betrokken
is M) het openbare muziekleven" (wij
cu.siveeren).
De N.R.C, van 28 Nov. 1.1., avondblad
B- .,De superieure, diepgaande, eerlijke
persoonlijke critiek, de critiek in
gtvoten stijl, is voor de kunst altijd
een onontbeerlijke steun geweest (...)
Zi , wien de zorg voor de verdediging
va de Europeesche cultuur boven
al! -s ter harte gaat (....), zullen met
ee. bezwaard hart het verbod van de
DL tsche kunstcritiek zien. (.. ..)
Vo ir hen betcekent het een nieuwen
aa :ilag op wat hun het dierbaarst is:
handhaving en ontwikkeling van kunst
en cultuur."
: tinisterialrat Alfred Ingemar Berndt
in fen zitting van den
Rijkscultuurse; aat, naar aanleiding van het decreet
va . minister Goebbels: Men moet dus
niK schreeuwen indien vandaag de
nat lonaalsocialistische staat een op
dracht om te oordeelen en censuur uit
te -efenen, die door niemand gegeven
is, ongedaan maakt. (?...) Onze
eet w is zoo arm aan geestelijke helden,
en zoo rijk aan groote taken, dat het
ge'-.ie veelvuldige mogelijkheden tot
irv loed geboden zijn welke iedere
mr 'elijkheid tot critischen arbeid
uitslt en."
CRITIEK is nooit de sterkste zijde
van de Duitsche schrijvers over
mi iek geweest. Hun specialiteit was
alts i meer: lyriek, over volledig of
vot; het grootste deel aanvaarde
ku:. agenres. Wij hebben het hier niet
ov? de hoedanigheid van die lyriek,
no> i over het praktische nut (voor de
uit -vers, de concertagenten en de
enk Ie kunstenaars die ,,den weg
|wi.= .---n".. ..) van deze
ontboezemin| ger Artistiek waardevolle critiek werd
| in : litschland over de muziek slechts
bij itzondering geschreven.
i; et decreet van dr. Goebbels leek
oni »ius een slag in de lucht. Om iets te
ku:; ;en verbieden, moet het er eerst
Izijr: De periode der Duitsche
hege|mc;:.ie in muzikale zaken was na
' Wa ner's dood, en dus ruim voor 1900,
ree'., i afgesloten. Er werd
onbeschrijl' '< druk gecomponeerd en gecon
certeerd, maar van evolutie was geen
rake meer. De lyriek op de werken
van Strauss, Reger, Pfitzner,
Hindemi: : . Haas of Johann Nepomuk David
wij (de daaraan natuurlijk niets. Het
nuv'ekscheppend bewustzijn van Euro
pa ;.;vond zich sinds jaren elders. Wij
bel; ..even slechts n naam te noemen:
[Cl* de Debussy.
»;aar de muziekpraktijk in Duitsch
land ging onbekommerd in de eenmaal
lagen richting voort. Perfect
gedisciplineerde orkesten werden nog *
volmaakter af gestemd; intelligente con
tra c:] ntisten contra punteerden hoe
lanhoe intelligenter; de Duitsche
.ikant, reeds lang een meester in
*J vak, ontwikkelde zich tot een
|f*K-» DE GROENE No. 3105
virtuoos. De Duitsche critiek had niet
anders te doen dan dit proces te volgen
en te beschrijven. Het werden (in het
beste geval lyrische) beschouwingen
over zaken van hoogstens secundair
belang. Uit hoofde van hun geaardheid,
en in overeenstemming met hun ver
mogens, bepaalden de Duitsche critici
zich ertoe van de onnoozelste werken
en gebeurtenisjes musicologische rari
teiten te maken een betrekkelijk
onschuldig vermaak, zou men zeggen.
Tot op dit oogenblik. Dat gaat dus
nu veranderen. De nieuwste
Mitteilungen des Hauses Breitkopf und
Harte!" een der grootste en oudste
muziekuitgevers ter wereld annon
ceert, na de rubrieken
Weihnachtsmusik en Die Weihnachtsbücher des
Musikfreundes, ook de Jahrbücher
der Wehrmacht 1937, bearbeitet von
Offizieren des Reichskriegs- und
Reichsluftfahrtminister iums, des Generalstabs
und der Tmppe" in 3 deelen a Mk-3.
per deel. Wat aanmerkelijk goedkooper
is dan b.v. Das deutsche Theater im
19 Jahrhundert, eine
kulturgeschichtliche Darstellung von M. Marstersteig,"
een boek dat nog altijd Mk.ia.?kost.
WIJ zullen ons, conform de op
dracht va n Minister ialra t Berndt,
niet verder bezighouden met de balling
schap van Sixtus Beckmesser. Hij had,
bij ontstentenis van Merkbare Fehler,
allang niets meer te zeggen.
Maar waarover bij een andere ge
legenheid hier in Nederland nog wel
eens wat gezegd zou moeten worden,
vindt men in de tweede alinea van dit
korte stukje. Voor het oogenblik valt
ons slechts de gelijkenis in van Splin
ter en Balk.
Kunst zonder kritiek
r\IJKSMlNISTER Göbbels heeft
rr alle kunstkritiek afgeschaft
?L \ De kunstwerken mogen in de
pers niet meer beoordeeld worden. Men
moet zich tot kritiekooze beschrijvingen
bepalen. Ik hoor, dat mijn vrienden hier
nogal bezwaar tegen maken, wat ik niet
begrijp. Want ik zie in dezen maatregel
iets kolossaats: de geboorte van een
nieuwen stijl. Het descriptieve proza
gaat in Duitschland, dank zij Dr.
Göbbels, een nieuwe, stralende toekomst
tegemoet. De journalist, die terugkeert
van een tentoonstelling: Het moderne
portret, Berlijn 1937", beschrijf t bijvoor
beeld in zijn blad een belachelijk schil
derij, dat hij vroeger zou hebben over
laden met hoon, op de volgende rustige
wijze:
Cat. no. j//. Schilderij, olieverf,
voorstellende een persoon van het
mannelijk geslacht, gekleed in het
bruin. De snor is in overeenstem
ming met den haarlok op den
rechterslaap donker, zelfs eenigermate zui
delijk getint. Het Germaansche
blond ontbreekt ten eenenmale, even
als de Germaansche statuur, die
vervangen werd door een pose van
dapperheid. Tusschen snor en haar
lok bestrijden zelfoverschatting en
minderwaardigheidsbesef elkander
den voorrang. Benige gelijkenis valt
niet waar te nemen."
Dit is uiteraard de zwakke poging van
een debutant, want de kunstvorm van
het descriptieve proza is nog nieuw.
Welk een mogelijkheden biedt deze nieu
we kunstvorm echter aan het raffinement
van den grooten kunstenaar, dien het
Nieuwe Duitschland (naar wij verne
men) wil voortbrengen! Dr. Göbbels
heeft een schitterend initiatief genomen.
Hier past eerbiedige hulde, althans eer
biedige descriptie. Hier is kritiek onge
oorloofd/ A, v, D.
Rpnald
COLMAN
H
LEVEN WAS EEN
OFFER. UIT LIEFDE,DE
DOOD ZIJN OVERWIN*
NIMG.EM WELK EEH ROL.
WERD HIER GESPEELD/
WEER EEN NIEUWE SERVICE VAN PALTHE
ECHT
'1
Alle ie reinigen artikelen, gedurende December
toegezonden aan PALTHE, worden op verzoek
GRATIS MOT-ECHT GEMAAKT!
Wij prolongeeren ook gedurende deze maand de
buitengewone service van het gratis reinigen van 'n hoed
bij heerencostuum of 'n paar handschoenen bij japon.
voor hen, die zulks prefereeren bovan mot-echt maken.
PALTHE
'i! ,:
J i!
DE GROENE WEET HET
(en hij ^gt .het ook)
Zie bon op pag. 21.
Een abonnement kost f 10>