Historisch Archief 1877-1940
\ \
'l'
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opjericht In 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 61 e jaargang No.3135
Redactie: Mr. R. H. DtyKSTRA, Mr. M. KAN N,
Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO,
TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE
Red. en admlnistr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C
Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, dochf^lleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
Een overwinning der democratie
Prof. Dr. Ir. J. Goudriaan
TADAT wij de «o.
rige week in het
l hoofdartikel vooral
rea'. geerden op het
merk\ waardige feit, dat het
] juist dr. Colijn is ge
weest, die het nieuwe
Coalitie-kabinet heeft
gepresenteerd, doet het
ons genoegen, thans
nevenstaand artikel te
kunnen plaatsen van
professor Goudriaan,
dat de positieve kanten
van de nieuwe
regeeringsformatie nader in
eenduidelijk licht stelt.
Dr. ir. J. Goudriaan,
die reeds meermalen belangrijke artikelen in ons
blad publiceerde, is bijzonder hoogteeraar in de
bedrijfsorganisatie aan de Delftsche en
Rotterdamsehe Hoogescholen en onder-directeur van
het Philips-concern te Eindhoven.
Het nieuwe kabinet
DE vorming van een parlementair kabinet
uit de drie rechtsche partijen moet ten
zeerste worden toegejuicht, omdat zj; te
rechter tijd en voorgoed een einde maakt aan de
half-fascistische legende van den sterken man,
omdat zij door het verbreken van de verbindingen
met enkele conservatieve groepeeringen redelijke
mogelijkheden schept voor een vruchtbare > econo
mische politiek en bovenal, omdat zij den terugkeer
beteekent tot de goede parlementaire practijk, die
behalve een krachtige regeering, ook een krachtige
oppositie tot voorwaarde heeft.
Alle spinsels der fantasie over den idealen
kabinetsfórmateur, die zonder eenig overleg met
de gekozenen des volks zijn eigen programma zou
opstellen en in volkomen onafhankelijkheid zijn
medewerkers zou kiezen, zijn met n slag weg
gevaagd.
Er heeft een zeer veelvuldig en zelfs een zeer
langdurig overleg met de leiders der daarvoor in
aanmerking komende kamerfracties plaats gehad
en tenslotte is het niet de individueele wil van
den kabinetsfórmateur maar de collectieve wil der
meerderheidspartijen geweest, welke heeft ge
zegevierd.
Dat dit resultaat in strijd zou zijn met den
duidelijk uitgesproken wil der kiezers kan alleen
worden volgehouden door hen, die met de elemen
taire rekenkunde op ietwat gespannen voet staan.
Men behoeft niet te betwisten, dat de premier door
zijn persoon 4 pCt. der kiezers meer op zijn lijst
heeft doen stemmen dan overeenkomt met de '
kracht der Anti-Revolutionnaire partij. Eveneens
kan men gereedelijk toestemmen, dat de
VrijzinnigDemocratische Bond i A 2 pCt. der kiezers meer
op zijn lijst heeft vereenigd door de figuur van Mr.
Oud. Maar wat beteekenen deze 6 pCt. tegenover
de 48 of 49 pCt. van het Nederlandsche volk,
welke niet onder invloed van bepaalde personen,
maar door de objectieve kracht der beginselen, zich
gebonden voelden aan de drie rechtsche partijen?
Niet het kleine bergje heen en weer waaiend
stuifzand behoort den doorslag te geven, maar het
soliede blok der vaste kiezers, dat alleen bestendig
heid vermag te geven aan de politieke ontwikkeling.
De rol der Boomoeh Katholieke Staatspartij
DE vertegenwoordigers der R.K.S.P. hebben bij
de kabinetsformatie een groote rol gespeeld.
Dit is ook precies zooals het behoort. De R.K.S.P.
i« niet alleen de grootste en hechtst georganiseerde
politieke partij in Nederland, zij is te rechter zijde
aanzienlijk grooter dan de beide andere partijen
tezamen en bovenal: zij heeft de laatste jaren een
voortreffelijke politiek gevoerd, die gedragen werd
door een diep verantwoordelijkheidsbesef voor het
welzijn van het geheele Nederlandsche volk.
Men zegt, dat het hoofdzakelijk aan haar invloed
te wijten is, dat het kabinet een zoo groote wijziging
heeft ondergaan en dat met name de vertegen
woordigers van Liberalen en Vrijzinnig-democraten
uit het nieuwe kabinet zijn geweerd.
Maar men ziet daarbij geheel over het hoofd,
dat de katholieke kamerfractie reeds in 1935 na
het uittreden van minister Steenberghe zich van
de aanpassingspolitiek heeft los gemaakt. Enkele
maanden daarna werd deze breuk geaccentueerd
door de vraag van minister Colijn aan den heer
Aalberse of hij vertrouwen stelde in de economische
politiek der regeering, waarbij deze naar eer en
geweten ten antwoord moest geven, dat dit ver
trouwen bij zijn fractie niet aanwezig was. De
daarop gevolgde opdracht aan Mr. Aalberse tot
vorming van een kabinet op de breedst mogelijke
basis, is onmiddellijk afgestuit op de botte weigering
van den heer Joekes namens de Vrijzinnig-Demo
cratische fractie.
Het nieuwe kabinet Colijn, dat geheel gelijk was
aan het oude, steunde dus voor zijn aanpassings
politiek in de kamer in feite slechts op een minder
heid, gevormd door Anti-Revolutionnairen,
Christelijk-Historischen, Liberalen en Vrijzinnig-Demo
craten, tezamen beschikkend over 37 zetels en
blijkens de jongste verkiezingen slechts over
33.7 pCt. der uitgebrachte stemmen.
Het is dus aan de Vrijzinnig-Democraten te
wijten, dat de noodlottige aanpassingspolitiek nog
meer dan een jaar lang kon worden voortgezet en
het is waarlijk niet aan hen te danken, dat deze in
September 1936 een einde nam.
Naar matige schatting steeg de werkloosheid in
dat jaar met 50.000 man. De verantwoordelijkheid
daarvoor ligt bij de vier partijen, die, wetende, dat
haar politiek geen meerderheid had in het volk,
toch deze politiek tot het laatste toe hebben door
gedreven.
Spreekt het dan niet' vanzelf en is het niet zeer
te loven, dat de Roomsch-Katholieken thans de
gelegenheid hebben aangegrepen om zich te ont
doen van de medewerking van hen, die in schip
hun bondgenooten in het kabinet, in werkelijkheid
de bewakers zijn geweest, die hen in het verleden
tot machteloosheid hebben gedoemd?
Dit moge een slechte belooning zijn voor de
bekwaamheid en de onbaatzuchtige toewijding, die
de vrijzinnige ministers zonder eenigen twijfel in
het verleden onder zeer moeilijke omstandigheden
hebben betoond, het is een eisch van democratie,
dat de verantwoordelijkheid voor het voeren van
goede economische politiek zwaarder weegt dan
gevoeligheden tegenover enkele personen.
' I>e economische' vragen blijven actueel
MEN moet ook niet zeggen, dat de monetaire
vraagstukken, die tot September 1936 de ge
heele economische politiek hebben beheerscht,
thans tot het verleden faehooren. Het geldvraagstuk
moge voor het oogenblik zijn nijpende actualiteit
verloren hebben, het kan elk oogenblik, gegeven
PAO. 2 DE GROENE Ne. 3135
Geloofwaardig dementi
IN tegenspraak tot hardnekkige geruchten heeft
Signor Grandi, de Italiaansche gezant te Lon
den, verklaard: Den laatsten tijd is geen enkele
Italiaansche vrijwilliger uit Italiënaar Spanje'
vertrokken".
Wij gelooven dit dementi gaarne omdat
het woord vrijwilliger" niet tusschen
aanhalingsteekens werd geplaatst.
de duurzame onzekerheid op internationaal mone
tair terrein, opnieuw aan de orde komen.
De werkloosheid daalt, maar is nog steeds zeer
groot. Het uitbreken van een volgende crisis zal
hoogstwaarschijnlijk het thans optredende kabinet
niet bespaard blijven.
Welke houding mag men dan verwachten van
de beide linksche partijen, die oogen en ooren ge
sloten hebben gehouden voor het verband tusschen
geldpolitiek en werkloosheid en die : wat nog
oneindig ernstiger is in het verleden geen vinger
hebben uitgestoken om de vrijheid van discussie
over dit vraagstuk te bevorderen?
Men moet een ongevoelig hart hebben als men
niet getroffen wordt door de lyrische ontboeze
mingen, die de liberale pers ten beste geeft over
de nationale beteekenis van een kabinet van
breede samenstelling al is het ietwat eigenaardig,
dat het juist de Vrijheidsbond moest zijn, zelf nog
geen vijfentwintigste deel van het Nederlandsche
volk vertegenwoordigende, die» reeds vóór de ver
kiezingen aankondigde, dat in een zoodanig kabinet
in geen geval plaats zou zijn voor de S.D.A.P., die
meer dan n vijfde deel van dit volk representeert.
Maar men moet van alle politiek inzicht ont
bloot zijn, indien men achter deze betoogen de
bedoeling niet bespeurt om door medewerking van
den Vrijheidsbond het kabinet vooral een zoo con
servatief mogelijk karakter te verleenen.
Een politieke partij als de Roomsen Katholieke,
die een zoo groote en vaste plaats in het Neder
landsche volk bekleedt, kan zich zelf van deze
conservatieve politiek niet het slachtoffer maken.
Het Nederlandsche volk moet haar dankbaar zijn,
dat zij thans aan de gevaarlijke overheersching
van een conservatieve minderheid een eind heeft
weten te maken.
Het droombeeld van bet eentoeldskablnet
HET derde en belangrijkste voordeel, dat het
nieuwe ministerie ons brengt, is het breken
met de gedachte van het nationale eenheidskabinet
dat overigens, zonder S.D.A.P., slechts als
kabinet van driekwarts eenheid was bedoeld.
De sympathie voor een kabinet op zeer breede
basis" is, ook blijkens de jongste ervaring, stellig
veel minder sterk in het goed democratische
Nederlandsche volk verbreid dan men uit de liberale dag
bladpers zou opmaken. Maar men vindt haar toch
in kringen, waar men haar niet zou verwachten.
Nog zeer onlangs heeft Prof. Kranenburg in het
vrijzinnig-democratische tijdschrift De^ Opbouw"
als oordeel uitgesproken, dat de nationale ge
varen nog geenszins geheel voorbij zijn gedreven'*,
en meent op dien grond blijkbaar het eenheids
kabinet te moeten aanbevelen.
Maar deze sympathie miskent niet alleen de
ervaring in Nederland opgedaan, zij getuigt ook
van een gevaarlijke verslapping van het demo
cratisch inzicht.
In de oorlogsjaren, toen de bedreigingen, politiek
en economisch,, van ons land stellig veel gevaar
lijker waren dan thans, is niemand op de gedachte
gekomen het linksche kabinet Gort van der Linden
aan te vullen met vertegenwoordiger? der oppositie.
Het heeft gedurende vier jaar het land op voor
treffelijke wijze bestuurd en maakte in 1918 op
regelmatige wijze plaats voor een kabinet van
rechtsche signatuur. De politieke belangstelling
bleef springlevend, de vrijheid van critiek was
onbeperkt, de democratie profiteerde ten volle van
naar innerlijke kracht.
Vergelijk dit met de vier jaren eenheidskabinet
1933?1937- Een kabinet van bekwame mannen,
vol goede bedoelingen, met als hoofdpunt op zijn
programma de bestrijding van de werkloosheid.
Reeds enkele maanden na het optreden blijkt uit
de mislukking der economische wereldconferentie,
dat een algeheel* verandering van koers nood
zakelijk is. Binnenskamers ontvangt het kabinet
keer op keer raadgevingen in dezen zin van de
meest gezaghebbende personen uit bedrijfsleven en
Eenheid van beleid
Bij Justitie weigert men goedkeuring op statuten
van vereenigingen, als die geen rekening hou
den met de kennelijk mannelijke
zelfstandigheden" van minister Slotemaker. Dezelfde spel
ling, die de regeering voor het onderwijs voor
schrijft, wordt hier door haar geweerd. Rara, hoe
moet het nu met statuten der vereenigingen van
scholieren die alleen spelling Marchant leeren ?
wetenschap. Men krijgt geen gehoor. De werk
loosheid neemt toe, het extremisme steekt zijn
hoofd op, het parlement zwijgt.
Is het wonder, dat de volksvertegenwoordiging
dan aan gezag verliest? Dat het volk den indruk
krijgt, dat het voor zijn dringendste nooden in zijn
zelf gekozen vertegenwoordiging geen uitweg meer
vindt?
Dit alles was niet mogelijk geweest, indien men
het land niet onder de suggestie had gebracht eener
zoogenaamde nationale samenwerking, die men
het beste zou kunnen dienen door vooral geen
critiek te oefenen op het gezag.
Hoe oneindig sterker staat een kabinet, dat een
krachtige oppositie tegenover zich vindt, die haar
critiek vrij en onbewimpeld uit, zoodat uit de voort
durende krachtmeting der gedachten het beste voor
het geheele volk te voorschijn komt.
De functie van de oppositie is in de democratie
onmisbaar in het parlement, in elke politieke
fractie en partij en in de pers. Want de democratie
berust op de samenwerking van velen aan de zaken
van het algemeen. Zij legt een ieder den plicht op
zich zelfstandig een oordeel te vormen over de
publieke zaak en daaraan uiting te geven wanneer
het pas geeft, dat wil zeggen telkens wanneer er
grond is voor een redelijken twijfel aan de juistheid
van een tot dusver als waar aangenomen stelling.
Zoo vervult de democratie een dubbele taak. Zij
roept alle leden der volksgemeenschap telkens
opnieuw op tot zelfstandige medewerking en ver
hoogt dusdoende hun gevoel van eigenwaarde. En
tegelijkertijd beschikt zij door de vrijwillige samen
werking van ongeteld velen over een orgaan, dat
sneller en betrouwbaarder tot de waarheid komt
dan eenig autoritair stelsel ooit mogelijk zal zijn.
< Miar dit alles op n voorwaarde: Dat men de
democratie laat werken volgens haar eigen struc
tuur, d.w.z. onbeperkte vrijheid van
meeningsuiting in eiken kring, onbeperkte verplichting tot
het beantwoorden van elke serieuze critiek.
Evenals men tn het bedrijfsleven tot de beste
resultaten komt, indien men bepaalde functies
we'bewust toewijst aan afzonderlijke personen,
evenals men in het strafproces den aanklager
hoort, maar ook den verdediger, evenzoo moet
men in de politiek bij elke aanvechtbare these ook
de anti-these het woord verleenen.
En hoeveel aanvechtbaars moet er ? van nature
niet zijn in eiken maatregel, hetzij van behoud,
hetzij van vernieuwing, dien men neemt of nalaat
ten aanzien van de onbekende ontwikkeling. der
maatschappij naar een onbekende toekomst?
Alle meeningsverschillen'op dit gebied tusschen
de democratische partijen en tusschen de werkelijk
democratisch gezinde personen, zijn niet van
principieele natuur, maar alleen van
technischorganisatorischen aard.
Daarom wenschen wij het nieuwe kabinet, dat
wij met vreugde begroeten, 'omdat het volgens
goede democratische traditie is voortgekomen uit
de vrije en zuivere meeningsuiting van het Neder
landsche volk, niet alleen een krachtig bewind,
maar ook een krachtige oppositie toe.
De belangstelling voor de publieke zaak en de
publieke zaak zelve kunnen hier slechts bij winnen.
Vraagt gejllnvlreerde proapedi
Ook de verhattrvoorwaardcn
Bezichtiging! garage Roegiest, B l o r l c u m. l
big.
?LAMClUA
17
V«rkrl||bw In d*n bockhandtl.
DB BELGISCHE PREMIER VAN ZEELAND IS NU
op zijn terugreis uit Amerika, waar hij in
Fransch-Engelsche opdracht contact moest
zoeken met President Roosevelt, opdat men tot een
gemeenschappelijk platform" zou kunnen komen
om het programma, dat moet leiden tot economi
sche verbetering van de wereld, doeltreffender te
kunnen opstellen, dan men dat tot nog toe heeft
gedaan. Van Zeeland was daarom aangezocht om
te trachten een gemeenschappelijk uitgangspunt te
vinden, omdat hij eenerzijds reeds contact had met
de drie belangrijkste landen, Amerika, Engeland
en Frankrijk, en anderzijds als premier van een
kleine mogendheid en voorstander van het
Osloprogramma zich kon legitimeeren als iemand die
hoe weinig dan ook toch tenminste iets
tastbaars heeft bijgedragen om te komen tot de
hoog noodige economische verbetering en
ontkluistering van den internationalen handel. Ook de
Westersche groote mogendheden willen dien kant uit.
HET IS EEN GELUKKIGE EIGENSCHAP VAN DE
Franschen, dat zij zich van iedere crisis weer
bliksemsnel herstellen. Politieke bisbilles schijnen
er tot die weerkundige wisselvalligheden gerekend
te moeten worden die, in de wereld der
alledaagsche stervelingen, sommige huwelijken
kenteekenen. Periodiek geharrewar dat snel over
gaat is daar slechts een teeken van ware ge
hechtheid. En wee dengene, die daar dan
tusschenbeide durft komen of daarvan voor zijn eigen
doeleinden denkt te kunnen profiteerenl De
avontuurlijkheden van de groote buitenlandsche
politiek, tijdens en na de Fransche ministerieele
en financieele crisis, geven daar een voorbeeld van.
Het Deutschland-incident was in wezen veel be
langrijker dan het twijfelachtige Leipzig-incident.
Toch is van dat laatste door de dictatuurstaten
heel veel meer ,,cas" gemaakt. Tot groot onge
noegen der dictators hebben nu Frankrijk en
Engeland voorgesteld om zelf dat deel van de
controle uit de oefenen, waar Italiëen Duitschland
voor bedanken. Natuurlijk zien de dictatoren
daarin een eenzijdige controle op Spanje, maar
aan wie is de fout? De houding van Engeland en
Frankrijk is onverwacht standvastig geworden.
Intusschen komt er door de lucht en op schepen
onder ,,Spaansche" vlag ;?nog steeds hulp in
menschelijken en materieelen vorm voor de opstan
delingen waartegen zeer terecht aanmerkingen
worden gemaakt. Hitler en Mussolini vinden in
Chamberlain een veel krachtiger tegenstander dan
zij in Baldwin hadden. Zij hebben natuurlijk in
de eerste plaats met Eden te maken, maar zij zien
hoe standvastig deze jeugdige minister van buiten
landsche zaken nu door zijn premier gesecundeerd
wordt. En wanneer de dictatoren al een oogenblik
gehoopt mochten hebben, dat de gebeurtenissen
in Frankrijk hun meer speelruimte zou laten, dan
zien zij zich in hun verwachtingen bedrogen.
MET FRANKRIJK MOET MEN STEEDS
VOORzichtig zijn. Dat de ' caatskas n oogenblik
nog maar een saldo van achttien millioen francs
aanwees, is geen reden om aan te nemen dat
Frankrijk een desolate boedel is. In 't minst niet.
Het is de groote fout van Blum's financieele raads
lieden geweest, dat zij het probleem der
kapitaalvlucht zoo luchtig hebben opgevat. De harde
woorden, die Abel Gardey in den Senaat aan het
adres van de vorige regeering heeft gesproken,
waren maar al te gerechtvaardigd. Blum heeft
dat moeten verbijten. Tenslotte heeft Chautemps
er zijn volmachten met vlag en wimpel door ge
kregen en Bonnet kan nu de zaak weer op pooten
zetten met een niet-aan-goud gefkeerden franc,
die op de vrije markt zijn natuurlijk evenwichts
punt moet zoeken. Er is geen enkele reden, waar
om dat ditmaal niet zou lukken.
Dégroote fout van het bewind-Blum was deze
dat hij, te midden van zoo geheel andere omstan
digheden, dacht Roosevelt te kunnen imiteeren.
Ook hij ging uit van de gedachte dat uitzetting
van de circulatie en verhooging der loonen op
zich zelf reeds de consumptie zou kunhen prik
kelen. Dit zou het productie-proces vergrooten en
zoo zou de conjunctuur gunstig beïnvloed worden'.
Voor een groot deel is dit aanvankelijk gelukt
totdat snel stijgende prijzen en groote duurte dit
proces weer verlamden en de sociale onrust er
meer toe bijdroeg om het kapitaal op de vlucht
te jagen dan de prijsstijgingen en kortstondige
economische verbeteringen dit vermochten aan te
trekken. In onze betrekkelijk vrije wereld laat zich
het kapitaal niet altijd dwingen. Roosevelt kon dat.
PAG.J Dg GROENE No.3135
Maar hij had de omstandigheden mee.. Eigenlijk
kende men in Amerika vier jaar geleden nog
slechts dien vorm van kapitaalvlucht die een vlucht
is van de goederen en van de productie-middelen
in het geld. Omdat kapitaal toch niet meer ren
dabel te maken was, werden er geen goederen
voor gekocht en geen fabrieken meer door aan het
draaien gebracht. Men hield liever saldi aan bij de
banken braakliggend kapitaal. Toen zei Roose
velt: begin nu maar met prijzen en loonen te
verhoogen en werken te ondernemen desnoods van
staatswege, dan zal het consumptie- en productie.
proces wel weer vanzelf aan den slag gaan.
Dit was daarom mogelijk, omdat Amerika maar
die eene ndimensionale vorm van kapitaalvlucht
kende. Geen Amerikaan had er vóór gevoeld zijn
geld in Mexico of in het onrustige Europa in
veiligheid te brengen. Maar in Europa is dat heel
anders; daar had de kapitaalvlucht niet alleen den
vorm van het ,,braak liggen" aangenomen
maar ook die van het werkelijk
over-de-grenzenvluchten. Daarom is Frankrijk ook nu nog heel
rijk. Maar die rijkdom staat niet ter beschikking
van het productie-proces. En die kan ook niet in
eens, kunstmatig en op Rooseveltiaansche manier,
geforceerd ter beschikking der nationale economie
gesteld worden. Want door al die maatregelen die
het proces moeten prikkelen (hoe verdienstelijk
sociale maatregelen ook mogen zijn wanneer zij
successievelijk en naar vermogen worden toege
past), wordt het ondernemerskapitaal nu eenmaal
eerder afgeschrikt en over de grens gejaagd dan
aangetrokken. Daarvan gaf Frankrijk de laatste
maanden een klassiek voorbeeld te zien. Chautemps
heeft echter bijtijds het roer omgegooid.
HET PROdES OM HET MAASWATER MET BELGI
voor het Permanente Internationale Hof van
Justitie, heeft de Nederlandsche staat volledig ver
loren. Dat ook België's tegeneisen niet werd toege
wezen, sprak na de afwijzing der Nederlandsche
eisenen vrijwel van zelf. De uitspraak van het
hoogste internationale gerechtshof beslist, dat Belgi
niet aan Maastricht gebonden is voor het aftappen
van water voor het nieuwe Albertkanaal naar Ant
werpen en andere Belgische kanalen door het ver
drag dat Thorbecke in 1863 met de Belgische regee
ring over het Maaswater heeft gesloten. Dit wil niet
zeggen dat de Belgische waterstaat naar willekeur
de Maas in haar kanalen mag laten leegloopen,
maar tegen aftapping elders (en buiten Nederlandsen
toezicht) kan geen juridisch bezwaar worden inge
bracht, wanneer de scheepvaart op de Maas of de
Zuid-Willemsvaart niet wordt gehinderd.
Over de juridische onbetwistbaarheid van het
vonnis past het ons niet na te kaarten, al is het
punt van onze regeering, behalve door
denNederlandschen rechter jhr. van Eysinga, ook nog door
rechter Altamira gedeeld. Gelukkig zijn de betrek
kingen met onze Zuiderburen tegenwoordig zoo goed,
dat als Nederlandsche belangen in gevaar zouden ko
men, deze ook bij minnelijk overleg zeer goed kun
nen worden geregeld. Misschien geven nadere be
sprekingen over de Maaskwesties zelf nog wel de
stoot tot nog algemeener regelingen van belangen
tegenstellingen, die tusschen beide landen of mis
schien vooral tusschen Rotterdam en Antwerpen
' hangende zijn. Deze twee havens hebben trouwens,
gezien de Duitsche pogingen om een deel van het
Rijnverkeer door Duitsch gebied naar het Noorden
af te leiden, nog wel belangrijker gevaren in het oog
te houden dan eikaars concurrentie.
"T"WEE BELANGRIJKE NEDERLANDSCHE VEREEN
II gingen hebben deze week van een ruim inter
nationalisme blijk gegeven. De Juristenvereniging
heeft zich op haar bijeenkomst in Roermond o.a.
met overgroote meerderheid uitgesproken vóór de
bindende kracht van internationale verdragen voor
den Nederlandschen rechter en ter vergadering van
de Maatschappij voor Nijverheid en Handel be
pleitte haar voorzitter ir. A. Plate, weer ruimere
toegankelijkheid van ons land voor buitenlandschen
import, opdat ook ten onzent de exportmogelijk
heden toenemen. Hoe groot deze mogelijkheden in
Zuid-Amerika zijn heeft Jhr, van Karnebeek dui
delijk gemaakt.
Als de huid
van Uw gelaat, hals en armen door de zon
pijnlijk verbrand is, of dat gij U bij het
fietsen hebt doorgezeten, doe er dan 'on
middellijk Purol op. Dit verzacht en geneest.
Purol (geel en wit) beide in doozen van
30 en 60 et. Bij Apothekers en Drogisten.
';!
'H>
?? *
t* l
& 'v
SI
II'