Historisch Archief 1877-1940
K A N T T E E K E N I N G E N
Parijsche besprekingen
WEDEROM waren Engelsche en Fransche
ministers in bespreking bijeen.
Chamberlain en Halifax hebben Daladier en Bonnet
te Parijs ontmoet. Er wordt en is ijverig gespecu
leerd over den inhoud der gevoerde besprekingen,
en alles is eenvoudiger dan met zekerheid te ver
halen wat er nu weer besloten is. Moeilijk kan
men echter zijn ongerustheid verhelen. Het publiek
heeft gelijk onze teekenaar Jordaan het uit
beeldde na vorige ervaringen reden om zich
bezorgd af te vragen wat er thans weer ter conferen
tie bekokstoofd zal zijn.
Het probleem der defensie stond, zoo al niet op
den voorgrond, dan toch op een voorname plaats. De
Engelsche regeering maakt zich ongerust over den
achterstand der Fransche vliegtuigproductie. De
Fransche regeering en de openbare meening in
Frankrijk wil niet aanvaarden dat in geval van oor
log de Fransche soldaten het spits zouden moeten
afbijten en Engeland zich vooreerst hoofdzakelijk op
de beveiliging ter zee zou toeleggen. Het komt ons
voor dat deze gezamenlijke defensie van Engeland en
Frankrijk door velen te zeer naar voren is geschoven.
Deze gezamenlijke defensie is op het oogenblik een
hersenschim', wellicht een vrome wensch van menig
een, mér echter niet. Engeland en Frankrijk heb
ben tijdens de Sudetencrisis met alle duidelijkheid
getoond, geen oorlog te wenschen. Waarom zou hun
houding spoedig veranderen ? Omdat zij in versneld
tempo de bewapening voortzetten? Dat doen Itali
en Duitschland ook. Integendeel, de toenadering
tusschen de vier groote Europeesche mogendheden
neemt steeds vasteren vorm aan, getuige de spoedig
te verwachten Fransch-Duitsche verklaring. Naar
den inhoud zal deze verklaring weinig belangrijk
zijn. Maar het feit van de verklaring spreekt
boekdeelen boekdeelen voor Frankrijks angst
en Duitschlands toegenomen kracht.
Neen belangrijker dan de besprekingen op mili
tair gebied, zullen de besprekingen inzake Spanje
zijn, die op den Quai d'Orsay gehouden werden. De
strijd in Spanje is min of meer op een dood punt
gekomen. Generaal Franco is er na maandenlangen
strijd in geslaagd, de republikeinsche troepen weer
over den Ebro terug te dringen, maar of hij nog
andere belangrijke strategische successen naast
deze, trouwens uiterst duur gekochte overwinning,
zal behalen, is zeer de vraag. De situatie wordt er
daardoor niet eenvoudiger op. Mussolini heeft er
geen twijfel over Jaten bestaan dat hij een volledige
overwinning van Franco wenscht. Op 4 November
j.l. heeft Lord Halif ax nog met alle kracht, die
in hem was" gelijk hij zeide verklaard, dat
hit niet de bedoeling was van het Britsch-Italiaansch
accoord, inmiddels in werking getreden, om Musso
lini er van te weerhouden, generaal Franco te
steunen. Verbeeld je ! is men geneigd, aan te
vullen. Signor Mussolini", aldus de Lord, heeft
het van meet af aan duidelijk gemaakt, dat hij om
bekende redenen geen nederlaag van generaal
Franco zou dulden." Ergo: generaal Franco moet
overwinnen. Is het verwonderlijk, dat de Spaansche
republikeinsche regeering aan den vooravond van de
Parijsche besprekingen een verklaring heeft gepu
bliceerd, waarin zij bij voorbaat protesteert tegen
Engelsch-Fransche pogingen om op kosten van
het democratische deel van het Spaansche volk
vrede in de Middellandsche Zee te koopen? Het
vervult deze regeering met f*'~pe bezorgdheid, dat
Chamberlain niet ongeneigc ^s, generaal Franco
oorlogsrechten toe te kennen. Deze toekenning zou
beteekenen: blokkade van de Spaansche kust, uit
hongering van regeerings-Spanje, waar de
voedselnood reeds zoo hoog is gestegen. Zullen de Fransche
ministers voor eventueele Engelsche pressie wij
ken? Zal Daladier, die veel energieker dan Blum
aan Spanje steun heeft geboden, dulden dat Itali
en Duitschland zich aan de Pyreneeëngrens
vestigen ? Of kan Chamberlain hem garanties geven
dat Franco, die in de Septemberdagen al een hoogst
dubbelzinnige rol heeft gespeeld, in geen geval
een protectoraat van Hitler en Mussolini zal
dulden? Het is mogelijk. Hoe ook de beslis
sing valt, gunstig voor Barcelona zal zij wel niet
zijn.
Het koloniale probleem zal te Parijs stellig ook
ter tafel zijn gekomen. Dat in deze moeilijke
materie spoedig een beslissing wordt genomen,
is uiterst onwaarschijnlijk. Londen past ook hier
de traditioneele wait-and-see" politiek toe. Laat
Berlijn maar vragen en eischen: haast heeft het
vraagstuk niet. Duitschland kon dreigen een inval
te doen in Tsjechoslowakije, maar een inval
ergens in Afrika is al heel weinig waarschijnlijk.
Daar uit dit probleem voorshands dus geen oorlog
geboren kan worden, is een snelle oplossing over
bodig. Het principe: Duitschland's recht op kolo
niën, is min of meer erkend; de uitwerking komt
later wel.
Nieuwe strubbelingen in Centraal-Europa
DE vrede" van München dat wordt van
dag tot dag duidelijker is slechts een vrede
geweest voor West Europa. In Centraal-Europa is
de rust nog steeds niet weergekeerd. Met vriendelijke
ongegeneerdheid heeft Duitschland in de afgeloopen
week nog een geringe noodzakelijke operatie op
het Tsjechoslowaaksche kadaver toegepast: weer
is een aantal districten geannexeerd. Duitschland
heeft voorts gedaan weten te krijgen dat het een
autoweg van Breslau naar Weenen mag aanleggen,
waarvan het gedeelte dat over Tsjechiëloopt,
Duitsch grondgebied is: een zestig-meter breede
Duitsche strook, van douaneposten voorzien, scheidt
voortaan Bohemen van Moravië. Een duidelijker
demonstratie van Tsjechische onmacht laat zich
kwalijk denken.
Het uiteenvallen van den ouden
Tsjechoslowaakschen staat schrijdt trouwens onophoudelijk verder.
De Slowaken gedragen zich, alsof er geen centrale
regeering te Praag meer bestaat en in Roetheni
is van landsgezag al heel weinig te bespeuren. Het
geheele gebied tusschen Polen en Hongarije is den
laatsten tijd een vrijwel volslagen chaos. De staat
schijnt daar eenvoudig verdwenen te zijn. Opge
stookt door de Italiaansche regeering pogen Polen
en Hongarije alsnog een verdeeling van Roetheni
te bewerkstelligen. Weer moet Von Ribbentrop naar
Rome om het tot stand komen van een gemeen
schappelijke Poolsch-Hongaarsche grens, die de Duit
sche penetratie naar den Balkan zou remmen, te ver
hinderen. Het gist er meer en meer. Uit Boedapest
worden oorlogzuchtige klanken vernomen. Minister
president Imredy bleef in de minderheid. De groot
grondbezitters hebben hem in den steek gelaten.
Imredy zoekt namelijk steeds nauwer aansluiting
bij Duitschland. Duitschland dat is het
nationaalsocialisme, en de Hongaarsche
nationaalsocialisten willen het grootgrondbezit verdeelen. Dus
zoeken de beangste landheeren haastig aansluiting
bij Italië, terwijl de handelslieden, industrieëlen
en bankiers het economisch machtige Duitschland
naar de oogen kijken. Wél wordt de as
RomeBerlijn op een zwaren proef gesteld. Wie zullen
sterker blijken te zijn: de gemeenschappelijke be
langen of de gemeenschappelijke tegenstellingen?
Voorshands waarschijnlijk de eerste.
Het Engelsch-Amerikaansche handelsverdrag
EINDE vorige week is te Washington het han
delsverdrag tusschen Engeland en de
Vereenigde Staten onderteekend, waarover anderhalf
jaar lang door vertegenwoordigers van beide staten
is onderhandeld. Deze lange duur kan slechts
verklaard worden uit de gecompliceerdheid van
het op te lossen probleem. Immers, niet alleen de
handelsrelaties tusschen Engeland en de Vereenigde
Staten, maar ook die tusschen de Vereenigde Staten
en het Britsch Imperium lagen ter taf el. De Vereenig
de Staten koopen in Engeland meest gespeciali
seerde eindfabrikaten (de grootste post is whisky),
Engeland koopt van de V. S. vooral voedingsstoffen,
hout en machines. Beide landen hebben nu een
aantal goederen uitgezocht, waarvoor lagere invoer
rechten geheven zullen worden. Dit betreft een
bedrag van tien a elf millioen pond. Terwijl de V.S.
echt 5r meer producten verkoopcn naar , dan koopen
uit Engeland, is hun positie t.a.v. de koloniën precies
omgekeerd: daar koopen de V. S. driemaal meer dan
zij verkoopen. De gesloten overeenkomst bepaalt,
dat op dezen grooten import geen hoogere rechten
geheven zullen worden. De Britsche Dominions
vooral Canada vormden weer een geheel apart
probleem. De V. S. beconcurreercn hen op de Engel
sche markt: verlaging van rechten voor invoer
uit de V. S. zou dus voor de Dominions een nadeel
zijn. Deze verlaging is een feit geworden, maar de
Dominions zijn schadeloos gesteld. Engeland heeft
op de Canadeesche markt extra - voorkeur
rechten laten vallen.
Dit verdrag beteekent, als geheel, een groote
vergemakkelijking van de handelsbetrekkingen
tusschen de twee mogendheden. Nog afgezien van
het politiek aspect, dat belangrijk kan worden,
geeft thans reeds het economisch aspect reden tot
vreugde. De Engelsche minister van handel had
wellicht niet geheel ongelijk toen hij het verdrag
noemde een lichtglans van het gezond verstand in
een wereld die snel rijp wordt voor een krank
zinnigengesticht".
De toestand in het Verre Oosten
MET wisselend succes wordt op het oogenblik
de oorlog tusschen Japan en China voort
gezet. Tsjang-kai-Tsjek schijnt te beseffen dat
slechts een spectaculair succes in staat is, aan het
Chineesche volk den noodigen nieuwen moed te
geven. Dat spectaculair succes moet zijn: de her
overing van Kanton. De Chineezen hebben Kanton
vrijwel zonder verdediging prijs gegeven, thans
pogen hun troepen deze belangrijke stad zoo
spoedig mogelijk weer in handen te krijgen. Het
schijnt dat de Japanners er inderdaad in een
netelige positie zijn geraakt. Ijlings zijn uit Sjanghai
en Formosa versterkingen gezonden. Vóór zij
echter uit Kanton verdreven zijn, moet er, meenen
wij, heel wat gebeuren. In de eerste plaats is in
den modernen oorlog de verdediging meestal
sterker dan de aanval. In de tweede plaats zijn
zij technisch oneindig beter uitgerust.
Tsjang-kaiTsjek heeft voor het offensief tegen Kanton sterke
troepencontingenten uit Centraal-China terugge
trokken. De Japanners rukken daar wel in een
verbazingwekkend snel tempo op. Zij bevinden
zich reeds meer dan vierhonderd km. ten Zuiden
van Hankou. Rukken zij in dit tempo verder, dan
kunnen zij binnen afzienbaren tijd de Chineesche
troepen, die Kanton belagen, in den rug aanvallen.
Hier komt bij, dat het tekort aan wapenen aan
de Chineesche zijde zich steeds duidelijker moet
gaan manifesteeren. Japan poogt ernstig den ver
bindingsweg met Rusland te bezetten en over de
bergpassen van Achter-Indiëzal de Chineesche
generalissimus moeilijk de ontzaglijke voorraden
aan wapentuig kunnen ontvangen, die in een
modernen oorlog noodig zijn. Japan komt er dan
ook niet zwakker voor te staan.
Men kan dit ook opmaken uit de zelfbewustheid
waarmee Tokio thans tot Londen en Washington
het woord richt. Het verzoek om de vrije scheep
vaart op de Jangtse te herstellen, wordt rustig
genegeerd. Op de herhaalde pogingen van den
Britschen gezant Craigie tot bemiddeling tusschen
de oorlogvoerende partijen wordt geen acht ge
slagen. Japan gaat zijn eigen weg. Het beschouwt
China als zijn eigendom. Engeland en Amerika
hebben er hun tijd gehad.
Het bezoek van Koning Leopold
WAARLIJK de weergoden hadden
concilianter kunnen zijn dan zij zich tijdens
het bezoek van koning Leopold van Belgiëhebben
betoond. De grauwe hemel en de kille regen die
Dinsdag en Woensdag het stadsbeeld van Amster
dam beheerschten, ten nadeele van de versieringen,
hebben echter niet verhinderd dat de vorst onzer
Zuiderburen met groote hartelijkheid door de
bevolking is ontvangen. Deze hartelijkheid sprak
niet minder uit zijn eigen redevoeringen dan
uit de vele toespraken die tot hem werden ge
richt.
Dat dit bezoek rechtstreeks politieke beteekenis
heeft gehad, is aan geen twijfel onderhevig, sinds
de Regeeringspersdienst heeft medegedeeld dat de
ministers besprekingen hebben gevoerd waarbij cp
alle belangrijke punten vergaande overeenstemming
werd geconstateerd. De tafelredevoeringen die ko
ning Leopold en koningin Wilhelmina Maandag
avond aan den gala-maaltijd hielden, waren trouwens
meer dan een uitwisseling van oprechte hoffelijk
heden. Zij waren tevens een bevestiging van de
Oslo-politiek, in dit blad eens aangeduid als de
politiek van het Neutraal blok aller Midden
standers", middenstanders die in meer dan n
zin een bemiddelende positie innemen tusschen de
groote mogendheden Engeland en Duitschland,
welker onderlinge tegenstellingen, mochten zij tot
een conflict uitgroeien, hen zouden verpletteren.
,,De toenadering-van kleine staten verruimt", zei
koning Leopold, ,,de sfeer van hun actie en van hun
gezag. Een solidaire houding kan den oorlog
buiten onze grenzen weren."
Een vraagteeken is hier, naar het ons voorkomt,
wel op zijn plaats.
Laat de critiek echter verder zwijgen. De harte
lijke toenadering tusschen Belgiëen Nederland,
de verbetering in de onderlinge sfeer door het
oplossen van oude tegenstellingen en het opgeven
van oude grieven, is op zichzelf een reden tot
oprechte vreugde.
PAG. 8 DE GROENE No. 3208