Historisch Archief 1877-1940
JsL
MILITIMM
Mannen en vrouwen, oud en jong, boer en arbeider zijn te hoop geloopen
?<
ling met de socia'.isten, die ve?l langzamsr maar
degelijker door een jarenlange propaganda en een
opvoeding der massa's in het gebied, dat als hun
domein kon worden beschouwd, voor de moreele
emancipatie der proletariërs evenveel deden als voor
hun materieele vrijmaking. Althans vóór het ont-"
staan der republiek. De anarchisten hadden vooral
het materieele voordeel als eerste doel op het oog,
om daardoor tot een hooger peil te kunnen komen.
Hun actie was dus overeenkomstig.
In de vakverbonden beider partijen kon men
vroeger ook deze verschillen waarnemen. De anar
chisten, opportunistisch, zich volkomen wars van
elke politiek als partij in de burgerlijke maatschappij
toonend; hun tegenstanders, de socialisten systema
tisch zich van de macht op politiek gebied trachtend
meester te maken. Want tegenstanders in den felsten
zin van het woord zijn zij tot aan den huldigen bur
geroorlog steeds geweest.
Naast deze beide groote partijen, die sedert 1931
ook in andere gewesten van Spanje doordrongen,
waarbij voornamelijk de socialisten als
regeeringspartij en als zoodanig in het bezit van de vele machts
middelen die het ministerschap en de bureaucrati
sche hulp hun verleenden, de meeste successen
boekten, zien wij ook de communistische partij
zich langzaam ontwikkelen. Voornamelijk weer in
Katalonië, daarna ook in het Noorden, o.a. Asturias.
DUSDANIG was de positie voor 1931. Tot aan
den burgeroorlog vonden echter wijzigingen
plaats. Voornamelijk onder de socialisten werd lang
zaam een splitsing zichtbaar. Het regeeren en de
geweldige onnatuurlijke aanwas in korten tijd van
deze partij verklaart dit. Een rechtervleugel onder
Julian Besteiro, een centrum onder Indalicio Prieto
en een linkervleugel onder Largo Caballero ont
stond. Van den laatste beweerden zijn tegenstan
ders, dat hij en zijn jeugdige volgelingen
communistischer waren dan de aanhangers dezer laatste partij.
Zijn streven was er op gericht een eenheidsfront
aller proletarische partijen te vormen, een streven
dat na de revolutie van October 2934 heftig door
hem werd gepropageerd. De anarchisten echter,
die onder het republikeinsch-socialistisch bewind
herhaaldelijk de regeeringsmacht tégen zich zagen
gebruiken, wilden hiervan absoluut niets weten. En
in het centrum en den rechtervleugel zijner eigen
partij wenschte men dit evenmin. Slechts onder de
communisten vond deze gedachte aanhangers. Zij
hoopten daardoor s&i kracht te winnen.
Zij hebben goed gezien. Echter ook zij waren in
middels verdeeld. Een orthodoxe groep, die met
Trotzki sympathiseerde, scheidde zich af, terwijl de
meer officieele russische groep der Spaanache com
munisten de richting-Stalin door dik en dun volgde.
Het zijn dus eigenlijk de anarchisten die als bijna
onverdeelde partij het stadium van den burgeroorlog
bereikten. Bijna, want eenige jaren van te voren,
nog onder het bewind van Macia,als eerste president
van Katalonië, had zich een kleine groep van leiders,
de treintistas (dertigers) genoemd, omdat het 30
gezaghebbende mannen waren, afgescheiden en
deel genomen aan het bestuur. Zij hadden het sys
teem van oppositie tegen alles wat naar politiek
zweemde laten varen. Hen volgden eenige niet be
langrijke syndicaten.
Nu zien wij gedurende den burgeroorlog in de
eerste tijden, dat alle veetes vergeten zijn. Doch
slechts voor korten tijd. De socialisten vereenigen
zich in Kataloniëmet de communisten en vormen
de partij PSUC (geunificeerde socialisten van Kata
lonië) . De orthodoxe Trotzkisten vormen de POUM
(geunificeerde marxistische arbeiderspartij). Ook in
Valencia en Kastiliëtreden deze partijen aldus op.
De anarchisten blijven wat ze zijn. Steeds bedacht
op het ontplooien van hun macht, nemen zij zoo
weinig mogelijk aan politieke aangelegenheden deel.
Een greep naar de macht, naar de regeeringsmacht
lokt hen eerst later, als de oneenigheid aan het front
en in de achterhoede, met als uiteindelijk gevaar een
verliezen van den oorlog en dus ook van de sociale
revolutie, hen daartoe dwingt. Maar voortdurend
herkent men hun zin voor de werkelijkheid. Zij be
ginnen er mede alle werknemers te verplichten tot
een syndicaat te behooren, natuurlijk het liefst tot
die van hun partij .Zij uiten zich zoo weinig mogelijk
óver hun politiek doel en accepteeren slechts door het
gevaar dat Madrid en daarmede heel het
republikeinsche Spanje bedreigt een samenwerking met de
geunificeerde socialisten, teneinde gemeenschappe
lijk deelen van hun programma, als collectivisatie en
socialisatie van bedrijven en industrieën, te kunnen
bereiken. Hun massa's zijn en blijven, voorzoover
het de oude medestanders nog zijn, gekant tegen
elke deelneming aan een regeering. Want zij zijn
tegen elk autoritair stelsel, zelfs in deze tijden.
Daarentegen vertegenwoordigen de
PSUC-menschen als socialisten en communisten de geestes
richting der zuiver politieke partijen. Zij zijn het,
die tezamen met dédemocraten optreden tegen te '
ver doorgevoerde extremistische wenschen, welke
in deze tijden in democratische landen de sympa
thieën voor het volksfront aan het wankelen zouden
kunnen brengen. Zij protesteeren niet, als de regee
ring te Valencia of Compafiys te Barcelona een
lofPAG. 6 DE GROENE Ne.3116
lied op de democratische toekomst zingt. Zij, en
vooral de communisten onder hen, zijn dan ook vol
gens de Trotzkisten verkocht aan Rusland. Volgens
deze laatsten willen zij een Sowjetrepubliek naar
russisch voorbeeld stichten. De POUM waarschuwt
daarom ook de anarchisten op hun hoede te zijn,
opdat het lot der anarchisten in Rusland ook niet
hun deel worde. De anarchisten echter antwoorden,
dat zij onder de gegeven omstandigheden geneigd
zijn, concessies te doen aan hun revolutionnaire
principes en hun leiders houden betoogen voor mili
taire discipline.
De Trotzkisten zijr, verbitterd door hun isolatie
en het verdrijven uit bepaalde regeeringszetels, tot
een dergelijk fel offensief overgegaan, dat men hen
splijtzwam in het volksfront scheldt en er zelfs van
beticht in dienst van reactionnaire machten te staan.
Precies dezelfde aantijging als tegen Trotzki is
geuit. Hun felheid groeit daarmede en heeft reeds
regeeringsmaatregelen tegen hen uitgelokt, zoowel
als interventie van den russischen ambassadeur.
Daarentegen beginnen de leiders der anarchisten,
linker socialisten en communisten elkaar te naderen,
wat weer speciaal in de stemming hunner syndicaten
tot uiting komt. De vrees, dat de sociale revolutie
zou kunnen verloren gaan en de democraten met
centrum en rechtervleugel der socialisten, die niet
verdwenen zijn, doch zich slechts op den achtergrond
houden, een te gematigde staat of federatie van
republiekjes zou kunnen doen ontstaan, heeft
bewerktstelligd wat het gevaar van een fascistische over
winning nog niet heeft kunnen tot stand brengen.
Het oogenblik dat een nog innige samenwerking
tusschen anarchisten en marxisten zal ontstaan is
volgens velen nabij en reeds prepareeren sommige
hunner leiders een samensmelting van enkele hun
ner syndicaten. En mogen nu ook hun syndicaten
CNT (anarcho-syndicalisten) en UGT (socialisten)
nog verschillende namen dragen, het is niet buiten
gesloten, dat zelfs die uiterlijkheden in bepaalde
plaatsen zullen verdwijnen.
Hoe deze unie op den duur zal plaats vinden is
nog niet bekend, maar een groote propaganda wordt
er vóór gevoerd. En als de objectieve meening over
de huidige stroomingen onder de extremistische par
tijen moet worden uitgesproken, zou men moe
ten zeggen, dat men langzaam maar zeker den in
vloed der politiek geschoolde krachten in de leiding
der massa's herkent en dus dat het marxisme in het
nog republikeinsche deel van Spanje, ten koste van
anarchisme en ten deele ook van de burgerlijke
partijen, absorbeerend heeft gewerkt. Zelfs in de
oude veste der anarchisten, in Katalonië.
l
KRACHTEN DER CONTRA-REVOLUTIE
BIJ de verkiezingen voor het Spaansche parle
ment, die juist een jaar geleden (half Februari
1936) werden gehouden, kregen de rechtsche
partijen die vijf maanden later de voornaamste
strijdkrachten der contra-revolutie zouden leveren
148 van de 473 zetels, oftewel 31.3 pCt. De naar
rechts neigende centrum-groepen hadden er 62
(13.1 pCt.), de linkerzijde, waarin het burgerlijk
element overwoog 263 (55.6 pCt.).
De geschiedenis leert, dat heftige schokken in het
leven der volken de evolutie, die zich in rustiger
tijden langs lijnen van geleidelijkheid voltrekt,
uitermate plegen te versnellen. En toch verbluft
ons die versnelling telkens weer, wanneer wij haar
voor onze oogen zien gebeuren. Naarmate de tegen
stellingen zich verscherpen, worden de menschen
radicaler, feller, extremer in hun gedachten en in
hun daden. Dit geldt natuurlijk evenzeer voor links
als voor rechts. In dit artikel willen wij ons bepalen
tot dat deel van Spanje, dat in opstand kwam tegen
de wettige, uit de verkiezingen van verleden jaar
voortgekomen regeering.
In Februari 1936 was verreweg de sterkste rechtsche
partij de door GilRobles geleide Accion Popular, die 99
van de bovengenoemde 148 zetels, twee derden dus,
had verworven. Dat was al minder dan zij tevoren
had bezeten de bloeitijd der partij lag in de jaren
J933?1935 maar toch altijd nog een stevig
totaal. Met geweld is de burgeroorlog over Gil
Robles heengegaan. Een glad man was hij, een zelfs
in het oratorisch-aangelegde Spanje
opvallendbegaafd redenaar, die met na-ne de vrouwen wist
mee te sleuren. Een soort Spaansche Degrelle.
Trouwens, evenals deze, een Katholiek fascist, meer
nog kijkend naar Weenen dan naar Berlijn of
Rome, naar allen kant vage toezeggingen doende
aangaande de herleving, welke een
clericaal-corporatief bewind Spanje brengen zou. En nu? Zijn
aanhang is geradicaliseerd, en Robles zelf sluipt,
buitenslands, om den burgerstrijd heen als een kat
om de te heete brij.
Van de resteerende 49 zetels der rechterzijde
vielen er 14 toe aan de agrarische partij, waarvan
men niets meer merkt, en 10 aan de Basken, die
in den burgeroorlog de zijde der regeering hebben
gekozen, deels uit anti-fascisme, deels uit beducht
heid voor hun nationale rechten, die zij bij de
rebellen niet veilig weten. En 25 afgevaardigden
ruim 5 pCt. slechts van het totaal der volksvertegen
woordiging behoorden tot die extreem-rechtsere
groepen, die thans, na zeven maanden strijd, onge
twijfeld een leidende rol spelen in den opstand en
de kern vormen van het Spaansche gedeelte van
Franco's legers.
ER zijn vier van die extreem-rechtsche groepen,
maar slechts twee daarvan hebben scherpe
contouren, een doelbewuste leiding en een
massaaanhang. Dat zijn de apostolische partij", beter
bekend als die der Carlisten of traditionalisten, met
als partij-leger de rood-gemutste requetés"; en de
Spaansche Phalanx", de organisatie der
nationaalsocialisten. Beide zijn autoritair, maar terwijl de
Phalanx met haar blauwhemden een verschijnsel
is van den allerlaatsten tijd, wortelt de apostolische
partij diep in Span j es verleden. Men zou kunnen
zeggen, dat zij niet alleen tegen de Russische revo
lutie strijdt, maar ook nog tegen de Fransen e.
Het is thans de vierde keer, dat de Carlisten
harde fanatieke strijders voor een absoluut koning
schap onder clericale signatuur een geweld
dadige poging doen om Span j es geschiedenis te
corrigeeren.
Thans is het dynastieke element nog slechts for
meel aanwezig in het program der apostolischen".
Zij zouden geneigd zijn, Alfonso XIII's zoon Juan
als koning te erkennen. Hun hoofddoel is onver
anderd: terugkeer naar het katholieke, door geen
enkele volksmacht beknotte koningschap, zooals
Spanje dat in vroeger eeuwen heeft gekend. Hun
kern vormen nog altijd de gezeten boeren en
feodaalvoelende landjonkers uit Navarre, maar van liever
lede heeft al wat autoritair n clericaal voelt zich
bij hen aangesloten of zich in hun richting bewogen.
De Spaansche Phalanx, gesticht door een zoon
van den mislukten dictator Primo de Rivera, heeft
nauwelijks een geschiedenis. Een jaar geleden was zij
nog maar een kleine groep, doch sinds de vorming
der Volksfröntregeering kreeg zijt ienduizenden
nieuwe leden, voor het meerendeel de vermaarde
rabiat-gewordene Kleinbürger". Haar program ge
lijkt zeer sterk op Hitler's onveranderlijke 25
punten". Hier niet, zooals bij de Carlisten, Katho
lieke mystiek, maar ras-echte bloed enbodem'Meer.
Terwijl de apostolischen" in hun feodale
gedachtenwereld om zoo te zeggen nog niet aan het kapita
lisme toe zijn, om van het Marxisme te zwijgen, be
vecht de Phalanx naar bekend recept het
gróótkapitaal, het roode beest, het demo-liberalisme, het
Jodendom (in Spanje, waar men de Joden met een
kaarsje zoeken moet!) en de vrijmetselarij, zich
tevens aanbevelend als de brengster van de ware
democratie en het ware socialisme. De kerk wordt
nuttig geacht als bewerkster der geesten, maar zij
moet zich, naar het oordeel der Phalangisten, liever
met wereldlijke zakeh niet ophouden. Hier gaapt de
diepe klove tusschen de twee massa-organisaties
bij de opstandelingen: de kerk moet zich juist met
aüe dingen des levens bemoeien, meenen de Car
listen.
ER zijn nog andere krachten bij de opstande
lingen dan die, welke in de politieke partijen
zijn georganiseerd, en dat zijn stellig niet de minst
belangrijke. Zeer machtig en uiteraard sterk
contrarevolutionnair is het grootgrondbezit 25.000
landheeren, waarvan de kerk in haar diverse vor
men verreweg de rijkste is, bezitten tezamen 2,3
van Spanjes grond en verzetten zich uit alle macht
tegen een ,,Bodenreform", om van een agrarische
revolutie niet eens te spreken.
Dan is er de kerk als geestelijke n economische
machtsfactor: eigenares van veel land, maar ook
diep doorgedrongen in nijverheid, handel en scheep
vaart. Het is niet juist, wanneer men, alle geeste
lijken en kloosterlingen over n kam scherend,
zegt dat heel de kerk aan de zijde van den opstand
.staat. Er zijn, niet alleen in het Baskenland, waar
de lagere geestelijkheid de regeering steunt, ook
anderen. In een artikel van prof. Gallegos Rocafull,
kanunnik aan de kathedraal te Cordoba,' zag men
als ideaal gesteld: Een arme kerk zonder andere
middelen dan de almacht van het gebed en van het
offer, een kerk die dóór en vóór den geest leeft en
de zielen herovert." Maar de ma-htigste factoren
in de kerk, en met name in de kloosters, hangen
wél aan het stoffelijk bezit; zij zeggen van het
kapitalistische stelsel: Dieu Ie veut! en steunen den
opstand. '
En dan is er de officiers-kaste, numeriek zwak,
maar uit den aard van haar positie beschikkend
over menschen en wapens, en dus feitelijk sterk.
Zij heeft een traditie van macht-in-den-staat, en
van muiterijen om die macht te handhaven. Tij ens
de monarchie had het leger zelfs een positie, ge
lijkend op die va.i het Japansche (afgezien natuur
lijk van de gevechtswaarde): buiten regeering en
parlement om hadden de generaals direct contact
met den koning. Pleegde Primo de Rivera zijn staats
greep niet in overleg met Alfonso XIII ? Numeriek
zwak noemden wij de officierskaste, rraar ander
zijds was er een belachelijke verhouding tusschen
het aantal der officieren en dat der soldaten; tijdens
de uitroeping der republiek in 1931 telde het Spaan
sche leger 105.000 man met ruim 13.000 officieren,
waaronder 630 generaals! Eén officier voor acht
man; n generaal op de 166 soldaten.
De republiek heeft gepoogd van dien staat in den
staat het normale kader voor een normaal leger te
maken. Doch, evenals in Duitschland: de monarch
was gegaan, doch de generaals waren gebleven; zij
waren ervaren in pronunciamientos; en zij hebben
die ervaring gebruikt. Zij zijn het ook geweest, die
voor den opstand den daadwerkelijken steun van
Duitschland, Italiëen Portugal hebben verkregen.
Maar dat hoofdstuk valt buiten het bestek van deze
beschouwing.
Wij vatten samen: de krachten der Spaansche
contra-revolutie zijn geenszins op eenzelfde doel
gericht. Zij zijn veeleer gebundeld op termijn. Allen
roepen eendrachtig Aruba Espana" (Spanje om
hoog) doch zij bedoelen niet allen eenzelfde Spanje.
Welk een Spanje uit een overwinning van Franco
zou voortkomen, dat kan men zelfs niet vermoeden.
MR. J/H.'HENDRIKS
v
^
\
Officier van het leger
der opstandelingen
Marokkaansche soldaat
van Franco's troepen
Jonge vrijwilliger
uit het regeeringsleger
Militiana uit het regeeringsleget
houdt een toespraak
SPAANSCHE TYPEN UIT TWEE KAMPEN
d*i ?«!!* M* uujvvrinv vcxir t