Historisch Archief 1877-1940
/i
Een verhaal van De Groene
\^ .
-«. H*,/
ff
E
n
it
d
8
F
f
v
c
?'?*'??
t s
Het land zonder seizoenen
INDIË! !
In ons hart genieten we allemaal een weinig om
de ellende van een ander en daarom vroegen we
het ons nog dikwijls af, zoo onder een borrel, of
hij nu eigenlijk wel gek was of niet, die arme De
Ruiter.
De assistent-resident kon dat zoo peinzend en
met een warme stem zeggen: die arme De Ruiter",
maar intusschen genoot hij van zijn sigaar, met
toegeknepen oogjes, en streelde tevreden zijn iets
te dikken buik. Alleen de lange, pezige kapitein Valk,
met zijn eenzaam gezicht, had eigenaardige theo
rieën over krankzinnigheid en waanzin.
Er waren veel mannen, die onder elkaar fluister
den dat er bij Valk een streepje door liep; de
vrouwen vonden hem een charmeur, maar wat
jammer was: hij dronk te veel. Die man
was heelemaal niet gek, in elk geval minder gek
dan jullie of ik en hij had zeker meer intellect dan
heel Indiëbij elkaar; hij had téveel intellect en
dat is verboden voor een ambtenaar".
Waarom was hij gekker dan jullie, die nu al
. tien jaar lang bridge spelen
en drinken, bijna eiken
avond schoppen, harten,
ruiter ' ,' uk maken over
gror* ?:'??.?!'.:, .it laat in den
na :, - ?. ?>> r :zie om krij
gen, v -sschen jullie
vrouwen uu vervflir.s: en
verwaarloozing /erlangen
naar een vnend.'"
Proost", grijnsde de as
sistent-resident die een droc»n
van een blonde vrouw had,
en hij loerde met zijn
gn«zelig, geelig oogwit om zich
heen.
Valk glimlachte als een
mannelijke Mona Lisa, dronk
zijn genever met een achte
loos gebaar en verre oogen
en ging dan weer door:
Hij was niets gekker dan
wij, bridge-maniakken, drin
kers, vrouwenjagers,
kroegloopers, biljarters en
filisters".
Alleen De Ruiter speelde
met de seizoenen, zooals
jullie met de kaarten; hij
deed er niemand kwaad mee,
het was een origineele en
charmante liefhebberij, maar
hij werd naar psychiaters
gebracht, geanalyseerd en
geobserveerd, en eindelijk
op een groote boot gezet, als
een zielszieke die naar Eu
ropa moet, bewaakt en ver
pleegd".
Maar hij was niet
abnormaler dan jullie of ik, dat
is het krankzinnige van het
geval".
.... een oude Javaans
DE Ruiter speelde met de oogen, hem volgde...
seizoenen.
. In Indië.
Hij was tenger en blond,
met een vrouwelijk zacht gezicht; zweeg meestal
en werkte met een verbluffend intellect. Hij was
het type van den eenzame, maar kon soms
plotseling in gezelschap onweerstaanbaar en
brillant causeeren, nèeen paar glazen genever, over
Holland, Europa! Thuis dronk hij nooit alcohol.
Een zeer goed ambtenaar dus; voor de vrouwen
een beetje zonderling.
Maar deze bescheiden, veel te degelijke en sym
pathieke mensch had beter gedaan met in Port-Said
terug te keeren. Want alles in dien man was Europa
en heimwee naar Europa; in zijn blauwe, bijna
violette oogen glansden de jaargetijden en de kille
trieste regen.
Als de vrouw van den resident interessant wilde
zijn en geheimzinnig (en dat kon ze zijn), dan
draaide zij in haar salon gramophoonplaten met
smachtende inlandsche melodieën, even zoet en
duister als de bedoeling van haar laag gesneden
japon. Maar De Ruiter met zijn vél te vrouwelijken
mond zweeg en zijn oogen keken ver weg, misschien
naar een bloeienden wilgetak? Tot hij op een
dwazen morgen werd overgeplaatst naar den meest
eenzamen en moeilijksten post, want hij had de
capaciteiten! ?
En toen begon hij te spelen met de seizoenen. Hij
vertrok in de maand Juli en in November kwamen
de berichten naar beneden, geleidelijk aan, met de
schepen op de breede rivieren, dat De Ruiter gek
was geworden. Niemand geloofde het; er was ook
geen reden toe, want in die nuttelooze verlatenheid
deed hij niets anders dan wat God niet kon in dit
barre land: hij schiep de jaargetijden in zijn eigen
tuin en zijn eigen huis, en was er gelukkig mee.
Op een laten Septemberdag liet hij koelies komen,
primitieve inlandsche werkdieren, bij honderden.
En twee dagen later was zijn groote, wijde tuin
omschut door een hooge houten omheining. Maar
dat was niet genoeg. Het was al ver in September
en in Europa maakte de Herfst de menschen be
zonken en in zich zelf gekeerd.
Dezelfde koelies hakten de klapper- en
pisangboomen om in zijn tuin, en toen de zon dien avond
onder ging lag er tusschen die hooge houten muren
een verlaten grasland, met alleen nog wat grillige
heesters en boomen die op beuken zouden kunnen
lijken.
van October in zijn groote huis werklieden bezig
en uit hun bruine handen groeiden schoorsteen
mantels en schouwen, onder regie van dien vreem
den blanken man.
Wie zal zeggen waaraan hij dacht, dien eenzamen
avond, die zóó stil was, dat het knappende houtvuur
onder den hoogen schouw meezong met de ziel van
Chopin die druppelde uit een gramophoon in den
hoek. Hij zat daar, met het veel te gevoelige hoofd
in zijn. handen onder het lichtende schijnsel der
vlammen, met dichte deuren en vensters, zóó roer
loos en alleen met zichzelf, dat elke moeder die
hem toen gezien had, zou hebben geschreid, zooals
een moeder schreien kan om den ondergang van
een kind. Buiten stond de lauwe, zweetende, tro
pische nacht!
Dit was zijn eerste winteravond !
Twee weken later lag er sneeuw in den tuin.
De Ruiter vloekte en schreeuwde met een ver
wrongen gezicht, toen hij den onwil en angst der
koelies bemerkte. Klim in de boomen en doe wat
ik je zeg, verdomme, verdomme !"
Het was op den morgen
daarna dat hij naar buiten
kwam, in een dikke win
terjas, met wollen hand
schoenen en diep ademend
door den tuir. liep met op
geheven hoofd en verrukte
oogen.
Op het dak van zijn huis
en over het gras lag een
kleed, van wit, grijzig poe
der; de boomen met hun
zwartgeblakerde stammen
en takken waren gekalkt
en stonden als witte spoken
tegen den vroegen, mistigen
hemel.
Hij liep zacht neuriënd
door den tuin, door zijn
besneeuwden tuin, met de
oogen van een heilige en
zag niet dat een oude, grijze
Javaansche vrouw, de nige
bediende die niet gevlucht
was, met haar bijna doode
oogen hem volgde als een
hond. Dat was ook de dag
dat hij zijn werk begon te
verwaarloozen, los van de
wereld zijn dagen doorbracht
bij het houtvuur, en in den
tuin....
/"\
c/ie vrouw, c/e een/ge bediende, d/e n/.c t gevlucht was, di'c, met haar bijna doode
? Teeki'tiing voor De Groene door Docvc
Op den eersten October flitste er in de oogen der
koelies een angstig vragen, toen die blanke man de
last gaf onder eiken heester en boom een groot vuur
te branden; en terwijl De Ruiter een rapport schreef
over belastingmogelijkheden, begon het te herfsten
in zijn tuin.
Dienzelfden middag, in den eersten schemer van
den avond, was hij aandoenlijker dan een zoogende
moeder, zooals hij daar zat, tenger en klein, met
zijn blonde haren, in een regenjas, oneindig ver
laten, in een stoel temidden der naakte, grillige
boomen, op het tapijt van verdorde en vergeelde
blaren. En het was misschien een glimlach van
God dat het juist toen zachtkens begon te regenen?
Tusschen de vier hooge, houten muren was het
herfst geworden, triester en meer herfst misschien
dan in Europa.
* een morgen, een week
voor Kerstmis, kwam
zijn chef op de geruchten af
en vond hem, lezend op den
divan voor den haard. De
Ruiter zag hem binnenko
men, maar lette er niet op,
bleef lezen. Het was een
geniaal moment in het amb
tenaar lij ke leven van dezen
chef dat hij niet sprak, ook
niet toen De Ruiter zwij
gend opstond, en zich aan
kleedde in zijn
winterklee' ren. En toen hij door zijn
tuin doolde, aldoor dezelfde paden, met de handen
diep in zijn zakken, met het hoofd naar beneden,
zacht met zichzelf pratend, verdween de toeschouwer
zonder n woord te zeggen.
Op den vijf en twintigsten December werd
De Ruiter gehaald door twee collega's. Hij stond
tegen een boom geleund, met zijn armen om den
gekalkten stam, in den duisterenden avond. Zijn
verwaarloosd en vermagerd gelaat was niet meer
van deze wereld. Hij staarde voor zich uit, ver, ver
weg, en in zijn oogen schemerden alle horizonten
der aarde.
Zijn lippen bewogen, en toen de twee mannen
hem genaderd waren, hoorden zij een ontroerend
zachte, ijle stem: Klokken, ik hoor geen klokken,
kerstklokken !"
Indië! l MARTIN BOENGOS
DE eerste geruchten van den waanzin begonnen
toen hun langen weg naar de beschaafde wereld.
Niemand geloofde het. Tot het December werd en
winter in den tuin, en er haarden begonnen te
gloeien in de warme tropische kamers.
Met de bijna melancholieke rust en gelatenheid
van het inlandsche volk waren in de laatste week
PAG. 10 DE GROENE NO. 3ieo
AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN
wordt verwent bl| hun bi|dri(«n ten gefrankeerd
briefomslag met adres van den afzender in te tlulten.
Op het adret van itukken. voo. de redactie be
stemd, vermelde men geen namen van personen.
PAG. 12 DE GROENE rx<> . J
HET
B. F. Ensched
Directeur van Joh. Enschedé& Zonen, boekdrukkers, lettergieters, uitgevers enz.
M. J. Brusse
ZOO uit de zware industrie.... naar dat
samenstel van oude huizen, in de schaduw
van de Haarlemsche Sint Bavo gelegen
rondom een binnenplaats, stil en plechtig als een
kloosterhof, waar blijkens de kronyken Izaac
Enschedézich in 1703, na het afleggen van zijn
meesterproef, als drukker, de latere stadsdrukker, ge
vestigd heeft. En al is het daar binnen, achter de poor
ten, met het bedrijf mee, hier en daar gerestaureerd
en gemoderniseerd moeten worden, toch is er nog
de deftige sfeer bewaard gebleven, die gevolg is van
een in de dynastie der Enschedé's gehandhaafde
traditie, om de eerwaardigheid van het drukkersvak
door alles heen op voorname wijze te dienen. Op de
glazen deur, die uit den binnenhof toegang geeft
tot den vleugel, waardoor de bezoekers ook het
historisch museum bereiken, staat bij het geschilderd
portret van Laurens Janszoon Koster dan ook
dit fiere devies gepenseeld: Als Koster hier kon
koomen kyken, Syn konst zou wel volmaeckt
hem blycken."
De heer Enschedébegon met de opmerking, dat
in een zoo gecompliceerd bedrijf als deze oude
grafische inrichting aan het begrip leiders een vooral
niet te positieve beteekenis moet worden gehecht.
Om hier metterdaad aan de technische en artistieke
werkzaamheden op de beste wijze leiding te geven,
zijn er, een ieder op zijn speciale gebied, de goede
menschen noodig. De directie heeft dan vooral te
zorgen hen onderling verbonden te houden in hun
zeer uiteenloopende bemoeiingen. Zij heeft natuur
lijk ook de vaak moeilijke keuze van de in hun vak
bekwaamste en voor deze onderneming geschiktste
medewerkers. Waarbij de omstandigheid van een
heel oud bedrijf te zijn een sterke gebondenheid
veroorzaakt. Hierbij is het noodig op te wekken
tot initiatief, en verantwoordelijkheid te geven.
Knappe vakmenschen, die zelf iets ondernemen en
hiervoor staan, die willen wij overal hebben.
Het wetenschappelijke deel zal hierbij van steeds
grooter invloed worden. Wij zijn midden in een
overgangstijd, waarin de wetenschap zich gestadig
meer ook met het drukken gaat bemoeien. Er is een
bewustwording gaande omtrent de vraag wat
drukken eigenlijk is, chemisch en mechanisch be
schouwd. Het zwaartepunt verplaatst zich naar
het laboratorium, waar, van een inrichting als de
onze, nu wel de hersens gelegen zijn. Onderzoeken,
proeven nemen, research.
Dit betreft voornamelijk de drukkerij van
bankbilletten voor de Nederlandsche en de Javasche bank,
en van postzegels, in het algemeen van
geldswaardige papieren, ook voor andere staten. De wenschen
van de groote banken en dergelijke opdrachtgevers
methodisch uitwerken en technisch nader ontwik
kelen. Hiervoor houden wij geregeld contact met
Delft, met buitenlandsche instellingen. Ja, inder
daad voor den strijd tegen de verva'schers en na
makers. Want ook hun technieken worden steeds
gevaarlijker.... En eigenlijk is er nog zoo weinig
bekend van wat er gebeurt als inkt op papier wordt
gebracht. Onze chemici, physici, een Delftsch
ingenieur voor de mechanica, houden zich met deze
problemen gestadig bezig.
Ruim honderd jaar, dat is dus van het begin af,
hebben wij het Nederlandsche bankpapier vervaar
digd. De eerste postzegels zijn gedrukt aan de rijks
munt; door een toeval zijn we, voor ons museum,
in het bezit gekomen van de drukplaat, die hierbij
gebruikt is. De geldswaardige papieren, ook voor
particulieren, zooals obligaties, cheques enzoovoort,
stellen aan onze speciale drukkerij hiervoor natuur
lijk, behalve het tellen onder verificatieverband,
strenge eischen van geheimhouding omtrent de
toegepaste methoden en maken een betrouwbare
beveiliging noodzakelijk. Gebouw 19" heet de hier
voor bestemde aparte inrichting, waarheen veler
begeerten gaan.
Zooveel mogelijk verschillende procédé's worden
hierbij gebruikt, zoowel van het boekdrukken als
het ffsetdrukken en plaatdrukken. De fotografie
is van groot belang, om ons te wapenen tegen de
vervalschers, die juist van de steeds vervolmaakte
fototechniek, zoo'n dankbaar gebruik maken. Ook
dit moeten wij hun dus bemoeilijken, onder meer
door verschillende kleuren over, door en naast
elkaar te zetten, opdat zij die niet uit elkaar kunnen
halen. Maar de filmtechniek staat niet stil, ook niet
ten opzichte van de kleurgevoeligheid. Dit alles
noopt ons voortdurend bedacht te zijn op
hier6. F. Ensched
tegen veiliger gestelde billetten. Er is in den loop
van jaren in deze drukkerij dan ook veel veranderd
en veel bereikt. In dit opzicht zijn heel wat landen
minder actief dan wij in het streven om het zoo
moeilijk mogelijk te maken hun bankbiljetten na
te drukken.
VANZELF moet het hierdoor komen tot een
compromis tusschen de technische en de
artistieke eischen. Lion Cachet heeft voor deze
verzorging veel met ons samengewerkt. Maar het
is opmerkelijk, dat betrekkelijk nog zoo weinig
deskundige voorlichting van het publiek ten op
zichte der bankbilletten in de pers verschijnt. Wat
ook jammer is, omdat de menschen, hoe beter zij
hierover worden ingelicht, hoe meer hun aandacht
hierop wordt gevestigd, zich des te minder valsche
papieren in de handen zullen laten stoppen.
Deze afdeeling van de drukkerij heeft gemeenlijk
jaar op jaar constant werk al is er bij de diepste
inzinking van de crisis ook een langdurige stilstand
geweest in den aanmaak van bankpapier, en zoo
is dit dus in hoofdzaak een doorgaand massabedrijf.
De eveneens modern gekoesterde gewone drukkerij
geeft hiertegenover altijd nieuw werk, dat veelal
de aantrekkelijke variatie van den Kleinkram heeft,
met allerlei probeersels, mede verband houdende
met den invloed van het klimaat op het papier en
ander materiaal, dat je meer en meer als een levende
materie gaat beschouwen. De plaatdruk, met zijn
verschillende werkmethoden, brengt ons ook in
aanraking met grafische kunstenaars, die blijkbaar
nog wel graag met ons samenwerken tot een goeden
druk, waarin ieder toontje verantwoord is. Dat is
inspireerend, wat wel eens noodig is bij het groote
risico, dat de kleinste noodlottigheden hier alles
kunnen bederven.
Ja, een bedrijf als het onze, is wel de sterkste
tegenstelling met bijvoorbeeld een
automobielfabriek, waar alles gebeurt aan den loopenden band,
die het werkstuk kant en klaar buiten brengt. Want
hier is de tendenz juist om alles naar binnen te
trekken. In de grootindustrie gaat 't om de groote
'-. lijnen, bij ons juist om de detail-verzorging, op
grond van een oude traditie. De lettergieterij voor
ziet hierbij sedert 1743 in het zet-materiaal door
een gestadigen aanmaak van ook nieuwe letter
typen overeenkomstig het steeds wisselend karakter
van den tijd. Bij onze verzameling oude matrijzen
tot uit de 156 eeuw, hier geleidelijk opgekocht van
Hollandsche en buitenlandsche gieterijen, zooals
mijn' oom Mr. Charles Enschedédie historisch
beschreven heeft in het standaardwerk Fonderies
de caractères et leur matériel dans les Pays-Bas
du XVe au XlXe siècle. Hij heeft hiervoor alles met
de oude letterproeven, die eveneens in ons bezit zijn,
vergeleken. Door middel van deze collectie zijn
PAG. 17 DE GROENE No 3160
wij dus steeds nog in staat bijvoorbeeld een boek uit
de zestiende eeuw te herdrukken van dezelfde
letters. Het werk van Mr. Ch. Enschedézal nu ook
in het Engelsch verschijnen.
Wel heel zeldzaam in onze historische collectie
is ook het materiaal voor uit de hand gezette
muzhk. U weet dat muziek gedrukt wordt van gegra
veerde platen. Maar in 1766 heeft onze firma een
merkwaardig boek uitgegeven, namelijk een ver
taling van de Violin Schule", oorspronkelijk ver
schenen bij Breitkopf en Hartel, die voor Holland
het licht zag onder den titel Grondig onderwijs in
de behandeling der viool, ontworpen door Leopold
Mozart." Dat was de vader van den grooten com
ponist. Welnu, ,,alle muzieknoten en liniën" zijn
hiervoor bij ons gegoten. De geschiedenis vermeldt
er bij: anderszins waren hiervoor meer dan drie
honderd koperen konstplaten noodig geweest." De
overlevering wil, dat vader Leopold Mozart in de
dagen van de verschijning met zijn wonderkind
een concert had gegeven in de groote kerk te Haar
lem, en dat een van mijn voorvaderen toen zijn mooie
jas heeft aangedaan, om hem plechtig een exemplaar
ervan aan te bieden.
Maar het bezit van deze muziek-t>pen heeft voor
ons groote gevolgen gehad. Het heeft namelijk
geleid tot het samenstellen van de zoogenaamde
muziekranden om bankpapier. Die waren immers
typografisch niet na te maken in hun tijd, toen
de fotografie nog in het begin was. Bovendien werd
de nasporing van eventueele vervalsching verge
makkelijkt door in die randen een paar kleine af
wijkingen aan te brengen, van een kapot of
weggevijld boogje, enzoovoorts, die dan zorgvuldig in
het geheime boek genoteerd werden. De muziek
randen worden nog wel gebruikt voor hypotheek
banken. Maar het is wel een merkwaardig voorbeeld
hoe activiteit in een bepaalde richt ng kan leiden
tot onvoorziene opdrachten op een heel ander gebied.
PER slot heeft de letter zelf, hoe meer je er mee
omgaat en je erin verdiept, iets geheimzinnigs.
En behalve vakkennis en smaak, is er toch stellig
een bepaalde intuïtie voor noodig om in de letter
typen, in den letterdruk, den boekdruk, harmonie
te bereiken. Wel, bij ons is het. zooals u weet, de
heer J. van Krimpen, die hieraan zijn zorgen wijdt.!
En uw eigen opleiding tot dit alles? vroeg ik
benieuwd.
De heer Enschedévertelde, dat zijn ouders ge
woond hebben in het patricische huis aan het Klok
huisplein, dat sedert mee is opgenomen in het
samenstel van gebouwen voor het bedrijf. Van kind
af heeft hij dus van zoo dichtebij meegeleefd in die
werkzaamheden, dat. hij als burgerschooljongen
al liefhebberij had om op de zetterij mee zijn proefjes
te zetten. En dus werd hij, na zijn eindexamen in
1911, als vanzelf, naar zijn wensen, direct in het be
drijf tewerk gesteld. Hierdoor maakte hij echter een
uitzondering op de traditie der vaderen, om eerst
,,op studie" te gaan. ...
En merkte ik glimlachend op op de tradi
tie, om Johannes te heeten.
Ja, mijn vader was Mr. Johannes, mijn oudste
broer is Mr. Johannes, nu al in het zesde geslacht.
De uitgeverij behoort ook tot de ondernemin
gen van de firma?
Niet overwegend. Al is bijvoorbeeld de Odyssee
van Bqutens bij ons verschenen, en al zou ik ook
nog een aantal belangrijke dichtbundels, onder
meer van J. C. Bloem, en onze rijmprenten kun
nen noemen. Maar dit is zoo meer de sierlijke
franje. Al wordt vooral ook aan deze afdeeling veel
zorg besteed, om aan hooge eischen te beantwoorden.
En nóg eens, een persoonlijkheid moet hier leiding
geven. De heer Van Krimpen is voortdurend bezig
aan de verheffing van het aanzien onzer boeken
en verdere uitgaven
Om niet te vergeten: de Oprechte Haarlemsche
Courant!
Ja, vorigen zomer twee honderd jaar geleden,
zijn wij die gaan drukken en uitgeven. En nog
altijd komt hij hier de Wagenpoort uit, zij't dan
tegenwoordig om geladen te worden in de auto's.
Stellig de oudste courant, die nog bestaat. In het
museum ligt nog de curieuse circulaire, waarin
Abraham Casteleyn kond doet van de aanstaande
verschijning, die op 8 Januari 1656 plaats had.
Maar het a8e nummer van den jaargang 1737 ver
scheen den 9 July voor het eerst bij I zaak en J oh.
Enschedé, stadsdrukkers op de Markt. Zij kwam
(Slot op pag. 10, 26 kolom bovenaan)
U
l